3. Wat zijn engelen? 3.1. Het zijn geesten "zijn
zij (de engelen) niet allen dienende geesten" (Hebr. 1:14) Dit wordt over de engelen gezegd. Het zijn dus geesten. Ze hebben geen
fysiek lichaam. Daarom zijn ze voor ons onzichtbaar. Ze kunnen zich wel zichtbaar maken.
Daarover later meer. 3.2. Het zijn dienende geesten "dienende geesten" (Hebr. 1:14) Niet zo maar geesten maar dienende
geesten. Ze zijn geschapen om God te dienen. In dit vers staat dat de heilige engelen
in opdracht van God de gelovigen dienen. "zijn zij niet alle dienende
geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen
beerven" (Hebr. 1:14) 3.3. Het zijn persoonlijkheden Het zijn personen. Engelen zijn niet
een 'iets' maar een 'iemand'. Het zijn geen robotten. De kenmerken van een persoonlijkheid
zijn:zelfbewustzijn, individualiteit, gevoelens,
gedachten, een eigen wil. Uit de Bijbel blijkt dat de engelen de
kenmerken van een persoonlijkheid hebben. We lezen b.v.
over de gevoelens van engelen. Zo staat er in de Bijbel dat er blijdschap bij
de engelen over een zondaar die zich bekeert. "Alzo
is er, zeg ik u, blijdschap bij de
engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert (Lucas 15:10). Ze zijn ook nieuwsgierig. Van de
engelen wordt gezegd dat ze grote interesse in het evangelie hebben. "in
welke dingen zelfs engelen begeren een blik te slaan" (1 Petrus 1.12) De engelen hebben ook een eigen wil.
Zo hebben b.v. alle engelen op een bepaald moment in
het verleden voor of tegen God gekozen. Dit laatste word besproken in hoofdstuk
16 en 17 van de serie bijbelstudies over de engelen. Hun individualiteit blijkt ook het
feit dat ze eigen namen hebben. Een engel met de naam Gabriel verscheen aan
Zacharias, de vader van Johannes Dooper en aan Maria, de moeder van Jezus. Zie
hoe de engel reageerde, met lichte verontwaardiging naar het schijnt, toen
Zacharias zijn boodschap niet direct geloofde: "Ik ben Gabriel die voor
Gods aangezicht sta ……" (Lucas 1:19) 3.4. Het zijn schepselen Engelen zijn door God geschapen. "Looft hem al zijn engelen … dat
zij de naam des Heren loven, want Hij gebood en zij waren geschapen"
(Psalm 148:2,5) God heeft alles wat is (waaronder de engelen)
geschapen, de zichtbare en de onzichtbare dingen. (Kol. 1:16; Openb. 4:11) Dat moet reeds
voor de schepping van de mens en voor de schepping van de aarde gebeurd zijn.
Want uit de bijbel blijkt dat de engelen erbij waren toen God de aarde grondvestte. God zei tegen Job:
"Waar waart gij, toen Ik de aarde grondvestte? ….wie
heeft haar hoeksteen gelegd terwijl de morgensterren tezamen juichten, en al de
zonen Gods jubelden?" (Job 38:4-7) De engelen worden in de bijbel wel 'zonen Gods' genoemd. Dat is ook het geval in de
hierboven geciteerde tekst uit Job. Zie verder Job 1:6, 2:1, 28:7. In Genesis 6:2, waar wordt gesproken
over 'de zonen Gods', gaat het waarschijnlijk ook over engelen. (Dit bijbelgedeelte wordt besproken in studie ….) Engelen worden in deze teksten zonen
Gods genoemd omdat ze allen direct door God geschapen zijn. Door een directe
scheppingsdaad van God. Net als Adam, die werd ook direct door
God geschapen en Adam wordt daarom ook zoon van God genoemd. "Jezus ….naar men meende de
zoon van Jozelf, de zoon van Eli, de zoon van Matthat, … de zoon van Adam,
de zoon van God' (Lucas 1:23-38) Wij, de christenen, zijn ook zonen van
God geworden door het geloof. "Want
gij zijt allen zonen van God door het geloof in
Christus Jezus"(Galaten 3:26 ). We hebben de Geest van het zoonschap
ontvangen (Romeinen 8:14). Dan is er nog het Zoonschap van de
Here Jezus. Hij is één van de drie personen van de drieenige God. Hij was God
van eeuwigheid en is daarnaast op een bepaald moment in de tijd ook mens
geworden (Johannes 1:1 en :14). Jezus is op een unieke
wijze zoon van God. Hij is dan ook DE Zoon van God, de eniggeborenen
Zoon van God (Joh. 1:18). Hij is God, zonder begin en einde, Hij is er altijd
geweest, en Hij is altijd God de Zoon geweest. 3.6. Ze sterven niet "want zij (de mensen na de
opstanding) kunnen niet meer sterven, immers zij zijn aan de engelen
gelijk" (Lucas 20:36) 3.7. Ze kennen geen voortplanting In Mattheus 22:30 zegt de Here Jezus
dat de engelen Gods in de hemel niet huwen. Daarom is er geen sprake van
vermenigvuldiging door voortplanting. Het aantal engelen blijft hetzelfde want
ze sterven ook niet (Lucas 20:36). Zie hierboven punt 2.4., de opmerkingen over 'de zonen Gods'. Dit zijn de belangrijkste feiten over het
wezen van de engelen. In een van de volgende hoofdstukken van de serie bijbelstudies over de engelen wordt besproken hoe een deel
van de engelen in opstand gekomen is tegen God de Schepper. Je hebt dus twee
soorten engelen. Heilige engelen die nog steeds God dienen en in opstand
gekomen engelen. De volledige serie
over de engelen |