13. De rol van het geloof in het leven van de christen13.1. De noodzaak van het geloof(1) We worden door het geloof behouden
Efeze 2:8,9 "door het geloof" We worden op grond van genade (om
niet) en door middel van het geloof behouden. (2) Zonder geloof is het onmogelijk om God welgevallig te zijn
Hebreeën 11:6. (3) We moeten wandelen in geloofWe wandelen in geloof en niet in
aanschouwen. 2 Kor 5:7.
(4) U geschiedde naar uw geloofMattheus 8:13, 9:29, 13:58; Mattheus
17:19 ; Hebr. 3:19.
Ongeloof beperkt God. Het geloof is het kanaal, waardoor de
zegeningen van God tot ons komen. Het is de hand die het cadeau aanpakt. In
antwoord op ons geloof, komt God in aktie. God reageert dus op ons geloof. 13.2. Wat is geloof?(1) Geloven is voor waar houden, wat God zegt+ Johannes 17:17 "Uw woord is de waarheid" + Psalm 119:160 "Heel uw woord is de waarheid" Zoals God het zegt, zo is het. Het is zoals Gods woord zegt dat het
is. Bijvoorbeeld: Als de bijbel zegt, dat
Jezus is opgestaan, dan is dat zo. Als de bijbel zegt, dat wie in Christus is
een nieuwe schepping (2 Kor. 5;17), dan is dat zo. Of als de bijbel zegt (2
Tim. 1:7), dat we als christenen "een geest van kracht, liefde en
bezonnenheid hebben ontvangen", dan is dat zo. Geloven is op God vertrouwen dat Hij al zijn beloften zal vervullen.Er op rekenen dat Hij alles zal doen
wat Hij heeft aangekondigd. In de bijbel heeft God allerlei beloften,
toezeggingen gedaan. God zei: "Ik zal dit of dat voor je doen."
Geloven is op Gods beloften vertrouwen, erop rekenen dat Hij al zijn beloften
na zal komen. Je rekent erop dat God een "man" van zijn woord is, dat
hij betrouwbaar is. (Num 23:19) + "maar aan de belofte Gods’
heeft Hij niet getwijfeld door ongeloof"
(Romeinen 4:20.) + "daar zij Hem, die het beloofd
had, betrouwbaar achtte" (Hebr.
11:11.) + "dit vertrouwen heb ik op God,
dat het zo zal gaan als mij gezegd
is" (Handelingen 27:25.) Geloof is God betrouwbaar achten. Het
is God op zijn woord nemen. 13.3. Geloof in God is niet anders dan geloof in een mensNeem b.v. mij eigen aardse vader. Ik
geloof in mijn vader. Ik geloof in het woord van mijn aardse vader. Stel dat ik
morgen naar het ziekenhuis moet en ik heb vervoer nodig. Daarom bel ik mijn
vader en vraag of hij me morgen op een bepaalde tijd naar het ziekenhuis wil
brengen. Hij belooft dat en hij zegt toe dat hij me zal ophalen. Ik geloof in
mijn vader, dat wil zeggen, ik vertrouw erop (ik reken er op, ik ga er van uit)
dat hij zal doen wat hij beloofd heeft. Als ik het werkelijk geloof, blijkt dat
vervolgens uit mijn daden. Ik zal verder niet meer naar vervoer zoeken. (Ik ga
b.v. niet alsnog een taxi bestellen of een ander vragen.) En ik zal de volgende
ochtend op de afgesproken tijd klaar staan. Op dezelfde manier moeten wij er op
rekenen dat God een 'man' van Zijn woord is.
Geloven in mensen kunnen wij wel, met
geloven in God hebben we over het algemeen meer moeite. 14.4. Echt geloof gehoorzaamtAls je, iets werkelijk gelooft,
beinvloedt dat je gedrag. Zie de illustratie hierboven over het geloof in mijn
vaders’ belofte. Mijn geloof bleek hieruit dat ik niet verder naar ander
vervoer zocht en dat ik op het afgesproken tijdstip met verwachting klaar
stond. Uit je daden blijkt of je het werkelijk
gelooft of niet. Als iemand tegen je zegt: "Pas
op, niet aan die kachel zitten, want die is gloeiend heet", dan zal uit je
daden blijken of je die persoon gelooft. Als je het werkelijk gelooft, blijf je
van de kachel af. Als je het niet gelooft, let je niet op en zit je
waarschijnlijk toch aan de kachel. Het geloof zonder de werken is
dood. (Jakobus 2:1-26, speciaal :26) Je kunt wel beweren dat je in God en
in Jezus gelooft, maar het zijn je daden die bewijzen of je werkelijk in Hem
gelooft. Als je werkelijk in God gelooft, gaat dat je gedrag beinvloeden. Gehoorzaamheid en bijbels’ geloof
horen bij elkaar. "de gehoorzaamheid des
geloofs" Romeinen 1:5, 16:26. 12.5. Hoe kom je aan geloof/hoe kom
je aan een groter geloof?
(1) Geloof komt tot stand door het horen naar het woord van GodLuisteren naar Gods woord (naar Gods
beloften) verwekt geloof. (Romeinen 10:17) Ken de beloften van God. Laat ze in je
hart zinken. Leer ze uit het hoofd. (2) Geloof is iets dat groeit
Je vertrouwen in een persoon neemt
toe, naarmate je hebt ervaren, dat die persoon betrouwbaar is. Als je keer op
keer ontdekt, dat iemand zijn beloften houdt dan wordt het steeds makkelijker
om in die persoon te geloven, om die persoon te vertrouwen. Zo gaat het ook met
ons geloof in God. (3) Ga aan de slag met het geloof dat je hebt
Beproef God. Neem bijvoorbeeld de
beloften met betrekking tot het gebed. Doe wat er staat, dan zul je ook
ervaren, wat er staat. Neem Gods uitdaging aan; "beproeft Mij toch
daarmede" (Maleachi 3:10). In feite zegt God daar; "Doe wat Ik je zeg
en dan zul je ervaren, dat Ik zal zegenen." Hier in Maleachi ging het om
de tienden, maar dit principe geldt voor al Gods beloften. (4) Overdenk de trouw van God en de macht van God
(5) Overdenk vroegere uitreddingen, verhoorde gebeden, vroegere leidingEben-Haezer; "tot hiertoe heeft de Here geholpen" (1 Samuël 7:12.)
Hij is dezelfde nu. (Hebreeën 13:8.) (6) Lees goede levensbeschrijvingen over mensen, die in geloof hebben gewandeld.(7) Ga met christenen om die in geloof wandelen Dan zie je in hun leven dat God zijn
beloften gestand doet. Ik ben vaak gestimuleerd in mijn geloof, in mijn
verwachting van de Heer, door het geloof van anderen. Als christen hebben we
allemaal zulke ervaringen, maar hieronder geef ik enkele voorbeelden van hoe
het geloof van een ander mijn geloof heeft doen groeien. Het eerste gaat over
mijn broer. Hij moest verhuizen en hij bad God om een huurhuis met vijf
slaapkamers. Toen hij me dat vertelde dacht ik bij mezelf; "Dat kan toch
helemaal niet, zulke huizen zijn er niet in het bestand aan huurhuizen hier in
Middelburg." Wat bleek? Enige tijd later kreeg hij een huurhuis aangeboden
met de door hem aan de Heer gevraagde vijf slaapkamers. Op de eerste verdieping
waren drie slaapkamers en op de tweede verdieping was een grote zolder met
ramen. Op de zolderverdieping waren door de vorige bewoners op eigen kosten op
professionele wijze twee prachtige slaapkamers getimmerd. Allereerst heb ik
mij geschaamd voor mijn kleingeloof en vervolgens heb ik, gestimuleerd door het
voorbeeld van mijn broer, ook met vertrouwen en vrijmoedigheid (geloof) om een
huis met vijf slaapkamers gebeden en het daarna ook ontvangen. Ik heb een
lijst met 8 kenmerken gemaakt waaraan het huis zou moeten voldoen en zo heb ik
het ook exact gekregen (1). Zonder het voorbeeld
van mijn broer had ik waarschijnlijk dat geloof niet gehad. Nog een ervaring, die mijn geloof zeer
heeft versterkt. Ik heb vanwege gezondheidsredenen een half jaar in huis
gewoond bij een echtpaar op het eiland Texel. Zij werkten fulltime als
evangelisten op Texel. Ze hadden geen vast inkomen hadden. Ze vroegen nooit om
geld, sterker nog, ze spraken nooit met anderen over hun materiële noden. Ze
redeneerden als volgt: We geloven dat God ons in dit werk geleid heeft. Als God
werkelijk wil dat we dit werk op dit moment doen, zal Hij ook voorzien in wat
we nodig hebben door anderen op te wekken ons materieel te ondersteunen. In
deze situatie hadden ze, na leiding van God gezocht te hebben, een groot huis
in het centrum van Texel gekocht. Om de zoveel tijd moesten ze een afbetaling
doen. Nooit wisten ze van tevoren, waar het geld voor de volgende afbetaling
vandaan moest komen en toch konden ze altijd op tijd betalen. Dit heb ik pas achteraf
begrepen. Toen ik bij hen logeerde, wist ik dat eerst niet, totdat ik, terwijl
ik de tafel opruimde, door een openstaande deur het volgende gesprek hoorde. De
vrouw zei: "Volgende week is er vijfduizend gulden nodig voor de
aflossing. Het geld is er nog niet." De man antwoordde: "Vertrouw op
God. Waar is je geloof vrouw?" Waarna de man een konijnenhok met zijn
zoontje ging timmeren. Niets geen stress. Het geld is er, zoals al de vorige
keren, gekomen. Dit meemaken was meer waard dan 1000 preken over geloof.
"It's no vain thing to trust in the Lord" (Het is geen ijdel ding om
op de Heer te vertrouwen). (8) Blijf dicht bij GodHoud stille tijd. Bespreek alles met
de Heer. Keer je af van elke zonde, waar de Heer je bij bepaalt en als je
struikelt, belijdt dan die zonde en neem in geloof Gods vergeving aan. Stel je
onder de leiding van de Heer, wees beschikbaar. Dan zal de Geest van God in je
werken en het geloof in je verwekken en doen toenemen. "de Geest des geloofs" (2 Kor. 4:13.) 12.6. Versterk je geloofAls het er om gaat God voor een
bepaalde zaak te vertrouwen. + Kontroleer het in de bijbel.
Het staat er toch, die belofte waar jij op bouwt? + Als je op God vertrouwt kan het niet
misgaan.
Romeinen 10:11 “niet beschaamd” + Memoriseer de beloften.
Leer ze uit je hoofd. + Zoek nog meer beloften die van
toepassing op die kwestie zijn bij elkaar. 12.7. Twijfel, kleingeloof"Kleingelovige, waarom zijt gij
gaan twijfelen?" (Mattheus 14:31) Petrus keek de verkeerde richting op.
Hij keek niet meer naar de Heer, maar naar de golven. "Waarom hebben we het niet
gekund?" "Vanwege uw kleingeloof" ( Mattheus 17:19,20.) Sla alle twijfel met de ban. Reken er
mee af. Weerleg het met het woord van God. Als in de winter het ijs in de
grachten van Middelburg bevriest, moet het eerst door de politie gekeurd worden
voor erop geschaatst mag worden. Als het vriest komt op een zeker
moment het bericht komt dat het ijs is goedgekeurd. Mensen met groot geloof in
de betrouwbaarheid van de overheid, stappen daarna zonder aarzelen het ijs op
en lopen naar het midden. Mensen met een klein geloof in de betrouwbaarheid
van de overheidspersonen die het ijs gekeurd hebben zullen niet zomaar op het
ijs stappen. Voorzichtig zetten ze een voetje op het ijs, en stampen eens een
keertje. Als dat goed gaat zetten ze nog een voet op het ijs, maar ze blijven
dicht bij de kant. Als het ijs ook maar even kraakt, gaan ze gauw terug. Het
zijn kleingelovigen, maar geen ongelovigen. Als ze ongelovig waren geweest,
hadden ze het niet eens geprobeerd. Misschien waren ze zelfs zo
kleingelovig, dat ze het niet aandurfden, totdat ze zagen dat andere mensen
met meer geloof op het ijs stapten en er niet doorzakten. Dat gaf hun meer
geloof, waarop ze het toch aandurfden om het zelf ook te proberen. Doordat ze
het toch waagden, merkten ze dat ze niet door het ijs zakten, met als gevolg
dat hun geloof in het oordeel van de keurmeesters groeide. De volgende keer als
er weer ijs ligt en als ze horen dat het ijs goedgekeurd is, zullen ze met meer
vertrouwen handelen. 12.8. Het fundament van je geloofOns geloof is gericht op God en zijn
woorden. "hebt geloof in God" (Marcus
11:22) "dat zich op God richt" (1 Thes. 1:8) Ons geloof, ons vertrouwen, moet een
goede basis hebben. Waar is het op gericht, waar is het op gebaseerd? Als iemand een bepaald geloof, een
bepaald vertrouwen, zegt te hebben, kunnen we altijd vragen, waarop hij dat
geloof baseert. Echt geloof is in de eerste plaats
gebaseerd op de beloften van God. Op het woord van God. Op het geschreven
woord van God. Daarnaast kan God je door zijn Geest
ook een innerlijke zekerheid, geloof, geven voor een bepaalde zaak. Zo belooft
God nergens dat God iedere christen die ziek wordt ook zal genezen. Voor het
geloof dat God je altijd zal genezen als je ziek wordt, kun je dan ook geen
belofte vinden in het geschreven woord van God. Maar God kan je wel door zijn
Geest de zekerheid geven dat je in een bepaald geval zult genezen. "faith in the promises of God". + Abraham (Romeinen 4:17-21)
"hetgeen tot hem gezegd
was" + "Hij heeft gezegd ... daarom
kunnen wij met vertrouwen (met geloof)
zeggen" (Hebr. 13:5,6) 12.10. Er is terecht en onterecht geloofTerecht geloof heeft een deugdelijk
fundament, het is gebouwd op Gods woord, op Gods beloften. Onterecht geloof is
niet op Gods woord gebaseerd, het is misschien gebaseerd op gevoelens of
ingevingen of op wat dan ook, maar niet op Gods beloften. Het is daarom misplaatst geloof. Het heeft geen
deugdelijk fundament. Terecht geloof wordt nooit beschaamd. Rom. 10:11, "nooit". Als je bouwt op Gods Woord kan het
niet misgaan. Dat is onmogelijk. Misplaatst geloof echter zal
teleurstellen. Als je meent (als je gelooft) dat God iets zal doen, wat Hij
helemaal niet heeft toegezegd, zul je beschaamd uitkomen. Het komt er dus op aan, dat we ons
geloof bouwen op de beloften van God. Positief denken is een vorm van
misplaatst (ongefundeerd) geloof. Net als "selftalk" en
"visualiseren". De aanhangers van positief denken redeneren: Als je
maar sterk gelooft, dat het zal gebeuren, zal het ook gebeuren. Men vraag zich
helemaal niet af of God die bepaalde zaak wel heeft toegezegd door zijn Woord
en/of door zijn Geest. Men wil het graag, dus men 'gelooft' dat God het zal
doen. Enige tijd na mijn bekering werd er in
Middelburg een evangelisatiecampagne gehouden door de baptistengemeente in
samenwerking met de tentzending van het Morgenrood. In mijn onervarenheid met
geestelijke dingen heb ik met goede bedoeling geprobeerd om geloof te hebben
voor de campagne. Ik was getroffen door het bijbelwoord "al wat gij bidt
en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen en het zal geschieden"
(Marcus 11:24). Ik dacht dat deze tekst me het recht gaf om zelf uit te kiezen
wat ik wilde dat zou gaan gebeuren. Het enige wat ik had te doen was het aan de
Heer vragen en vervolgens geloven dat ik het reeds had ontvangen. Na enig
nadenken besloot ik om 10 bekeerlingen te vragen. Daar heb ik vervolgens om
gebeden en 'geloofd' dat ik het reeds had ontvangen. Met verwachting zag ik
uit naar wat God zou doen, maar tot mijn grote schok zijn er toen, bij mijn
weten, geen tien mensen tot geloof gekomen. Mijn geloof was misplaatst en ik
had mezelf tot "geloof" opgewekt. Mijn fout was dat ik dit
"geloofsgebed' gedaan had los van het geheel van het woord van God en
vooral los van de innerlijke leiding van Gods Geest. De Heer kan je best het
geloof geven om in een dergelijke situatie met zekerheid te bidden voor een
bepaald resultaat, maar dan is dat geloof gebaseerd op een innerlijke
overtuiging van Gods Geest. Een gedachte die God in het hart geeft en waar zijn
Geest bevestiging op geeft. In een gedenkboek van de Belgisch
Evangelische Zending staat het getuigenis van de leider van een evangelisatieteam.
Het team zou een jaar in een bepaalde stad blijven met het doel daar
gemeentestichtend werk te doen. De leider van het team bad veel voor het jaar
en op een nacht was de drang tot bidden weer zo groot dat hij uit bed ging en
de Heer dringend bad voor het werk. Toen heeft de Heer hem de belofte gegeven,
dat er dat jaar 20 mensen tot geloof zouden komen. De Heer liet dit in hem
opkomen en gaf er door zijn Geest getuigenis aan. Dat jaar zijn ook inderdaad
20 mensen tot geloof gekomen. We moeten altijd steun voor ons geloof
zoeken in het woord van God. Allereerst
in het geschreven woord van God. Dat woord kan God, als Hem dat behaagt,
aanvullen met een persoonlijke belofte. Wat die evangelisatiecampagne in
Middelburg betreft. Ik ga er even vanuit dat de mensen, die tot de campagne
hadden besloten dit gedaan hadden onder leiding van God (wat overigens niet
vanzelfsprekend is). Hiervoor had ik dus met een misplaatst, d.w.z
ongefundeerd geloof, gebeden. Toch zijn er vele andere beloften, waar we voor
zo'n campagne met geloof aanspraak op mogen maken. Bijvoorbeeld de verklaring
van God dat zijn, door zijn dienstknechten gesproken, woord niet ledig weer
zal keren. En ons gelovig bidden op grond van die beloften, zal niet beschaamd worden. 12.11. De beloften van GodGod heeft beloften in de bijbel
gegeven. God kan daarnaast beloften
rechtstreeks aan ons geven door zijn Geest. Een bepaalde gedachte met een
innerlijke overtuiging, een door God gewerkte zekerheid, etc. Dit funktioneert
op dezelfde wijze als de innerlijke leiding van God. (Zie de studie over "leiding.") Als we beloften in de bijbel tegenkomen, moeten we ons een aantal dingen afvragen. (1)
Zijn er voorwaarden?
Sommige beloften zijn
onvoorwaardelijk. God zegt: "Ik zal dit of dat voor je doen." Anderen
zijn voorwaardelijk. God zegt: "Als jij dit doet, zal ik dat voor jou
doen." Onvoorwaardelijk b.v. Jakobus 1:5. Voorwaardelijk b.v. Mattheus 6:33. (2)
Aan wie is deze belofte gedaan?
Voor wie geldt deze belofte? Vraag je dan af of jij bij die
bepaalde groep hoort? Zo ja, dan is die belofte ook voor jou. Beloften, die aan de Israëlieten zijn
gedaan mogen we niet zomaar op de christenen toepassen. Soms ligt het niet zo
duidelijk. God kan je als christen natuurlijk wel
persoonlijk door een in feite voor een Israëliet bestemde tekst aanspreken.
Maar dat is dan een kwestie van innerlijke leiding door de Geest. Gods Geest
past dan in feite een tekst, die strikt genomen niet voor jou bedoeld was, toch
op je toe. Een vriend van mij vertelde het volgende
verhaal. Een kennis van hem bad geregeld voor een ernstig zieke. Tijdens het
bidden kreeg hij het op het hart om persoonlijk vooren met die zieke man te
gaan bidden. Dat heeft hij gedaan, waarop de man direkt genas. Vervolgens ging
hij naar andere zieke mensen met de verwachting (met het geloof) dat God die
ook zou genezen, maar dat gebeurde niet. Hij had ook geen fundament voor die
verwachting. Er is immers geen belofte uit het woord van God, dat iedereen waar
we voor bidden zal genezen. In het eerste geval had hij speciale leiding en een
speciale belofte voor die ene persoon in die ene situatie. 12.12. Bidden in geloofBidden met de zekerheid dat God je zal
geven wat je vraagt. Wanneer kun je met zulk geloof bidden? Die zekerheid heb je als je bidt naar
Gods wil, als je bidt voor iets, waarvan je weet dat God het heeft toegezegd.
Je weet het op grond van Gods woord. Er is een belofte, die ook voor jou geldt,
je voldoet aan de eventuele voorwaarde. Je kunt het ook weten op grond van
innerlijke leiding van Gods Geest. Een gebed naar Gods wil wordt zeker
verhoord. (1 Johannes 5:14,15) Toch mag je evengoed voor allerlei
dingen bidden die God niet duidelijk in zijn woord heeft toegezegd. We mogen
onze wensen bij God bekend maken (Filip. 4:6), maar in dat geval weet je niet
zeker of God het gevraagde ook zal geven. Als je iets van God wilt vragen,
onderzoek dan, of God die zaak beloofd heeft. Zoek steun in het woord van God
voor je geloof. Want als dat het geval is, kun en moet je er met geloof (met
zekerheid) om bidden. Als God iets duidelijk heeft beloofd, heeft toegezegd,
dan moet je bidden met de verwachting (met het geloof) dat God het ook zal
doen. En dan moet je ook blijven bidden tot het beloofde is verkregen. "door geloof en geduld de beloften
verkrijgen" (Hebreen 6:12) "maar hij moet bidden in geloof" (Jakobus 1:6) "Ik geloof, kom mijn ongeloof te
hulp" (Marcus 9:24) 12.13. We wandelen in geloof en niet in aanschouwen2 Kor 5:7. Ons gevoel is bedriegelijk. Het gaat
vaak op en neer. We baseren ons geloof niet op ons gevoel maar op het woord van
God. We moeten niet op gevoel leven maar door het geloof in het woord van God. Gods woord is waar of ik het nu voel,
of ik het ervaar of niet. De bijbel zegt b.v.: "Als jij je
zonde belijdt, dan vergeeft God" (1 Johannes 1:9). Dat is waar, of je het
nu voelt of niet. Stel: Je belijdt een zonde. Dan weet je op grond van Gods
woord dat je zonde vergeven is. Misschien zijn er daarna toch nog schuldgevoelens.
Die gevoelens zijn leugens. Die gevoelens zijn immers in strijd met Gods
woord. Gods woord zegt dat je zonde vergeven is en je gevoel zegt dat dit niet
het geval is. Verwerp die gevoelens. Ga door geloof in de vergeving staan. Ga
in geloof op Gods woord staan. Dank God voor de vergeving. "Here God, ik
dank u dat uw Zoon ook voor deze zonde betaald heeft. Die schuldgevoelens zijn
leugens en ik verwerp ze." Het schild van het geloof
hanteren (Efeze 6:16.) Wat kies je? Ga je je gevoel geloven
of het woord van God? "Heer, ik weet dat U mij mijn
zonden hebt vergeven. Dank u wel daarvoor. Ik verwerp die gevoelens; het zijn
leugens van de satan. Uw woord is de waarheid." Nog een voorbeeld. Soms kan het tegen
zitten in ons leven. Denk b.v. aan wat Job beleefde (Job 1,2). Dan kan de
gedachte bij ons opkomen, dat God ons verlaten heeft. Deze gedachte kan uit ons
eigen hart opkomen, maar ook de boze kan dit soort suggesties geven. Die
gedachte kan met grote kracht komen, want de feiten, de omstandigheden lijken
het te bevestigen. Wat zegt Gods woord hierover? De
bijbel zegt ronduit dat het onmogelijk is dat God één van zijn kinderen verlaat
of vergeet. "Hij zal u geenszins, in geen enkel geval, verlaten"
(Hebr. 13:5, Zie ook Psalm 9:11). Dit zegt Gods woord er over. Het kan niet dat
God je verlaten heeft. De Schrift kan niet gebroken worden. Gods woord is de
waarheid (Joh. 17:17). Wat ga je dan doen? Je gevoel en je
ervaringen geloven, of geloven wat het woord van God zegt? Hanteer het schild
van het geloof. Efeze 6:16 “en neemt ... het schild des geloofs” Ben je ontmoedigd? Lijkt alles tegen
te zitten? Ga tegen de ontmoediging in. "Heer, ik dank U dat U nog steeds
dezelfde bent en dat uw beloften nog steeds dezelfde zijn". We moeten niet op ons gevoel leven. Gevoel op zich is niet verkeerd. De
Geest van God geeft gevoelens als blijdschap en vrede, maar ons gevoel wordt
ook door allerlei andere zaken, zoals onze gezondheid en de omstandigheden beďnvloed.
Zelfs de boze kan je bepaalde gevoelens opdringen. Daarom kunnen we op ons
gevoel niet bouwen. "zalig zij die niet zien en toch
geloven" (Joh. 20:29). Zalig zij, die niet voelen en toch
geloven. Openbaring 3:20. De zekerheid van je verlossing. Als
jij de deur opent, dan komt Jezus binnen. Heb je de deur geopend? Jezus
binnengenodigd? Ja? Waar is Jezus dan nu? Je weet dat Jezus is binnengekomen op grond van het woord van God.
"Indien iemand de deur opent, Ik
zal bij hem binnenkomen". Het is onmogelijk dat God liegt, het is
onmogelijk dat Jezus leigt. Jij hebt de deur geopend, dus is Jezus binnengekomen.
Daar moet je in geloof in gaan staan. "Dank u wel Heer, dat uw woord zegt,
dat U binnengekomen bent. En uw woord is de waarheid". Je zekerheid rust
op het woord van God en niet op je gevoel. Het is waar, of je het nu voelt of
niet. 12.14. Ergens door geloof in gaan staanIn de bijbel vinden we onder meer
feiten en beloften. De feiten zijn de dingen die God in de
bijbel meedeelt. Die feiten moeten we voor waar houden. Feiten als b.v.
"Jezus is opgestaan", "Wie gelooft heeft eeuwig leven". Zoals God het zegt, zo is het. Wat de beloften betreft, daar moeten
we God in geloof om vragen en er op rekenen, dat God die zal vervullen.
"Een ieder die bidt ontvangt" (Matth. 7:7) is zo'n belofte. Het is
iets dat God toezegt om voor je te doen. Wat de feiten betreft, die moeten we
voor waar houden en daar in geloof op gaan staan. Gods woord zegt b.v. dat je
een tempel van de Heilige Geest bent (1 Kor. 3:16). Je hoeft dus niet om de
Heilige Geest te vragen, want volgens Gods woord woont de Geest al in iedere
christen. n. In geval van feiten moet je niet vragen, je moet er in geloof in
gaan staan. Je geloof kan je uiten door ervoor te danken. "saying thank you, in stead of
please". Een belofte is iets wat God nog zal
doen. Een feit is iets wat al is gebeurd. In Romeinen 8:38,39 staat dat niets je
kan scheiden van de liefde van God. Dat is een feit, “a God-declared fact”. Het
is geen belofte, Het is een konstatering van een feit. Zo is het simpelweg. Met deze tekst uit Romeinen 8 heb ik na mijn bekering de
bozegeesten weerstan na mijn bekering heb weerstaan (Jak. 4:7). Voor mijn
bekering werd ik lastig gevallen door boze geesten. Na mijn bekering probeerden
ze me af en toe nog te intimideren door me b.v. angstgevoelens op te dringen.
Maar dan nam ik deze tekst en bood ik op grond daarvan weerstand. "Heer,
ik weet dat al die angstgevoelens leugens zijn en ik verwerp ze. Dank u wel dat
ik veilig ben en dat niets me van uw liefde kan scheiden". Als ik dan zo
weerstand bood en door geloof op dit in de bijbel vermelde feit bleef staan, dan verdwenen de aanvallen na enige tijd, todat
ze uiteindelijk helemaal stopten. We moeten niet bidden om dingen
waarvan de bijbel zegt dat het feiten zijn. Daar moeten we in het geloof in
gaan staan. 2 Timotheus 1:7. "Want God heeft ons niet gegeven
een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van
bezonnenheid." Is hier sprake van een feit of een belofte? Het is een
feit. Die geest hebben we ontvangen.
De Heilige Geest in ons is een Geest van kracht, van liefde en van
bezonnenheid. Daar moeten we in gaan staan. Verwerp die geest van lafharigheid,
die geest van vreesachtigheid en dank de Heer voor het feit dat je een geest
van kracht, van liefde en bezonnenheid hebt ontvangen. Er niet om bidden, maar
er door het geloof in gaan staan. "Dank u wel dat U mij een Geest van
kracht, liefde en bezonnenheid hebt
gegeven. Ik verwerp die geest van vrees". We moeten dit onderscheid tussen feit
en belofte niet al te krampachtig toepassen. Je mag ook bidden als het om een
feit gaat "Heer wilt u dit woord, dit feit, aan mij bevestigen".
"Laat mij dit feit beleven". 12.15. Geloof hebben voor een ander"toen Jezus hun geloof
zag"
(Mattheus 9:2) Het ging om de nood van die ene man,
maar Jezus zag hun geloof. En daar reageerde Hij op. 12.16. Dingen met God wagen in het geloofTwee voorbeelden: Abraham (Hebr. 11:8). Noach
(Hebr. 11:7). Zie Hebreen Ingaan op Gods leiding, zoals Noach en
Abraham deden. Dingen ondernemen op een woord van de Heer. Het onmogelijke
doen, zoals Petrus die over water liep (Mattheus 14:28-33). Petrus stapte uit
de boot. Maar hij deed dat pas, nadat hij het "kom" van de Heer had
gehoord. Hij deed dit onder leiding van de Heer. Al onze stappen moeten het antwoord
zijn op van God gegeven leiding. Maar als we die leiding hebben (de duidelijke
richtlijnen uit Gods woord, de innerlijke leiding van Gods Geest, Gods sturende
hand in de omstandigheden, eventueel een bevestiging) dan moeten we het in
geloof wagen met de Heer. “When we step out in faith,
grace will start operating.” Als wij in geloof een stap nemen, zal de genade gaan werken. Niet
eerder. 12.17. Overwinnen door het geloof"en dit is de overwinning, die de
wereld overwonnen heeft; ons geloof"
(1 Johannes 5:4.) Rekenend op uw beloften ben ik
overwinnaar te allen tijd. Faith is the victory (Geloof is de
overwinning). Geloof is de sleutel voor een
overwinnend christenleven. "Alle dingen zijn mogelijk voor
wie gelooft" (Marcus 9:23) Als je in de wil van God bent. God is gespecialiseerd in het
onmogelijke. 12.18. Tegen alles in gelovenHet voorbeeld van Abraham. Romeinen 4:16-21 “tegen hoop op hoop” Alle geloof wordt beproefd. "Dat kan nou wel allemaal zo
zijn, maar toch zal er gebeuren wat er staat." De tijd is voorbijgegaan,
Sara's moederschoot is verstorven, maar toch zal er een zoon geboren worden,
want geen woord dat van God komt zal krachteloos zijn (Lucas 1:37).
Het "nochtans" van het
geloof. "Al zou…, al zou…, al
waren…nochtans zal ik juichen" (Habakuk 3:17-19). Juichen in wie? In de
God van mijn heil, de God van mijn uitredding. Al komen al die rampen over me.
God blijft God. Hij blijft de God van mijn heil, de God van mijn uitredding en
zo zal Hij zich ook nu weer aan mij betonen. 12.19. Het bevel des geloofs - the command of faith
Mattheus 21:18-22. Marcus 11:12-14 en 20-24. Mattheus 17:19-21. 1 Kor. 13:2. (1) Spreken tot de berg
"Zelfs indien gij tot deze berg
zegt: Hef u op en werp u in de zee, het zal geschieden" (Matth. 21:21). Jezus had tegen een vijgeboom gezegd
"nooit groeie er aan u enige vrucht meer." En terstond verdorde de
vijgeboom. Jezus zei tegen zijn discipelen "Als jullie geloof hebben,
kunnen jullie hetzelfde doen." (2)
Het voorbeeld van Jezus
- "ga uit" (Marcus 1:25 ; 5:8 ; 19-21). - "nooit groeie" (Matth. 21:19 ; Marcus 11:14). - "zwijg, wees stil" (Marcus 4:39). - "Wees genezen" (Marcus
5:34 ).
(echter nadat de genezing plaatsvond) Jezus deed dit onder leiding van de
Vader, onder leiding van de Heilige Geest. Jezus deed niets uit zichzelf (Johannes 5:19). Er staat dat Jezus de boze geesten
uitdreef door zijn woord en door de Geest. De Geest bekrachtigde het woord, het
bevel, dat Hij sprak (Matth. 8:16 en
12:28). (3)
Ook de discipelen spraken soms dit bevel des geloofs
Hand. 16:18. "Paulus… wendde zich tot de geest
en zeide: Ik gelast u in de naam van Jezus .. uit te gaan. Hand. 3:6,7 "In de naam van Jezus de
Nazoreeër: Wandel" (4) God kan ook ons leiden om dit te
doen
Een bevel uitspreken dat Gods Geest
bekrachtigt, zodat gebeurt wat je beveelt. Je kunt dit alleen doen onder leiding
en in de kracht van God, in geloof en in de naam van Jezus. Als je daaraan
voldoet, zal God het bevel dat je uitspreekt bekrachtigen (door te bewerken
wat je beveelt). Dit kan dus alleen: + In geloof Als je het geloof hebt, dat God zal
bekrachtigen wat je beveelt. + Onder leiding van Gods Geest Als de Geest van God je innerlijk
aanspoort, vrijmoedigheid geeft om dit te doen. Geloof komt door inzicht in Gods wil.
Als je weet op grond van de leiding van Gods Geest en van Gods woord dat God
iets wil, kun je met recht geloven, dat Hij het ook zal doen als jij het bevel
des geloofs uitspreekt. Bijvoorbeeld als iemand die tot geloof
is gekomen nog steeds verdrukt wordt door een boze geest, dan weet je op grond
van Gods woord dat de boze moet wijken en zal wijken. Dan kun je met geloof het
bevel des geloofs geven. Natuurlijk moet ook (vaak eerst) de reden voor de
gebondenheid worden opgespoord, beleden en verbroken. Dat verbreken is in feite
ook weer een command of faith. Iets wat met het gezag van Jezus naam wordt
gedaan. (5)
In de naam van Jezus
Er is gezag in de naam van Jezus. Als gelovigen mogen wij onder leiding
van Gods Geest gezag uitoefenen (bevelen) in de naam van Jezus. En als we dat
doen in geloof, zal God de naam van zijn Zoon eren en bekrachtigen, wat we
bevelen. (6)
Bidden of bevelen?
Het bevel des geloofs is niet gericht
tot de Here maar tot b.v. de boze geest. Het is geen gebed, het is een bevel.
Toch gaan de gedeelten, waar de Here Jezus onderwijs geeft over het bevel des
geloofs wel over het gebed (Mattheus 21:22; Marcus 9:24-29). Het bevelen kan
alleen vanuit het gebedsleven. Eerst wordt er om bevrijding gebeden en het
bidden gaat, onder leiding van de Geest, soms over in bevelen. "de Geest des Heren greep hem
aan" (Richt. 14:6,19) ------------------------------- Eindnoten (1) Natuurlijk geeft God ons alleen de
dingen die naar zijn wil zijn. In dit geval had ik zo'n huis
ook nodig. De andere studies over de praktijk van het christenleven |