23.
Satan is een verslagen vijand 23.1 Hij is ontwapend en onttroond De Bijbel zegt dat satan ontwapend en
onttroond is. "Hij (Jezus) heeft de overheden
en de machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd" (Kolossenzen
2:15) Heeft
ontwapend. Heeft
over hen gezegevierd. Het staat in de voltooide tijd. Dit is iets wat gebeurd
is. Het is een feit. Uit het verband van dit vers blijkt
dat het gaat om het verzoenend sterven van de Here Jezus op het kruis. (Kol.
2:11-15) De Here Jezus heeft door zijn dood aan
het kruis de satan niet alleen ontwapend en openlijk tentoongesteld maar ook
onttroond. "opdat Hij door zijn dood
hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen, en allen zou
bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij
gedoemd waren" (Hebr. 2:14) 23.2. Wat houdt het in? Wat betekent het dat de satan is
ontwapend en onttroond? 23.2.1. Ontwapend Als je ontwapend bent dan heb je geen
wapens meer. Dan kun je een ander niet meer gevangen houden of kwaaddoen. Welke wapens is satan door de dood van
Christus kwijtgeraakt? (1) Hij kan de mensen niet langer aanklagen bij God De mensen die op het offer van de Here
Jezus vertrouwen kan hij niet langer aanklagen bij God. Satan wordt in de Bijbel "de
aanklager van de broeders" genoemd (Openb. 12:10) Denk aan een strafzaak voor de rechtbank.
Daar treedt een openbaar aanklager op. (Een officier van justitie) De aanklager
is degene die de stafzaak in gang stelt. Hij dient de aanklacht in bij de
rechtbank en beargumenteert voor de rechter waarom de aanklacht terecht is. Hij
eist ook een bepaalde straf. De satan lijkt voor de hemelse rechtbank, voor God
in zijn funktie als rechter, iets dergelijks te doen. "want de aanklager van onze
broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen"
(Openb. 12:10) Satan klaagde de gelovigen dag en
nacht bij God aan. Op een bepaald moment maakt God daar, volgens deze tekst,
een einde aan. Dat is het moment waarop Satan definitief uit de hemel wordt
gegooid. Dat staat in het verzen ervoor (Openb 12:7-9). Merkwaardig dat God dit aanklagen
zolang toelaat. Bij Job zien we ook iets dergelijks
(Job 1 en 2). En in Zacharia 3:1. Waarschijnlijk heeft God dit toegelaten om
zijn rechtvaardigheid te openbaren en te verheerlijken. Om duidelijk uit te
laten komen dat Hij niet vergeeft ten koste van Zijn gerechtigheid (Rom.
3:25,26) als Hij de mensen vrijspreekt die hun vertrouwen op Jezus hebben
gesteld. Hoe komt het dat de satan ons niet
meer aan kan klagen? De bijbel
verklaart immers uitdrukkelijk dat ieder mens heeft gezondigd (Rom. 3:23).
Daarom kon de satan terecht ieder mens aanklagen bij God. Een aanklager bij de rechtbank wijst
op iemands schuld en eist een bepaalde straf. Door de dood van Christus kan
satan dat niet langer doen bij de hemelse rechtbank. Immers ieder mens heeft
wel gezondigd, maar ook kan ieder mens, door zijn vertrouwen op de Here Jezus
te stellen, van God vergeving voor al zijn zonden ontvangen. "Van
Hem (van Jezus) getuigen alle profeten, dat een ieder die in Hem gelooft,
vergeving van zonden ontvangt " (Hand. 10:43) "En in Hem (in Jezus) hebben wij
de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen" (Efeze
1:17) Als God je heeft
vergeven dan valt er door de duivel niets meer aan te klagen. Op dit moment is de Here Jezus de
advocaat (de voorspraak) van elke gelovige. Als de duivel God wijst op onze
zonden dan wijst de Here Jezus op het feit dat Hij Zelf al voor die zonde heeft
betaald met zijn eigen bloed. "En als iemand gezondigd heeft, wij
hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige: En
Hij is een verzoening voor onze zonden ….." (1
Joh. 2:1) Satan kan beschuldigen wat hij wil.
Het heeft geen enkele zin. God ziet op het offer van de Here Jezus en verklaart
ons onschuldig, rechtvaardig. (2) Elk mens kan nu uit de
invloedsfeer van de satan ontsnappen Satan is door de dood van Christus de
greep op de mensen kwijtgeraakt. Ze kunnen nu aan zijn macht ontsnappen. Ze
kunnen loskomen "uit de macht der duisternis" (Kol. 1:13; Hand.
26:18). De zonde veroorzaakt scheiding tussen
God en de mens (Jesaja 59:2). De zondige mens ging zijn eigen weg (Jesaja
53:6). Daarom trok God zijn bescherming van de mens tegenover satan terug en
kwam de mens in de macht van de boze (Efeze 2:2). De
mensen konden vanwege hun zonden niet terug naar God. Daarom konden zij niet
ontsnappen aan de macht van de satan. Nu is er, door het offer van de Here
Jezus, en door het geloof in Hem, wel een weg terug naar God. Als een mens zich
bekeert dan ontvangt hij vergeving van zonden en komt hij weer onder de
heerschappij en de bescherming van God te staan. Paulus kreeg van Godswege de opdracht
om de ogen van de heidenen te openen "ter bekering uit de duisternis tot
het licht en van de macht van de satan tot God". "Om
hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van
de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een
erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij (door het
geloof in Jezus)" (Hand. 2618) Als je in Jezus gelooft word je op dat
zelfde moment overgebracht uit de macht der duisternis in het Koninkrijk van
Jezus "En Hij (Jezus) heeft ons (de
christenen) verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het
Koninkrijk van de Zoon zijner liefde." (Kol. 1:13) Ieder mens kan nu ontsnappen. De satan
kan er niets tegen doen. Als iemand zich tot Jezus keert dan is de satan hem of
haar kwijt. Het enige wat hij nu nog kan doen is
proberen om de boodschap van de vergeving der zonden door het geloof in Jezus
voor zo veel mogelijk mensen verborgen te houden. Ook probeert hij de mensen
die horen van het evangelie er toe te bewegen om toch voor een leven in zonde
te kiezen. Dat doet hij b.v. door de mensen allerlei
verlokkende ongerechtigheid voor te houden. "met allerlei verlokkende
ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan" (2 Thess. 2:10) (3) Hij kan de mensen niet meer in
zijn greep houden door hun angst voor de dood Ten eerste hoeven mensen als ze in
Jezus gaan geloven niet meer bang te zijn voor wat de satan hen aan kan doen.
Ze staan onder bescherming van God. "Maar wel getrouw is de Here, die
sterken zal en u bewaren voor de boze" (2 Thess.
3:2) Satan kan wel ongelovige mensen kwaad
doen. Dat weten de mensen. Daarom zijn ze bang voor de satan en zijn demonen en
voor zijn dienaars de tovenaars en de afgodspriesters. (Zie studie nr. 24 "De macht van
de satan is reëel maar beperkt", punt 24.4 (1) ) Zo houden de satan en zijn dienaren de
mensen in hun greep. Ze oefenen een schrikbewind uit. Als je in een heidense
maatschappij b.v. weigert om de afgoden te dienen dan
wordt je gestraft, dan wordt je aangevallen. Door mensen maar ook rechtstreeks
door demonen. Met name door de vrees voor wat de
demonen hun kunnen aandoen zijn de mensen in heidense gebieden vaak bang om
zich te bekeren, ze zijn bang voor de wraak van de boze geesten. Alleen als ze
zien dat Jezus sterker is dan de boze durven ze zich
af te keren van de afgoden tot God. In het punt hierboven, punt (2), is besproken
dat ieder mens kan ontsnappen uit de macht der duisternis door in Jezus te
geloven. Door zijn dood aan het kruis heeft de Here Jezus deze
ontsnappingsroute mogelijk gemaakt. De boodschap aan de mensen die in
angst voor de satan, de demonen en de dood leven is
dat Jezus de weg tot God heeft geopend en dat ieder die zich bekeert vergeving
van zonde ontvangt en door God beschermd zal worden. Daarom hoeft niemand meer
angst te hebben voor wat de satan kan doen. De satan kan hen niet meer
terroriseren. Zo is de duivel onttroond. Hij kan niet meer beschikken over
leven of dood van de bekeerde mens. "opdat Hij door zijn dood
hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen, en allen zou
bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij
gedoemd waren" (Hebr. 2:14) Ten tweede is de satan de greep op de
christenen kwijt omdat zij niet meer bang voor de dood zijn. Een christen hoeft geen angst voor de
dood meer te hebben omdat hij weet dat de dood hem naar de hemel zal brengen.
Paulus zegt dat sterven gewin is. We zijn nog nog in de vreemde maar dan, als we sterven, zullen we onze intrek
bij de Here nemen. "Want het leven is mij Christus
en het sterven gewin ….van beide zijden wordt ik
gedrongen: ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is
verreweg het beste; maar in het vlees (in het lichaam) blijven is nodiger
om uwentwil." (Filp. 1:21-24) "Daarom zijn wij ten allen tijde vol goede moed, ook al weten wij, dat wij
zolang wij in het lichaam ons verblijf hebben, ver van de Here in den vreemde
zijn…….Maar wij zijn vol goede moed en begeren te meer ons verblijf in het
lichaam te verlaten en bij de Here onze intrek te nemen" (2 Kor. 5:6-9) Daarom hoeven we ook niet bang te zijn
voor vervolging. Alhoewel God ons beschermt tegen vloeken en
andere boze plannen van de satan en de boze geesten heeft God wel besloten om
toe te laten dat de christenen tijdens hun verblijf op aarde vervolgd kunnen
worden. Dit gebeurt onder Gods toelating en onder Gods controle. God
kanaliseert de woede van de goddeloze mensen. Vervolging hoort bij het
christenleven. Het is aangekondigd. "Om de zielen der discipelen te
versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door
vele verdrukkingen het koninkrijk Gods moeten binnengaan." (Hand. 14:22) Het moet. "Trouwens, allen, die in Christus
Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden" (2 Tim. 3:12)
Allen, niemand ontkomt hieraan. "Gelijk geschreven staat: Om
Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen.
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft
liefgehad." (Rom. 8:36) "Gedenk het woord, dat Ik, Jezus,
tot u gesproken heb: Een slaaf staat niet boven zijn heer. Indien zij Mij
vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen" (Johannes 15:20) Jezus heeft het voorzegd dat zijn
volgelingen vervolgd zullen worden. Door de ongelovige mensen, de heidenen,
door de naamchristenen,
door de maatschappij die God niet erkent. In dat verband zegt Jezus dat we niet
bang voor de dood moeten zijn. "Wees niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen uwer in
de gevangenis werpen, opat gij verzocht wordt, en gij
zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en ik zal
u geven de kroon des levens." (Openb. 2:10). "En zij hebben hem (de satan)
overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en
zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood." (Openb. 12:11) "Toen zeide Jezus tot zijn
discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en
neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen
behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijntwil,
die zal het vinden." (Matth. 16:25) Het lijden dat vervolging met zich
meebrengt hoeven we niet in eigen kracht te doorstaan. "maar wees mede bereid voor het
evangelie te lijden in de kracht van God" (2 Tim. 1:8) In de kracht Gods Ten derde worden door de dood van
Christus en door de prediking van de vergeving door het geloof in Jezus de vele
door satan geinspireerde religies ontmanteld. Religies die gebaseerd zijn op de
angst van de mensen voor de dood. Valse religies werken met angst voor
de dood. Daarmee jagen ze de mensen op. Daarmee maken ze de mensen tot slaven. Veel mensen zijn bang voor de dood
omdat ze niet weten wat er gaat komen en omdat ze onbewust wel beseffen dat ze
zondig zijn. Daarop heeft de satan ingespeeld door religies te ontwerpen die
een weg tot behoud door middel van werken aanbieden. Het gevolg van zo'n religie is dat je nooit zeker van je behoud bent, maar
je maakt een kans als je maar goed je best doet. Een voorbeeld van zo'n religie is het rooms-katholicisme. Zo houdt hij de
mensen in slavernij. 23.3.
Satan is ontwapend maar hij vecht nog
wel door Hij is ontwapend en onttroond. Wat dat
inhoudt is hierboven besproken. Hij kan niets doen tegen gelovigen, tenzij
onder Gods toelating. Hij kan de mensen niet meer verhinderen om uit zijn
machtsgebied en vanonder zijn terreur te ontsnappen. Hij moet ook wijken voor
het gezag van de naam van Jezus. Wij mogen in de naam van Jezus tegen hem
optreden in de dingen waar wij als gelovigen een mandaat van Godswege voor
hebben. Toch is de satan op dit moment nog
niet gebonden. Hij gaat rond, hij is actief. Hij is nog steeds de overste van
deze wereld. De boze machten beheersen nog steeds de
wereld In Efeze 6:12 worden ze de wereldbeheersers genoemd. De schreef Paulus
nadat Jezus was gestorven, opgewekt en opgevaren naar de hemel. Hij is de overste van de ongelovige
wereld die God niet erkent. En Hij probeert de gelovigen uit te
schakelen. Hij probeert de gemeente te vernietigen door vervolging, door verleiding
en door misleiding met valse leringen. Satan wordt pas gebonden direct nadat
Jezus terugkomt naar de aarde. Hij gaat rond "Wordt nuchter en waakzaam. Uw
tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal
verslinden. Wederstaat hem vast, in het geloof, wetenden dat aan uw
broederschap in de wereld hetzelfde lijden wordt toegemeten." (1 Petrus 5:8,9) Wij hebben te worstelen met boze geesten die op dit moment nog steeds de wereld
beheersen. "Want wij hebben te worstelen
niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de
wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze
geesten in de hemelse gewesten" (Efeze 6:12) (Zie de bijbelstudie
nr. 34 "We zijn veilig in de strijd met de machten" en studie nr. 37
"Hoe de satan en de boze geesten christenen
aanvallen" en " studie nr. 28 "Hoe geestelijk strijd te voeren,
hoe weerstand te bieden".) Het zal de duivel niet lukken om de
gemeente van Christus volledig te vernietigen. Maar hij probeert het wel. Jezus
zei: "op deze Petra zal ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het
dodenrijk zullen haar niet overweldigen." (Matth. 16:18) Ze proberen wel
de gemeente te overweldigen. De duivel weet dat hij een verloren
strijd aan het vechten is, maar hij vecht toch door. Je kunt het vergelijken
met Hitler. Op het moment dat de geallieerde legers in Noord Frankrijk aan land
waren gekomen en een bruggenhoofd hadden opgebouwd was voor hem in feite de
oorlog verloren. Al zijn generaals wisten het. Toch bleef hij doorvechten. Hij
wilde zoveel mogelijk mensen in zijn val meeslepen. "Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee,
want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende dat hij
weinig tijd heeft." De duivel kent zijn einde. De boze geesten wisten dat er een tijd zou komen waarop ze
gestraft, gepijnigd, zouden gaan worden. Toen de Here Jezus tijdens zijn
optreden in Israel boze geesten tegenkwam zeiden ze
Hem. "Je bent te vroeg, het is nog niet de tijd." "En zie, zij (de boze geesten in de bezeten mensen) schreeuwden, zeggende:
Wat hebt Gij met ons te maken, Zoon van God? Zijt Gij hier gekomen om ons voor
de tijd te pijnigen?" (Mattheus 8:29) 23.4.
Heeft de satan een legaal recht op de
aarde? Heeft satan een legaal recht op de
zondige mens? In charismatische literatuur kwam ik
de volgende theorie tegen: 1.Adam en eva zijn indertijd door God
aangesteld als een soort onderkoningen onder Hem over de aarde. Zij hadden van
God het gezag over de aarde gekregen. 2.Toen Adam en Eva in de hof van Ede
zondigden kwamen ze onder heerschappij van de satan te staan. 3.En daarmee kwam indirect de aarde
onder controle van de boze te staan. 4.Adam en Eva hadden een legaal recht
op de aarde. Dat recht is nu overgegaan op de satan. De satan is daarom
rechtens de overste van de wereld. De eerste drie punten komen overeen
met de bijbel. Het vierde punt heeft geen basis in de bijbel. Nergens staat dat de satan ergens
recht op heeft. Hij is slechts een opstandeling. Een opstandeling tegen God,
tegen het wettige gezag. God had als schepper recht op de gehele schepping. De
satan heeft Gods gezag verworpen. God laat hem een bepaalde ruimte. Die ruimte werd voor de satan een
groter toen de mens zondigde. De mens ging zijn eigen weg en begon God te
vervangen door afgoden (Romeinen 1:18-32). God trok daarop zijn beschermende
hand terug. Waar God zijn hand terugtrekt daar rukt de satan op. De satan is
overste van deze wereld omdat God hem die ruimte laat, niet omdat hij daar
recht op zou hebben. Als opstandelingen ergens op aarde een
gebied veroveren dan hebben ze daar geen recht op. Toch is het een realiteit
waar men om praktische redenen rekening mee moet houden. Daarom maakt men in de
wereld onderscheid tussen twee soorten erkenning. Een erkenning de 'de jure' en een
erkenning 'de facto'. Bij een erkenning 'de jure' erkent men de machthebbers
van een door hen beheerst gebied volledig. Bij een erkenning 'de facto', erkent
men alleen de situatie zoals die opdat moment bestaat, zonder dat men het recht
van die machten op de regering erkent. Als Jezus de satan 'de overste der
wereld' noemt dan is dat niet meer dan een erkenning 'de facto'. Het is zeker
geen erkenning van satans recht op de wereld. De volledige serie
over de engelen |