27. Inzet in de plaatselijke gemeente

 

Hoe inzetten?

 

27.1. Er zijn, aanwezig zijn in de eigen samenkomst

 

Hebr. 10:25.

 

27.2. Volhardend deelnemen aan het gemeenteleven

 

"En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden" (Hand. 2:42)

 

In Handelingen 2:42 worden de vier hoofdbestanddelen van het gemeenteleven genoemd. Prediking en onderwijs (het onderwijs der apostelen), de gemeenschap (de omgang met elkaar), het breken van het brood (het houden van het avond­maal) en de gebeden (de gezamenlijke tijden van gebed, de bid­stond).

 

27.3. Inzet voor elkaar

 

Zorg op alle gebied. Geestelijk en mate­rieel. Meeleven met de anderen. Zie bijlage C.

 

27.4. Financieel bijdragen

 

Galaten 6:6.

De gemeente moet draaiende worden gehouden.

 

27.5. Dienen

 

Om een gemeente te laten draaien moet er van alles gedaan worden. Zoals het gebouw schoonmaken, de crèche, het gemeenteblaadje maken en verspreiden, enzovoorts. 

 

“dient elkander door de liefde (Galaten 5:13)

 

27.6. Je geestesgaven inzetten

 

Binnen de gemeente je beschikbaar stellen voor een taak, een bediening, waar de Heer je de geestesgaven[1] voor heeft gegeven. (1 Petrus. 4:10)

.

 

 



    [1]De geestesgaven worden uitgebreid besproken in twee hoofd­stukken van de bijbelstudie over de Heilige Geest.