1.
Wie is Jezus? 1.1. Hij is de Messias, de Christus Hij is de door God beloofde verlosser. Direkt na de zondeval beloofde God dat er een mens (het zaad van de
vrouw) zou komen die de Satan en zijn zaad zou vernietigen, de kop
verpletteren. (Genesis 3:15) Door zijn profeten heeft God in het Oude Testament steeds meer
informatie over de komende verlosser gegeven. Hij zou een zoon van David zijn,
hij zou worden geboren in Bethlehem, etc. Het Oude Testament geeft een gedetailleerd
portret van de komende verlosser. Deze komende verlosser werd door de Joden de Messias of de Christus
genoemd (Matth 1:1, 2:4; 16:16). Het betekent letterlijk gezalfde. De zalving van de Here Jezus (Hand. 4:27; 10:28; Lucas 4:18,19) “gezalfd met de Heilige Geest” Jezus is de door God beloofde verlosser. "de redder der wereld" (Johannes 4:42) Hij is gekomen om te redden van de zonden. (Matth. 1:21) Hij redt van de schuld van de zonden, maar ook van de andere gevolgen
van de zonde. De basis voor de verlossing heeft de Here Jezus gelegd door zijn dood
en opstanding. De voltooiing van de verlossing komt bij aanstaande terugkeer
(wederkomst) van het lichaam. - we zijn verlost (Kol. 1:14) - we verwachten de verlossing (Filp. 3:20,21; Rom. 8:23) 1.2. Hij is de Zoon van God De Here Jezus is de zoon van God. (Matth. 16:16; Johannes 1:34; 5:24; 11:27; 20:31) Hij is de tweede persoon van de drie-enige God. Er is één God die bestaat in drie personen. "deze drie zijn een" (1 Joh. 5:7) "de Vader, de Zoon en de Heilige Geest" (Matth. 28:19) "En God zeide, laat ons mensen maken" (Gen. 1.26) Het bewijs voor de godheid van Christus: - Hij wordt God genoemd (Johannes 1:1, Jesaja 9:5) - Hij ontvangt en aksepteert aanbidding (Matth. 28:9,17 en Matth. 4:10) - Hij staat op hetzelfde niveau als de Vader, Hij ontvangt dezelfde eer
en erkenning
(Matth. 28:19) - Hij draagt dezelfde namen als de Here God. Het begin en het einde, de
eerste en de laatste. Er kan er maar één de eerste zijn. (Jesaja 44:6 vergelijk met
Openbaring 1:17, 2:8, 22:13) Teksten die hier mee in strijd lijken te zijn hebben te maken met zijn
ontlediging en met de relaties tussen de drie personen binnen de drie-eenheid. 1.3. Hij is het vleesgeworden woord Johannes 1:1,14. Jezus is waarlijk God en waarlijk mens. Hij is honderd procent God en tegelijkertijd ook honderd procent mens.
De Here Jezus heeft twee naturen verenigd in een persoon. Hij was God van eeuwigheid, maar op een bepaald moment is Hij daarnaast
ook mens geworden. God de zoon daalde neer uit de hemel en nam de menselijke
natuur aan. Vanaf dat moment kreeg hij ook de naam Jezus (Matth. 1:21). Verwekt door de Heilige Geest (Matth. 1:20) De verwekking van de Here Jezus was uniek. Een neerdalen in de moederschoot van Maria. “nedergedaald” (Johannes 6:38, 41,42) 1.4. Hij is de Heer Filp. 2:11. Romeinen 10:9. In het Grieks staat het woord Kurios. Het betekent de hoogste
autoriteit. De joden vertaalde de Hebreeuwse naam Jaweh, dat is God eigen naam,
door het woord Kurios. Kurios is een titel van God zelf. Met het Griekse woord Kurios werd de eigenaam Jaweh vertaald. In de Oosterse koninkrijken werd voor het eerst de koning vergoddelijkt.
Bv de koning van Egypte werd door zijn onderdanen vereerd als God. In
navolging gingen de romeinen hun keizer ook vereren
als God. Ze noemden hem de Kurios. In die situatie verschenen de christenen en die beleden dat niet de
keizer maar Jezus de Korios, de Heer, de hoogste machthebber, is. Als wij Jezus als Heer erkennen moeten we Hem ook gehoorzamen. (Lucas
6:46) Meer bijbelstudies over Jezus HOME |