12.
Een eigen beschermengel? 12.1. De idee van een persoonlijke beschermengel Sommigen (b.v.
vele rooms-katholieke mensen) leren dat ieder mens of iedere gelovige een eigen
persoonlijke beschermengel heeft. Het is zeker een bijbels
feit dat engelen namens God de gelovigen beschermen. Dat is eerder besproken in
deze serie bijbelstudies over de engelen.(Studie 7,
"Wat doen ze? De taak van engelen", onderdeel 7.3., punt
(3) ). Maar dit gaat een stapje verder. Het gaat verder dan bescherming door
engelen, het gaat om bescherming door een persoonlijke beschermengel. 12.2. Geen deugdelijke basis in de Bijbel Er staat nergens uitdrukkelijk in de bijbel dat elke gelovige een eigen beschermengel heeft.
Daarom is deze leer speculatief. We moeten niet verder gaan dan de Bijbel doet.
Het is geestelijk gezien altijd gevaarlijk als we gaan speculeren, als we
verder gaan dan de Bijbel zelf. Waar de Bijbel over zwijgt daarover moeten wij
ook zwijgen. Er is één tekst waarmee wordt
geprobeerd om de leer over een persoonlijke beschermengel te bewijzen vanuit de
Bijbel. Men leest echter meer in de tekst dan er staat of dat er met zekerheid
uit opgemaakt kan worden. "Zie dan toe dat gij niet één dezer kleinen veracht. Want Ik zeg u, dat hun
engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien
van mijn Vader, die in de hemelen is." (Mattheus 18:10) "deze kleinen … hun engelen" Wie zijn deze kleinen? Het gaat om
kinderen (18:2), het gaat om degenen die zichzelf gering achten als een kind (18:4).
Over deze kleinen wordt gezegd dat ze in Jezus geloven: "één dezer kleinen die in Mij geloven' (18:6). Over deze groep 'kleinen' wordt gezegd
dat ze verbonden zijn met een groep engelen. Er is sprake van "hun
engelen". Er is dus een band tussen de kleinen en een aantal engelen. Over beschermen zegt de tekst niets.
Van de engelen wordt alleen gezegd dat deze
"voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen
is." Wat ze daar doen wordt niet uitgelegd. Er staat niet dat deze engelen
voortdurend in de buurt van deze kleinen zijn om ze te beschermen. Er staat
juist dat ze niet in de buurt zijn want ze zijn blijkbaar in de hemel aangezien
ze voortduren het aangezicht van God de Vader zien. Het gaat in deze tekst niet om
bescherming door engelen van de eenvoudige gelovigen. Dan gaat het om kinderen
die in Jezus geloven maar ook om andere gelovigen die zichzelf gering achten
als een kind. Deze tekst vormt een onderdeel van een ernstige vermaning om
eenvoudige gelovigen niet tot zonde te verleiden. Om ze ook niet te minachten.
Er worden verschillende redenen gegeven waarom we voorzichtig en respectvol met
eenvoudige gelovigen om moeten gaan. Ten eerste zijn zij juist degenen die in
Gods ogen het grootste zijn in het koninkrijk van God (18:1-4). Ten tweede zal
het heel slecht met je aflopen als je zulke eenvoudigen tot zonde verleid. En
ten derde moeten we ze niet gering achten want met deze kleinen is een groep
engelen verbonden. En dat niet zomaar engelen, maar engelen die voortdurend het
aangezicht van God zien. Er is dus een groep kleinen en die is
verbonden met een groep engelen. Dit bewijst nog helemaal niet dat elke kleine
een eigen engel heeft. Want je kunt het ook zo opvatten dat er een groep
engelen is die verbonden is met deze groep kleinen. Deze engelen houden zich
bezig met de groep. De ene keer met die, de ander keer met de volgende, de
volgende keer met een aantal tegelijk. Er is nog een tekst waar men zich op
beroept. "En zij zeiden: het is zijn
engel" (Handelingen 12:15) Petrus is zojuist door een engel van
God bevrijdt uit de gevangenis. Hij gaat direct vanuit de gevangenis naar het
huis van Maria, de moeder van Johannes. De deur is gesloten. Hij klopt aan. Men
herkent de stem van Petrus en van blijdschap raakt men in de war. Een van de
dingen die werden zijn gezegd is deze uitspraak "het is zijn engel". Dat is een onbegrijpelijke uitspraak.
Er staat iemand aan de deur, hij klopt, door de deur heen hoort men de stem van
Petus. Maar, zo denkt men, het kan Petrus niet zijn want die zit in de
gevangenis. Wat kan het dan zijn? Sommigen veronderstelden dat het zijn engel
was. Een engel die dus sprak met de stem van Petrus. Hier zie je dat sommigen van de
discipelen nog niet volledig hervormd zijn in hun denken. Ze geloven nog in de
leer over een dubbele ziel. Je hebt de persoon zelf (die we zien) en een engel.
Het gaat hier niet om een mogelijke
beschermengel (die men de engel van Petrus noemt). Het gaat hier om een deel
van de ziel van Petrus, het onstoffelijke deel dat men beschouwt als een engel.
Want men komt op die uitspraak doordat men de stem herkent. In ieder geval kun je op deze twee
teksten geen leer bouwen dat ieder gelovige een eigen bewaarengel zou hebben. 12.3. Waarom deze leer gevaarlijk is Het haalt de ogen af van God zelf en
van Jezus. Aanvaarding van deze leer richt een mens op een engel. Men gaat het
vertrouwen stellen op de engel in plaats van op Jezus, op God de Vader of op de
Heilige Geest. Er ontwikkelt zich gemakkelijk een persoonlijke relatie met die
engel. We moeten hier op aarde geen relatie met een engel opbouwen. Het is slechts een kleine stapt naar
het bidden tot de persoonlijke beschermengel. Ik heb rooms-katholieke gebedsplaatjes
gezien met gebeden gericht tot de persoonlijke beschermengel. Zo verwordt een beschermengel in de
praktijk snel tot een afgod. Waar men het vertrouwen op stelt, waar men tot
bidt. De idee van een persoonlijke engel is
bekend vanuit New Age kringen en het neo-paganisme.
Daar spreekt men niet over een beschermengel maar over een geleide geest of
over een persoonlijke geestelijke gids. Dat is een (boze)
geest die zich speciaal met een individueel mens bemoeit. Er zijn zelfs boeken
en cursussen voor het krijgen van contact met iemands persoonlijke engel of
geleide geest. Als een christen zich richt op zijn
eigen veronderstelde persoonlijke beschermengel en er ook nog een relatie mee
opbouwt, tot gaat spreken dan is het gevaar niet denkbeeldig dat die
beschermengel ook op een gegeven moment gaat terugspreken. De volledige serie
over de engelen |