20.  Liefhebben

 

20.1.  Een nieuw gebod geef Ik u dat gij elkander liefhebt.

 

Johannes 13:34,35.

"Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt  zoals Ik u liefgehad heb"

 

In de bijbel worden we keer op keer opgeroepen om elkaar lief te hebben. In het Nieuwe Testament staat die oproep meer dan 25 keer.

 

+ hebt elkaar bestendig en van harte lief  (1 Petr. 1:22)

+ laat de broederliefde blijven  (Hebr. 13:1)

+ weest in broederliefde elkaar genegen  (Rom. 12:10)

+ jaag de liefde na  (1 Kor. 14:1)

+ laat alles bij u in liefde toegaan  (1 Kor. 16:14)

+ en doet bij dit alles de liefde aan als de band der

   volmaakt­heid  (Kol. 3:14)

+ hebt uw vijanden lief  (Lucas 6:27,35 (:27-35))

 

Jagen naar de liefde. Het is dus iets waar we ons, met alles wat in ons is, naar uit moeten strekken. Kennen we dit jagen in ons leven?

 

God verwacht van ons dat we wandelen naar "de eis der liefde".  (Rom. 14:15)

We zijn schuldig elkaar lief te hebben.  (Rom 13:8)

 

"behoren"  (1 Joh. 3:16; 4:11)

 

20.2.  Elkaar aansporen tot liefde

 

Hebr. 10:24.

"laten wij elkaar aansporen tot liefde en goede werken"

 

Herkent u dit? Wanneer hebt u iemand in deze zaken aange­spoord of bent u door iemand anders aangespoord. Funktioneert dit?

 

20.3.  Liefde - het kenmerk van de Christen

 

Joh. 13:34.

"Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt,  indien gij liefde hebt onder elkander."

 

Een tijd geleden heb ik een onderzoekje gedaan onder de deelne­mers van de basisbijbelstudie. Ik heb hun gevraagd, hoe ze tot geloof gekomen waren en wat hen had overtuigd van de waarheid van het evangelie. Een aantal keer kwam terug dat zij omdat ze zoekende waren of omdat ze b.v. uitgenodigd waren voor een doopdienst of trouw­dienst in een gemeentesamenkomst waren geko­men. Wat ze vertelden is dat ze getroffen werden door de wijze waarop de christenen met elkaar omgin­gen.

 

De gemeente is anders dan de wereld. In de gemeente hoef je niet te vech­ten voor je plekje. Je hoeft de aandacht niet te verdie­nen. Je hoeft niet interessant te zijn. Ieder hoort er bij ("Kom in de kring"). De welwillendheid waarmee de ander wordt benaderd. Je wordt gewaar­deerd niet om wie je bent, maar omdat je er bent. "Vriendelijk stralende ogen verheugen het hart" (Spr. 15:30)

 

Gal. 5:22; "maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap"

 

Als de Geest van God de ruimte heeft in de levens en in de samenkomsten, wordt de atmosfeer gestempeld door blijdschap en liefde. De vrucht van de Geest kun je niet namaken. Je kunt het wel proberen, maar daar kijkt iedereen zo doorheen. Daarom, als er ergens liefde en blijdschap zijn, maakt dat indruk op de mensen. Dit vind je alleen in de samenkomsten van een gemeente waar de leden voor de Heer leven en vervuld zijn met Gods Geest. Die liefde en blijdschap zijn iets bovennatuurlijks. Het is het karakter van God Zelf dat zich openbaart in de christenen. "God is liefde" (1 Joh. 4:8)

 

Hier staat of valt ons getuigenis als gemeente mee. De onderlin­ge liefde, niet alleen tijdens maar ook buiten de samenkom­sten. Er is weinig zo effektief als dit om de harten ontvankelijk te maken voor het evangelie.

 

Ik ben mede voor het geloof gewonnen door de liefde van de christenen. Door hun onderlinge liefde en hun ongeveinsde hartelijk­heid richting mij. Ik kwam echtheid tegen. Onverklaarbare liefde en blijdschap. Ik wist diep in mijn hart: "Dit is echt."

 

20.4.  Waarom liefhebben?

 

In de eerste plaats omdat de Heer het ons opdraagt in zijn woord. En dat niet één maal maar tientallen keren. De Heer geeft echter nog andere redenen waarom we moeten liefhebben.

 

(1)  Liefde is de vervulling der wet

 

Romeinen 13:8-10.

 

(2)  De liefde doet de naaste geen kwaad

 

Romeinen 13:10.

 

(3) Liefde is uit God

 

1 Johannes 4:7.

"Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God en een ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde"

 

"God is liefde". Zo is zijn natuur. "De liefde is uit God". Alle echte liefde komt uit God voort en weerspiegelt Gods karakter. Toen wij tot geloof kwamen, werden we wedergeboren uit Gods Geest (werden we uit God geboren, Johannes 3:3,6). Door de wedergeboor­te hebben we weer deel gekregen aan de goddelijke natuur ( 2 Petrus 1:4, Gods Geest woont in je.) Je bent een nieuwe schep­ping (2 Kor. 5:17). Net zoals het voor God natuurlijk is om lief te hebben, zo is het voor de nieuwe schepping ook natuurlijk om lief te hebben. Als er geen enkele liefde is, is het daarom zeer de vraag of er wel leven is. "Wie niet liefheeft kent God niet." We moeten liefhebben omdat we voor liefhebben zijn gescha­pen.  Zonder liefde is er geen leven. Liefhebben voor een chris­ten is net zo natuurlijk als ademhalen voor een natuurlijke mens. Als er geen adem is dan is de natuurlijke mens dood. Als er geen liefde is (al is het maar een klein beginsel) dan is de christen dood.

 

(4)  Indien Hij - dan ook wij

 

1 Johannes 4:11 (:9-11)

 

20.5. De hoogste prioriteit

 

"bovenal"    (1 Petrus 4:8)

 

Bovenal wil zeggen boven alles. "Hebt bovenal bestendige liefde jegens elkander". Wat je verder ook doet, zorg dat je dit eerst doet.

 

20.6.  Zonder liefde is alles wat we doen waardeloos voor God

 

Liefde is noodzaak.

 

1 Kor. 13:1-3.

Zonder liefde is alles zinloos.

Gods algebra (Gods wiskunde). De formule:  A - L = 0

A(lles) min L(iefde) is gelijk aan nul.

 

20.7.  Wie liefhebben?

 

20.7.1.  Elkander

 

Vele teksten spreken hierover. (Zie de teksten hierboven onder punt 20.1.)

"elkander/elkaar"

Rom 12:10,  1 Petrus 1:22 en 3:8,  Johannes 13:34,  enz.

 

Op de liefde tot de medegelovigen ligt de meeste nadruk.

 

Als het in onze macht is moeten we doen wat goed is voor allen, maar, zo staat er, dat moeten we inzonderheid (in het bijzonder) doen voor de medegelovigen.  (Gal. 6:10)

 

20.7.2. Allen

 

"door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde jegens allen"

(2 Petrus 1:7.) Van de broederliefde gaan we naar de liefde jegens allen.

 

Door onze bekering, door de wedergeboorte ontvangen we alles wat tot leven en godsvrucht strekt (2 Petr. 1:3,4). Vandaaruit gaan we uitwerken wat God in ons heeft gelegd (1:5-7). De liefde jegens allen is van die uitwerking de kroon, het sluitstuk. Het uitwerken begint met ijver, geloof en dan gaat het verder met deugd, kennis, zelfbeheersing, volharding, godsvrucht, broederliefde, om uit te komen bij de liefde jegens allen.

 

20.7.3.  Onze vijanden

 

"hebt uw vijanden lief"

Lucas 6:27-35, speciaal : 27,35.

Mattheüs 5:38-48, speciaal : 43,44.

 

Je vijanden zijn de mensen die zich vijandig tegenover jou gedragen.

 

Het gaat hier om liefde die zich praktisch uit. "Doet wel dege­nen, die u haten; zegent, die u vervloeken, bidt voor wie u smadelijk behandelen."   (Lucas 6:27,28)

Zie ook Romeinen 12:19-21

 

20.7.4. Onze echtgenote

 

Dit is natuurlijk alleen van toepassing op de gehuwde mannen.

 

Efeze 5:23-33.

 

Laten we nog eens tot ons door laten dringen welke opdracht hier aan de mannen wordt gegeven.

 

"zich voor haar overgeven"  (Efeze 5:26)

Jezelf opofferen, wegcijferen, voor het welzijn van je vrouw.

 

20.8.  Liefde wat houdt het in?

 

20.8.1. Wat is liefde eigenlijk?  

 

"Hieraan hebben wij de liefde leren kennen, dat Hij zijn leven voor ons heeft ingezet; ook wij behoren dan voor de broeders ons leven in te zetten. Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de liefde Gods in hem?"   (1 Johannes 3:1617)

 

Als je wilt weten wat liefde is, moet je naar de Here Jezus kijken. Hij heeft in zijn leven gedemonstreerd, geopenbaard wat liefde is. Hij heeft zijn leven ingezet voor een ander. Hij heeft zich opgeofferd voor het welzijn van anderen. Hij leefde niet voor zichzelf maar voor andere mensen. En dat niet gedwongen, maar vrijwillig, uit bewogenheid. Zie ook zijn bewogenheid en zorgzaam­heid.  "met ontferming bewogen"  (b.v. Matth. 20:34)

 

20.8.2. "De liefde is ..." 

 

1 Kor. 13:4,5

 

+ De liefde is lankmoedig  (wordt niet gauw kwaad)

+ De liefde is goedertieren  (trouw, loyaal, goed)

+ Zij is niet afgunstig  (niet jaloers)

+ De liefde praalt niet  (niet net als een pauw je veren opzetten)

+ Zij is niet opgeblazen  (je belangrijker voordoen dan je bent)

+ Zij kwetst niemands gevoel  (niet onnodig kwetsen)

+ Zij zoekt zichzelf niet  (niet egoistisch, zelfzuchtig)

+ Zij wordt niet verbitterd  (over onrecht, geen wrok)

+ Zij rekent het kwade niet toe  (ziet er aan voorbij)

+ Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met

   de waarheid  (reaktie op zonde is verdriet)

+ Alles bedekt zij   (aan voorbijzien)

+ Alles gelooft zij  (gaat uit van het positieve)

   Leg iets, als er keuze is, altijd zo positief mogelijk uit.

   Gaat uit van de onschuld totdat het tegendeel is bewezen.

+ Alles hoopt zij  (hoopt het beste van de mensen)

+ Alles verdraagt zij  (elkaars onhebbelijkheden verdragen)

 

20.8.3. Hoe lief te hebben in de praktijk?

 

Een belangrijke richtlijn vinden we in de zogenaamde "golden rule".

"Gelijk gij wilt dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo"  (Lucas 6:31)

 

Zoals jij graag wilt dat een ander mens jou behandelt, behandel zo ook een ander. Jij wilt graag vriendelijk benaderd worden, doe dat dan ook met een ander. Jij wilt graag geholpen worden als je het zelf niet redt, doe dat dan ook met een ander. Enzovoorts. Verplaats je in de positie van de ander. Vraag je af wat jij graag zou willen dat de anderen voor je zouden doen in die situatie.

 

20.8.4.  "dient elkander door de liefde"

 

Galaten 5:13.

 

Zorg voor de ander, bewogenheid over de ander, inzet voor de ander.

 

20.8.5.     Liefde is fijngevoelig. 

 

Filp. 1:9,10

 

Onderscheiden waar het op aan komt.

 

20.8.6. Nogmaals een omschrijving

 

Liefde is een emotie, een drang, een gezindheid, een hart dat in warmte uitgaat naar de ander, dat zich ontfermt, dat zich het lot van de ander aantrekt, dat het beste met de ander voor heeft, dat zich inzet voor de ander, dat niet aan zichzelf denkt maar aan de ander.

 

20.8.7. Goddelijke en menselijke liefde

 

God heeft lief omdat Hij liefde is.(1 Joh. 4:8). Gods liefde is als het zonlicht; het straalt naar iedereen uit.

 

Gods liefde is agape liefde. Liefde die geeft zonder zich af te vragen of de ontvanger het wel waard is, zonder zich af te vragen of er wel wederliefde zal komen.

 

"want Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen"   (Mattheüs 5:38-48, speciaal :45)

 

Het voorbeeld van Paulus. "Ik voor mij zal zeer gaarne offers brengen, ja, mijzelf opoffe­ren voor uw zielen. Ontvang ik soms nog minder liefde, naarmate ik u meer liefheb? Het zij zo"  (2 Kor. 12:15.16b). Ondanks de ondankbaarheid ging Paulus er toch mee door.

 

20.9.  Liefde en het offer horen bij elkaar

 

Liefde offert zichzelf op voor de ander.

 

Zie het voorbeeld hierboven van Paulus  (2 Kor. 12:15)

 

"Hieraan hebben wij de liefde leren kennen dat Hij zijn leven  voor ons heeft ingezet"  

(1 Johannes 3:16)

 

Jezus had een fijn leven in de hemel. Toch is Hij mens geworden. Als gevolg daarvan kreeg Hij een ontzettend moeilijk leven. Onbegrepen, vertrouwd met ziekte, gesmaad, geen plek om het hoofd neer te leggen, bedreigd, verraden, bespot, mishandeld en uitein­delijk gedood. Wat een ellende heeft Hij zich met zijn komst in deze wereld op de hals gehaald. En toch heeft Hij het gedaan. Waarom? Vrijwillig en uit liefde is hij om ons te redden welbe­wust deze moeilijke weg opgegaan. "Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen" (Joh. 10:11).

 

"love till it hurts"

Liefhebben totdat het pijn doet.

 

Geef je van je overvloed of van je tekort? (Marcus 12:41-44). Er is hier sprake van de offerkist. De naam spreekt van het offer. Wie bracht er werkelijk een offer?

 

Liefde is niet goedkoop.

 

Zie wat velen van de eerste christenen deden (Hand 2:45). Er waren in die tijd geen goede sociale voorzieningen. Als je geen bron van inkomsten had, dan stierf je de hongerdood. Ze verkochten hun bezit­tingen om behoef­tige mensen van voedsel te voorzien.

 

"delen in mijn verdrukking"  (Filp. 4:14-18 )

De ander, in dit geval de zendeling, heeft te weinig geld. Het gevolg is dat hij daardoor in de druk zit. Jij geeft van jouw geld en daardoor neem je wat van zijn druk weg, je vermindert zijn druk op die manier. Voor jou wordt het echter wat moeilijker, maar voor hen wat makke­lijker. In feite neem je daardoor een stukje van hun druk over.

 

In het blad Kruistochten (tegenwoordig Open Doors) werd verteld hoe chris­tenen uit een stam in Azië, die  in een zeer arme streek woonden, toch wilden bijdragen aan de kosten van het smokkelen van bijbels naar de verdrukte christe­nen in China. Ze hadden eigenlijk geen geld. Ze bedach­ten de volgende oplossing. Een aantal van hen besloot vrijwillig en op eigen initiatief voor een bepaalde periode één dag in de week te vasten. Het voedsel van die dag dat ze daarmee uitspaarden werd op de markt verkocht en de opbrengst als gift aan Kruis­tochten gegeven voor het bijbelver­spreidingswerk.

 

20.10. Liefde is vrijwillig

 

"toch geef ik terwille van de liefde de voorkeur aan een verzoek"

(Filemon :8.9)

 

"Indien er dan enig beroep op u gedaan mag worden in Christus,

 indien er enige bemoediging is der liefde, indien .... maakt dan ....."   (Filip. 2:1,2)

 

"niet met tegenzin of gedwongen"  (2 Kor. 9:7)

 

Je kunt liefde niet dwingen. Afgedwongen liefde is geen liefde.

 

20.11.  De echtheid van je liefde

 

2 Kor. 8:8.    (2:1-15)

 

Het gaat hier om een collecte voor de armen in Jeruzalem. Paulus noemt die collecte een liefdewerk. (:7)

 

Wat de christenen uit Macedonië deden is onvoorstelbaar. Ze verkeerden in "diepe armoede" (:2b). Daarnaast hadden ze ook nog te maken met veel verdrukking. En wat deden ze? Uit eigen bewe­ging en met alle aandrang vroegen ze om de gunst (het voor­recht!!) om deel te mogen nemen aan de collecte voor de armen in Jeruzalem. Paulus getuigt dat ze meer deden dan ze konden.

 

Paulus vertelt dit aan de christenen te Korinthe en hij wekt hen op om ook deel te nemen aan dit liefdewerk. En dan zegt hij: "Ik geef dit niet als een bevel, maar ik tracht aan die toewij­ding van anderen ook de echtheid van uw liefde te toetsen" (:8)

 

Jakobus 2:15-16.

 

20.12.  Liefde maakt aktief, maakt rusteloos

 

"De liefde van Christus dringt ons"  (2 Kor. 5:14)

 

Liefde dringt tot evangeliseren. Tot inzet voor de ander. Tot een reaktie op de nood van een ander. De nood van de ander wordt ook jouw nood. Liefde maakt dat we ons binnenste niet af kunnen sluiten voor de nood van een ander (1 Joh. 3:17).

 

De goede Herder had geen rust voordat het ene verloren schaap er ook zou zijn.

 

Toen de barmhartige Samaritaan die mens in nood zag, kon hij er niet aan voorbij gaan. De nood van de man deed de Samaritaan wat. Hij kon niet passief blijven. De anderen sloten zich er voor af.

 

"toen kon Hij Israëls ellende niet langer aanzien"  (Richt. 10:16 )

We zien telkens weer dat de mensen van God weglopen. God neemt het initiatief om ze weer terug te krijgen. Hij ging achter Adam aan. Hij riep ‘vroeg en laat’ door zijn profeten het volk Israel terug als het afweek. Hij pleitte, lokte, dreigde, riep. God wor­stelde en worstelt nog steeds om het hart van zijn volk. Het is God die de ganse dag zijn armen uitstrekt naar een tegensprekend volk (Romeinen 10:21). Het is God die de eerste stap neemt. Het is God die de pijn van de afwijzing verdraagt. Het is God die niet ophoudt met het uitstrekken van zijn armen. God is liefde. Zie de verzuchting van de Here Jezus: "Jeruzalem, Jeruzalem .. hoe dikwijls heb ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild" (Matth. 23:37)  Hoe dikwijls heb Ik gewild. Gods zoekende, achtervolgende, pleitende liefde.

 

Dat is de soort liefde die ook in Paulus woonde. Dat was de liefde die hem drong. Diezelfde liefde heeft God door zijn Geest in ons hart uitgestort. Naar de mate waarin de Geest van God in ons hart heerst, zal die liefde ook in ons hart heersen.

 

20.13.  Hoe kom ik aan die liefde?

 

Zo liefhebben is toch bovenmenselijk? Dat is toch onmogelijk? Dat klopt, dat kunnen wij ook niet uit onszelf. Het is een boven­natuurlijke liefde.

 

20.13.1.  Het is het werk van de Heilige Geest

 

"de vrucht van de Geest is liefde"  (Gal. 5:22)

 

20.13.2.  God heeft die liefde in ons gelegd

 

"uitgestort"  (Rom. 5:5)

"ontvangen .. een geest van liefde"  (2 Tim. 1:7)

 

Als de Heilige Geest in ons woont dan is "de liefde des Geestes" (Rom. 15:30) ook in ons. Als wij vervuld worden met de Geest van God, dan zal de liefde van God ons hart vervullen.

 

Wij hoeven die liefde niet in ons op te wekken. Die liefde is reeds in ons uitgestort.

 

20.13.3. Liefhebben door het geloof

 

Erken je onmacht. Erken dat je het zelf niet hebt. Probeer het ook niet in je op te wekken. Dank dat de Heer zijn liefde in je heeft gelegd. Ga daar door het geloof in staan.

 

Er zijn wellicht mensen die je niet meer kunt verdragen of uitstaan. Je hebt er geen liefde meer voor. Toch kom je ze geregeld tegen. "Heer ik heb geen liefde voor die mensen, maar ik dank U dat U Uw liefde in mij hebt uitgestort. Dank U dat U het door mij heen zult doen."

 

Als illustratie van het liefhebben door het geloof en door de kracht van Gods Geest de volgende gebeurtenis waar Corrie ten Boom over sprak. Corrie was na de oorlog in Duitsland. Ze sprak op een avond over de noodzaak van vergeving. Na afloop zag ze iemand op haar afkomen. Het was één van de wrede bewakers die ze kende uit haar tijd in het concentratiekamp. Met een brede glim­lach en met uitgestoken hand zei hij: "Ik ben christen geworden. God heeft me vergeven en ik ben zo blij dat u mij ook wilt vergeven". Corrie vertelt hoe het koud om haar hart werd. Ze kon het niet. Ze erkende in stil gebed tegen­over God: "Heer ik heb geen liefde in mijzelf voor deze man, maar ik dank U dat U uw liefde in mij hebt uitgestort en dat U het door mij zult doen". In dat geloof tilde ze haar hand op om zijn hand te schudden en op dat moment stroom­de de liefde van God in haar hart zodat ze hem van harte kon vergeven.

 

20.14.  Ik kan toch niet de hele nood van de mensheid op me nemen?

 

Dat is waar. Daarom zegt de bijbel ook dat we onze naaste moeten liefhebben (Mattheus 22:39,  Rom. 13:9b). Het woord naaste moet je letterlijk nemen. Je naaste is de mens die naast je woont en werk. Dat is de mens waar jij mee in kontakt komt. Daar moet je beginnen.

 

Elke nood is nog geen roeping. Dat klopt. Maar we moeten wel open staan voor de mogelijkheid dat de Heer ons in wil schakelen. Voor we op een nood reageren moeten we de leiding van de Heer zoeken door zijn woord (door de algemene prinicpes van de bijbel toe te passen) en door zijn Geest (de inner­lijke leiding) en door Gods besturing van de omstandig­heden (brengt God het op je weg, heb je de mogelijkheid om er wat aan te doen, etc)

 

Geen tijd. Dit heeft te maken met de keuzes die je maakt. (Zie de bijbelstudie over prioriteiten) Vaak is men te druk bezig met eigen zaken om nog tijd over te hebben voor een ander. Ik heb het zelfs meegemaakt dat broeders en zusters zo druk bezig waren met "het werk van de Heer" dat ze geen tijd meer over hadden om broeders en zusters die wankelden te hulp te komen.

 

1 Kor 13:1-3;  Ze waren te druk bezig met het door het geloof bergen verzetten voor de Heer.

 

Doet het je wat - de nood?, bidt er voor en zoek de leiding van God.

 

Eén ding is zeker, als er geen offer voor een ander in je leven is (zelfverloochening, love till it hurts) dan is er iets mis. Doe jij jezelf wel eens pijn voor een ander? Als dat niet het geval is, is er geen echte liefde in je leven.

 

20.15.  Op welke manier liefhebben?

 

+ Bestendig, niet af en toe maar voortdurend  (1 Petrus 1:22)

+ Ongeveinsd, echt, niet gemaakt, niet gespeeld   (1 Petrus 1:22 ; Rom. 12:9)

+ Gelijk Christus ons heeft liefgehad   (Joh. 13:34)

   Dat is de norm voor ons.

+ Met de daad en in waarheid   (1 Johannes 3:18)

 

20.16.  Liefde EN waarheid

 

Iemand liefhebben is geen slapheid. De meeste teksten over liefde die in de loop van deze bijbelstudie zijn behandeld, zijn afkom­stig van de apostel Paulus. Paulus heeft zelf liefgehad, maar dat weerhield hem er niet van om soms een pijnlijke waarheid naar voor te brengen als het belang van Gods werk en het belang van die persoon dat vereiste. Liefde is geen slapheid.

 

De twee sleutelwoorden van de Johannesbrieven zijn liefde en waarheid. Zowel liefde als waarheid (licht) zijn nodig.

 

Liefde zonder waarheid is slapheid.

Waarheid zonder liefde is hardheid.

 

Er moet soms weerstaan worden of bestraft (zelfs openlijk be­straf­t) of terechtgewezen.

 

"Een onomwonden bestraffing is beter dan verborgen liefde;  oprecht gemeend zijn de wonden door een vriend geslagen,  maar overvloedig zijn de kussen van een vijand"   (Spreuken 27:5,6)

 

20.17. De bijbel zegt dat in de eindtijd de liefde zal verkillen

 

Zelfs de natuurlijke liefde zal afnemen.

 

"de mensen zullen .. zijn .. liefdeloos"  (2 Tim. 3:1-5)

 

"zal de liefde van de meeste verkillen"  (Matth. 24:12)

Het wordt "kil" in de wereld, in de ‘christelijke’ wereld.

 

 

 

HOME
De andere studies over de praktijk van het christenleven