10. Het spreken in tongen

 

10.1.  Het is een geestegave

 

Het staat in de lijst.

"allerlei tongen" (1 Kor. 12:10)

 

10.2.  Het gaat om een echte taal

 

Handelingen 2:4 en :6-8.

"in hun eigen taal"

 

Het kan daarom ook vertaald worden (1 Kor. 14:13).

 

10.3.  Het spreken in tongen is het vermogen om, door de Geest, in een             andere taal te spreken.

 

Het gaat om een taal (een tong) die je nooit geleerd hebt.

(Handelingen 2:7,8).

 

10.4.  De gave van het vertolken, het vertalen, van tongen

 

1 Kor.12.10

"en weer een ander vertolking van tongen"

 

Naast de gave van het spreken in tongen is er ook de gave van het vertolken (het vertalen) van tongen. Iemand spreekt in tongen en een ander met de gave van het vertolken van tongen vertaalt het vervolgens.

 

"dan moet hij bidden dat hij het mag uitleggen" (1 Kor. 14:13)

"is er geen uitlegger" (1 Kor. 14:28)

In plaats van vertalen (vertolken) wordt ook gesproken over uitleggen.

 

Als tongen wordt vertaald dan staat het gelijk aan profetie (1 Kor. 14:5 "tenzij").

 

10.5.  Niet iedereen krijgt deze gave

 

Hierboven, in 8.6, is reeds besproken dan niet iedere christen dezelfde geestesgave krijgt. Dit betekent dus ook dat niet iedere christen de geestega­ve van het spreken in tongen krijgt of kan krijgen. Het is de Heilige Geest die bepaalt of dit al of niet gebeurt (1 Kor.12­:11). Omdat over dit punt zoveel verwarring bestaat zal ik hieronder opnieuw uitgebreid op deze kwestie ingaan[1].

 

Niet iedereen krijgt de gave van het spreken in tongen want:

 

 

10.5.1.  De een krijgt dit en de ander dat.

 

In 1 Kor. 12:4-10 wordt duidelijk gezegd dat de ene christen een bepaalde gave krijgt en een andere christen weer een andere gave. Zie speciaal de verzen 8-10. De een krijgt "dit" en de ander weer "dat". Dit geldt ook voor de gave van het spreken in tongen (zie :10). De ene christen krijgt die gave en een andere christen weer een andere gave.

 

10.5.2.  In strijd met het beeld van het lichaam

 

De lering dat iedere christen in tongen zou kunnen spreken, zoals velen uit de charismatische- en de pinksterbeweging leren, is in strijd met het beeld van de gemeente als het lichaam van Chris­tus. In 1 Kor. 12 vergelijkt Paulus de gemeente met het menselijk lichaam. De gemeente van Christus is een geestelijk lichaam met Christus als het hoofd en de christenen als ledematen (1 Kor. 12:27). Bij onze beke­ring worden we in de Geest in (tot) het lichaam van Christus gedoopt (1 Kor. 12:13[2]). Zo worden we ingelijfd in de gemeente. Het lichaam be­staat uit vele ledematen die verschil­lende functies of werkingen hebben. Bijvoorbeeld:

- Het oog heeft de functie van zien.

- Het been heeft de functie van lopen en staan.

- De hand heeft de functie van grijpen, vasthouden.

De verschillende functies vullen elkaar aan. Als het gehele lichaam uit "oog" zou bestaan dan zou het niet kunnen lopen.

Het lichaam van Christus bestaat ook uit vele ledematen (christe­nen) die op grond van hun verschillende geestesgaven ook ver­schillende functies hebben. De geestesgave die je hebt bepaalt je plaats en functie in het lichaam van Christus. Net zoals de ledematen van een gewoon lichaam niet allen dezelfde functie hebben, zo hebben ook de ledematen van het lichaam van Christus niet allen dezelfde functie (geestesgaven).

Het was juist de fout van de gelovigen uit de gemeente van Korin­the dat ze allemaal dezelfde geestesgaven (o.a. het spreken in tongen) wilden hebben. Paulus zegt daarover: "dat zou een mooi lichaam worden als elk lid de functie van b.v. oog zou hebben. Zo kan een lichaam niet bestaan" Geestelijk gezien is het net zo dwaas als iedereen dezelfde gave, b.v. het spreken in tongen, zou willen uitoefenen.

 

"Als het lichaam geheel en al oog was waar bleef het gehoor? Als het geheel en al gehoor was waar bleef de reuk. Nu heeft God echter de leden, elk in het bijzonder, hun plaats in het lichaam

aangewezen, zoals Hij heeft gewild." (1 Kor. 12:17,18)

 

10.5.3.  Spreken soms allen in tongen? Nee, natuurlijk niet.

 

Vanuit het beeld van het lichaam heeft Paulus in 1 Kor 12:4-27 uitgelegd dat niet iedere christen dezelfde geestesgave krijgt.

H­ij heeft uitgelegd dat God in de gemeente aller­lei mensen aangesteld heeft met verschillende geestesgaven die elkaar aanvullen. In de verzen 28-30 geeft Paulus tenslotte nog een samenvattende conclusie. In vers 28 zegt hij nogmaals dat God in de gemeente allerlei mensen met verschillende geestesgaven heeft aangesteld[3]. En dan stelt hij in verzen 29 en 30 de volgende zeven vragen[4]: "Zijn soms allen apostelen? Allen profe­ten? Allen le­raars? Allen krachten? Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen?" Het zijn zogenaamde retorische vragen, dat zijn vragen waarvan het ant­woord aan ieder vooraf al duidelijk is. Zijn soms allen aposte­len? Nee, natuur­lijk niet want dat is in strijd met het beeld van het lichaam. Zijn soms allen profeten? Nee, natuur­lijk niet want dan zou de gemeente lijken op een lichaam dat alleen uit oog bestaat. Zijn soms allen leraar? Nee, natuurlijk niet. Spreken soms allen in tongen? Nee, natuurlijk niet.

 

Kan het nog duidelijker gezegd worden? En toch beweren heel veel christenen tegenwoordig dat iedereen die wil in tongen kan spreken. Hoe trachtten ze dit dan te bewijzen uit de Schrift?

 

10.6.  Tegenwerpingen

 

De klassieke methode is te wijzen op de Pinksterdag. In Handelin­gen 2:1-5 wordt de komst van de Geest beschreven. De gehele groep van de discipelen werd vervuld met de Geest en allen spraken in tongen. Zie je wel, zeggen de pinksterchristenen. Als je vervuld wordt met de Geest ga je altijd in tongen spreken. Maar dat staat er helemaal niet. Er staat dat een aantal mensen vervuld werden met de Geest en dat ze daarbij in tongen spraken. Dat is alles.

De fout in de redenering is dat je niet kan stellen dat, als God iets een of enkele malen op een bepaalde wijze doet, Hij dit altijd zo moet blijven doen. Door deze fout te maken leest men er meer in dan er staat. De bijbel stelt nergens dat het altijd zo moet gaan zoals het gegaan is met de joden op de Pinksterdag, of zoals het gegaan is bij de halfjoden in Samaria, of zoals het gegaan is met de heide­nen in het huis van Cornelius. Dit waren bijzondere gebeurtenis­sen waarin de overgang van "Israël onder het oude verbond" naar "de gemeente onder het nieuwe verbond" beschreven wordt[5].

 

Het is trouwens goed te begrijpen waarom God toen in tongen liet spreken. Het tongen spreken is een teken voor de ongelovige joden (1 Kor. 14:20-22, Jesaja 28:11-12). Zo werkte het ook op de pink­sterdag. Het was heel zinvol in die situatie. Er waren immers joden uit allerlei landen aanwezig die door het wonder van het spreken in tongen (het wonder van het spreken in andere talen) het evangelie in hun eigen taal hoorden. Daardoor beseften ze dat er iets bovennatuurlijks aan de hand was. Dat er een wonder, een teken, plaats had. Er staat dat ze buiten zichzelf van verwonde­ring waren (Hand. 2:7) vanwege dit wonder. Bedenk dat dit joden waren die vlak daarvoor nog de Here Jezus verworpen hadden. In die zin waren ze ongelo­vig.

Bij andere gelegenheden functioneerde het spreken in tongen als een teken voor sceptische joodse christenen die eigen­lijk nauwe­lijks konden geloven en aanvaarden dat God de halfjoden (de Samarita­nen) en de niet-joden (de heidenen) zomaar als medege­lovi­ge had aanvaard, zonder hen te verplichten eerst jood te worden door zich te laten besnijden en als jood te gaan leven[6]. God herhaalde daarom in deze gevallen in grote lijn het pinksterge­beu­ren. Zodat niemand van de joodse christenen het kon wagen om deze gelovigen, met een heidense of samaritaanse achtergrond, niet als volwaardige medeleden van Christus te aanvaar­den. "Zou iemand het water kunnen weren, om deze te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvangen?" (Hand. 10:44-47), "net als in het begin bij ons" (Hand. 11:15).

 

Hierboven, in punt 10.5., is uitgebreid op grond van 1 Kor 12 aangetoond dat niet iedere christen in tongen kan spreken. Dan kan men niet op grond van een beschrijving van een historische gebeurtenis, waarin men meer leest dan er staat, dit heldere onderwijs van tafel vegen. Op allerlei manieren heeft men ge­tracht om het heldere onder­wijs van 1 Kor. 12:30 onderuit te halen[7].

 

 

 

10.7.  Drie teksten die men laat buikspreken

 

- Efeze 6:18

"bidt ... in de Geest"

 

- Romeinen 8:26

"maar de Geest zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke verzuch­tingen"

 

- Judas :20

"Door te bidden in de Heilige Geest."

 

Men stelt dan dat het in deze teksten om spreken, om bidden in tongen, gaat.

 

In 1 Kor 14:14,15 is sprake van bidden MET mijn Geest. Hier worden het bidden met het verstand en het bidden met de geest los van elkaar gekoppeld. Het normale gebed gebeurt met de geest en met het verstand. Als er in tongen wordt gebeden valt het ver­stand weg. Degene die in tongen bidt weet immers niet wat hij bidt. Let wel dat in deze tekst staat "mijn geest." Het gaat hier niet om de Heilige Geest maar om de eigen menselijke geest[8].

 

In de drie hierboven genoemde teksten gaat het niet over dit soort bidden. Het gaat dus niet over het bidden MET (alleen) mijn eigen geest. Het gaat daar over het bidden IN de Heilige Geest. In de Heilige Geest bidden houdt in dat ons bidden geïnspireerd en geleid wordt door de Heilige Geest. Dit heeft niets met spreken in tongen te maken. Als je vervuld bent met Gods Geest zal de Geest je leiden in je gebeden, Hij zal je b.v. een gebeds­last voor iets of iemand op het hart leggen, de drang om ergens dringend voor te bidden[9].

 

10.8.  De verschillende bronnen van het spreken in tongen

 

10.8.1.  Er zijn drie bronnen mogeljk:

 

(1) De Heilige Geest

Dan is het de echte gave.

 

(2) De menselijke ziel

Het is in dat geval niet meer dan gebrabbel dat voortkomt uit de eigen ziel. Hier gaat het om bedrog.

 

 

(3) De demonen of boze geesten

Ook demonen kunnen door iemand heen spreken en ze zijn in staat zich voor te doen als de Heilige Geest[10].

 

10.8.2.  Voorbeelden van spreken in tongen uit demonische bron

 

Demonische oorsprong is geen louter theoretische moge­lijkheid

In het pastoraat zijn we verschillende van dit soort gevallen tegengekomen. Een vrouw uit onze gemeente is opgegroeid in een pinkstergemeen­te, waar zij op twaalfjarige leeftijd bewust de Here Jezus als haar verlosser heeft aangenomen. In haar gemeente werd getrouw het bijbelse evangelie verkondigd. Zo rond haar achtiende jaar ging ze, door de prediking, nadenken over de onbijbelse pinksterversie van de doop met de Geest[11].

Ze bad wat ze moest doen? Daarop kreeg ze drie nachten een droom waarin ze zichzelf naar voren zag gaan in de samenkomst in haar gemeente voor handoplegging en gebed om de doop met de Geest, waarna ze zichzelf in tongen zag spreken. Na de derde keer dezelfde droom te hebben gehad dacht ze: "Dit moet van de Heer zijn." Niet beseffend dat ook boze geesten zulke dromen kunnen geven, en niet beseffend dat ze in de bijbel had moeten kijken of deze voorstelling van de doop met de Geest wel juist is. Daarop is ze in de dienst naar voren gegaan voor het ontvangen van de doop in de Geest (via handoplegging en gebed). En inderdaad sprak ze in tongen. Enkele jaren later is ze ge­trouwd en via haar huwelijk is ze in de baptisten­ge­meente terechtgekomen. Ze had in die jaren regelmatig nacht­merries, waarin een demonische persoon haar achtervolgde. De nachtmerries waren zo hevig dat haar man het merkte en haar wakker moest maken. Als ze dan samen baden kalmeerde ze weer. Na het ontvangen van de gave van het spreken in tongen maakte ze ook mee dat een macht haar hand bewoog als ze schreef, waardoor ze een boodschap doorkreeg. (In occulte kringen staat dit bekend als “automatisch schrift”) Enkele jaren geleden hield Rob Matzken een spreekbeurt in onze gemeente. In zijn lezing wees hij er op dat tongentaal van demonische oorsprong kan zijn. De vrouw sprak hem daar na afloop van de samenkomst op aan. Ze vertelde hem dat ze in tongen sprak. Matzken stelde haar voor om de zaak aan de Heer voor te leggen. "Heer wilt U laten zien uit welke bron mijn spreken in tongen komt?" Ze hebben samen gebeden en die nacht kreeg de vrouw weer een droom. Deze keer ver­scheen er in een droom een persoon die zijn naam aan haar bekend maakte. De volgende morgen vertelde ze het aan haar man. Samen met de voorganger kwamen ze tot de conclusie dat dit niet klopte. In de naam van de Here Jezus hebben ze de demon bevolen om te vertrekken. De boze geest is vertrokken met als bijkomend gevolg dat ze geen nachtmerries meer had en niet meer in tongen sprak.

 

Een ander voorbeeld is wat een zuster uit onze gemeente beleefde. Zij raakte occult gebonden nadat een "gebedsvrouw" over haar in tongen had gebeden. Dat gebeurde in een bijeenkomst van de interkerkelijke charismatische "Woman Aglow" vrouwenbeweging. De zuster werd in die samenkomst misleid door een profetie die de gebedsvrouw in haar lezing uitsprak. De gebedsvrouw zei: "De Heer zegt me dat er hier iemand is die door moei­lijke tijden heengaat, maar de Heer zegt: Ik ben met je." Dat is natuurlijk een schot voor open doel, want in elke samenkomst zijn er wel enkele aanwe­zigen die het moeilijk hebben. Maar de zuster uit onze gemeente had het op dat moment moeilijk en ze dacht dat die "profetie" voor haar was bestemd. Na afloop zocht ze de spreekster op. Ze vertelde over de profe­tie en dat die voor haar was bedoeld. Ook vertelde ze iets van haar strijd. Daarop stelde de "gebeds­vrouw" voor om met haar te bidden. Daar ging ze mee akkoord Terwijl de gebedsvrouw bad legde ze haar hand op de schouder van de zuster (handopleg­ging!!) en na enige tijd scha­kelde ze in het gebed over op tongentaal (zonder een verta­ling te geven). Die­zelfde nacht deden zich in het huis van deze zuster allerlei occulte ver­schijnselen voor (geluiden, geestverschijningen, ze werd zelfs fysiek lastiggevallen door de geestverschijningen) er viel gere­geld een verschrikkelijk angst op haar. Ze heeft hulp gezocht bij de leiding van onze gemeente. Na een voorberei­ding in gebed hebben enkele broeders haar bezocht. Ze heeft tegenover de Here beleden dat ze zich de handen op had laten leggen en over zich in tongen had laten bidden. De broeders hebben daarna in de naam van Jezus de machten bevolen om haar niet meer lastig te vallen. De occulte verschijnselen verdwenen vanaf dat moment. Wat deze gebedsvrouw al tongensprekend overdroeg was niet een zegen van de Heilige Geest, maar een binding van demonen.

 

Een asielzoeker uit Afrika vertelde een tijd terug een van onze toenmalige oudsten dat in een grote pinkstergemeente in Rotterdam hij een van de aanwezigen, die in tongen sprak, ver­schrikkelijk lastertaal in een hem bekende Afrikaanse taal had horen uitspre­ken. Terwijl de aanwezige christenen en de persoon die in tongen sprak dachten dat de Heilige Geest aan het woord was.

 

Een rondreizende evangelist die ik reeds vele jaren ken vertelde me het volgende verhaal over zichzelf. Hij was opgegroeid in een volslagen heiden­se omgeving. Op zeventienjarige leeftijd was hij tot geloof gekomen door contact met een baptist. Die had hem het evangelie goed uitgelegd. Hij had hem ook geleerd om systema­tisch de gehele bijbel door te lezen. Vlak daarna verhuisde de broeder die hem tot de Heer had geleid. Na enige tijd kwam hij pinkster­christe­nen tegen die hem vroegen of hij de Heilige Geest al had ontvan­gen en of hij al was gedoopt met de Geest. Hij kende zijn bijbel niet en als enthousi­ast jong chris­ten wilde hij alles ontvangen wat je kon ontvangen. Dus is hem de handen opgelegd en na enige aanmoe­diging sprak hij in tongen. Enkele jaren gingen voorbij. Doordat hij systematisch zijn bijbel bleef lezen kreeg hij steeds meer vragen bij de pinkster­leer over de doop in de geest. Uiteindelijk heeft hij die leer, op grond van zijn inzicht in de bijbel, verworpen en na gebed kwam hij tot de conclusie dan zijn spreken in tongen slechts "gibberisch", d.w.z. gebrabbel, was geweest. In die tijd studeerde hij aan een theologische hogeschool. Toen hij dit verhaal aan zijn vriend, die mede­student was, vertelde schrok deze. Hij zei: "Maar ik spreek ook in tongen." Deze vriend is daarop naar zijn kamer gegaan en heeft gebeden: "Heer ik ga in tongen spreken. Laat U mij deze keer verstaan wat ik bid." De Heer verhoorde dit gebed en het bleken godslasteringen te zijn.

 

Dit zijn geen verhalen "van horen zeggen". Ik ken de mensen per­soonlijk en er zijn vele getuigen die de waarheid kunnen bevesti­gen. Ook anderen kunnen dit soort verhalen vertellen. We moeten rekening houden met de mogelijkheid van een andere bron dan de Heilige Geest.

 

10.9.  De noodzaak van toetsen

 

De bijbel zegt: "toetst alles" (1 Thess. 5:21). Dus moeten we ook geestesgaven, zoals het spreken in tongen, toetsen. Er staat in 1 Johannes 4:1 dat we de geesten moeten beproeven of ze uit God zijn. Het gaat hier om de geesten die in valse profeten werken, maar hetzelfde moet zeker ook met de geest achter ton­genspre­ken gedaan worden.

 

10.10. Hoe toetsen?

 

Hoe kun je onderscheiden uit welke bron het spreken in tongen afkomstig is?

 

10.10.1.  Gebed

 

Denk aan het voorbeeld van de vrouw uit onze gemeente (Zie 10.8.2.). Zij vroeg samen met br. Matzken of de Heer haar wilde laten zien uit welke bron haar spreken in tongen afkomstig was. Of denk aan het voorbeeld van de theologiestudent die aan de Heer vroeg of hij mocht verstaan wat hij zei, als hij in een andere tong sprak.

 

Je kunt zelf bidden of samen met een of meerdere volwassen christenen.

 

10.10.2.  Er zijn een aantal dingen die er op wijzen dat er iets mis kan zijn.

 

(1)  Het voorkomen van verdachte verschijnselen

 

Zijn er verdachte dingen, zoals b.v. de zware nachtmerries[12] zoals de eerder genoemde vrouw uit onze gemeente (zie 10.7.2). Het is speciaal verdacht als die verschijnse­len zijn ontstaan vlak na het ontvangen van het spreken in tongen.

 

(2)  Wat is het effect op je leven?

 

Controleer hoe het geestelijk met je is gegaan na het ontvangen van de gave. Niet alleen op het punt van verdachte verschijnse­len, maar ook in het algemeen met je geestelijk leven. Heeft de beleving van het in tongen spreken b.v. de oriëntatie van je leven verlegd van de tekst van de bijbel naar het zoeken van ervaringen? Ben je gericht geraakt op spreken in tongen, profetieën visioenen, innerlijke woorden van de Heer, zweven en leven op gevoel, etc, in plaats van op het geschreven woord van God? Als die tendens er is dan is dat een zeer bedenkelijk verschijnsel. Zie ook hoofdstuk 14.

 

(3)  Verkregen via handoplegging[13]?

 

Is het in tongen spreken ontstaan nadat je de handen zijn opge­legd? Zo ja, wie heeft dat dan gedaan? Wat is de geestelijke achter­grond van degene of degenen die de handen hebben opge­legd?

 

In de bijbel wordt overigens ook in tongengesproken zonder dat er sprake is van handoplegging[14].

 

Als het spreken in tongen[15] via handoplegging is verkregen dan is dat een reden tot extra waakzaamheid. Dit geldt vooral als de handopleg­ging is gedaan door christenen met een charismatische of pinksterachtergrond. De pinkster- en charismati­schebeweging[16] is  "gemengd". Er zijn in die bewegingen twee geesten werk­zaam[17]. Voor zover de bijbel en het evangelie er worden ge­bracht werkt de Heilige Geest daar. Maar omdat er daarnaast ook onbij­belse leringen worden gebracht en er onbij­belse ervarin­gen worden gezocht en getole­reerd, krijgen ook de boze geesten de kans om zich te manifeste­ren. Dit kan leiden tot occulte gebon­denheid (besmet­ting).

Die besmet­ting kan via handop­legging[18] overgebracht worden. Op die manier heeft b.v. de eerder genoemde vrouw (zie 10.8.2.) een boze geest, die in haar in tongen sprak, ontvangen. Terwijl ze dacht dat het van de Heer was[19]. Of denk aan de zuster die in de "Woman Aglow" bijeenkomst occult belast was geraakt, mede door handoplegging[20].

Ik ben vroeger zelf door handoplegging in een charismatische gemeente occult belast geraakt. Het gebeurde toen ik een doop­dienst bezocht in een charismatische gemeente (Een Berea gemeen­te). Er werd een bekende gedoopt. Tegen het einde van de dienst riep de voorganger de aanwezigen op om elkaar te zegenen. Ik had zoiets nog nooit meegemaakt en werd er volkomen door verrast. Voor ik het door had legde mijn buurman zijn hand op mijn schou­der en begon hij me te zegenen. Na afloop van de dienst ontdekte ik dat er een dikke mist over mijn contact met God was neerge­daald. Het was net of ik God niet meer kon bereiken. God was er nog wel maar het is net alsof hij ver weg was. Alsof er een gordijn tussen mij en God in hing. Ik ben direct in gebed gegaan en na een strijd van enkele uren verdween de "mist". "Biedt weerstand aan de duivel, en Hij zal van u vlieden[21]" (Jak. 4:7)

 

Er kan dus via handoplegging iets overge­dra­gen worden. Iets van God en iets van de vijand. Daarom moeten we voorzichtig zijn met handop­leg­ging. Het is raadzaam om je alleen door vertrouwde christenen, die je persoonlijk kent, de handen op te laten leggen. Het is zeer af te raden om je door iemand uit de charismati­sche beweging de handen op te laten leggen[22].

 

Als in het verleden door mensen uit charismatische/pinksterkrin­gen of uit katholieke kring, bij iemand de handen zijn opgelegd, dan is het verstandig om dit in gebed bij de Heer te brengen. Dat elke mogelijke verkeerde invloed daarvan verbroken mag worden.

 

(4)  Waar heb je die gave verkregen?

 

Als het in een pinkster/charismatische omgeving gebeurde dan is dat, om de hierboven bij (3) genoemde redenen, aanleiding tot waak­zaam­heid. Dan is zeker onderzoek geboden, vooral als het ook met handopleg­ging gepaard ging.

 

(5)  Zijn er technieken gebruikt om het spreken in tongen op gang te brengen?

 

Het vermogen om in tongen te spreken is zeer sterk verdacht als het op gang gebracht is met de een of andere psychische techniek.

Enkele van deze "technieken":

Onder handoplegging wordt gebeden voor de doop in de Geest[23].  Waarna men aanwijzingen geeft om het spreken in tongen op gang te laten komen. Ik noem er enkele:

- Begin maar te brabbelen, dan zul je merken dat de Geest het over neemt.

- Begin maar te spreken, het geeft niet wat, als het maar geen taal is die je kent. Dan zal de Geest het over nemen.

- Herhaal telkens de naam Jezus. "Jezus, Jezus, Jezus,.." Net zolang tot de Geest het overneemt en je in tongen spreekt.

- Degene die de handen heeft opgelegd zegt: "Ik zal beginnen met in tongen te spreken. Zeg het maar na en zo zal het spreken in tongen bij jou ook opgang komen".

 

Deze methoden zijn volledig onbijbels. Er is geen enkele bijbelse grond voor te vinden. In het boek Hande­lingen zien we (b.v. in Hand. 2:1-5) dat het spreken in tongen, als God het gaf, spontaan op gang kwam.

Deze methoden zijn niet alleen onbijbels maar ze zijn ook nog zeer gevaarlijk. Door zulke dingen te doen stel je jezelf open voor elke invloed uit de onzienlijke wereld, ook voor demoni­sche[24].

 

Als het spreken in tongen opgang is gekomen met dit soort onbij­belse methoden dan is het bijna honderd procent zeker dat het spreken in tongen ofwel slechts menselijk gebrabbel ofwel occult is.

 

(6)  Heeft men zich bewust uitgestrekt naar die gave?

 

Ik ken een broeder die jarenlang om de gave van het spreken in tongen heeft gebeden. Hij had zich diverse keren de handen op laten leggen, er was voor en met hem gebeden, maar er was tot zijn grote verdriet niets gebeurd. Na enkele jaren zo gebeden te hebben werd hij op een keer s'nachts wakker en hij merkte dat hij spontaan in tongen aan het spreken was. Dit is verdacht. In de bijbel baden de mensen helemaal niet om het spreken in tongen en zeker niet jarenlang[25]. Het overkwam hen.

 

10.10.3.  De geest achter het tongenspreken direct aanspreken

 

Het is mogelijk om de tongengeest direct aan te spreken met het gezag van de naam van Jezus. Dat aanspreken gebeurt op het moment dat iemand in tongen aan het spreken is (met toestemming van degene die in tongen spreekt).

Dit doen is echter veelal niet nodig. Een oprecht gebed om duide­lijkheid en een onderzoek naar de omstandigheden waarin en de methode waar­langs je de gave van het spreken in tongen hebt ontvangen is veelal voldoende om duidelijkheid te krijgen[26].

 

10.11.  Maar God geeft toch geen stenen voor brood als je om de Heilige              Geest bidt?

 

Lucas 11:13[27]

 

Kan het werkelijk zo zijn dat als je om de volheid van Gods Geest bidt, je in plaats daarvan een boze geest laat binnen komen?

 

De praktijk leer dat dit wel degelijk kan[28]. Dat komt omdat je wel denkt dat je om de volheid van de Heilige Geest bidt, terwijl je in werke­lijk­heid bidt om een bepaalde ervaring (onder meer om de ervaring van het spreken in tongen) die de bijbel niet heeft toegezegd. Je strekt je uit naar iets dat in strijd is met de Schrift. Het is altijd gevaar­lijk om je uit te strekken naar ervaringen die de bijbel niet heeft beloofd, zeker als je ook nog eens methoden gebruikt die de bijbel niet kent.

 

We zien nergens dat in de bijbel wordt gebeden om het spreken in tongen. En toch doet men dat in feite. Men bidt immers om een ervaring die moet leiden tot spreken in tongen. Men is alleen tevreden als men in tongen spreekt. Men gaat soms zelfs zo ver dat men de Geest een handje gaat helpen met allerlei technieken die het spreken in tongen op gang moeten brengen.

 

Als we dit soort dingen doen dan gaan we weg onder Gods bescher­ming. Boze geesten kunnen alleen greep op mensen (en ook christe­nen) krijgen als deze mensen voldoen aan bepaalde voorwaarden. Neem b.v. het bezoek aan een waarzegster. Gods woord verbiedt ons dat. Of je nu bewust of uit onwetendheid b.v. bij wijze van grap, een waarzeg­ster raad­pleegt, daar trekken de boze geesten zich niets van aan. Door zoiets te doen overtreed je Gods gebod en dan houdt Gods be­scher­ming op. Zo is het ook met het zoeken van niet door God beloofde ervaringen. Er is grote kans dat je uiteinde­lijk de verlangde ervaring krijgt, maar dan niet uit goddelijke bron[29].

 

10.12.  De inhoud van het spreken in tongen

 

De grote daden van God (Hand. 2:11)

 

10.13.  De bijbelse regels voor het in het openbaar in tongen spreken

 

(1) Niet meer dan twee of drie per samenkomst (1 Kor. 14:27).

(2) Op ordelijke wijze, dus na elkaar en niet tegelijk

    (1 Kor. 14:27 en:32,34).

(3) Er moet een vertaling, vertolking, worden gegeven, anders moet worden gezwegen (1 Kor. 14:27,28).

(4) Wat wordt gezegd moet getoetst worden.

    Als spreken in tongen vertolkt wordt staat het immers gelijk aan profetie (1 Kor. 14:5) en alle profetie moet          getoetst worden aan de bijbel[30]. (1 Kor. 14:29)

 

10.14.  Het doel en het nut van het spreken in tongen

 

10.14.1.  "tot welzijn van allen" (1 Kor. 12:7)

 

Dit geldt voor alle geestesgaven en dus ook voor het spreken in tongen (:10)[31].

 

10.14.2.  "die sticht zichzelf"

 

Het versterkt blijkbaar het eigen geestelijk leven.

(1 Kor. 14:4)

 

10.14.3.  "een teken voor de ongelovigen"

 

1 Kor. 14:21,22 en Jesaja 28:11,12.

Over de werking van het spreken in tongen als teken voor de ongelovige joden en later ook voor ongelovige joodse christenen, zie hieronder voetnoot[32].

 

10.15.  Niet belemmeren maar ook niet stimuleren

 

1 Kor. 14:39.

 

Het is beter om je op iets anders (iets nuttigers) te richten zoals het profeteren. (Voor uitleg over profeteren, zie hieronder hoofdstuk 12.)

 

Wat te doen als iemand, die in tongen spreekt, lid is of wordt van onze gemeente? Mag er in onze samenkomsten in tongen worden gesproken[33]?

 

10.16.  Zingen in tongen

 

Dit is een volledig onbijbels gebruik. Het komt nergens in de bijbel voor. Dat is op zich al genoeg om het af te wijzen, maar daar komt nog bij dat voor het zingen in tongen uiteraard de bijbelse regels voor het in het openbaar spreken in tongen gelden. Bij het zingen van een lied wordt immers door de tekst van het lied een boodschap overgebracht. Zingen wordt dan ook gezien als een vorm van spreken "spreekt onder elkander ... in .. liederen" (Efeze 5:19).

 

 

 

 

 

 



    [1]Het gevolg is dat het gedeeltelijk een herhaling is van wat eerder in 8.6. is besproken.

    [2] Voor een uitgebreide bespreking van dit vers, zie 7.2.

    [3]Het sleutelwoord van dit vers is "sommigen"

 

    [4]Het sleutelwoord in deze verzen is "allen."

    [5]Zie de hoofdstukken 2 en 3 en ook 4.2.

    [6]Voor een uitgebreide bespreking, zie 4.2.

    [7]Hoe pro­beert men onder 1 Kor. 12:30 uit te komen?

(1) Velen negeren deze tekst. Men praat er gewoon niet over.

(2) Anderen hebben geprobeerd om er onderuit te komen door te veronderstellen dat er twee soorten spreken in tongen zijn. De ene soort zou iedere christen krijgen, als hij vervuld wordt met de Geest en de andere soort zouden alleen sommigen krijgen. Deze laatste groep zou, zo stelt men, een publie­ke taak in het spreken in tongen krijgen. De oplossing is dan dat men stelt dat het in 1 Kor 12:30 alleen om deze tweede soort van spreken in tongen zou gaan. Voor deze redenering is geen enkele grond in de bijbel te vinden. Zo kun je trouwens alles uit de bijbel wegredeneren wat je niet uit­komt. Heb je b.v. problemen met het verbod tot over­spel. Veron­derstel dan dat er twee manieren zijn om overspel te plegen. Verklaar vervol­gens dat alle verboden tot overspel op die andere manier slaan. Zodat jij vrij bent om op die ene manier overspel te plegen. Zo tracht men trouwens ook af te rekenen met het bijbelse verbod op homofi­lie. Homofilie uit lust zou, zo stelt men, verboden worden, maar homofilie in een relatie van liefde en trouw zou dan kunnen. Men laat alle teksten waarin de homofilie verboden wordt dan slaan op het het bedrijven van homofilie uit lust.

(3) Een andere manier is het volledig uit het verband halen van 1 Kor. 12:30. Men legt een betekenis in de tekst, zonder naar het verband te kijken. Dit wordt b.v. gedaan door Nicky Gumbel in zijn boek "Een kwestie van Leven". (Nicky Gumbel is de auteur van de bekende Alphacur­sus.)

Hij doet dat als volgt. Hij neemt de vraag "spreken soms allen in tongen?" en hij geeft daar het volgende antwoord op: "Nee, niet allen spreken in tongen, maar dat komt omdat nog niet allen hun voorrecht van het ontvangen van de gave van het spreken in tongen hebben opgevraagd bij God. Ze zouden het wel kunnen, maar ze doen het (nog) niet en daarom moeten we op de vraag "Spreken soms allen in tongen" met "Nee" antwoorden.

Deze redenering slaat nergens op als je de vraag in zijn verband leest. Aan de vraag "spreken soms allen in tongen?" gaat een hele uitleg van Paulus vooraf waarin hij, aan de hand van het beeld van het lichaam, juist uitlegt dat niet iedereen dezelfde gave krijgt. De een krijgt dit en de ander krijgt dat. De een de gave van apostel en de ander de gave van profetie, enz. Dat brengt Paulus tot zijn slotkonklusie met de zeven retorische vragen. "Zijn soms allen apostelen? Nee natuur­lijk niet, want in het lichaam van Christus hebben niet alle leden dezelfde geestes­gave. Spreken soms allen in tongen? Nee, natuur­lijk niet want in het lichaam van Christus hebben niet allen dezelfde geestesga­ven?" Gumbel laat, door de tekst uit zijn verband te nemen, de tekst dus precies het tegenovergestelde zeggen van wat de tekst in zijn verband genomen leert. Trouwens wat zou Gumbel met de ande­re 6 retho­rische vragen uit het rijtje doen? Wat doet hij b.v. met de vraag "Zijn soms allen apostelen?" Antwoord hij dan ook met: "Nee, niet allen zijn al apostel, maar dat komt omdat een aantal christenen nog geen gebruik heeft gemaakt van hun mogelijkheid om apostel te worden." De dwaasheid is duidelijk. 

Gumbel geeft in zijn boek nog een drogreden voor zijn stelling dat iedereen in tongen kan spreken. Hij wijst op 1 Kor. 14:5 waar Paulus zegt: "Ik wilde wel dat allen in tongen spraken." Dus, zo redeneert Gumbel, als Paulus dat wenst dan moet het ook mogelijk zijn. Ook dit is geen schriftuitleg maar schriftinleg. Hij leest er meer in dan er staat. Hij trekt er een konklusie uit die in strijd is met de logica. Immers het enige dat er staat is dat Paulus dat wenst. Maar het feit dat Paulus dit wenst maakt het nog niet mogelijk. Paulus zegt ergens anders in dezelfde brief dat hij wel wenste dat alle christenen "de gave van het onge­trouwd kunnen blijven" zouden ontvangen (1 Kor. 7:7-9,32). Bete­kent dit nu dat iedereen die dat wil ook deze gave kan ontvangen? Natuur­lijk niet. Het is net zo dwaas en onlogisch om uit de wens van Paulus dat iedere christen in tongen mocht spreken te konklu­deren dat ieder dus die gave heeft of kan ontvangen.

 

    [8]De mens bestaat uit lichaam, ziel en geest. (1 Thess. 5:23) Voor nadere uitleg zie de bijbelstudie over de mens.

    [9]Over de leiding van Gods Geest bij het bidden, studie 24 "Het gebed -bidden en ontvangen II" in "De praktijk van het christenleven I."

    [10]De Duivel kan zich voordoen als een engel des lichts (2 Kor. 11:14). Hij kan zich dus voordoen als iemand die hij niet is. Hier staat dat hij zich kan vermommen als een engel des lichts, als een engel van God. Hetzelfde kan hij doen met de Heilige Geest. In 2 Kor. 11:4 staat dat de christenen een "andere geest" hadden ontvangen. Ze dachten dat het de Geest van God was, maar het was een andere geest. Alles werd vervalst: het evange­lie, de persoon van Jezus, de Geest. En ze hadden blijkbaar niets in de gaten.

    [11]De doop in de Geest als tweede ervaring na de bekering, met als bewijs voor het ontvangen van die doop het spreken in tongen.

    [12]Denk b.v. aan de zware nachtmerries van de eerder genoemde vrouw uit onze gemeente, zie punt 10.8.2. Het gaat om de normale dingen die kunnen wijzen op een occulte belasting. Voor een bespreking van dit laatste zie de bijbelstudie over de engelen, het punt dat gaat over occul­tisme, gebondenheid, bezetenheid en bevrijding.

    [13]Zie de bijlage over handoplegging.

    [14]Op de pinksterdag (Handelingen 2:1-5) begonnen de discipe­len spontaan in andere tongen te spreken. Er werden geen handen opgelegd. Het is waarschijnlijk dat ze er zelf door verrast werden. Hetzelfde gebeurde bij de bekering van Cornelius (Hand. 10:44-46).

    [15]Dat geldt ook voor andere geestesgaven, zoals b.v. profe­tie.

    [16]In hoofdstuk 11 "De evangelischen en de pinkster/charisma­tische beweging" van de studie "Wat is er aan de hand in de evangelische wereld?" wordt het verschil tussen de pinksterbe­weging en de charismatischebeweging besproken. De studie staat op mijn homepage  http://www.solcon.nl/apgeelhoed  (Bovenaan, in het linkerframe).

    [17]Het ene moment sprak Petrus door de Heilige Geest en het volgende sprak hij door de Satan (Mattheus 16:16,17 en 16:22,23). Als dit in een persoon kan, dan kan het ook in een verzameling van personen, in een beweging.

    [18]Zie de bijlage over handoplegging.

    [19]Zie hierboven, onder punt 10.8.2. Het is gevaarlijk om ervaringen te zoeken die de bijbel niet toezegt. In dit geval zocht de vrouw de pinksterversie van de doop in de Geest, ze zocht de doop in de Geest als een tweede ervaring, los van de bekering, en in hun visie moet deze doop altijd gepaard gaan met spreken in tongen. (Over de doop in Geest, zie hoofdstuk 7).

    [20]Zie punt 10.8.2., hierboven.

    [21]Zie de bijbelstudie over engelen. Daar wordt geestelijke strijd met de boze machten, bevrijding, weerstand bieden en het gezag van de naam van Jezus besproken.

    [22] Dat geldt ook voor iemand die charis­matische gedach­ten aan­hangt. Je kunt je beter ook niet door iemand, die zich in charisma­ti­sche kringen zelf de handen op heeft laten leggen, de handen op laten leggen.

    [23]De doop in de Geest hier opgevat als een tweede erva­ring, met als bewijs het spreken in tongen. Voor een uitleg over de bijbelse doop in de Geest, zie hoofdstuk 7.

    [24]Passiviteit is een van de de belangrijkste invalspoorten van boze geesten in het leven van een mens. Als wij de kontrole over ons spreken opgeven dan geven we, aan de machten uit de onzichtbare wereld, de ruimte om de kontrole over te nemen. De menselijke ziel met al zijn vermogens kun je vergelij­ken met een piano. De toetsen zijn dan alle vermogens zoals denken, wil, gevoelens. Het "ik" van de mens zit normaal gespro­ken op het pianokrukje en bespeelt (kon­troleert) al de vermo­gens. Als het "ik", door zich passief over te geven aan welke invloed dan ook, de kontrole over de eigen ziel opgeeft, dan kun je dat vergelij­ken met een pianist die opstaat van het pianokrukje, waardoor hij plaats maakt voor iemand anders, wie dat dan ook is, om op de kruk te gaan zitten en te gaan spelen.

De Heilige Geest schakelt nooit de werking van de eigen zielever­mogens, zoals het denken en de wil, uit. De Heilige Geest duwt onze eigen ziel niet opzij. Hij schakelt onze ziel niet uit, Hij werkt er mee samen. Een onderdeel van de vrucht van de Geest is juist "zelfbeheersing" (Galaten 5:22). Zelfbeheersing dat wil zeggen, zelfkontrole. De Heilige Geest bewerkt dus zelfbeheer­sing. Zie verder studie 18 "Verbrokenheid" uit "De praktijk van het chris­tenleven I", daar worden de gevaren van aan de ene kant passivi­teit en aan de andere kant activisme bespro­ken. Ook de bijbel­se weg van het gebruiken van de zielevermo­gens onder de leiding van Gods Geest, wordt behandeld.

 

    [26]Zie als illustratie het voorbeeld van de vrouw uit onze gemeente, waar een eenvou­dig gebed om inzicht genoeg was (10.8.2.).

    [27] Voor een bespreking van deze tekst, zie 4.4.; 6.6; 6.7; en 6.9.5.

    [28] Zie b.v. het getuigenis van de eerder genoemde vrouw uit onze gemeente (10.8.2).

    [29]Het is mogelijk om "een andere geest" te ontvangen (2 Kor. 11:4).

    [30] Zie 12.10, voor een bespreking van het toetsen van profetie.

    [31]Spreken in tongen heeft alleen nut in een samenkomst als het vertolkt wordt, dan staat het gelijk aan profetie (1 Kor. 14:2-19).

    [32] Het spreken in tongen was een teken voor de ongelovige joden (1 Kor. 14:20-22, Jesaja 28:11-12). Zo werkte het op de pink­sterdag. Er waren joden uit allerlei landen aanwezig die door het wonder van het spreken in tongen (het wonder van het spreken in andere talen) de grote daden van God in hun eigen taal hoor­den. Daar­door beseften ze dat er iets bovennatuurlijks aan de hand was. Dat er een wonder, een teken, plaats had. Er staat dat ze buiten zich­zelf van verwonde­ring waren (Hand. 2:7) vanwege dit wonder. Bedenk dat dit joden waren die vlak daarvoor nog de Here Jezus verworpen hadden. In die zin waren ze ongelo­vig.

Bij andere gelegenheden funktioneerde het spreken in tongen als een teken voor sceptische joodse christenen die eigen­lijk nauwe­lijks konden geloven en aanvaarden dat God de halfjoden (de Samarita­nen) en de niet-joden (de heidenen) zomaar als medege­lovi­ge had aanvaard, zonder hen te verplichten eerst jood te worden door zich te laten besnijden en als jood te gaan leven. God herhaalde daarom in deze gevallen in grote lijn het pinksterge­beu­ren. Zodat niemand van de joodse christenen het kon wagen om deze gelovigen, met een heidense of samaritaanse achtergrond, niet als volwaardige medeleden van Christus te aanvaar­den. "Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvangen?" (Hand. 10:44-47), "net als in het begin bij ons" (Hand. 11:15). Voor een uitgebreide bespreking van dit laatste zie hoofdstuk 4, punt 2.

 

    [33]Als iemand in zijn persoonlijk leven in tongen spreekt dan moet er, in een pastoraal gesprek, op gewezen worden dat het spreken in tongen getoetst moet worden, omdat het ook uit ver­keerde bron kan komen. Zie hierboven 10.7 en 10.8. "Vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn" (1 Johannes 4:1). "toetst alles" (1 Thess. 5:21).

Bij het spreken in tongen in het openbaar moeten, als het wordt toege­laten, de regels die de bijbel daarvoor geeft worden geres­pekteerd.

Als iemand in het openbaar in tongen spreekt of wil spreken is het zeker nodig dat eerst de geest achter het spreken in tongen, wordt getoetst. Ook daarna moet nog elke uiting (de inhoud ervan), die via tongentaal met vertolking wordt doorgegeven, getoetst worden zoals je profetie toetst (12.10)

Moet het spreken in tongen (evenals het profeteren) toegelaten worden in samenkomsten? Er van uitgaande dat het hierboven genoemde onderzoek heeft plaatsgehad en men de regels wil respek­teren. Het antwoord op deze vraag hangt van twee dingen af. Ten eerste van het standpunt dat men heeft over het al of niet ophouden van de tekengaven (Zie bijlage A). En ten tweede van wat het toela­ten er van zal doen op de gemeente als geheel. Zal het opbouwen of zal het de oorzaak van veel strijd, verwarring en aanstoot worden?

Persoonlijk ben ik van mening dat het niet toegelaten mag worden in openbare bijeenkomsten. Ten eerste omdat de aanwijzingen dat de tekenga­ven opgehouden zijn sterk zijn, al is het bewijs niet sluitend. En ten tweede omdat velen juist in de baptistenge­meen­te een schuil­plaats hebben gezocht tegen de charismatische- en pinkstersfeer. Als tussenoplossing kan men er voor kiezen dat men een profetie afkomstig via vertolkte tongentaal (of een directe profetie) aan de oudsten voorlegd.

 

 

HOME
De serie over de Heilige Geest