15. Het gebed - bidden is meer dan dingen vragenBidden is meer dan dingen vragen.
Gebed is een onderdeel van onze omgang met de Here God. We hebben kontakt met
Hem. Door het gebed spreken we tot Hem en door zijn woord en Geest spreekt God
tot ons. We zijn geroepen tot gemeenschap (kontakt/omgang) met God. (1 Kor. 1:9). 15.1. Bidden is ook je hart uitstorten voor God
Je vreugde en je verdriet. + Psalm 62:9 "Vertrouwt op Hem te allen tijde,
o volk. Stort uw hart uit voor zijn aangezicht. God is ons een toevlucht". + Jakobus 5:13 "Heeft iemand leed te dragen?
Laat hij bidden. Is iemand blij te moede? Laat hij
zingen." Voorbeeld: Hanna. (1 Samuël 1:7-12) Ze had verdriet, omdat ze geen
kinderen kon krijgen, waarmee ze ook nog werd getergd door Pennina. Ze stortte
haar hart uit bij God. Zo te reageren is het kenmerk van een kind van God. Als
een kind pijn heeft rent het naar zijn moeder. Zo vlucht een kind van God naar
de Heer. 15.2. Bidden is ook alles waar je mee bezig bent met God besprekenAl je plannen. + Spreuken 3:6, "Ken Hem in al uw wegen" 15.3. Bidden is ook God bedanken voor alle goede dingen, die Hij je geeft+ Efeze 5:20 "dankt te allen tijde in de naam
van onze Here Jezus Christus, God, de Vader, voor alles". Dankt de Vader. Te allen tijde. Voor alles. "overvloeiende in
dankzegging" (Kol. 2:7) Het vloeit over, het loopt de
spuigaten uit. Neem een beker, giet daar water in tot aan de rand en blijf dan
gieten. Het water stroomt nu over de rand. Zo behoort er voortdurend dankzegging
uit een kind van God te stromen. Lukas 17:11-18. Dankbaar en ondankbaar. "Zijn niet alle tien rein
geworden? Waar zijn de negen anderen?" Filp. 4:6, Wensen bekend maken met
dankzegging. 15.4. Bidden is ook je zonden belijden
"Indien wij onze zonden belijden,
Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen
van alle ongerechtigheid" (1
Johannes 1:9). Belijden is tegenover God toegeven
(erkennen), dat je fout bent geweest, dat je iets gedaan hebt, wat kwaad is in
Gods ogen, dat je zijn wil en wet hebt overtreden, dat je gezondigd hebt. De zonde met name noemen. Letterlijk betekent het griekse woord
voor belijden "hetzelfde zeggen". "Het spijt me, Here God, dat ik
dit gedaan heb. Ik weet dat het kwaad is in uw ogen. Dank U wel dat de Here
Jezus ook voor deze zonde heeft betaald met zijn bloed. Ik dank u voor uw
vergeving en reiniging. Ik keer me af van de zonde en stel me weer onder uw
leiding." + Psalm 51:6 "tegen U, tegen U alleen, heb ik
gezondigd en gedaan wat kwaad is in Uw
ogen" + Jeremia 3:13 "alleen erken uw ongerechtigheid" 15.5. Bidden is ook God loven en aanbidden15.5.1.
God
zoekt aanbidders, aanbidding
Johannes 4:23, "de vader zoekt zulke aanbidders" De oproep tot aanbidding, tot
lofprijzing. "een bestendig lofoffer" Hebr. 13:15 15.5.2.
Wat
houdt aanbidding in?
- erkenning - lofprijzing, roemen - neerbuigen/onderwerpen - je liefde betuigen Deze elementen lopen door elkaar heen,
ze kunnen niet zo scherp gescheiden worden. (1) Erkennen, neerbuigen, onderwerpenPsalm 100:2,3."erkent dat de Here God is Hij heeft ons gemaakt" Erkent dat de Here God is. "U bent de enige, de ware, de
levende God." "Ik ben de enige, er is geen God
buiten mij" (Jesaja 45:5-23) Je plaats als schepsel innemen. "Hij heeft ons gemaakt" Psalm 100:2,3 Als schepsel behoren we de Schepper te
danken en te erkennen. In Romeinen 1:21 wordt gezegd, dat de
mensen God kenden, maar dat zij Hem niet als God hebben erkend door Hem als God
te verheerlijken en te danken. Ze hebben geweigerd om hun plaats als schepsel
in te nemen en in plaats van God te erkennen (in plaats van God te danken en te
verheerlijken) hebben ze Hem vervangen door allerlei afgoden, gemaakt naar het
beeld van een schepsel. "daar zij het verwerpelijk
achtten om God te erkennen" Rom
1:28 Als wij de Heer aanbidden (als we Hem
openlijk erkennen als God) dan doen wij precies het tegenovergestelde als de
opstandige mensen, die hebben geweigerd God te erkennen. In het boek Openbaring zien we door
het hele boek een grote slag om de aanbidding van de mensen lopen[1]. Het
is een gevecht tussen God en satan. Wie zal er door de mensen aanbeden worden?
God heeft recht op de aanbidding van de mensen, maar de satan probeert met alle
mogelijke middelen de mensen zover te brengen, dat ze hem aanbidden. Laten we
positie kiezen in dit gevecht. Laten we aanbidders van de Vader en de Zoon
zijn.
--------------------------------------------------------------------------------- De Satan wil de plaats van God innemen
(2 Thess. 2:3,4). Hij wil de aanbidding, die God toekomt, hebben. God gaat daar
tegenin. Satan en God zijn in een strijd met elkaar gewikkeld om de aanbidding
van de mensen. Zoals we eerder hebben gezien, is de
kern van aanbidding aangegeven met het woord erkenning. Wie zal de aanbidding
ontvangen, met andere woorden, wie zal als God worden erkend? + Openbaring 4:8-11. Een beschrijving van de aanbidding, die in
de hemel aan de Here God wordt gebracht. "gij zijt waardig"
(erkenning) + Openbaring 5:6-14. Een beschrijving van de aanbidding die in
de hemel aan de Here Jezus wordt gebracht. + Openbaring 9:20. De oordelen van God
zijn bedoeld om de mensen tot inkeer te brengen. In dit geval lieten de mensen
zich niet tot inkeer brengen. "bekeerden zich niet … (om) de boze geesten niet meer te
aanbidden." Achter de afgoden, achter de nietchristelijke godsdiensten,
zitten boze geesten. Als de mensen de afgoden aanbidden, aanbidden ze in feite
boze geesten. + Openbaring 11:13, ze hadden het even
begrepen. + Openbaring 13:4,8,11-15. Hier zien we
hoe het de Satan lukt om via de antichrist (het beest uit de zee) en de valse
profeet (het beest uit de aarde) en de wonderen, die ze doen, de mensen te
verleiden om hem te aanbidden. Het gaat om een kombinatie van tekenen,wonderen
en dwang. Wie niet aanbidt verliest zijn leven (:15). + Openbaring 14:6,7. Gods oproep + Openbaring
19:1-10. De afloop, Halleluja. ---------------------------------------------------------------------------------------- Psalm 95:6. "laten wij neerbuigen, knielen voor onze maker" Neerbuigen en knielen zijn een
uitdrukking van onderwerping. Telkens als we in de bijbel aanbidding
tegenkomen, zien we, dat de aanbidders zich neerwerpen voor God of voor Jezus.
Het knielen, het neerbuigen, het nederwerpen is een daad van aanbidding. Openbaring 4:10 ; 5:14 ; 7:11 ; 11:16
; 15:4 ; 19:4,10 ; 22:8 Daniël 3:5-6,10,11,15, "gij zult u ter aarde werpen en
aanbidden." Daniël 2:46, "wierp zich op zijn aangezicht en
aanbad" Mattheus 28:9,17, "en grepen zijn voeten en aanbaden
Hem" Richteren 7:15, "boog zich in aanbidding neer" 1 Kor. 14:25, "hij zal zich ter aarde werpen, God
aanbidden" Uiteindelijk zal elke knie zich moeten buigen voor Jezus. (Filippenzen 2:9-11) U bent de koning van mijn hart. Jezelf innerlijk voor de Heer neerbuigen. In je hart diep voor de Heer buigen. U bent God en ik ben mens. Ik erken en belijd u als Heer. Job 39:37 /
"ik leg de hand op mijn mond" Zie Job 38:1 t/m 42:6. Job 40:4, je vergeet je plaats als schepsel Eerbied en ontzag. "doe je schoenen van je
voeten" (Exodus 3:5 (Jozua 6:15)) "met eerbied en ontzag" (Hebr. 12:28) "waar is de eerbied voor
mij?" (Maleachi 1:6) Zie ook Genesis 41:43. Voor Jozef
uitroepen "eerbied". U bent het waard, U bent waardig. Deze woorden drukken ook erkenning
uit. Openbaring 5:9 , 4:11. "U komt het toe" (Jeremia
10:6,7) "Want van u is ...." 1 Kron. 29:11 (:11-13) Mattheus 6:13. Opnieuw gelovige erkenning. (2) LofprijzingGod loven is iGod roemen. Zijn
grootheid uitspreken. Zijn geweldige persoon roemen. Zijn grote daden
vermelden. "Niemand is u gelijk" (Jeremia 10:6,7) "zo is God, onze God" (Ps 48:15) "Wie is als Gij" Exodus 15:11, Psalm 35:10 , 89:9, Micha 7:18 "want zijn goedertierenheid is
tot in eeuwigheid" Psalm 136:1- Telkens wordt er in deze psalm iets
genoemd, iets wat God gedaan heeft. En uit de zaak, die genoemd wordt, blijkt
Gods goedertierenheid. Vandaar dat telkens als er een weldaad, die God heeft
gedaan, wordt genoemd, men daar een lofprijzing aan verbindt. Psalm 9:2,3, 95:1,2, 20:6, 89:16-18. Juichen. Enthousiast over de Heer zijn. Hoe
groot en geweldig Hij wel niet is. Welke geweldige dingen Hij wel niet heeft
gedaan. Ook aan jou persoonlijk. "mijn ziel maakt groot de
Here" Lucas 1:46 (3) Je liefde betuigen
Het meest gebruikte Griekse woord in
het Nieuwe Testament, dat in het Nederlands is vertaald met aanbidding, is het
woord proskuneia. Dit woord is samengesteld uit twee delen pros en kuneia. pros = in de richting van kuneia = kussen God aanbidden is een kus in de
richting van God geven. Psalm 18:2 "ik heb u hartelijk lief,
Here" Lucas 7:37-38 en :47. Wat deze vrouw deed was een daad van
aanbidding. Door de handeling van het zalven en wassen van de voeten van de
Here Jezus. Erkenning, verootmoediging, uiting van dankbaarheid en liefde. 15.5.3. Een offer kost je wat
Hebr. 13:15. "een bestendig lofoffer" Let op het woord bestendig. Bestendig
wil zeggen voortdurend. Ook als we beproefd worden. In zulke omstandigheden
wordt het nog meer een offer. "Ik wil de Here geen offers brengen, die mij
niets kosten" (2 Sam. 24:24) Handelingen 16:25 (:22-25) Paulus en Silas zaten in de
gevangenis. Hun voeten in het blok. Met een kapotte rug vanwege de geseling.
"Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gods
lof" 15.5.4. Zonder gehoorzaamheid zijn offers waardeloos
Dit geldt ook voor lofoffers. Jezus en God als Heer erkennen is
huichelarij als je dat niet in je dagelijks leven uitleeft. "Wat noemt gij
mij Here, Here en doet niet wat Ik zeg"
(Lucas 6:46). Maleachi 1:6-14 Eerbied blijkt niet in de eerste
plaats uit mooie woorden. Geef je de Heer wat Hem toekomt? Beledig Hem niet
door iets minderwaardigs te geven. Door Hem iets waardeloos, gebrekkigs te
geven. "dit volk eert Mij met de lippen,
maar hun hart is ver van Mij"
Matheus 15:8 De waarschuwing uit Amos 5:21-24 geldt
ook voor ons: "Ik haat, Ik veracht uw feesten
en kan uw samenkomsten niet luchten. Ja, als gij Mij brandoffers brengt, en uw
spijsoffers, heb ik daaraan geen welgevallen, en uw vredeoffer van mestkalveren
wil Ik niet aanzien. Doe van Mij weg het getier van uw liederen, het getokkel
van uw harpen wil Ik niet horen. Maar laat het recht als water golven en
gerechtigheid als een immer golvende beek" 15.5.5. Aanbidding en lofprijzing
zijn altijd rationeel - aanbidding is geen gevoelstrip
De mentalitieit van we gaan eens even
lekker "praisen" is gevaarlijk, Ik ben in samenkomsten geweest waar
in feite werd “getript”. Er werd een lied opgegeven en nog voor men begon te
zingen gingen velen reeds in de houding staan. Armen omhoog, zalige blik in de
ogen of de ogen in vervoering gesloten. Het deed me denken aan een popconcert,
het was een trip, een trip uit deze wereld. Het leek op een veranderde staat
van bewustzijn. Het gevoel is bij aanbidding
betrokken, maar in de kern is echte aanbidding altijd een rationele (een
logische) reaktie op het zien en beleven van wie God is. Een logische reaktie
op zijn daden en zijn Persoon. Als je ziet (als het tot je doordringt), wat
God voor je heeft gedaan, is het logisch dat je daar dankbaar en
enthousiast over bent. Iets van God dringt door en daar wordt
(meestal spontaan) op gereageerd. Paulus overdenkt Gods genade aan Hem
bewezen. Dit leidt tot een lofprijzing
(1 Tim. 1:12-17). Paulus overdenkt de wonderlijke wegen
die God met de mensen gaat en ook dit leidt weer tot een lofprijzing (Rom. 11:32-36). David overdenkt Gods uitreddingen en roept daarom spontaan uit;
"De Heere leeft" (Psalm 18:47
"de Here leeft"). Psalm 107:1,2,8,15,21,31. De Heer heeft dit gedaan, de Heer heeft
dat gedaan, met als reaktie daarop lofprijzing. Maria beleefde diep de vergeving van
haar zonden en als reaktie daarop, als uiting van haar liefde en erkenning
zalfde ze de voeten van de Here Jezus
(Lucas 7:47 (:36-47). Een broeder, die ik persoonlijk ken,
is als zendeling werkzaam in een land in Afrika. Hij vertelde van een
konferentie met leidinggevende broeders uit verschillende gemeenten. Er werd
een hele dag onderwijs gegeven. De grootheid van God en van zijn genade werd
uiteengezet. De Afrikaanse broeders reageerden daar met zulk een vreugde op
dat ze uiteindelijk op het eind van de dag in een spontane dans uitbraken. Dat
is weer een logische reaktie. Psalmen spreken over juichen voor de
Here. Maar dat is altijd met een bepaalde reden. Het gevaar is dat er wordt
opgeroepen; "laten we juichen voor de Heer", zonder dat er wordt
gezegd waarom. Dan verwordt het tot een techniek, een trip. Dan wordt het
juichen zelf een doel. Het moet wel echt zijn, het moet wel logisch, dat wil
zeggen met een reden, zijn, het moet niet opgeklopt worden. Echte aanbidding komt voor een groot
deel voort uit de dagelijkse wandel waarin we telkens weer de vergeving
beleven, waar we de trouw van God ondervinden, waarin we nieuwe dingen
ontdekken in het woord, enzovoorts. Als deze dingen, die horen bij de persoonlijke
wandel met God, ontbreken, zal er ook geen of weinig levende aanbidding zijn.
"Het zijn de gunstbewijzen des
Heren, dat wij niet omgekomen zijn, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw." (Klaagliederen
3:22,23) Moderne praiseliederen gaan vaak zeer
selectief te werk. Zo zijn er liederen gemaakt aan de hand van teksten uit de
Psalmen. Men neemt alleen de lofprijzingsteksten, maar dan losgemaakt uit het
logische verband. Anderen zijn zeer vaag, inhoudsloos of zelfs in strijd met de
bijbel. Dit is de dwaling van de zogenaamde
"aanrakingstheologie". Men zoekt een aanraking van God door het
praisen. Men wil God zo ervaren. Dat wordt dan onbewust of bewust het doel. Het
doel van aanbidding is echter niet dat wij een gevoelservaring beleven. Het is
God erkennen, het is God de lof geven, die Hem toekomt. Het is Hem onze dank
betalen. En dat doen we in geloof, met of zonder gevoelservaring. 15.5.6. Vrijheid en eerbied
In de aanbidding moet er ruimte zijn
voor een zekere spontaniteit, voor de mogelijkheid om je aanbidding op
verschillende wijzen uit te drukken. Bijvoorbeeld de vrouw uit Lucas 7, zij
deed dat op een originele wijze (Lucas 7:47). Is het echt? Wordt het aan anderen
opgelegd? Geeft het aanstoot aan medegelovigen? Je mag je aanbidding uiten zoals je
wilt. Favoriet is tegenwoordig handen opheffen. Kijk je echter in het Nieuwe
Testament, dan vind je dat het knielen veel meer op de voorgrond staat. Bij
aanbidding zelfs nederwerpen, neerbuigen. Aanbidden kan bestaan uit juichen,
maar het is altijd doortrokken van eerbied voor onze God, die een verterend
vuur is. "Laten wij daarom God danken met eerbied en ontzag, want onze God
is een verterend vuur" (Hebreeën 12:28,29). Aan de ene kant moet degene, die bidt
rekening houden met de gevoeligheden (wat is men gewend) van de medegelovigen.
Aan de andere kant moeten de anderen een stuk vrijheid geven. Op de grote konferentie van Operatie
Mobilisatie waarmee de zomerevangelisatieakties werden begonnen, werd het
opheffen van de handen afgewezen. Men wilde niet stimuleren tot een gevoelstrip
en men wilde de anderen, die hier niet aan gewend waren niet van streek maken. |