Bijlage E - De bijbel over de leer, valse leer en valse lerarenE.1. De bijbel spreekt over de leerJezus bracht een leer. Hij sprak over
"mijn" leer. "Mijn leer is niet van Mij maar van Hem die Mij
gezonden heeft" (Johannes 7:16,17). De discipelen hadden Jeruzalem met
hun leer vervuld (Hand. 5:28). De Farizeeën brachten een bepaalde leer, waar
Jezus zijn discipelen voor waarschuwde (Mattheus 16:6,11,12). Enzovoorts. De
bijbel heeft heel veel over de leer te zeggen. E.2. Wat verstaat de bijbel onder de leer?Leer komt van het werkwoord leren. Met
de leer wordt de inhoud van het bijbels onderwijs over een bepaalde zaak
bedoeld. De bijbel zegt bijvoorbeeld allerlei dingen over Christus. Als we die
dingen samen nemen, dan hebben we de bijbelse "leer over Christus".
De "leer over Christus" bestaat uit de grote lijnen van de inhoud van
het bijbelse onderwijs over Christus. Wij geloven b.v. dat Jezus waarlijk God
en waarlijk mens is. Dat is een leerstelling, een dogma. Dat is een onderdeel van
de bijbelse leer over Jezus. De bijbel spreekt b.v. over "de
leer van Christus" (2 Joh. 1:9), over de "leer der godsvrucht"
(1 Tim. 6:3), over een "leer van dopen, oplegging der handen, opstanding
der doden, eeuwig oordeel" (Hebr. 6:2). E.3. Hoe vinden we de bijbelse leer over een bepaalde zaak?Het proces verloopt in grote lijnen in
3 stappen: a.
Verzamel alle bijbelgedeelten die iets over het onderwerp zeggen. b.
Kijk, welk licht elk bijbelgedeelte op die zaak werpt. c.
Haal de grote lijnen uit de aldus verkregen gegevens. De op deze manier gevonden grote
lijnen vormen de bijbelse leer. E.4. Elke leer, elke leerstelling, moet getoetst wordenHet is mogelijk om bij de formulering
van dogma's, van de leer, fouten te maken. Eén van de grote gevaren is b.v. dat
men verder gaat dan de Schrift. Daarom moeten we elk dogma, elke leerstelling,
toetsen aan de Schrift (Handelingen 17:11). E.5. Een leerstelling is een bijbelse waarheidEen leerstelling, een dogma, is, als
het goed is, de samenvatting van de bijbelse leer over een bepaalde zaak. Zij
het, dat die samenvatting vaak wordt gegeven in eigen woorden. Dat is op zich
geen bezwaar, als het dogma maar wordt uitgelegd vanuit de bijbelteksten, waar
het een samenvatting van bedoelt te geven. Neem b.v. de leerstelling dat de
bijbel “woord voor woord” (woordelijk) door Gods Geest is ingegeven. Dit
dogma, deze leerstelling, is de samenvatting van een aantal bijbelteksten.
Met andere woorden in de leerstelling wordt een bijbelse waarheid weergegeven.
Dat betekent dat wie dit dogma verwerpt, de leer van de schrift op dit punt verwerpt. E.6. Wij doen niet aan de leer, wij brengen de bijbelDeze opmerking hoor je regelmatig in
de evangelische wereld. Men zegt dan dingen als: “laten we toch ophouden met
over de leer te spreken, daar komt alleen maar onenigheid uit voort. Laten we
ons simpelweg aan de bijbel houden." Misschien bedoelt men met deze
uitspraak dat men niet aan speculatieve theologie doet. Maar anders is het
natuurlijk niet waar, dat men door het simpel brengen van de bijbel kan
vermijden aan theologie te doen. Stel dat je iemand uit wilt leggen dat
de mens sinds de zondeval een zondige natuur heeft. Dan kies je de teksten
uit, die daar iets over zeggen. Je leest de teksten op en je geeft bij elke tekst
wat uitleg. In feite volg je hiermee in grote lijn de procedure voor het
vaststellen van de bijbelse leer. (Zie hierboven punt E.3.). Er is geen enkel
principieel verschil tussen het geven van een bijbelstudie over een bepaald
onderwerp en het brengen van de leer (het dogma) over dat onderwerp. De leer
over een onderwerp geeft immers de samenvatting, de hoofdlijnen, van het
onderwijs van de bijbel over die zaak. Als je het woord brengt, dan breng je
de leer en als je de leer brengt dan breng je het woord. Althans zo behoort het
te zijn. Het woord en de leer kun en mag je
niet scheiden. De bijbel en de gezonde leer zijn een eenheid. Verwerping van de
leer komt neer op verwerping van het woord. Jezus bracht een leer, de apostelen
brachten een leer, ook wij brengen een leer. Waren die dan ook fout in deze
zaak? Zijn wij zo eigenwijs, dat we denken het zonder de leer te kunnen
stellen? Paulus zei tegen Timótheüs: "Als
gij de broeders dit voorhoudt, zult gij een goed dienaar van Jezus Christus
zijn, wel onderlegd in de woorden des geloofs en der goede leer".
(1 Tim 4:6) E.7. Wel onderlegd in de goede leer1 Tim. 4:6. "wel onderlegd in de gezonde
leer" Dat is Gods standaard voor zijn
dienstknechten. Kennis van de bijbel (de woorden des
geloofs) en de leer gaan samen. Een dienaar van Jezus Christus moet
welonderlegd zijn in de gezonde leer. Hij moet de leer kennen, er thuis in
zijn. E.8. Zuiverheid in de leer is een positieve zaakDaar moeten we naar streven. "Houd hun in uzelf een voorbeeld
voor van ... zuiverheid in de leer"
(Titus 2:7). Orthodox betekent recht, zuiver, in de
leer. Paulus spoort hier Timotheus aan om orthodox te zijn. E.9. De gezonde leerDe bijbel spreekt over de gezonde leer
(2 Tim. 4:3, Titus 1:9). Er is dus blijkbaar ook "ongezonde" leer. De
bijbel spreekt over de goede leer (1 Tim. 4:6). Er is dus ook blijkbaar
verkeerde leer. E.10. Valse leer en valse lerarenZoals het Oude Testament veel te
zeggen heeft over valse profeten, zo heeft het Nieuwe Testament veel te zeggen
over valse leraren en valse leer. Dit is een belangrijk onderwerp in het
Nieuwe Testament. Er wordt heel veel over gezegd. Een aantal van de
bijbelboeken van het Nieuwe Testament, zoals de Galatenbrief en de Judasbrief,
zijn ontstaan door de botsing met en de strijd tegen valse leraren. Hetzelfde
geldt voor gehele hoofdstukken van andere bijbelboeken, b.v. 2 Petrus 2 en 1
Kor 15. E.11. De komst van valse leraren wordt voorzegd- 2 Petrus 2:1. Onder u zullen valse leraars
komen. Ze zullen verderfelijke ketterijen (valse leringen) doen binnensluipen. - Handelingen 20:29,30. Er zullen grimmige wolven bij u
binnenkomen. Uit uw eigen midden zullen mannen opstaan die verkeerde dingen
spreken. Als het voorzegd wordt, dan kunnen we
er beter rekening mee houden. Ook in onze tijd zal dit gebeuren. E.12. Er is allerlei wind van leerEfeze 4:14. "allerlei" Valse leer komt in vele vormen
voorbij. Bijna elk dogma van de bijbel wordt vroeg of laat verdraaid. E.13. Valse leer werkt als zuurdesem- Galaten 5:9. In de gemeenten in Galatië waren
mensen binnengedrongen die leerden dat, om behouden te worden, het niet genoeg
was om in Jezus te geloven. Je moest, volgens hen, jezelf ook laten besnijden
en de joodse wet naleven. Dezelfde valse leer wordt ook in het boek Handelingen
vermeld (Hand. 15:1). De leer dat, naast het geloof in Jezus, ook de
besnijdenis noodzakelijk is voor het behoud, wordt hier, in Galaten 5:9,
"zuurdesem" genoemd. De Galatenbrief is speciaal tegen deze dwaling
(tegen deze verderfelijke ketterij) geschreven. - Mattheus 16:6-12. De valse leer der Farizeeën wordt
zuurdesem genoemd. De enige manier om te voorkomen dat
het meel verzuurd raakt, bestaat uit het vermijden van contact met zuurdesem. Valse leer en valse leraren moeten op
een afstand worden gehouden[1].
"Houdt u buiten het bereik van" (1 Tim. 6:20). Als je dat niet doet,
dan kan het denken "besmet" raken. Waar je mee omgaat, daar word je
door beďnvloed, als je niet oppast. E.14. Wat is een valse leraar?Wat maakt iemand tot een valse leraar? Een valse leraar is een leraar die
zich voordoet als een christelijke leraar, terwijl hij tegelijkertijd
fundamentele waarheden van het christelijk geloof verdraait of tegenspreekt.
De fundamentele zaken zijn de zaken waar ons behoud mee staat of valt. E.15. Gradatie in dwaling?Je kunt als christen dwalen op
bijzaken, maar dat maakt je nog niet tot een valse leraar. Iemand is pas een
valse leraar als hij of zij fundamentele bijbelse waarheden verkeerd brengt of
weerspreekt. In dat geval draagt hij of zij "verderfelijke ketterijen"
(2 Petrus 2:1) uit. Als iemand in bijzaken dwaalt, dan
breng hij of zij geen "verderfelijke ketterij." Maar ook dan mogen
de opzieners, de oudsten, zulke mensen niet hun gang laten gaan. Je kunt b.v.
niet toestaan dat binnen een gemeente, waar de doop op geloof wordt toegepast
mensen de kinderdoop gaan verkondigen. Dit zal tot grote strijd en verwarring
leiden. Niet alleen verderfelijke ketterijen
werken als zuurdesem[2],
andere dwalingen doen dat ook. Als we b.v. de dwalingen van de charismatische
beweging buiten de gemeente willen houden, dan zullen we dit zuurdesem op een
afstand moeten houden. E.16. Kenmerken van valse lerarenNaast het hierboven, onder E.14,
genoemde hoofdkenmerk, geeft de bijbel nog andere kenmerken van valse leraren. E.16.1. Het zijn valse leraren"valse" (2 Petrus 2:1) Letterlijk staat er in het Grieks
"pseudo". Valse leraren zijn pseudo, het zijn namaak leraren. Ze doen
zich voor als echte leraren, maar ze zijn het niet. Ze lijken op de echte maar
ze zijn het niet. De bijbel stelt valse leraren voor als
grimmige wolven (Hand 20:29,30). Het zijn echter wolven in schaapsvacht
(Matth. 7:15). Van binnen zijn het wolven, maar van buitenaf zien ze er uit als
schapen. Het zijn als schaap vermomde wolven. De bijbel spreekt in verband met valse
leer over "het valse spel der mensen … dat tot dwaling verleidt" (Efeze
4:14). Valse leraren spelen een vals (een gemeen) spel met de mensen. Valse leraren komen niet altijd van
buiten de gemeente. Ze komen vaak van binnen.
"Uit uw eigen midden zullen mannen opstaan die verkeerde
dingen spreken" (Hand 20:30). E.16.2. Ze sluipen binnen"er zijn zekere mensen
binnengeslopen" (Judas :4) "lieden die waren
binnengeslopen" (Galaten 2:4) Ze komen op kousenvoeten binnen.
Iemand, die sluipt, wil niet opgemerkt worden. Als iemand binnengeslopen is,
dan is hij of zij ongemerkt binnengekomen. De valse leraren proberen binnen te
sluipen, maar ook van hun valse leringen staat, dat ze die binnen laten sluipen.
"valse leraren ... die verderfelijke ketterijen zullen doen
binnensluipen" (2 Petrus 2:1). E.16.3. Ze verdraaien het evangelieGalaten 1:7. Ze verdraaien het woord van God. Ze
komen meestal niet met iets dat volledig nieuw is. Ze nemen het bijbelse
evangelie, ze nemen bijbelteksten. En vervolgens geven ze daar een andere
"draai" aan, zodat de betekenis wezenlijk wordt veranderd. E.16.4. Ze brengen leringen van demonen1 Tim. 4:1. Achter sommige leringen zitten
demonische machten. Valse leraren worden op een bepaalde manier ook
geďnspireerd. Ze ontvangen ook een soort openbaring. Vandaar de betoverende kracht van
valse leer. "Wie heeft u betoverd?"
(Gal. 3:1) E.16.5. Ze breken het geloof af2 Tim. 2:18. E.16.6. Ze trekken de discipelen achter zich aanHandelingen 20:30. E.16.7. Ze prediken een valse Jezus, een vals evangelie, etc.+ een andere Jezus - 2 Kor 11:4 + een andere Geest - 2 Kor 11:4 + een ander evangelie - 2 Kor 11:4;
Gal 1:6 + valse nederigheid - Kol 2:18 + valse eigenwillige godsdienst - Kol
2:23 + valse geestesgaven - Openb. 2:20 De duivel is een valsemunter. Hij is
de aap (imitator) van God. De duivel tracht alles na te maken. Zijn doel is het echte te vervangen
door namaak. E.17. Valse leraren zijn levensgevaarlijk voor het geestelijk levenValse leraren zijn zeer gevaarlijk. Ze
worden vergeleken met grimmige wolven, die het op de schapen van Gods kudde
gemunt hebben (Hand. 20:29,30). Grimmige wolven zijn levensgevaarlijk voor
schapen. Valse leraren zijn levensgevaarlijk voor christenen. Ze brengen verderfelijke
ketterijen (2 Petrus 2:1). Als je hun ketterijen aanvaardt, resulteert dat in
"verderf". E.18. Sommige leringen mogen niet gebracht worden"Bevelen geen andere leer te
brengen" (1 Tim. 1:3). Alleen de goede leer, de zuivere leer,
de leer van de bijbel mag gebracht worden[3]. "bevelen" Er is een opdracht tot het uitoefenen
van leertucht. E.19. We moeten ons beschermen tegen valse leerHoe moeten we dat doen? Hieronder
worden de richtlijnen uit de bijbel op een rij gezet. Zie vooral ook hoofdstuk
18 voor de praktische toepassing, uitwerking. E.19.1. We moeten waakzaam zijnDe bijbel zegt: "wacht u". Hand 20:28-31. Matth. 7:15. Dit geldt vooral de herders/de oudsten
van de gemeenten. Dit is speciaal hun taak. Zij zijn immers de opzieners, de
toezichthouders. Ze moeten er op bedacht zijn dat er valse leer zal komen. E.19.2. We moeten realistisch zijnDe bijbel zegt, dat er vele valse
leraren zullen komen en dat er uit ons eigen midden mannen zullen opstaan die
verkeerde dingen spreken (2 Petrus 2:1; Hand. 20:29,30). Dan moeten we daar op
bedacht zijn. We moeten er rekening mee houden dat dit ook ons, als gemeente,
of ruimer, als evangelische beweging, kan overkomen. De oudsten moeten weten wat de bijbel
hier over zegt, maar ook de andere gemeenteleden. Daarom moet over het
onderwerp de leer, valse leer, valse leraren, in de gemeente systematisch
onderwijs worden gegeven. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee. De
bijbel zegt niet voor niets heel veel over valse leer en valse leraren. In alle
boeken van het Nieuwe Testament komt het minstens een keer aan de orde. Hele
bijbelboeken zijn ontstaan uit de strijd tegen valse leer en valse leraren b.v.
de Galatenbrief en de Judasbrief. "Geliefden, daar gij het nu van
te voren weet, weest op uw hoede, dat gij niet, door de dwaling … medegesleept,
afvalt" (2 Petrus 3:17). Als het
niet van te voren weet dan kun je ook je niet op je hoede zijn. E.19.3. Er is de opdracht tot toetsen"Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft of de geesten uit God zijn, want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan" (1 Johannes 4:1). Dit is een opdracht. We moeten niet
naďef zijn, we moeten niet te goed van vertrouwen zijn. "Geliefden vertrouw
niet iedere Geest." (1 Joh. 4:1) "die zegt dat ze een profetes
is" (Openb. 2:20). "en dat gij hen op de proef
gesteld hebt, die zeggen, dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat
gij hen leugenaars hebt bevonden (Openb. 2:2). De persoon toetsen: naar de vrucht kijken
(Matth. 7:15-20). De boodschap toetsen: datgene wat
geleerd wordt toetsen aan de bijbel (Hand 17:11). De gave van onderscheiding der geesten
(1 Kor 12:10) E.19.4. Toerusting geeft beschermingEfeze 4:11-14 Als de gemeenteleden en in het
bijzonder de gemeenteleiders zijn toegerust met kennis van de bijbel en de
gezonde leer, dan zullen ze niet meer heen en weer geslingerd worden door
allerlei wind van leer. Valse leer wordt vergeleken met wind.
Zoals de wind speelt met bladeren, zo worden christenen, die niet onderlegd
zijn in de gezonde leer[4]
meegevoerd, meegesleept, door elke valse lering, die voorbij komt. Het werk van leraren, die systematisch
onderwijs in de gezonde leer geven, brengt stevigheid en
onderscheidingsvermogen, zodat valse leer geen vat meer op de christenen kan
krijgen. E.19.5. Afscheiding: houdt ze op een afstand"houdt u buiten het bereik
van" (1 Tim. 6:20) Valse leer werkt immers als zuurdesem.
In contact staan met zuurdesem is gevaarlijk. We moeten de gemeente daarom tegen
valse leer beschermen, door valse leer en valse leraren op een afstand te
houden. (Zie hoofdstuk 17 over afscheiding.) We mogen valse leraren niet ontvangen
en ze welkom heten. We mogen ze niet erkennen als medegelovigen en hen als
zodanig behandelen (2 Joh. :10,11). We mogen ze niet de broederhand geven. We
mogen niet met hen doen wat in Galaten 2:9 staat. Zeker geldt dit voor de leiders onder
ons. Welk voorbeeld geven die? Als een geestelijke leider omgang heeft met
valse leraren (b.v. met katholieke priesters), dan zendt hij daarmee, door zijn
gedrag, de boodschap uit dat het verschil in leer tussen hem en die valse
leraren niet fundamenteel is. E.19.6. Vechten voor het geloofJudas :3,4. Strijdt voor het geloof. Deze oproep
staat in het verband met het binnendringen (sluipen!!) van valse leraren. Er staat dat we "tot het
uiterste" moeten strijden. In het Grieks staat het woord ep-agonizestai.
Hier zit het engelse "to agonize" in. E.19.7. Geen ogenblik gedwee opzij gaanGalaten 2:4,5. Als de fundamentele zaken worden
aangetast, moeten we niet gedwee voor hen opzij gaan. "openlijk tegen hem verzet"
(Galaten 2:11-14) Paulus liet de zaak niet op zijn
beloop. Hij deed er wat aan. "geen gering verzet"
(Handelingen 15:2) E.19.8. Houd ze in de gaten"Let op de honden, let op de
slechte arbeiders" (Filippenzen 3:2). Het gaat hier om valse leraren. Mensen
die zich als christen voordoen, die beweren ook in Jezus te geloven als de Zoon
van God, maar die een andere weg tot behoud predikten. Naast het geloof in
Jezus moest je, zo leerden ze, om behouden te worden jezelf ook laten besnijden
(Zie b.v. Hand. 15:1,2). Valse leraren moeten in de gaten
worden gehouden. Wat ze doen, wat ze leren. In een oorlog is het altijd van
belang om te weten wat je tegenstander, wat de vijand, aan het doen is. Wij
zijn in een permanente geestelijke oorlog met valse leer en valse leraren
gewikkeld. Wij moeten weten wat de vijand uitvoert. E.19.9. Geen mensen behagenGalaten 1:10; 2:11 Er is moed voor nodig om hen, die
ernstig afwijken van de bijbel, te weerstaan. Paulus waarschuwt in de
Galatenbrief tegen de Judaďsten, dat zijn christenen die beweren dat je om
behouden te worden ook besneden moest zijn. Hij wist dat dit hem niet populair
zou maken. Vandaar dat hij vlak na zijn ernstige waarschuwing schreef:
"Tracht ik nog mensen te winnen of God? Of zoek ik nog te behagen? Indien
ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van God zijn"
(Galaten 1:10). E.20. De oorzaak van dwalingDwalingen op het gebied van de leer
hebben ten diepste slechts twee redenen. Het is ten eerste het gevolg van het
niet goed kennen van de Schriften. En ten tweede is dwaling het gevolg van het
niet kennen van de kracht Gods in het eigen persoonlijke leven. Jezus zei: "gij
dwaalt want gij kent de Schriften niet, noch de kracht Gods" (Mattheus
22:29). Ik denk dat op goede gronden betoogd kan worden, dat met de kracht Gods
hier de Heilige Geest wordt bedoeld. Ook (ja juist) op het gebied van de leer
hebben we de innerlijke leiding en correctie van Gods Geest nodig. De Geest die
ons waarschuwt als we op leerstellig gebied links of rechts afwijken. Ook op
het gebied van de leer moeten we (mede) door de Geest het spoor houden.
"Indien wij door de Geest leven laten wij ook door de Geest het spoor
houden" (Galaten 5:25). De gemeente geeft, als deze goed
functioneert aan alle leden een stuk bescherming tegen dwaling. Want alles wat
binnen een gemeente wordt gedaan en wordt onderwezen behoort door de anderen
te worden beoordeeld (Zie b.v.: 1 Kor 14:29). Alles wat binnen een gemeenschap
wordt geleerd, wordt door alle leden en speciaal door degenen, die de
geestesgave van leraar hebben, getoetst. De leer wordt in een gemeenschap (in
een bijbelse gemeente) niet alleen individueel, maar ook collectief in een
dialoog met elkaar getoetst en uitgezuiverd. E.21. Let op de felheid van Paulus"let op de honden" (Filip. 3:2) "die zij vervloekt, die zij
vervloekt" (Galaten 1:8,9) Paulus was boos en verontwaardigd over
het optreden van valse leraren en dat terecht. Valse leraren brengen
'verderfelijke' ketterijen (2 Petrus 2:1). Het gaat om het eeuwig behoud van
de mensen om ons heen. "Verontwaardiging greep mij
aan" (Psalm 119:53) E.22. Judas had ook liever niet over dit onderwerp geschrevenJudas had ook liever niet over valse
leraars geschreven, maar het moest gebeuren. Er waren valse leraren binnen
geslopen en daar moest hij over schrijven (Judas :3,4). E.23. Er komt een tijd dat de christenen[5] de gezonde leer niet meer zullen verdragen"Want er komt een tijd dat (de
mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat hun gehoor
verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen,
dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels
keren" (2 Tim. 4:3) Dit is een profetische uitspraak van
de apostel Paulus. Toen hij dit schreef was het nog toekomstig. Hier staat niet dat de mensen de leer
in het algemeen niet meer zullen verdragen. Er staat dat ze de gezonde
leer niet meer zullen verdragen. Valse leer kunnen ze wel verdragen, omdat
valse leer altijd aansluit bij de begeerten van de zondige menselijke natuur[6]. De
gezonde leer heeft dat "voordeel" niet. Het zuivere woord van God en
de gezonde leer gaan vaak tegen de natuurlijke verlangens in. "Deze rede is hard wie kan haar
horen?" (Johannes 6:60) "omdat hun gehoor verwend
is" ( 2 Tim. 4:3) De waarheid wordt ingeruild voor
verdichtsels (2 Tim. 4:4). Verdichtsels zijn verzinsels. E.24. Valse leer als oordeelAls God een mens (een christen) veel
licht, veel inzicht in de waarheid, geeft en hij of zij gaat daar niet op in,
dan kan uiteindelijk het oordeel van de verblinding komen. 2 Thess. 2:10-12. Ze hadden geen liefde tot de waarheid
en als oordeel zond God hun een leugen. Van de heidenen wordt gezegd dat God
hen openbaring, kennis had geschonken. Ze hebben die kennis van de waarheid, in
ongerechtigheid ten onder gehouden, verdrongen (Romeinen 1:18,19). Hoewel ze
Hem kenden, hebben ze God niet erkend (Rom. 1:21). Ook daar zien we dat op
verwerping van het door God gegeven inzicht, het licht in de harten uitgaat:
"en het is duister geworden in hun onverstandig hart" (Rom. 1:21).
Light rejected is light cast out. E.25. "Heer bewaar me voor de woede der theologen".Dit was de verzuchting, het gebed, van
Melanchton, één van de reformatoren van het eerste uur. Het is helaas een droevig feit dat
christenen onderling vaak over bijzaken met elkaar hebben gestreden en dat ze
elkaar daarom hebben afgewezen en als "afvallige of valse leraar"
hebben bestempeld. Ook is de toon, waarop de discussies werden gevoerd, soms
erg fel geweest. Maar felheid is niet altijd verkeerd, soms is het nodig om fel
te zijn (zie punt E.21.) Vaak hebben daarnaast andere onzuivere motieven in de
discussies en conflicten meegespeeld. Samenvattend kun je zeggen, dat er vaak
op vleselijke wijze gestreden is voor de gezonde leer. De oplossing is echter niet, dat we
daarom maar zwijgen als fundamentele zaken worden aangetast. Dan zou je het
kind met het badwater weggooien. We moeten "strijden voor het geloof dat
eenmaal de heiligen is overgeleverd" (Judas :3), maar dat moeten we doen
op een geestelijke wijze. Strijden voor het geloof moet onder
leiding van Gods Geest en in de kracht van de Heer gebeuren. Ook hier geldt:
“niet door kracht noch door geweld, maar door mijn Geest zegt de Here der
Heerscharen" (Zacharia 4:6). De strijd is niet tegen vlees en bloed, maar
tegen de geestelijke machten achter de valse leer en de valse leraren (Efeze 6:12; 1 Tim. 4:1). We mogen alleen iemand
"weerstaan" (Gal 2:5) als een fundamentele bijbelse waarheid op het
spel staat. We mogen elkaar niet verketteren om bijzaken. We kunnen leren van het voorbeeld van
Paulus. Hoe hij optrad tegen een valse leer, tegen valse leraren. Ik beperk me
tot zijn botsing, met wat wel de Judaďsten worden genoemd. De Judaďsten waren
een stroming binnen de gemeente, die beweerde dat de gelovigen uit de heidenen
zich moesten laten besnijden (Hand 15:1). Paulus beschrijft de inhoud van het
leerstellige conflict met de 'Judaďsten' in de Galatenbrief. Ook in andere
brieven vinden we dezelfde strijd terug. B.v. Filippenzen 2:2,3. Zie verder
Handelingen 15:1-33. Hoe heeft Paulus dit aangepakt? Hij
ging tegen de valse leer in. Hij ging de confrontatie aan. Hij is geen moment
voor hen opzij gegaan, omdat hij wist dat de kern van het evangelie op het spel
stond. "opdat de waarheid van het
evangelie bij u zou blijven" (Gal 2:4,5). Hij bestrafte Petrus openlijk
in deze zaak (Gal 2:11-14). Hij zocht mensen, leidinggevende broeders,
persoonlijk op (Gal 2:2). Dit waarschijnlijk ter voorbereiding van de grote
vergadering over deze kwestie, die in Handelingen 15 is beschreven. Hij zocht
steun bij de leiders van de gemeente. Hij bepleitte de zaak in brieven. Hij
deed dit al wenende (Filip. 3:18).
Paulus was behoorlijk fel in deze zaak. "Let op de honden, let op
de slechte arbeiders, let op de versnijdenis" (Filip. 3:2). "Met alle lankmoedigheid" (2
Tim. 4:2) E.26. De verantwoordelijkheid van de leidersHandelingen 20:28-31. God heeft de leiders van de gemeenten
(de oudsten, de voorgangers, de leraren van de theologische opleidingen, etc)
opgedragen om de kudde te beschermen tegen de grimmige wolven, tegen mannen die
verkeerde dingen spreken. Als een herder een grimmige wolf ziet komen, dan
moet hij optreden. Dan moet de herder de strijd aangaan. Niets doen is
plichtsverzuim. "our guilty silence" (ons
schuldigmaken stilzwijgen) Francis Schaeffer heeft het zo gezegd:
"Truth demands confrontation. But loving confrontation." Waarheid
vereist confrontatie maar wel confrontatie op liefdevolle manier. Luther heeft hetzelfde als volgt onder
woorden gebracht: "If I profess with the loudest
voice and clearest exposition every
portion of the truth of God exept precisely that little point, which the
world and the devil are at the moment attacking, I am not confessing Christ, however boldly I
may be professing Christ. Where the
battle rages, there the loyalty of the soldier
is proved and to be steady on all the battle front besides, is mere flight and disgrace, if he flinches at
that point[7]" “Als ik met luide stem en heldere
uitleg elk gedeelte van de waarheid van God belijdt, met uitzondering van dat
ene kleine punt, dat op dat moment wordt aangevallen door de wereld en de
duivel, dan belijdt ik Christus niet werkelijk, al mag ik nog zo vrijmoedig
Christus belijden. Waar de strijd woedt, daar wordt de trouw van de soldaat
beproefd en standhouden aan het gehele front is slechts vlucht en schaamte, als
hij toegeeft op juist dat punt.” Het is goed te begrijpen dat niemand
zin heeft in het voeren van een geestelijke strijd tegen valse leer en leraren.
We hebben het allemaal druk. We willen ons liever met opbouwende zaken bezighouden.
"Ik ben niet geschikt voor zulke dingen laat een ander dat maar
doen". Maar waar zouden wij zijn, als Luther
niet was gaan staan voor de waarheid? Waar zouden we zijn als Paulus niet tegen
de 'Judaďsten' was ingegaan. Waar zouden wij zijn als in de vorige eeuw de nu
zo gesmade fundamentalisten niet tegen de schriftkritiek waren ingegaan? Denkt
u dat zij allen enig plezier beleefden aan deze conflicten Zij hadden zeer
waarschijnlijk liever wat anders gedaan. Velen houden van C.H. Spurgeon maar
bijna niemand weet van de zware strijd, die Spurgeon tegen de in zijn tijd
opkomende vrijzinnigheid heeft gevoerd. Het heeft waarschijnlijk zijn dood
bespoedigd. Dit stukje van Spurgeon wordt genegeerd terwijl die strijd
voortkwam uit dezelfde ijver en liefde voor de waarheid, die ook zijn preken
en stichtelijke lectuur doortrok. Als hij een boek tegenkwam, waar b.v. de
betrouwbaarheid van de bijbel of de goddelijke natuur van Christus of een ander
belangrijk leerstuk werd aangetast, dan smeet hij het, zoals hij zelf
vertelde, in het haardvuur. Waarheid was bij hem altijd een persoonlijk zaak.
Het raakte hem diep. Persoonlijk heb ik de indruk, dat de
onwil of de aarzeling om de strijd aan te gaan als het om fundamentele zaken
gaat één van de redenen is waarom, op dit moment, op allerlei manieren de valse
leer binnen de evangelische/reformatorische beweging oprukt. Men belijdt vaak
zelf de waarheid nog wel, maar men wil er niet voor vechten. Men wil niet
degenen weerstaan, die de waarheid aantasten. De waarheid is het blijkbaar niet
waard om voor te strijden, om voor te lijden. Vrede ten koste van alles is de
mentaliteit, compromis na compromis wordt gesloten. "Omdat gij lauw zijt"
(Openbaring 3:16) Paulus trad direct op tegen de valse
leer van de Judaďsten. Hij had geen tijd te verliezen. Valse leer werkt immers
als zuurdesem. Hoe langer je wacht, des te moeilijker wordt het om de zaak te
keren. Ezechiël 3:18. Als je het onheil ziet komen en je
zwijgt, dan ben je medeschuldig. Een christen moet soms onverdraagzaam
zijn. "en dat gij de kwaden niet kunt verdragen" (Openb. 2:2). Er
zijn dingen die we moeten haten. "Dit hebt gij dat gij de werken der
Nikolaďeten haat, welke ook ik haat" (Openbaring 2:6). Als we dingen
verdragen die de Heer Zelf niet zou verdragen, dan is er iets mis met ons
geestelijk leven. Judas had ook liever over “het
gemeenschappelijk heil” geschreven, maar de ernst van de situatie, er waren
valse leraren binnengedrongen, dwong hem om daar voorrang aan te geven. [2]Zie punt E.13. [4] “een goed dienaar van Jezus Christus …welonderlegd in de woorden des
geloofs en de goede leer” (1 Tim. 4:6) |