7. De gevolgen van de zonde7.1. De directe gevolgen voor Adam en Eva
- Hun ogen werden geopend, ze
bemerkten dat ze naakt waren (1).
(Gen. 3:7) - Ze verborgen zich voor God (Gen.
3:8) God roept hen ter verantwoording en
spreekt een oordeel uit over de slang, de vrouw en de man: De slang wordt vervloekt en moet op
zijn buik gaan en stof eten (Gen. 3:14,15) en uiteindelijk zal het zaad van de
vrouw hem de kop vermorzelen. De straf voor de vrouw is ten eerste dat de
zwangerschap en het baren met (meer) smart gepaard zal gaan en ten tweede dat
haar begeerte naar haar man zal uitgaan en dat hij over haar zal heersen (2) (Gen. 3:16). De straf voor de mens, de man, is dat
de aardbodem vervloekt wordt zodat het bestaan (het verkrijgen van voedsel) een
moeizaam gevecht wordt met een onwillige natuur (Gen. 3:17-19). Ten slotte worden Adam en Eva de hof
van Eden uit gezet. (Gen. 3:22-24) 7.2. De algemene gevolgen van de zonde - een
overzicht
7.2.1. De dood"het loon dat de zonde geeft is
de dood" (Rom. 6:23) "want ten dage dat gij daarvan
eet zult gij zeker sterven" (Gen. 2:17) "en hij stierf" (Gen. 5:5) Op het moment dat Adam en Eva
zondigden begon hun lichaam af te takelen. De vergankelijkheid kreeg greep op
hen en op de gehele natuur (Rom. 8:20-22). Ziekte is het voorstadium van de
dood. Voor verdere uitleg over de dood: zie
punt 11 hieronder. 7.2.2. SchuldZonde brengt schuld. "strafwaardig voor God"
(Rom. 3:19) "schuldig aan alle geboden"
(Jakobus 2:10) "geenszins voor onschuldig"
(Exodus 34:7) 7.2.3. De toorn Gods"toorn van God openbaart zich
over alle ..." (Rom. 1:18) Zonde wekt de toorn van God op. God is boos en verontwaardigd over de
zonde. Als mensen worden wij vaak onterecht toornig, kwaad, maar de
bijbel laat zien dat er ook situaties zijn waarin God, en ook wij, terecht boos
en verontwaardigd zijn. God is boos over alle ondankbaarheid, liefdeloosheid,
gemeenheid, etc van de mensen. Telkens weer lezen we in de bijbel dat
de toorn van God ontbrandde over de zonden: Numeri 11:10,33 ; 12:9 ; 25:3,4 ;
32:10,13,14 / Deuteronomium 7:4 ; 11:17 ; 29:27 / Jozua 7:1 ; 23:16 / Richteren
2:14,20 ; 3:8 / Enzovoorts. Efeze 5:6 "om zulke dingen komt
de toorn Gods" Kol. 3:6 "om welke dingen de
toorn Gods komt" De mens die niet in Christus gelooft
is "onder de toorn Gods" (Johannes 3:36). 7.2.4. Het oordeel, strafZonde brengt oordeel en straf Hebr. 9:27 Openbaring 20:11-15 "Vreselijk is het te vallen in de
handen van de levende God" Hebr. 10:31 (:29-31) Zo af en toe, als de mensen collectief
te ver gaan, grijpt God nu al in. Denk b.v. aan Sodom en Gomorra (Gen. 13:13;
18:20; 19:4,13). 7.2.5. Een verstoorde relatie met God- De zonde staat tussen God en de mens
in (Jesaja 59:2). - Vervreemd van het leven Gods (Efeze
4:18, Kol 1:21).
God is een vreemde, een onbekende, geworden. - Er is vijandschap (Kol. 1:21).
"blijkens de boze daden" - Bang voor God (Gen. 3:8).
De mens verbergt zich, loopt weg van God. - Hij verdringt de kennis van God
(Rom. 1:18).
De mensen duwen het weg. - Er is niemand die God ernstig zoekt
(Rom. 3:11). God gaat er zelf achteraan (Gen.
3:8,9). De mens loopt weg, maar God zoekt hem op, roept hem terug, roept op tot
bekering. 7.2.6. Verstoorde relaties tussen de mensen onderlingDe schuld afschuiven - Gen. 3:12,13 Schaamte voor elkaar - Gen. 3:7 Kain slaat Abel dood - Gen. 4:8 Je hebt mini- en maxi oorlogen. Ruzie is in feite een minioorlog 7.2.7. Een vloek op de natuurGenesis 3:17,18 Romeinen 8:20-22 "de hele schepping zucht onder de
vergankelijkheid" Vandaar ook de wreedheid in de natuur,
de natuurrampen en het zwoegen om een bestaan te hebben
in deze wereld, het zwoegen voor het dagelijks brood. 7.2.8. Een zondige menselijke natuur, verslaafd aan de zondeOp het moment dat Adam en Eva
zondigden knapte er iets in de menselijk natuur. De menselijke natuur werd
zondig. Dit is hierboven uitgebreid besproken onder punt 5. "Door de overtreding van een ...
velen zondaars" (Rom. 5:19) "Slaaf van de zonde" (Rom.
6:6 en Joh. 8:34) Onmacht tot het goede (Romeinen
7:14,15,18,19,21,23)
------------------------------------------------------------------------ Eindnoten (1) Ze voelden zich
niet meer op hun gemak met naaktheid. Dit was het gevolg van hun verstoorde
relatie met God en het gevolg van een nieuw besef van zondig zijn, ze kenden nu
uit ervaring wat goed en vooral wat kwaad was. Door de zonde wordt het bestaan
gevaarlijk. Het hart is immers geneigd tot alle kwaad, zowel dat van jezelf als
dat van de anderen. Dat maakt je kwetsbaar en heeft tot gevolg dat je jezelf
gaat beschermen. (2) Er gaat iets mis
in de relatie tussen man en vrouw. De vrouw wordt te afhankelijk van de man,
zij zal zich aan de man vast gaan klemmen. En de man zal over haar heersen.
Volgens de bijbel is de man wel het hoofd van het gezin en moet hij leiding
geven (en de vrouw moet zijn leiding aksepteren). Maar hij moet leiding geven
in liefde, d.w.z. het belang van zijn vrouw boven zijn eigen belang stellen, en
zich waar nodig voor het welzijn van zijn vrouw opofferen. Dat is heel wat
anders dan heersen. Dus door de zonde worden twee op zich goede dingen verdraaid.
Want het feit dat een vrouw naar haar man verlangt is goed en natuurlijk en het
feit dat de man leiding geeft is ook door God bedoeld. (Efeze 5:22-33) Naar de startpagina van de onderwijssite Link naar de serie bijbelstudies over de zonde |