15. De satan, tegenstander van God 15.1. De Bijbel spreekt over de satan "En de grote draak … de oude
slang, die genaamd wordt duivel en de satan" (Openb. 12:9) "de draak, de oude slang, dat is
de duivel en de satan"
(Openb. 20:2) 15.2. Meerdere namen De Bijbel geeft de satan ook andere
namen. (1) De duivel "En de grote draak … de oude
slang, die genaamd wordt duivel en de satan" (Openb. 12:9) "de draak, de oude slang, dat is de
duivel en de satan"
(Openb. 20:2) (2)
De draak of de grote draak "En de grote draak … de
oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan" (Openb. 12:9) "de draak, de oude slang,
dat is de duivel en de satan" (Openb. 20:2) Niet een draak maar 'de' draak. (3) De slang of de oude slang "En de grote draak … de oude
slang, die genaamd wordt duivel en de satan" (Openb. 12:9) "de draak, de oude slang,
dat is de duivel en de satan" (Openb. 20:2) Het gaat om 'de' slang. De is het
bepaald lidwoord, het gaat om een bepaalde slang. (4) De boze "De Here, die u ..zal .. bewaren
voor de boze" (2 Thess. 2:3) "dat gij
hen bewaart voor de boze"
(Johannes 17:15) "verlos ons van de boze"
(Matth. 6:13) Niet van 'het' boze
maar van 'de' boze. (5) Beëlzebul "Beëlzebul, de overste der (boze) geesten" (Matth. 12:24) 2 Koningen 1:2 Matth. 10:25 (6) De Verzoeker "de duivel ..
de verzoeker kwam en zeide tot Hem …" (Matth. 4:1-11) "of de verzoeker u misschien
verzocht had" (1 Thess. 3:4) (7) De God van deze eeuw "ongelovigen wier overleggingen
de god dezer eeuw met blindheid geslagen heeft" (2 Kor. 4:4) (8) De overste dezer wereld De overste van deze wereld. De commandant van deze wereld. Johannes 12:31. "nu zal de overste van deze
wereld buiten geworpen worden" Zie ook Johannes 14:30 16:11 (9) De overste van de macht der lucht Efeze 2:2 "overeenkomstig
de overste van de macht der lucht, van de geest die thans werkzaam is in
de kinderen der ongehoorzaamheid" 15.3. Het is een persoon De satan is niet een onpersoonlijke
invloed of slechts een symbool voor het kwaad. Het is een werkelijk bestaande
persoonlijkheid. Hij is niet een 'iets' maar een iemand. Hij verschijnt b.v.
voor God en God heeft een gesprek met hem. "En de Here zeide tot satan:
Vanwaar komt Gij? En de satan antwoordde de Here: Van een zwerftocht over de
aarde." Later verschijnt hij aan Jezus in de woestijn en heeft daar een
gesprek met Jezus (Matth. 4:1-11). Satan, duivel, de boze
zijn een eigennaam en niet een soortnaam. 15.4. De betekenissen van de namen De namen vertellen iets over het
karakter, de activiteiten en de positie van de satan. Hierboven, In punt 15.2., zijn naast de voornaamste namen van de satan op een rij
gezet. Nu iets over de betekenis van de namen: + De naam satan De betekenis van het Hebreeuwse woord
satan is tegenstander, hater, vijand. In het Nieuwe Testament, geschreven in
Grieks, wordt onvertaald het originele Hebreeuwse woord gebruikt. De satan is niet zomaar een
tegenstander, het is de tegenstander van God. Hij haat God. Hij is de
vijand van God. Dat is de betekenis die zit in naam satan. Daar staat die naam
voor. Satan is de tegenstander en hater van God en van alles wat met God
verbonden is. Dit wordt nader besproken in punt
15.6. + De naam duivel Dit is een Grieks woord en betekent
aanklager, lasteraar. Satan klaagt de mensen en de gelovigen
dag en nacht bij God aan. Hij wordt de 'aanklager van de
broeders' genoemd. "want de aanklager van onze
broeders die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen"
(Openb. 12:10) De duivel kan ons aanklagen wat hij
wil, maar wij hebben een advocaat bij de hemelse rechtbank. Dat is de Here
Jezus die na elke aanklacht van de duivel er op wijst dat Hij ook voor die
bepaalde zonde reeds heeft betaald met zijn eigen
bloed. "Mijn kinderkens, dit schrijf ik
u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand
gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak (een advocaat) bij de Vader, Jezus
Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet
alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld" (1 Johannes
2:1,2) Zie ook Zacharia 3:1-10. De satan klaagt de hogepriester Jozua
aan. Let op de reactie van de Here God. "doet hem, Jozua, de vuile kleren
uit" (3:4) "Zie, Ik neem uw ongerechtigheid
van u weg, Ik trek u feestklederen aan" (3:4) Ook wij hebben, toen we tot geloof
kwamen, schonen kleren gekregen. Wij hebben onze vuile gewaden
witgemaakt in het bloed van het Lam. "zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt gemaakt in het bloed van
het Lam" (Openb. 7:14) Dat geldt voor iedereen die zijn
vertrouwen op de Here Jezus en zijn offer heeft gesteld. De duivel klaagt niet alleen de mensen
aan bij God. Hij belastert hen ook. Hij twijfelt b.v.
openlijk aan de oprechtheid van hun motieven. Dat deed hij onder mere bij Job. Zie Job 1:6-11. (Zijn laster: Job gedraag
zich nu wel vroom maar dat doet hij uit berekening en niet uit dankbaarheid en
liefde en onderwerping aan zijn Schepper.) Hij belastert ook God bij de mensen. De duivel klaagt niet alleen de mensen
aan bij God. Hij belastert ook God bij de mensen. Dat deed hij b.v.
bij de verzoeking van Eva (en Adam) in Genesis 3:1-6. Hij beweerde ronduit dat God had
gelogen, dat God de waarheid niet had gesproken. God had Adam en Eva gezegd dat
ze zouden sterven als ze aten van de boom der kennis van goed en kwaad. Satan
zei "gij zult geenszins sterven" (Gen. 3:4).
Verder suggereerde hij dat God tegen
hen had gelogen omdat God jaloers op hen was. Volgens, satan wilde God niet dat
Adam en Eva gelijk aan Hem zouden worden. Dat zou dan de echte reden zijn
waarom God hen verboden had om van de boom der kennis van goed en kwaad te
eten. God stond door zijn gebod, zo
suggereerde de satan de ontwikkeling en ontplooiing van de mensen in de weg.
"God wil jullie klein houden, God staat jullie ontwikkeling in de weg, God
is jaloers Hij wil niet dat jullie op zijn niveau komen, daarom heeft Hij
jullie de leugen over het sterven als gevolg van het eten van de verboden boom
verteld." De naam duivel spreekt dus over het
lasteren en aanklagen wat de satan doet. Letterlijk betekent het ook
'dooreenwerpen'. De satan verstoort alle relaties. + De naam Beelzebul Beelzebul wordt de overste van de boze geesten genoemd (Math. 12:24). Het was de naam van een
heidense god waarvan men geloofde dat hij de commandant van alle boze geesten was. + De slang of de oude slang (Openb. 12:9; 20:2) Dit is één van de beelden die de bijbel
voor de satan gebruikt. Het is echter niet zo maar een beeld. De satan is de
slang. Niet 'een' maar 'de' slang. Het beeld van de slang spreekt van het
listige en verraderlijke karakter en optreden van de satan. Een slang is een roofdier.
Het ligt in een hinderlaag te wachten op zijn prooi en slaat dan plotseling
toe. Het bijt plotseling in de hiel (Gen. 49:17) De naam verwijst ook naar de
verzoeking van Eva en Adam in de hof van Eden (Genesis 3:1-6). Toen gebruikte
de satan een slang om door heen te spreken. Satan benaderde Eva niet direct,
hij gebruikte daarvoor een slang. Hij sprak vanuit en door het dier. Een dier
kan immers niet spreken. Het is niet een letterlijk slang die
verleidt het is de satan zelf die wordt voorgesteld onder het beeld van een
aardse slang en die bij de verleiding van Eva en Adam gebruikt maakte van een
slang als medium (2 Kor, 11:3). "En de grote draak … de oude
slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleid" (Openb.
12:9) Het is de duivel, de slang die de wereld verleid.
Vanaf het moment dat hij Adam en Eva verleidde is de duivel hier mee
doorgegaan. Hij worde 'de oude slang' genoemd.
Oud. De duivel was er al bij de verleiding van de eerste mensen en hij is de
gehele geschiedenis van de mensheid tot nu toe actief geweest. Vandaar de oude
slang. + De grote draak (Openb. 12:9, 20:2) Dit wijst op de woeste beestachtige
natuur van de satan. + De god van deze eeuw (2 Kor. 4:4) Overal dienen de mensen afgoden en niet
de ware God (Romeinen 1:18-32). De bijbel zegt dat er
boze geesten achter de dienst aan de afgoden zitten. In feite dient en vereert
men in alle soorten afgodendienst de boze geesten, en
het hoofd van de boze geesten is de satan. (1 Kor. 10:19-21, Openbaring 9:20) In die zin is de satan dus letterlijk
de god van deze eeuw, de god van deze tijd. Hij wordt wereldwijd, in de
afgoden, vereerd en aanbeden. Er komt zelfs een tijd dat satan
openlijk en rechtstreeks, dus niet via afgoden, wereldwijd aanbeden zal worden.
Dat zegt het profetisch woord. "En zij (de gehele aarde)
aanbaden de draak, omdat hij aan het beest (dat is de komende antichrist) de
macht gegeven had." (Openbaring 13:4) + De overste van deze wereld (Joh. 12:31; 14:30;
16:11) Met wereld wordt hier de kosmos
bedoeld. In de bijbel heeft dat vaak de betekenis van
de geordende menselijke maatschappij. De bijbel zegt
dat de gehele menselijke maatschappij, in al zijn facetten, onder controle
staat van de satan. Hij is de overste (de leider, de commandant, de
bevelhebber) van deze wereld. Het gaat hier om de maatschappij waar men God
niet erkent en waar men zich niet wil onderwerpen aan het woord van God. De satan en zijn demonen worden daarom
ook 'de wereldbeheersers dezer duisternis genoemd'.
(Efeze 6:12) Dit wordt nader besproken in studie
nr. 24. "De macht van de satan is reëel maar beperkt". + De boze
en de verzoeker Deze namen zijn op zich al duidelijk.
De satan verzoek mensen en ook de gelovigen. Zo verschijnt hij ook voor de
eerste keer in de Bijbel (Gen. 3:1-6). Hij is ook de boze,
hij is boosaardig, zondig, slecht. ]15.5. Het verdorven karakter van de satan Het verdorven karakter van de satan
blijkt allereerst uit zijn daden. Zijn verdorven karakter wordt direct
duidelijk als we hem voor de eerste keer tegenkomen in de Bijbel, in Genesis
3:1-6. Daar wordt beschreven hoe de Satan Eva met leugens er toe verleidde om
te eten van de boom der kennis van goed en kwaad. Zo stortte hij Adam en Eva in
het ongeluk en veroorzaakte hij hun fysieke en geestelijke dood. Over de duivel wordt het volgende
gezegd door de Here Jezus: (Hij spreekt hier tot een groep joodse toehoorders die zich tegen Hem
verzetten) "Gij (de
toehoorders) hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen.
Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er
is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar
zijn aard. Want hij is een leugenaar en de vader der leugen" (Johannes
8:44) Hij wordt hier de satan een
mensenmoordenaar genoemd en de vader der leugen. Hij spreekt en handelt 'naar
zijn aard'. Hij liegt en moordt. Dat zijn de
begeerten van de duivel. "de begeerten van uw vader, de duivel" Hij haat niet alleen God maar ook alles
wat bij God hoort en wat God weerspiegelt en vertegenwoordigt, waaronder de
mensen. De mens is immers naar het beeld van God geschapen. 15.6. Hij is de tegenstander van God Satan verzet zich tegen God, hij
probeert God tegen te werken. Dat laat God tot op
zekere hoogte toe, binnen bepaalde grenzen. God staat boven de
activiteiten van de satan. Hij weet van tevoren wat de satan van plan is, Hij
kanaliseert satans boze daden en heeft ze van te voren
ingepast in zijn plan met de wereld. (Dit wordt nader besproken in studie
nr. 19 "Waarom heeft God het toegelaten" en studie nr. 20
"Waarom maakt God niet direct een einde aan de opstand.") God schiep de mens en gaf hem de
opdracht om, namens Hem, de aarde te beheren (Genesis 1:26). De satan viel
direct dit plan van God aan door de mens te verleiden tot ongehoorzaamheid
(Gen. 3:1-6). Zo probeerde hij God 'in de wielen' te rijden. Satan probeert alles wat bij God hoort
en wat God weerspiegelt en vertegenwoordigd op aarde te vernietigen. Hij probeert
Gods plannen tegen te werken. Zo zit hij b.v.
ook achter de vervolging van de gemeente (Openb. 2:10). De satan heeft zijn eigen doelen waar
hij naar toe werkt, zijn eigen agenda. Hij heeft ook zijn eigen taktieken om
dit te bereiken. Zijn doelen gaat dwars tegen Gods plannen in. Zie studie nr. 29 "Waar de satan
naar streeft, zijn doelen, wat hem beweegt" en
studie nr. 32 over "Satans taktieken". Ter illustratie volgen hieronder
enkele voorbeelden uit de bijbel van Satans
tegenwerking. Satan probeert de invloed van de
prediking weg te nemen uit de harten van de toehoorders. "Zie, een zaaier ging uit om te
zaaien. En bij het zaaien viel een deel langs de weg en de vogels kwamen en
aten het op ……..bij een ieder, die het woord van het Koninkrijk hoort en het
niet verstaat, komt de boze en rooft wat in zijn hart
gezaaid is .. (Matth. 13:3,4,19) De satan zaait onkruid tussen het
goede zaad. Hij infiltreert de christenheid met zijn eigen dienaren. "Nog een gelijkenis hield Hij hun
voor en Hij zeide: Het Koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand die goed
zaad gezaaid had in zijn akker. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn
vijand en zaaide er onkruid over heen, midden in het koren, en ging weg. ………….. dat heeft een vijandig mens gedaan …." (Matth:13:24-28) "Hij antwoordde en zeide: Die het
goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; de akker is de wereld; het goede zaad,
dat zijn de kinderen van het Koninkrijk; het onkruid zijn de kinderen van de boze, de vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel……"
(Matth:13:37-39) Satan werkte Paulus tegen. Paulus
probeerde terug te keren naar de christenen te Thessalonica. Hij wilde hen
verder opbouwen in het geloof. Het was zijn bedoeling om het werk dat hij daar begonnen was
afmaken. De satan werkte dat tegen. Paulus legde zich daar overigens niet bij
neer (2 Thess. 3:10-12). "Wij, of liever: ik, Paulus, heb
namelijk een en andermaal tot u willen komen, doch de satan heeft het ons
belet." (2 Thess. 2:10) Nog een voorbeeld. Via één van zijn dienaren
probeerde de satan mensen afkerig te maken van het geloof. "En na het gehele eiland
doorgetrokken te zijn … troffen zij een zekere tovenaar aan, een valse profeet,
een Jood, wiens naam was Bar Jezus; Hij hield zich op
bij de landvoogd Sergius Paulus, een verstandig man. Deze begeerde het woord
Gods te horen en liet Barnabas en Saulus tot zich roepen. Maar Elymas, de
tovenaar, want zo wordt zijn naam vertaald, verzette zich tegen hen en
trachtte de landvoogd van het geloof afkerig te maken. Doch Saulus, anders
gezegd Paulus, vervuld met de Heilige Geest, zag hem scherp aan, en zeide: Zoon
des duivels, vol van allerlei list en streken, vijand van alle gerechtigheid,
zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te
verdraaien? En nu, zie, de hand des Heren keert zich
tegen u, en gij zult een tijd lang blind zijn en de zon niet zien. En terstond viel op hem donkerheid … (Handelingen 13:6-11) De duivel zat ook achter een
vervolging van de gemeente in Smyrna. "Zie, de duivel zal sommigen uwer
in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht (beproefd)
wordt, en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen." Zo probeerde de
duivel het getuigenis voor de Here Jezus in de stad Smyrna te vernietigen. Jezus kondigde van te voren aan dat dit zou gebeuren. Hij
was er al van op de hoogte en liet het toe. Tot zover enkele voorbeelden van de
tegenwerking van de Satan. De satan en zijn engelen, dat zijn de boze geesten, zijn ook onze voornaamste tegenstanders.
(Efeze 6:12,17; 1 Petrus 5:8,9; 1 Thess. 3:5). (Zie studie nr. 34. "We zijn
veilig in de strijd met de machten". En de studies nr. 37. "Hoe de boze geesten christenen aanvallen" en nr. 38. "Hoe
geestelijk strijd te voeren, hoe weerstand te bieden". Begin met studie
nr. 34. ) 15.6. De dwaasheid van het verzet van de satan. Een ongelijke strijd. Satan is slechts een schepsel. Hij is
een in opstand gekomen engel. (Zie studie nr. 16 "De zondeval van de Satan"). Hij is geen partij voor de
almachtige en alwetende God. Het is onbegrijpelijk hoe de satan heeft kunnen
denken dat hij zich met succes zou kunnen verzetten tegen de Almachtige God?
Zijn verzet is irrationeel. Tegen alle gezond verstand in. Tegen alle logica in. God lacht om zijn vijanden. Dat geldt
voor de mensen, maar het geldt voor al zijn schepselen, ook voor opstandige
engelen. "Die in de hemel zetelt, lacht;
de Here spot met hen"
(Psalm 2:4) "Waarom woelen de volken en
zinnen de natien op ijdelheid? De koningen der aarde scharen zich in slagorde
en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde: Laat ons hun
banden verscheuren en hun touwen van ons werpen! Die in de hemel zetelt, lacht;
de Here spot met hen. Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn,
en verschrikt hen in zijn gramschap: Ik heb immers mijn koning gesteld over
Sion, mijn heilige bergt" (Psalm
2:1-6) Hoe kan de klei zich ooit met succes
verzetten tegen de pottenbakker? Hoe kan een schepsel zich ooit met succes
verzetten tegen de eigen schepper? In de bijbel staat
zelfs dat alle dingen hun bestaan hebben in God. Ze worden gedragen (in stand
gehouden) door de wil en de macht van God. Van Jezus wordt gezegd dat Hij
"alle dingen draagt door Zijn macht." (Hebr. 1:3) Het komt er dus op
neer dat Jezus, naar Zijn Goddelijke natuur, ook de satan momenteel draagt, in
stand houdt. Er klopt niets van het beeld dat men
in sommige (charismatische) kringen heeft van de strijd tussen God en satan.
Het is geen worsteling tussen twee gelijkwaardige partijen waarbij God, Jezus
en de gelovigen met een uiterste krachtsinspanning net de overhand op de boze machten behouden. God heeft de val van de satan
toegelaten en laat hem binnen bepaalde grenzen zijn gang gaan. Maar dat alles
gebeurt onder controle van God. God is bezig met het uitvoeren van
zijn plannen. De grote lijn is in de Bijbelse profetie voorzegd. Een van de
gebeurtenissen die er aan komen is het grijpen en binden van satan. Als God het
tijd vindt dan stuurt hij een engel die de satan grijpt. Zo simpel is het voor
de Almachtige God. "En ik zag een engel nederdalen
uit de hemel met de sleutel des afgrond en een grote keten in zijn hand; En hij
greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond
hem." (Openb. 20:1,2) 15.7. Niet altijd satan geweest, niet altijd slecht geweest De satan is als een goede engel
geschapen. Op een bepaald moment is hij tegen God in opstand gekomen. (Zie studie nr. 16. "De zondeval
van de satan") Op dat moment is hij pas de satan (de tegenstander) geworden. 15.8. Hij heeft vele
medestanders Satan staat niet alleen. Hij heeft
vele medestanders en medewerkers. (1) Allereerst zijn er de boze
geesten, de gevallen engelen Een groot aantal van de engelen is hem
gevolgd in zijn opstand. (Zie, studie nr. 17. "Andere engelen zijn hem gevolgd in zijn
opstand") De Bijbel spreekt over de satan en
zijn engelen. "voor de duivel en zijn
engelen" (Matth. 25:41) "ook de draak en zijn
engelen voerden oorlog" (Openb. 12:7) Hij is beëlzebul de overste (de commandant)
van de boze geesten (Matth. 12:24). (2) Dan zijn er de
mensen die onder zijn invloed staan "Gij hebt de
duivel tot vader" (Joh. 8:44) Die mensen willen ook
de werken van de satan doen. "gij hebt de duivel tot vader en wilt de
begeerten van uw vader doen" (Joh. 8:44). Zo werken ze, vaak onbewust, met
satan mee. "Hieraan zijn de
kinderen Gods en de kinderen des duivels kenbaar" (1 Joh. 3:10) Alle mensen die de
ware God niet erkennen en dienen worden door satan beinvloed. (Efeze 2:2) Een speciale groep
zijn de tovenaars, de occultisten. Twee voorbeelden uit
de Bijbel. Jannes en Jambres "Zoals Jannes en
Jambres, de tegenstanders van Mozes, staan ook deze de waarheid tegen" (2
Tim. 3:8) Zie ook Exodus 7:10,11. Elymas "Maar Elymas, de
tovenaar, … verzette zich tegen hen (tegen Paulus en Barnabas) en trachtte de
landvoogd van het geloof afkerig te maken"
(Hand. 13:8) De volledige serie
over de engelen |