18. Hoe voorkomen dat valse leer[1] de gemeente binnendringt?18.1. De maatregelenWat moeten we doen om te voorkomen dat
het zuurdesem[2]
van valse leer de gemeente binnenkomt? Welke richtlijnen geeft de bijbel? 18.1.1. Het goede leren- "om te onderrichten" (2
Tim. 3:16) - "leraars .. om toe te rusten ..
niet langer heen en weer geslingerd door allerlei wind van leer" (Efeze 4:11-14) Er moet systematisch onderricht worden
gegeven in de gezonde leer[3].
Het gevolg is toerusting met als resultaat dat de christenen niet meer heen en
weer geslingerd worden door allerlei wind van leer. Systematisch onderricht
geeft ruggegraat. De bijbel zegt dat er "allerlei
wind van leer" is (Efeze 4:14). "Allerlei", dat wil zeggen
valse leer komt in vele vormen op ons af. Valse leer wordt vergeleken met wind.
Als christenen niet "welonderlegd" zijn in de goede leer[4],
dan zijn ze als bladeren die meegevoerd worden door elke wind die blaast, dan
worden ze meegevoerd door elke valse leer die in de mode komt. Er moet vanuit de bijbel worden
onderwezen hoe het wel is. Dit moet systematisch en grondig gebeuren. Het moet
ook herhaaldelijk gebeuren omdat de kennis weg kan zakken en omdat er
telkens weer nieuwe mensen bijkomen. 18.1.2. Weerleggen "om te weerleggen" (2 Tim. 3:16) De valse leringen die op dit moment
spelen en rondgaan in de evangelische wereld moeten openlijk weerlegd worden.
Ze moeten met name genoemd en vanuit de bijbel worden weerlegd. Ook dit moet herhaaldelijk gebeuren.
Zo pakte Paulus het ook aan als er een valse leer de gemeente binnendrong (Zie
b.v. Hand. 15:2 en de Galatenbrief). De Here Jezus noemde valse leringen
met name (Openb. 2:14,15), Hij waarschuwde voor
een specifieke valse leer (Matth. 16:6,12). Paulus noemde valse leraren
bij name (b.v. 2 Tim. 2:17,18). 18.1.3. Duidelijk zijnWe moeten duidelijk zijn. Niet alleen
zeggen: "zo is het", maar ook zeggen: "zo is het niet." Zo
deed Paulus het. Als het éne waar is dan moeten we ook zeggen, dat het
tegenovergestelde daarom niet waar kan zijn, zie b.v. Efeze 2:8,9. Er was in
Paulus tijd verwarring over de wijze waarop een mens behouden moet worden.
Paulus bracht duidelijkheid door scherp af te bakenen. Dat deed hij door te
stellen hoe het wel was en hoe het niet was. Die twee stelde hij scherp
tegenover elkaar. Hij bevestigde het goede, en tegelijkertijd verwierp hij het
tegenovergestelde. Hij zei: het is "zo" en niet "zo". Hij noemde in Efeze 2:9 het positieve.
We worden behouden door genade, door geloof, het is een gave. En tegelijkertijd
noemde hij het negatieve: niet door werken, niet uit onszelf. 18.1.4. Verbieden om het verkeerde te brengen"verbieden om een andere leer te
brengen" (1 Tim. 1:3) Niet in prediking, bijbelstudie,
gemeenteblad, niet via de boekentafel, niet via de liederen. En dat niet alleen
in de gemeentesamenkomsten, maar ook in principe niet in de onderlinge
kontakten van de gemeenteleden. Het ene lid moet het andere geen boeken met een
verkeerde leer gaan geven, het ene lid moet het andere niet uitnodigen voor samenkomsten,
waar een verkeerde leer wordt gebracht. 18.1.5. Op een afstand houden, afscheiding- houd u buiten het bereik (1 Tim.
6:20,21) - onttrekken (2 Petrus 2:18) - houd ook dezen op een afstand (2
Tim. 3:5-9) - vermijd (2 Tim. 2:16-18) - Niet ontvangen (2 Johannes :10) Valse leer werkt volgens de bijbel als
zuurdeeg[5].
Een beetje zuurdeeg verzuurt op den duur alles.[6] De
enige manier om het meel te beschermen is contact met zuurdeeg te vermijden. De
enige manier om te voorkomen dat de gemeente doorzuurd raakt met valse leringen
is het zuurdesem van valse leer op een afstand te houden. Waar je mee omgaat,
daar word je door beïnvloed (1 Kor. 15:33). Dat betekent dat christenen die een
leer brengen die we buiten de gemeente willen houden op een afstand moeten
worden gehouden. Het probleem is dat zuurdesem niet
spectaculair werkt. Je kunt wat zuurdesem in contact met het meel brengen en
als je op korte termijn kijkt zal er niet veel waar te nemen zijn. Je kunt naar
samenkomsten gaan, waar een leer wordt gebracht die we buiten de gemeente
willen houden (b.v. naar charismatische samenkomsten), op het eerste gezicht
lijkt er weinig te gebeuren, maar de zaadjes van het verkeerde denken zijn
gezaaid. Vaak zegt men in overmoed: "Dat
zal mij niet gebeuren, ik kan er tegen, ik word er niet door beïnvloed. Dat
staat wel in de bijbel, dat we op afstand moeten blijven, maar in mijn geval is
dat niet nodig"[7]. Stel dat dit inderdaad opgaat, wat
volgens de bijbel niet het geval is, dan nog is er de verantwoordelijkheid ten
opzichte van de jongere, de zwakkere broeders en zusters. Die zien dat jij er
heengaat en redeneren snel als volgt: "Hij gaat, dus dan zal het wel goed
zijn, dan ga ik ook." Vooral als je een leidinggevende positie inneemt
speelt dit nog eens extra. Jij kan wel denken dat je er tegen kan, maar kan die
ander er tegen? "Misleidt uzelf niet" (1 Kor. 15:33). 18.1.6. Ook het besmette op een afstand houdenZie hoe een weinig zuurdeeg alles zuur
maakt. (1 Kor. 5:6; Galaten 5:9) Geregeld wordt de tegenwerping
gemaakt: Maar er is toch ook veel goeds in die samenkomsten, in die boeken. Dat
klopt, er wordt ook waarheid verkondigd, maar wel vermengd met leugen. Met
elementen van de goede bijbelse leer wordt er valse leer aangeboden[8]. We moeten geen dingen aanbevelen als
er naast veel goede dingen toch een verkeerde leer in staat. Ook niet naar een
conferentie gaan, als daar naast het goede toch ook verkeerde dingen worden gebracht
en gepraktiseerd. 18.1.7. Waarschuwen, vermanen, preventieDe gemeenteleden moeten gewezen worden
op het bestaan van valse leer en valse leringen[9].
De Here Jezus sprak er over met zijn discipelen (b.v. Matth. 16:6,11,12), hij
deed dat om ze vooraf te waarschuwen. Er moet gewezen worden op het gevaar van
de valse leringen die op dit moment op ons afkomen en er moet gewezen worden op
het gevaar van valse leringen in het algemeen. De bijbel heeft niet voor niets
heel veel over dit onderwerp te zeggen. Dit stukje van het bijbelse onderwijs
moet ook gebracht worden. De noodzaak tot het bewaren van afstand (het bijbelse
gebod tot afscheiding) moet ook onderwezen worden. De kudde moet gehoed worden (Hand.
20:28-31). De oudsten moeten niet alleen ingrijpen als de kanker van valse
leringen gemeenteleden aangrijpt, besmet. Het is veel beter te voorkomen dat
mensen "ziek" worden in hun denken. Er moet ook preventief worden
opgetreden. 18.1.8. Als mensen uit een achtergrond komen waar een verkeerde leer wordt gebracht dan moet daar speciaal aandacht aan worden besteedZeker voordat ze lid van de gemeente
worden. Bijvoorbeeld door het volgen van het deel van de basisbijbelstudie dat
over dat speciale punt gaat. 18.2. De praktijkOnze gemeente is b.v.
niet-charismatisch. Willen we de dwalingen van de charismatische beweging
buiten houden, dan moeten de hierboven genoemde maatregelen strikt uitgevoerd
worden. [1]Zie, voor een bespreking van het belang van de leer en
het gevaar van valse leer en valse leraren, bijlage E. [2]Valse
leer, dwaling, werkt als zuurdesem, zie punt 17.2.1. Zuurdesem werkt als gist.
Als je gist, of zuurdesem, in meel doet, raakt het gehele meel doorzuurd,
gegist.
[3]De evangelische leraren hebben de leer onderverdeeld in
9 hoofdonderwerpen. De leer over God, Jezus, de Heilige Geest, de bijbel, de
mens, de zonde, de verlossing, de engelen, de gemeente en de toekomst. Het
bijbelstudie boek wat u op dit moment leest behandelt één van deze negen
onderwerpen, namelijk de leer over de gemeente. Er moet systematisch onderwijs
worden gegeven d.w.z. op orderlijke wijze moeten alle negen onderwerpen
geregeld op verschillende niveau's worden uiteengezet. Over de noodzaak
van systematisch onderwijs, zie de documenten onder de link
"basisbijbelstudie" op mijn site <<http:/www.solcon.nl/apgeelhoed>> |