Hoe
te preken, onderwijzen en getuigen in de kracht van God Notities
over homiletiek, preekkunde De
inhoudsopgave 1.
Iedere christen komt geregeld in situaties waar hij of
zij het woord moet brengen 2.
Spreken met betoon van Geest en kracht 3.
Een zalving 4.
De kenmerken van het spreken met betoon van Geest en
kracht 6.
Wanneer kun je verwachten dat de Geest van God je
woorden bekrachtigt? Hoe te
spreken met een zalving? 7.
Moed en overgave zijn onontbeerlijk bij de
woordverkondiging 9.
Je moet wel het woord van God brengen 10. Spreek met
gezag 12. Geestelijke
strijd rondom het brengen van het woord 13. Wanneer kun
je verwachten dat God je woorden bekrachtigt? Een aanvulling. 14. Jezelf met
het woord vullen, dan heb je iets door te geven 15. De juiste
volgorde. Belangrijk! 16. Waarover
spreken? Waar wil God dat ik nu over zal spreken? 17. Enkele
belangrijke opmerkingen over de techniek en didactiek De bijlagen A. George Muller
over hoe hij het woord bracht B.
C.H. Spurgeon over het vinden van het bijbelgedeelte voor de preek C.
Soorten preken, vormen waarin het woord gebracht kan
worden D. Een voorstel
voor een onderwijsprogramma E.
De methode van Lewis Sperry Chafer en George Winston F.
Het vakkenpakket van een goede evangelische bijbelschool In deze studie wordt besproken hoe we het woord van
God in allerlei situaties kunnen doorgeven. Met name
hoe we dat kunnen doen in de kracht van de Geest. Het gaat over de
woordbediening. Dat is ruimer dan alleen preken. Ook onderwijzen, preken en
getuigen in allerlei vormen en situaties vallen er onder. Het onderwerp van deze studie is niet alleen van
belang voor de specialisten onder ons. Het is ook van belang voor alle
christenen die niet fulltime geroepen zijn om zich bezig te houden met
prediking, onderwijs en evangelisatie. 1.
Iedere christen komt
geregeld in situaties waar hij of zij het woord moet brengen We worden, om te beginnen, als christenen
opgeroepen om elkaar te leren en terecht te wijzen. "zodat gij in alle
wijsheid elkander leert en terechtwijst" (Kol. 3:16) Dit wordt tegen alle christenen gezegd. Leert elkander. We moeten als christenen elkaar opbouwen,
aansporen en vermanen met het woord van God. Verder heeft elke christen een
taak in het getuigen tegenover ongelovigen. Op het gebied van zielzorg wil
God dat we elkaar te hulp komen met onze gebeden, met meeleven, met zorg,
maar ook met het woord van God. Op ouders rust de plicht om hun kinderen in
de dingen van God op te voeden. Zij moeten hun kinderen onderwijzen in het
woord van God. Sommigen onder ons hebben de taak van God gekregen om te
onderwijzen op een zondagschool of kinderclub. Dan zijn er de broeders
die de taak hebben om in de gemeentesamenkomsten het woord te brengen. De
verantwoordelijkheid daarvoor rust op alle broeders. Sommigen onder ons hebben
speciale geestesgaven op het gebied van onderwijzen, evangeliseren of
zielzorg ontvangen. God verwacht van hen dat ze iets met hun gaven doen. Zo zijn er allerlei situaties waarin we het woord
van God kunnen en moeten brengen. Het is van belang dat we dit doen in de
kracht van God. 2.
Preken met betoon van
Geest en kracht Als we het woord brengen dan moeten we spreken met
betoon van Geest en kracht. De apostel Paulus zei over zijn eigen prediking: "Mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet
met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van Geest en kracht,
opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op de kracht van
God" (1 Kor. 2:4,5) Hij heeft het over spreken met betoon van Geest en
kracht. Dat deed Paulus. Dat is Gods Norm. Zo moet het onderwijzen en
prediken van Gods woord gebeuren. Spreken met betoon van Geest en kracht betekent
dat God de woorden die gesproken worden in de harten van de toehoorders bekrachtigt door de Heilige Geest. Spreken met betoon van Geest en kracht gaat samen
met vervuld zijn met de Heilige Geest. Dat zien we bijvoorbeeld bij de
apostelen. "En terwijl zij baden, werd de plaats, waar
zij vergaderd waren, bewogen: en zij werden allen vervuld met de Heilige
Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid" (Hand. 4:31) "Met grote kracht gaven de apostelen hun
getuigenis …. " (Hand. 4:33) "Toen zeide Petrus, vervuld met de Heilige
Geest, tot hen …." (Hand. 4:8) De sleutel voor een krachtige bediening van het woord
van God is dat wij ons uitstrekken naar de vervulling met Gods Geest. Het probleem bij het nadenken over de vervulling
met Gods Geest is dat vele christenen het zicht op het bijbelse
onderwijs over de vervulling met Gods Geest zijn kwijtgeraakt door de
dwalingen van de charismatische beweging. Voor uitleg over de vervulling met
de Geest verwijs ik naar de bijbelstudie over dit
onderwerp, klik hier.
(Voor meer onderwijs over de Heilige Geest, zie de
serie bijbelstudies over dit onderwerp op de onderwijssite) De volheid van Gods Geest is niet iets wat
eenmalig wordt ontvangen. Het is niet zo dat je 'het' hebt en dat het dan
automatisch zo blijft. De bijbel zegt dat we, als
christenen, steeds bezig moeten zijn met vervuld te worden. Dat is de
letterlijke vertaling van Efeze 5:18. In de NBG staat "wordt vervuld
met de Geest" maar een nauwkeurigere vertaling is: "wees steeds
bezig om vervuld te zijn". De Geest van God vervult ons als Hij de ruimte
krijgt in ons leven. Dat heeft te maken met het belijden van alle zonde waar
we ons bewust van zijn, het heeft te maken met beschikbaar zijn voor God, met
gehoorzaamheid op de punten waar God ons licht heeft gegeven, en ook met een
wandel in geloof. Als we recht staan tegenover God en in geloof
wandelen dan zal de Heilige Geest ons voortdurend vervullen. Toch zijn er momenten
waarop God ons op een bijzondere manier zal vervullen. Dat zal God doen als
de situatie er om vraagt. Voor een bepaalde taak en in een bepaalde situatie
komt dan de Geest
over ons en grijpt ons aan. We lezen in het boek Handelingen dat de apostelen
meer dan eens vervuld werden met de Heilige Geest. Ze werden voor de eerste
keer vervuld met de Heilige Geest op de pinksterdag (Hand. 2.). Verderop in het boek
Handelingen lezen we dat ze opnieuw vervuld werden. Neem bijvoorbeeld
Handelingen 4:31: "En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij
vergaderd waren, bewogen: en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en
spraken het woord Gods met vrijmoedigheid." Als het nodig was dan kwam de Geest opnieuw met
kracht over hen. In Handelingen 4 wordt beschreven dat de apostelen
in een crisissituatie waren gekomen. Petrus en Johannes waren gearresteerd en
kregen bevel om het evangelie niet meer te prediken. Ze werden bedreigd. Nadat ze
vrijgelaten waren gingen ze naar hun medechristenen. Ze deden verslag van de
ondervraging en de dreigementen. Daarop gingen de discipelen met elkaar in
gebed. Ze legden de zaak in gebed aan de Here voor. Ze baden om
vrijmoedigheid en om tekenen. God reageerde daarop door hen opnieuw te
vervullen met Zijn Geest. Let er op dat de discipelen, in Handelingen 4,
niet speciaal baden om een nieuwe vervulling met Gods Geest. Ze baden om
vrijmoedigheid en tekenen. Als wij in ons leven en onze bediening simpelweg
de leiding van God volgen dan zal God ons, als dat nodig is, ook bij momenten
een speciale zalving geven. Als we normaal ook vervuld zijn met Gods Geest. In sommige evangelische kringen, en in
charismatische kringen, spreekt men over het hebben van een zalving van de
Heilige Geest. Wat moeten we daarvan denken? 3.1. Iedere christen is gezalfd De bijbel zegt dat iedere
christen een zalving van Gods Geest heeft. Johannes zegt tegen alle christenen "gij echter hebt een zalving van de Heilige". (1
Johannes 1:20)
Het gevolg van het hebben van deze zalving van de Heilige is dat ze dingen
weten, in dit geval over de antichristen die van hen waren uitgegaan (1 Joh. 1:18-20). Dat we als christenen een zalving hebben herhaalt Johannes even later in zijn brief nog een keer:
"En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op
u, en gij hebt niet van node dat iemand u lere; maar gelijk zijn zalving u
leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem,
gelijk zij u geleerd heeft." (1 Joh. 2:27). De apostel Johannes gaat er eenvoudigweg van uit dat
al zijn lezers deze zalving hebben. Dit wordt bevestigd door wat Paulus leerde. Hij
schrijft dat we als christen gezalfd zijn in de Gezalfde. "Hij nu, die
ons met u bevestigt in de Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God, die
ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven
heeft." (2
Kor. 1:21) De Here Jezus is de Gezalfde. Door onze positie in
Hem delen we in Zijn zalving. We zijn gezalfd in de Gezalfde. Deze zalving
hoeven we als christenen niet te zoeken, die zalving is er al, de zalving
bestaat uit de
aanwezigheid van de Heilige Geest in ons leven. Deze zalving blijft op
ons. Iedere christen heeft bij zijn of haar wedergeboorte de Heilige Geest
ontvangen. De Geest werkt daarom in iedere christen. 3.2. Toch een speciale zalving? Elke christen is gezalfd. Dat hebben we hierboven,
in 3.1. gezien. Maar al heeft iedere christen de Heilige Geest toch is niet
iedere christen automatisch elke moment vervuld met de Geest, klik hier. Als
je niet vervuld bent met de Heilige Geest dan zul je minder van de werking
van Gods Geest merken. Dan zul je minder van 'de zalving' ervaren. (Zie de bijbelstudie over
het werk van Geest in een christen, klik hier. En
de bijbelstudie over de vervulling met de Heilige Geest,
klik hier) In die zin kun je wel zeggen dat de ene christen
een grotere zalving heeft dan de andere. 3.3. Jezus sprak en
handelde onder een zalving van de Heilige Geest "De Geest is op Mij, daarom, dat Hij mij
gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij
gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het
gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename
jaar des Heren." (Lucas 4:18) "De koningen der aarde hebben zich opgesteld
en de oversten zijn tezamen vergaderd tegen de Here
en tegen zijn Gezalfde. Want inderdaad zijn in deze stad vergaderd tegen uw
heilige knecht Jezus, die Gij gezalfd hebt, ……(Handelingen 4:27) "… Jezus van
Nazaret, hoe God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is
rondgegaan, weldoende en genezende allen die door de duivel overweldigd
waren, want God was met Hem." (Handelingen 10:38) Over de Here Jezus lezen we dat Hij gezalfd was
met de Heilige Geest. Het gevolg was dat de Geest Hem leidde en door Hem heen
werkte. Jezus werd in zijn spreken en handelen
voortdurend geleid door de Heilige Geest. Wat Hij deed en sprak deed Hij in
de kracht van de Geest. Als wij vervuld zijn met de Heilige Geest dan zal
de Geest ook door ons heen werken. Dan zal zichtbaar worden dat ook wij
gezalfde mensen zijn. Dan kunnen ook wij handelen en spreken met een zalving
van de Geest. Dan worden we geleid, beheerst en bekrachtigd door Gods Geest. 3.4. Het gebruik van het woord zalving in sommige
evangelische kringen In het spraakgebruik van sommige kringen in de
evangelische beweging gebruikt men het woord zalving om aan te geven dat
iemand het woord brengt met Geest en kracht. Men gebruikt de term zalving als een synoniem voor
het spreken met betoon van Geest en kracht. Je hoort uitspraken als:
"Hij spreekt met een zalving." En "Deze prediker heeft een
zalving." In dit geval bedoelt men met 'zalving' dat iemand
vervuld is met de Heilige Geest en dat Hij een krachtige woordbediening
heeft. 3.5. Het gebruik van het woord zalving in
charismatische kringen In charismatische kringen spreekt men ook over het
hebben van een zalving. Dat is speciaal het geval in kringen van het 'power' christendom en de 'word-faith'
leraren met hun 'health and wealth' boodschap. Daar ligt de nadruk niet
zozeer op het spreken met betoon van Geest en kracht. Bij hen heeft de
zalving meer te maken met het doen van genezingen, het uitspreken van
voorzeggende profetieën en zogenaamde woorden van kennis. In de bijbel staat dat de
Here Jezus rond ging al onderwijzende en genezende. De charismatische
genezers denken dat ze 'onder een speciale zalving' hetzelfde kunnen doen. Een bekend voorbeeld van zo'n
"gezalfde" is Benny Hinn. Zie het volgende punt, 3.6. 3.6. Een valse zalving Het lijkt er inderdaad op dat veel van de
charismatische genezers, waaronder Hinn, een soort
zalving hebben. Er gaat iets van hen uit. Maar het is geen zalving van de Heilige
Geest. Alles wijst er op dat ze een demonische zalving hebben. Dat blijkt onder meer als je kijkt naar de
resultaten van hun bediening. "Onder hun zalving" en "geleid
door hun zalving" zouden ze vele mensen hebben genezen. Uit onderzoek
blijkt keer op keer dat dit niet het geval is, klik hier. Er geneest bijna
niemand, terwijl men het wel doet voorkomen alsof er velen genezen. Dit is
niet anders dan vroom bedrog, en dat alles “geleid door hun zalving”. Het feit dat Benny Hinn 'onder de zalving' iedereen
die kritiek op hem heeft geregeld vervloekt is nog een bewijs dat er demonen
aan het werk zijn. Ik heb onder meer video opnamen gezien waar Benny Hinn de
kinderen van christenen die hem durven kritiseren vervloekt. (LINK) Onder de
zalving plaatste hij een vloek op hen. Daar zijn er nog de vele valse profetieën die
mensen als Hinn hebben uitgesproken. Ze hebben keer op keer dingen
geprofeteerd die niet zijn uitgekomen. Ze hebben 'onder de zalving' leugens
geprofeteerd. Verder zijn er nog de onbijbelse verschijnselen,
zoals b.v. het vallen in de
geest en het heilige schateren, die hun bediening vergezellen. Hun omgang met geld deugt vaak niet. De wijze
waarop ze geld uit de zakken van de zieken kloppen is stuitend. Vaste
gewoonte in deze kringen is bijvoorbeeld dat de collecte wordt gehouden vlak
voordat er voor de zieken wordt gebeden. Velen van deze zogenaamd ‘gezalfde’
genezers leiden een zeer luxe leven. De bijbel spreekt over
'dwaalgeesten' (1 Tim. 4:1) en over het ontvangen van een 'andere Geest' (2
Kor. 11:4). Klik hier voor
een treffend verslag over de occulte zalving van Tod Bentley. Deze genezers beweren een zalving van de Heilige
Geest te hebben, maar hun zalving is demonisch van oorsprong. Zoals bijna alle bijbelse
dingen wordt ook de zalving door de Heilige Geest door de boze nagemaakt. Het
is een feit dat ook boze geesten mensen kunnen zalven
en bekrachtigen. Dat doen ze onder meer bij valse leraren, genezers
en profeten die binnen de christenheid opereren, zoals Benny Hinn. Maar ze
doen het ook bij geestelijke leiders van niet christelijke godsdiensten. In de westerse wereld kennen we nog meer mensen
die een duidelijke occulte zalving hadden. Ze werden geleid door boze machten en hun spreken werd door deze geesten
bovennatuurlijk bekrachtigd. Denk aan mensen als Adolf Hitler en de filosoof
Nietsche. Beiden hadden een bovennatuurlijke zalving. Er gaat een bovenmenselijke fascinatie uit van de
toespraken van Hitler. Als hij startte moest hij er
eerst even inkomen, maar op een bepaald moment kreeg hij de geest, dan kwam
de geest over hem, dan werd hij aangegrepen en vervuld met de geest. Hitler
sprak niet alleen onder een occulte zalving, hij handelde ook onder deze
zalving, hij had een geleide geest die hem stuurde. Het staat vast dat Hitler
zwaar occult belast of bezeten was. Een ander voorbeeld van een mens met een occulte zalving
is de filosoof Nietsche. Er zit een bovennatuurlijke verleidende kracht in de
boeken van Nietsche. Voor mijn bekering was ik zoekende en ik las daarom
filosofie. Ik kreeg een bekend werk van Nietsche in handen. Er ging een
bovennatuurlijke kracht van uit, maar tegelijkertijd kwam er een gevoel van
angst en gevaar over me. Daarom heb ik het na enkele bladzijden weggelegd.
Dat was Gods bewarende hand. In die tijd baden een aantal christenen
regelmatig voor mijn bekering. Het feit dat er binnen de christenheid een
demonische zalving voorkomt mag bij ons niet het zicht op de echte bijbelse zalving wegnemen. Er is weldegelijk zoiets als
"spreken met betoon van Geest van kracht". Niet aleen een spreken
maar ook handelen vanuit de volheid van Gods Geest. Waarbij de Heilige Geest ons stuurt en
bekrachtigt in wat we spreken en doen. Als we vervuld zijn met de Heilige Geest, en als
we onder zijn leiding het woord van God spreken dan zal de Geest dat woord
bekrachtigen aan de harten van de toehoorders. Verderop, in punt 6.,
wordt uitgebreid besproken hoe we kunnen spreken in de kracht van God. Hoe we
een zalving kunnen krijgen. 4.
De kenmerken van het
spreken met betoon van Geest en kracht. 4.1. Hoe herkennen? In de voorgaande punten is besproken dat er zoiets
is als 'spreken met betoon van Geest en kracht'. De vraag is waaraan we zulk
spreken kunnen herkennen. Hoe herken je een bijbelse
zalving? Een zalving van de Heilige Geest? Hoe kunnen we bij onszelf of bij
anderen onderkennen of de kracht van God op ons spreken rust? In de eerste plaats zal dat blijken uit het effect
van de prediking. Daarnaast is er ook nog het innerlijk getuigenis van Gods
Geest in onze eigen geest en in de geest van de toehoorders. Geestelijke
christenen kunnen het onderscheiden. (1 Kor. 2:15). 4.2. Als iemand spreekt met betoon van Geest en
kracht wat behoort het effect te zijn? Waar moeten we naar kijken? (a) Worden de gelovigen er
door gesticht, vermaand en bemoedigd? "Want wie profeteert, spreekt voor de mensen,
stichtend, vermanend en bemoedigend." (1 Kor. 14:3) Even voor de duidelijkheid. Onder profeteren
versta ik, in deze context, het onder leiding van Gods Geest doorgeven van
een boodschap uit Gods Woord God. Een profeet is een tussenpersoon. Hij
staat tussen God en de mensen in. Hij ontvangt een boodschap van God die voor
iemand anders bedoeld is. Hij moet die boodschap doorgeven aan de persoon of
de personen waar de boodschap voor bedoeld is. Profeteren is een boodschap
van God ontvangen en die doorgeven. Dat behoort het kenmerk van alle
woordbediening te zijn. (Voor een bijbelstudie
over profetie,klik
hier.) Wat behoort volgens 1 Kor. 14:3 het effect te zijn.
De toehoorders moeten er door gesticht, vermaand en bemoedigd worden. Het
woord moet iets doen met de toehoorders. Ze moeten er door worden opgebouwd
in hun geloof (gesticht). Ze moeten er door worden gecorrigeerd in hun denken
en gedrag. En ze moeten er door worden aangespoord en bemoedigd. Het gevolg hiervan is geestelijke gezondheid en
groei. Dit behoort het gevolg te zijn van prediking en onderwijs van Gods
woord in de kracht van de Geest. Hier moet wel een kanttekening bij worden
geplaatst. Wat het woord doet hangt niet helemaal af van
degene die het woord brengt. Het hangt ook van de ontvankelijkheid van het
hart van de toehoorders af (Lucas 13:3-9 en 13:18-23). Maar toch geeft het te
denken als iemand, in een bepaalde positie, geregeld het woord brengt zonder
dat er iets in de mensen gebeurt. Dat moet ons tot zelfonderzoek en tot gebed
dringen. (b) Worden de mensen door de
woordbediening ontdekt aan hun zonden Dat geldt voor ongelovigen en gelovigen. Bij ongelovigen ligt dit voor de hand. Worden ze
ontdekt aan hun zonden en verloren toestand? Worden ze overtuigd van zonde?
Maar het behoort evenzeer te gebeuren bij de gelovigen. Worden de gelovigen ontdekt aan hun zonden, zowel
grove zonden als subtiele. Worden ze ontdekt aan het gaan van een eigen weg,
aan het steunen op eigen inzicht en eigen kracht, aan een gebrek aan geloof
en overgave? Worden ze gezift in hun motieven. Schijnt het ontdekkende licht van Gods Geest door
de woordbediening in de harten? "Maar als allen profeteren en er komt een
ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij
door allen doorgrond, het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij
zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw
midden is." (1 Kor. 14:24,25) Dit behoort het effect te zijn van een samenkomst
waar de dingen onder leiding van Gods Geest gebeuren. (Over profeteren, zie de opmerkingen daarover in het punt, punt a., hierboven.) Er staat "door allen doorgrond” en “Het verborgene
van het hart komt aan het licht". Dat behoort het woord van God te doen.
"Want het woord Gods is levend en krachtig en
scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het
vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen
en gedachten des harten." (Hebr. 4:12) "Het openen van uw woorden verspreidt licht,
het geeft de onverstandigen inzicht" (Psalm 119:130). De Heilige Geest gebruikt in het bijzonder het
verkondigde woord van God om mensen, gelovigen en ongelovigen, te overtuigen
van zonde. De Geest werkt door het woord heen. Het woord van God is het
instrument dat de Geest van God gebruikt. Het is het zwaard van de Geest. "het zwaard des Geestes, dat is het woord van
God" (Efeze 6:16) "En als Hij komt zal Hij de wereld overtuigen
van zonde …" (Joh. 16:8) "Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun
hart getroffen, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten
wij doen, mannen broeders?" (Hand. 2:37) (c) Krijgen de gelovigen nieuw licht over bijbelse zaken? Is er openbaring? Branden de harten? Als je spreekt met betoon van Geest en kracht dan
moet dit het geval zijn. De bijbel moet voor de
gelovigen opengaan. Ze moeten meer van de bijbel
gaan begrijpen. Niet alleen met het verstand maar ook met het hart. Als gelovigen hebben wij de 'verlichting' door
Gods Geest nodig om de bijbel goed te verstaan en
toe te passen op ons leven. De Heilige Geest moet ons verstand openen. " Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de
Schriften begrepen."
(Luc. 24:45) Dit deed de Here Jezus met zijn discipelen. Hij
opende hun verstand zodat ze de bijbel begrepen. Ook
bij ons moet God, door Zijn Geest, telkens ons verstand openen, als we met
het woord bezig zijn. Als iemand met een zalving van de Heilige Geest de
bijbel uitlegt dan zal de Geest ons verstand openen
zodat we het begrijpen. Dat zal gebeuren als er geen blokkade
in ons geestelijke leven is. We ontvangen openbaring en terwijl dat gebeurt brandt ons hart. Zo wordt het in de bijbel omschreven. "En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, terwijl Hij
onderweg tot ons sprak en ons de Schriften opende?" (Lucas 24:32) Paulus bad voor de christenen in Efeze dat God hun
de Geest van openbaring zou geven. "u gedenkende in mijn gebeden, opdat de God
en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de
Geest van wijsheid en openbaring om Hem recht te kennen: verlichte ogen van
uws harten, zodat gij weet ….." (Efeze 1:16,17) We hebben een geest van wijsheid en openbaring
nodig. Die Geest is aanwezig en werkzaam als iemand het woord brengt met
betoon van Geest en kracht. (d) Worden
de toehoorders stevig gegrondvest op de gezonde leer? "En Hij heeft.….gegeven…..leraars, om de
heiligen toe te rusten tot dienstbetoon …dan zijn wij niet meer onmondig, op
en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van
allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die
tot dwaling verleidt." (Efeze 4:11-14) Toegerust, niet meer onmondig, niet meer op en
neer en heen en weer geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer. Dit moet het gevolg zijn van onder meer goed
onderwijs. Goed systematisch onderwijs is hier een belangrijk factor in.
Onderwijs dat wordt gegeven in de kracht van Gods Geest. Kennis van de
gezonde leer beschermt tegen allerlei wind van leer. Ook zielzorg en een meer
profetische woordbediening zijn nodig. Het is nuttig om een moment stil te staan bij het
verschil tussen een woordbediening met een meer onderwijzend karakter en een
woordbediening met een meer profetische karakter. Het gaat niet om een absoluut verschil, het gaat
meer om een verschil in nadruk. Je kunt het onderscheiden maar niet geheel scheiden. Bij een woordbediening met een voornamelijk
profetisch karakter gaat het er om dat een boodschap wordt doorgeven die de
toehoorders op dat moment, in hun situatie, nodig hebben. God weet wat op dat moment nodig is en legt dat op
het hart van zijn boodschapper. Een voorbeeld zijn de boodschappen aan de zeven
gemeenten in Asia, uit Openbaring 2 en 3. Iedere gemeente kreeg de boodschap
die de christenen daar op dat moment nodig hadden. De situatie van elke
gemeente was anders, daarom kregen ze allen een verschillende boodschap. Soms
was de boodschap alleen bemoedigend (Smyrna, Filadelfia). Soms was de
boodschap bemoedigend en bestraffend. Naast het positieve klonk dan ook het
strenge: "Maar ik heb tegen u dat …bekeer u …" (Efeze, Pergamum,
Thyatira). En voor sommige gemeenten was er alleen bestraffing. (Sardes,
Laodicea). Bij een woordbediening met een voornamelijk
onderwijzend karakter gaat het er om dat de gehele leer van de bijbel over een bepaald onderwerp systematisch wordt
uitgelegd. Het schriftbewijs wordt gegeven, de foute leringen worden genoemd
en weerlegd. De apostel Paulus had een bepaald onderwijs
programma. Hij noemt dat zelf de gehele raad Gods. Hij gaf dat in elke
gemeente door. "Want ik heb niet nagelaten u al de raad
Gods te verkondigen" (Hand. 20:25) "hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het
openbaar en binnenshuis" (Hand. 20:27) Dit onderwijs had hij doorgeven aan Timotheus, en
Timotheus moest het op zijn beurt weer aan anderen doorgeven. In dit geval
speciaal aan gelovigen die daarvoor geschikt waren. Hij moest leraren
opleiden, toerusten. "En wat gij van mij
gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die
bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten." (2 Tim. 2:2) Terug naar de grote lijn. Om te herkennen of een
woordbediening met betoon van Geest en kracht is moete we kijken we naar de
effecten in de toehoorders. We zijn bezig met punt (d), we kijken onder meer
of de woordbediening de mensen wapent tegen valse leer. In het geval van een woordbediening met een
voornamelijk profetisch karakter is het kenmerk (d) dat we nu bespreken
minder van toepassing. Als het gaat om een woordbediening met een
onderwijzend karakter is dit kenmerk wel van toepassing. Als er over een onderwerp onderwijs is gegeven
hebben de toehoorders het dan begrepen? Weten ze na afloop wat de bijbel over het onderwerp zegt? Blijft het haken? Zijn ze
toegerust? Weerbaar? De tot nut toe genoemde vier kenmerken zijn de
voornaamste kenmerken. Er zouden nog twee extra kenmerken genoemd kunnen
worden. (e) Valt de Geest op de mensen "Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel
de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden." (Handelingen 10:47) Komt de Geest over de mensen, valt de Geest van
God op de mensen? Misschien niet zo spectaculair als hier in Handelingen 10
wordt beschreven, maar zijn er momenten dat Gods Geest beslag legt op de
harten. Is er beslag van God op de harten en op de gehele
de samenkomst. (Voor een bespreking, zie hieronder punt 5.) Dit beslag op de harten, behoort regelmatig te
gebeuren als iemand het woord brengt in de kracht van Gods Geest. Met deze
kanttekening dat dit iets te absoluut is gesteld. Er zijn situaties waar de
mensen zo verhard zijn dat er lange tijd niets gebeurt. In een
zendingssituatie bijvoorbeeld of in een tijd van grote afval, zoals Jeremia
en Ezechiel meemaakten. Maar toch moet het ons tot zelfonderzoek voor het aangezicht van de Heer brengen als er niet af en toe
beslag is op de harten van de toehoorders als we het woord brengen. (f) Reageren de toehoorders er op? Reageren de toehoorders op de verkondiging van het
woord? Of lijkt het langs hen heen te gaan. Gebeurt er niets met hen. Een
reactie kan in twee richtingen gaan. Positief. Het woord wordt aanvaard, de mensen
onderwerpen ze zich aan het woord, ze bekeren ze zich van hun zonden, ze gaan
voor God leven. Of Negatief. Ze worden kwaad, ze lopen weg? Bewerkt het woord scheiding? Het woord is het
zwaard van de Geest (Efeze. 6:15). De Geest ontdekt ons speciaal door het woord van
God aan onze zonden en tekortkomingen. Door het woord worden dwalingen
weerlegd. Het woord van God daagt ons uit. Bij een woordbediening in de
kracht van Gods Geest moet dat telkens met de toehoorders gebeuren. Als de Geest ons dan voor het woord zet dan komen
we, ook als christenen, telkens voor een keuze te staan. Onderwerpen we ons aan
dat gedeelte van het woord van God of doen we dat niet. Als we het niet doen
kan er een proces van verharding op gang komen. "Daarom, gelijk de
Heilige Geest zegt: Heden, indien gij zijn stem
hoort, verhardt uw harten niet…." (Hebr. 3:7) Ik denk b.v. aan een
bijbelstudiegroep waar mensen echt veranderden en groeiden. Het woord werd
met kracht gebracht. Degenen die niet voor het woord wilden buigen liepen
weg. Ze kwamen niet meer, ze vonden het bijvoorbeeld 'te persoonlijk'. Dat
wil zeggen het kwam te dicht bij. Het woord van God is krachtig (Hebr. 4:12). Het
dringt door. Het scheidt vaneen en het schift, het doorgrond, het overtuigt,
speciaal als het in de kracht van de Geest wordt gebracht. (Zie hierboven
punt b.) Mensen houden het niet ui op een plaats waar telkens weer met gezag,
in de kracht van de Geest, het woord wordt gebracht. De Geest zal hen telkens
aanspreken en dan is
het voor hen buigen of barsten. Neutraal blijven kan niet. De bijbel houdt je af van de zonde of de zonde houdt je af
van de bijbel. Het één of het ander zal gebeuren. In de bediening van de apostel Paulus zie je dit
principe ook terug. Overal waar hij het woord bracht kwam er een opwekking of
er ontstond vervolging. In veel gevallen gebeurde zowel het één als het
andere. Er gebeurde wat. Als de Geest werkt dan gebeurt dit. Dan legt de
Geest beslag op de harten. Op de harten van mensen individueel, vaak ook
collectief, op alle aanwezigen. Mijn vrouw heeft veel kinderwerk gedaan. Meestal,
na veel gebed, en na een periode waarin onderwijs in de kracht van Geest werd
gegeven, kwam er op een bepaald moment beslag op de harten van de kinderen.
Dan werd het doodstil. Dan kwam er een grote ernst over de kinderen. Op zo'n moment wist ze dat het tijd was om een oproep te doen
om de Heer aan te nemen. Hetzelfde heb ik geregeld zien gebeuren bij mijn
geestelijke vader, de
pionier van de baptistengemeente in Middelburg. Alleen deze keer met
volwassenen. Of er beslag op de harten van de toehoorders komt
hangt in grote mate af van degene die het woord brengt. Brengt hij of zij een
boodschap in de kracht van Gods Geest? Is er ernstig, gelovig en aanhoudend
gebeden. Beiden zijn noodzakelijk. Maar het hangt niet alleen van degene die het
woord brengt af. De andere christenen hebben er ook invloed op. Zij kunnen
degene die het woord brengt met hun gebeden te hulp komen. Dat hij een
boodschap van God krijgt en vrijmoedigheid om die uit te spreken. Gebed voor
de bijeenkomst. "En bidt daarbij met aanhoudend bidden en
smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding
en smeking voor alle heiligen, ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn
mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het
geheimenis van het evangelie bekend te maken, waarvoor ik een gezant in
ketenen ben. Dan zal ik daartoe kunnen optreden, zoals ik behoor te
spreken." (Efeze 6:18-20) Paulus zegt. Ik zal het kunnen als jullie voor me
bidden. (Zie verder, hieronder, punt 6.3.) . 6. Wanneer
kun je verwachten dat Gods Geest je woorden bekrachtigt? De weg tot het ontvangen van een zalving Hoe kom ik aan een zalving? We weten dat we in onze woordbediening machteloos
zijn zonder de kracht van Gods Geest, maar hoe komen we aan die zalving?
Wanneer kunnen we verwachten dat de Geest onze woorden zal bekrachtigen? Zijn
er voorwaarden waaraan we moeten voldoen? 6.1. Recht staan tegenover God Het is in ieder geval duidelijk dat we persoonlijk
recht tegenover God moeten staan. Dat betekent dat we alle bewuste zonde
belijden en daar tegen strijden. Dat we beschikbaar zijn voor Hem. Dat we
wandelen in geloof. Dat we in contact met God blijven, door gebed en bijbellezen. En dat
we in alles zijn leiding zoeken, niet alleen als het gaat om de
woordbediening maar op alle terreinen van ons leven. 6.2. Jezelf
afvragen: wil de Heer dat ik spreek? We moeten niet zomaar spreken. Het moet onder
leiding van God gebeuren. Net zoals we op alle gebieden van ons leven telkens
de leiding van God moeten zoeken, zo moeten we dit ook in dit geval doen. (Zie de bijbelstudie
over het vinden van Gods wil, klik hier.) Alleen als je in Gods wil bent kun je de bijstand
van Gods Geest verwachten! De vraag is dus telkens weer: Wil de Heer dat ik
in die situatie en op dat moment tot die mensen spreek. Wat is de wil van de
Heer? Welke aanwijzingen heb je dat je moet spreken? + Is er de innerlijke leiding van Gods Geest? Dit
is het belangrijkste. + Is het je plicht om in die situatie te spreken?
Als dat het geval is dan is het zondermeer duidelijk dat het Gods wil is dat
je spreekt. In allerlei situaties is dit het geval. Bijvoorbeeld als ouder is
het niet nodig om de wil van God te zoeken over het onderwijzen van je
kinderen. Op grond van de Schrift weten we dat dit onze plicht is. Wel is het
nodig om Gods leiding te zoeken in de uitvoering. +Is er een open deur? Een open deur voor het
brengen van het woord, een mogelijkheid, een uitnodiging, een bereidheid om
te luisteren. Is het iets wat God kennelijk op je weg heeft gebracht? Een
open deur moet je in principe binnengaan, als de Geest je daar innerlijke
bevestiging op geeft. +Als jij niet spreekt wie zal het dan doen? +Als God je een boodschap geeft voor een bepaalde
groep mensen, in een bepaalde situatie dan is het duidelijk dat het Zijn wil
is dat je die boodschap ook uitspreekt. +Als God je geestesgaven op het gebied van de
woordbediening heeft gegeven dan moet je daar ook wat mee doen. Stel je
beschikbaar. Kan God je wel inschakelen? We moeten ons wel
beschikbaar stellen. Als er bijvoorbeeld een vrije woordbediening is in
de zondagsamenkomst dan moet je jezelf als broeder ten
minste ter beschikking stellen van de Heer. "Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets?" (1 Kor. 14:26) Heb
je iets als je samenkomt?
We moeten bidden: "Heer als U iets door mij heen wilt
zeggen, wilt U me dan een boodschap geven." 6.3. Een boodschap van God ontvangen We kunnen niet zomaar wat spreken. God moet duidelijk
maken waarover je moet spreken, wat je moet zeggen. We moeten een boodschap
van de Heer ontvangen. Iets wat we op dat moment, bij die gelegenheid door
moeten geven. God Geest zal ons spreken alleen bekrachtigen als
we Zijn boodschap doorgeven. Soms maakt de Heer ons duidelijk dat we moeten
spreken door ons een boodschap te geven. Maar in alle andere gevallen moeten
we een boodschap van de Heer ontvangen. We moeten er om bidden. De Heer zal ons bij iets
bepalen. In punt 16 van deze studie wordt dieper ingegaan op het ontvangen
van een boodschap. Zie, ook de bijlagen A. En B. met citaten van C.H. Spurgeon en
George Muller. 6.4. Het uitspreken van de boodschap moet met
aanhoudend gelovig gebed voorbereid worden Je weet dat je moet spreken. Je hebt een boodschap
ontvangen. Dat is het begin. Het uitspreken van de boodschap moet vervolgens
in gebed worden voorbereid. Dit is essentieel. Zonder gelovig en aanhoudend gebed zal er geen of
weinig kracht zijn. De overwinning wordt ook in dit geval weer behaald op de
knieën Daar valt de beslissing. Daar wordt bepaald wat er gaat gebeuren.
Gebed is de vlag van de overwinning hijsen, wat rest is het inzamelen van de
resultaten. "En bidt daarbij met aanhoudend bidden en
smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding
en smeking voor alle heiligen; ook voor mij, dat mij, bij het openen van mijn
mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het
geheimenis van het evangelie bekend te maken …….dan zal ik daartoe vrijmoedig
kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken" (Efeze 6:18-20) Aanhoudend bidden en smeken. In de Geest, met een last, dringend. We moeten zelf ons spreken op deze manier
voorbereiden in gebed. Als het kan moeten we gebedsondersteuning van andere christenen
zoeken als we ergens het woord moeten brengen. Er is geen andere manier om een zalving te
krijgen. We moeten bidden om een boodschap. Dan moeten we
bidden dat de boodschap overkomt, bidden dat de Heer zal zegenen. Dat Hij
vooruit gaat. Dat hij de mensen die er moeten zijn ook brengt. We moeten
bidden om bescherming van de samenkomsten, dat er geen verstoring zal zijn.
We moeten bidden om open harten. Bidden dat er wat in de mensen zal gebeuren.
"Ik laat u niet gaan tenzij gij zegent." Zie ook punt 11 over spreken met een last van de
Heer. Aan spreken met een last van de Heer gaat bidden met een last vooraf. De voorbereiding in gebed is in de eerste plaats
de verantwoordelijkheid van degene die het woord brengt. Maar het is ook de
verantwoordelijkheid van de andere christenen om hem door hun gebeden te
ondersteunen. In de verzen uit Efeze 6, die hierboven zijn
geciteerd, roept de apostel Paulus de christenen op om ook voor hem
persoonlijk te bidden. "Dat mij bij het openen van mijn mond het woord
geschonke worde, om vrijmoedig het geheimenis van
het evangelie bekend te maken." (Efeze 6:19) De verantwoordelijkheid voor een krachtige
woordbediening rust daarom voor een deel bij alle christenen. Het woord van
Jakobus "Gij hebt niets omdat gij niet
bidt" (Jak. 4:2) gaat ook hier op. Het is een heel goede gewoonte als de ouderlingen
en de predikant voordat de dienst begint samen op de knieën gaan om te bidden
om Gods zegen op de samenkomst. Dan bedoel ik niet een louter formeel gebed, dat door één van
hen uitgesproken wordt omdat dit nu eenmaal zo de gewoonte is. Ik spreek over
ernstig gezamenlijk gebed. In het diepe besef dat het een verloren
bijeenkomst zal zijn als de Heer niet meegaat en als Hij de gebeden, de
liederen en het woord niet bekrachtigt. Zonder U willen we niet optrekken. Als u niet
zegent dan zwoegen we tevergeefs. In de kringen waar ik langere tijd ben geweest,
gemeenten in een soort openvergadering vorm, was het
gewoonte dat de broeders voordat de samenkomst begon bijeen kwamen en een
bidstond hielden waarin om Gods zegen op de samenkomst werd gebeden. Dan werd
ook door één van de oudsten gevraagd wie er een boodschap hadden. Een
boodschap als inleiding op de aanbidding, voor het avondmaal en voor de rest
van de woordbediening. Kort na mijn bekering, 35 jaar geleden, heb ik een
les geleerd over het belang van het gezamenlijk gebed in de voorbereiding van
de bediening van het woord. Een les die ik niet meer heb vergeten. In de vrije baptisten gemeente in Middelburg werd
een evangelisatieactie georganiseerd. Er werd onder meer een tent neergezet
in een park en elke avond werd er in de tent een evangelisatiesamenkomst
gehouden. Als pasbekeerde christenen hadden we zoiets nog niet meegemaakt. We
keken er met verlangen naar uit. In de weken daarvoor werden er, ter
voorbereiding van de campagne, bidstonden gehouden. De campagne begon, dag na dag ging voorbij, er
kwamen voor zover we konden zien geen mensen tot geloof. Dat schokte ons, we
hadden er toch om gebeden? Enkele jongeren spraken met
elkaar: “Dit kan toch niet, dat kan niet zo niet doorgaan.” Zo kan het
toch niet eindigen. “Waar is God?” De laatste samenkomst kwam er aan. Die
avond zou onze eigen voorganger spreken. Vier van ons besloten daarop
spontaan te gaan bidden tijdens de bijeenkomst. We zaten in een auto naast de
tent, we konden daarom alles horen. Voordat de samenkomst startte begonnen we
te bidden. We hebben de gehele bijeenkomst van anderhalf uur aanhoudend
gebeden met een grote last. De een na de ander. We stopten toen de mensen
naar buiten kwamen. De mensen die naar buiten kwamen waren diep geschokt door
de boodschap, dat merkte je als je met hen sprak, je zag het zelfs aan hun
ogen. Verschillende mensen zijn die avond tot geloof gekomen. Enkele maanden later vertelde ik dit verhaal ik
aan een andere broeder. Mijn voorganger, degene die gesproken had op de
laatste avond van de evangelistiecampagne, stond toevallig achter me en hij
hoorde mijn verhaal. Daarop zei hij tegen me: "O nu snap ik het. Ik heb
die avond zo'n hulp en kracht van God ervaren bij de
prediking als ik nog nooit had meegemaakt. Ik sprak 45 minuten en ik had het
gevoel alsof ik nog wel een uur kon doorgaan." Het Leger
des Heils had in de begintijd een geweldige geestelijke kracht. Mijn
schoonvader vertelde me het verhaal van de intocht van het Leger des Heils in
zijn dorp, Yerseke. Ze kwamen niet zomaar binnen, het was vooraf
aangekondigd, ze kwamen met vliegende vaandels, muziek, openlucht prediking
en getuigenissen. De politie was aanwezig omdat er gewoonlijk rellen
ontstonden als het Leger des Heils een nieuw dorp binnentrok. Het hele dorp
stond op stelten. Er waren treffende bekering onder
de dorpelingen. Waarom had het getuigenis en de prediking van de
Heilssoldaten toen zo'n kracht? Het is geen toeval
dat het in
die tijd in het Leger des Heils
gebruikelijk was om hele nachten in gezamenlijk gebed door te brengen,
speciaal voordat ze 'het vuur openden' in een nieuwe stad of plaats. Sommige mensen vinden theologie saai. Dat kan ik
me in bepaalde gevallen voorstellen. Maar als het om goede theologie gaan niet. Goede
theologie moet bestaan uit het uiteenzetten van de leer van de bijbel, de bijbel zelf moet aan het woord komen. Dat was
de soort theologie die de directeur van mijn bijbelschool gaf. Hij gaf
inductieve bijbelstudie. Hij liet het woord van God
spreken. Er was grote geestelijke kracht op zijn lessen. Ik
had telkens een brandend hart als de Geest van God het woord opende. Later,
door persoonlijk contact, ontdekte ik toevallig dat hij elke week een dag
vastte. Niemand van de studenten wist dat verder, hij sprak er nooit over. In
plaats van te eten bad hij. Achter de kracht op zijn onderwijs zat een leven
van gebed. 6.4 Ootmoed - een besef van
afhankelijkheid God kan en wil ons alleen zegenen als we ootmoedig
zijn. De bijbel zegt dat de God
de nederigen genade schenkt. "Maar de nederigen schenkt hij genade" (1
Petrus 5:5) Wat is nederigheid? Een ouderwets woord voor nederigheid is ootmoed. In ootmoed zit het woord
oot of ootje. In het ouderwetse
(zuid)Nederland betekent ootje onder meer nul, het cijfer nul. Nederigheid, ootmoed, is klein zijn in eigen ogen. "Wie nu
zichzelf gering zal achten als dit kind." (Matth. 18:4) Nederigheid is ook weten dat je (zeker) op geestelijk
gebied niets bent en kunt in eigen kracht. Nederigheid is er diep van
doordrongen zijn die je volkomen afhankelijk bent van God. "Moment by moment I live from above. Moment by moment I am kept
by His love." De bijbel gebruikt
geregeld het woord verootmoedigen. In de bijbel
lezen we over mensen die zich verootmoedigden voor God. Jezelf verootmoedigen
voor God is jezelf klein maken voor God. Het is onder meer tegenover God
erkennen dat je het zelf niet kan. Dat je zonder zijn genade zult verdwalen,
dat je zonder hem niets kan doen. Dit diepe besef van afhankelijkheid, deze diepe ootmoed, heb ik teruggevonden bij allen die met grote
kracht het woord van God brachten. Ze waren allen diep doordrongen van het
feit dat ze het zelf niet konden, en dat de Heer het door hen heen moest
doen. Ze bogen zich allen innerlijk diep voor de Heer neer. "Heer zonder U kunnen we niets doen. Wilt u
mijn stamelende en gebrekkige woorden zegenen." Dit heb ik de evangelist
ds. Torenvlied horen bidden. De ouderen onder u
kennen hem waarschijnlijk wel. Ik heb verschillende mensen ontmoet die door
zijn bediening de Heer hebben gevonden. Deze broeder had altijd een krachtige
zalving op zijn prediking. Hij was een geweldig boeiende spreker maar zo keek
hij tegen zijn eigen prediking aan: "stamelende woorden, gebrekkige
woorden." Niet alleen op dit punt, maar in zijn gehele
leven, was deze broeder een toonbeeld van ootmoed en
zachtmoedigheid. Ik ben geregeld beschaamd geweest
door het kontrast tussen zijn voorbeeld en mijn toenmalig gedrag, als
pasbekeerde christen. Wat een nederigheid tegenover mij en andere wijsneuzen, wat een zachtmoedigheid. De Heer zei tegen zijn discipelen: "Geeft gij hun te eten" (Matth. 14:16). Ze keken naar de massa mensen, ze keken naar het
kleine beetje voedsel dat ze hadden. En ze beseften, dit kan niet, dit kunnen
we niet. Waar zullen we voedsel halen voor zovelen.
En wat betekent dat kleine beetje dat we hebben. Dat is nog minder dan een
druppel op een gloeiende plaat. Het is onmogelijk wat de Heer hier van ons
vraagt. Het goede nieuws is dat de Heer het kleine beetje
dat we hebben kan vermenigvuldigen. Als we het, op zijn woord, in
afhankelijkheid van Hem inzetten. De mensen om ons heen hebben geestelijk honger, ze
zijn misschien ontmoedigd, ze dreigen af te dwalen. De Heer zegt: "Geeft gij hun te eten." De Heer moet brood geven, de Heer
moet vermenigvuldigen. Dan is het tijd om je te
verootmoedigen. Tegenover de Heer je onvermogen erkennen. Bij de Heer
pleiten: Geef me brood. Wilt u vermenigvuldigen. Wilt u het kleine beetje
vermenigvuldigen. Wilt u voorzien. Doe me niet optrekken zonder dat U mee
gaat. Wilt u voor me uitgaan.” De Heer vasthouden in gebed, de Heer aan zijn
beloften houden, de Heer niet laten gaan. Bidden en smeken. "Toen riep Asa tot de Here, zijn God, en
zeide: Here, is niemand buiten u om de machteloze te helpen tegen de
machtige. Help ons, Here, onze God, want op U steunen wij en in uw naam zijn
wij opgetrokken tegen deze menigte." (2 Kron. 14:11) 6.5. Zet je paar broodjes in Spreek. Geef door wat je hebt. Doe dat in geloof en overgave. 6.6. Geloof "en dit is de overwinning; ons geloof"
(1 Joh. 5:4) De overwinning is door geloof. Dat is altijd zo in
ons geestelijk leven en dat is ook het geval bij de woordbediening. Faith is
the victory. (a) We moeten spreken in
vertrouwen op de Heer "Zij verkeerden daar dan geruime tijd,
vrijmoedig sprekende in vertrouwen op de Here, die
getuigenis gaf aan het woord zijner genade …" (Hand. 14:3) Spreek in het vertrouwen dat de Heer meegaat en
dat Hij zal voorzien en vermenigvuldigen. (b) We moeten rekenen op Gods
beloften van bijstand Als God een opdracht geeft dan geeft Hij ook de
genade om die opdracht uit te voeren. Dat is een principe dat we telkens in
de bijbel tegenkomen. (Zie de bijbelstudie: "Hoe krijg ik het voor elkaar wat God van me vraagt?", klik hier) Als we, onder Gods leiding, bezig zijn met
discipelen maken, dopen en leren onderhouden dan kunnen we er op rekenen dat
Gods Geest met ons meegaat en dat de Here mee zal werken. Dat staat in
Mattheus 18:18- Zoals het lied zo treffend zegt: "Rekenend op
uw beloften ben ik verwinnaar ten allen tijd." We mogen in het geloof aanspraak maken op deze
beloften. We mogen er in gebed op pleiten. En we kunnen er op rekenen dat God
zijn woord altijd waar maakt. (c) Waag het in geloof Zet je paar broodjes in. Step out in faith. Zet je voet op het water. In geloof Waag het met de Heer. Waag het op het woord van de Heer. Spreek Loop op de legerbende in Spring met je God over een muur. Spreek Zonder aarzelen Geef wat je hebt Geef het kleine beetje. In het vertrouwen dat de Heer zal
vermenigvuldigen. We moeen rekenend op Gods beloften van bijstand in
actie komen. Spreken in vertrouwen, steunend op Gods genade. Niet steunen op
eigen kunde of bekwaamheid. 6.7. Overgave We hebben Gods leiding gezocht, we hebben een
boodschap ontvangen, we hebben ernstig gebeden, we hebben in geloof op Gods
beloften gesteund. Dan zal Gods Geest mee gaan en onze boodschap
bekrachtigen. Wat de mensen met de boodschap zullen doen is echter niet in
onze hand. Nemen ze het woord aan of verwerpen ze het. Ontvangen ze Gods
boodschapper of 'stenigen' ze hem. Je weet het niet zeker. Overgave is nodig. Nadat we ernstig gebeden hebben
moeten we het resultaat en de gevolgen aan God overgeven. Ook de mogelijke
gevolgen voor onszelf "kom ik om dan kom ik om" (Esther 4:16) Kom ik om dan kom ik om, wat ook de gevolgen zijn, ik zal de Heer gehoorzamen. Dat was de houding van
Esther. Ze moeten wij ook de Here dienen. "Wees sterk en laten we ons dapper gedragen
voor ons volk en voor de steden van onze God. De Here doe
wat goed is in zijn ogen. Daarop bonden Joab en het krijgsvolk dat bij hem
was, de strijd aan met de Arameeërs …." (2 Sam. 10:12) 6.8. Moed is nodig We spreken wellicht met vreze en beven, maar we
moeten wel spreken. Wat ook de gevolgen zijn, verkondig het woord. “Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus
Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn
verschijning als op zijn koningschap: Verkondig het woord, dring er op aan,
gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid
en onderrichting. Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet
meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen
begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen.
Dat zij hun oren van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels
keren. Blijf gij echter nuchter onder alles,
aanvaard het lijden, doe het werk van een evangelist, verricht uw dienst ten
volle." (2 Tim. 4:1-5) We moeten zonder compromis het onversneden woord
van God brengen. Daar is vaak moed voor nodig. Daarom gaf de apostel Paulus de
bovenstaande ernstige opdracht aan Paulus. Hij bond hem met grote klem op het
hart om het woord te verkondigen. Zelfs als het niet gelegen kwam. Er moet
met behulp van Gods woord weerlegd en bestraft worden. Dat wordt vaak niet in
dank aanvaard. Sommigen zullen niet willen luisteren. De Geest zal ons alleen bijstaan als we getrouw
het volledige woord prediken en toepassen. Omdat dit zo belangrijk is wordt het nader
uitgewerkt in het volgende punt. 7. Moed en overgave zijn onontbeerlijk bij de woordverkondiging Dit punt is een uitwerking van hetgeen
hierboven onder 6.6 en 6.7. is besproken. 7.1. Indien ik nog mensen trachtte te behagen zou
ik geen dienstknecht van God zijn "Tracht ik mensen thans mensen te winnen, of God?
Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou
ik geen dienstknecht van God zijn." (Gal. 1:10) "Ben ik dus een een vijand geworden, nu ik u
de waarheid zeg?" (Gal. 4:16) Zelfs gelovigen willen niet altijd de waarheid horen.
Als je getrouw het woord predikt dan word je niet populair in de christelijke
wereld. We moeten het gehele woord brengen, ook de
gedeelten die niet populair zijn. We moeten tegen de zonden preken, ook de
zonden van deze tijd. We moeten ook tegen de dwalingen van dit moment en
tegen de geest van de tijd ingaan. In elke woordbediening zit een profetisch
element, een ontdekkend element. Dat roept weerstand op bij vleselijke
gelovigen. We moeten getrouw de boodschap die de Heer op ons
hart legt doorgeven. We moeten het woord toepassen op elke situatie of de
mensen dat nu leuk vinden of niet. "Micha zei: Zo waar de Here leeft, voorzeker,
hetgeen de Here tot mij zeggen zal, dat zal ik
spreken" (1 Kon. 22:16) We moeten de verzoeking weerstaan om diplomatiek
te gaan draaien. 7.2. We moeten doorgeven wat de Heer op het hart
legt. Wat ook de gevolgen zijn. De profeet Micha deed dat. "Micha zeide: Zo waar de Here leeft,
voorzeker, hetgeen de Here tot mij zeggen zal, dat
zal ik spreken" (1 Kon. 22:16). Dat had gevolgen voor hemzelf,
hij werd in de gevangenis gezet. "Toen zeide de koning van Israel … zet
deze in de gevangenis en geeft hem brood en water der verdrukking …" (1
Kon. 22:26,27) De Here Jezus deed dat. In het evangelie van Johannes lezen we dat de Here
Jezus op een bepaald moment een rede uitsprak. Het gevolg was dat vele van
zijn discipelen Hem verlieten. "Dit zeide Hij, lerend in de synagoge te
Kafernaum. Vele dan van zijn discipelen hoorden dit en
zeiden: Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren? Jezus nu wist bij
Zichzelf, dat zijn discipelen hierover morden, en Hij zeide tot hen: Geeft u
dit aanstoot? …… Van toen af keerden vele van zijn discipelen terug en gingen
niet langer met Hem mede. ….. Jezus
zeide dan tot de twaalven: Gij wilt toch ook niet weggaan? Simon Petrus
antwoordde Hem: Here, tot wie zullen wij heengaan? Gij
hebt woorden van eeuwig leven." (Johannes 6:59-68) Het voorbeeld van mijn geestelijk
vader. Een tijd geleden spraken en baden we samen. Hij
vertelde dat hij de volgende zondag was uitgenodigd om in een bepaalde
gemeente te spreken. Hij werd daar regelmatig uitgenodigd om het woord te
brengen. Hij had daar dus een 'open deur'. De Heer had hem een boodschap
gegeven. Hij zei me dat, als hij die boodschap uit zou spreken, de leiding
van die gemeente hem zeer waarschijnlijk niet meer uit zou nodigen. Hij heeft
de boodschap uitgesproken en inderdaad is hij daarna niet meer uitgenodigd.
De 'open deur' ging dicht. Hij wist het van tevoren en toch heeft Hij God
gehoorzaamd. Zo is hij altijd geweest. Geen compromis met de waarheid of met
het woord van God. Daardoor gaan er deuren dicht, maar telkens opent God weer
andere deuren voor hem. En God bekrachtigt telkens weer met zijn Geest het
woord dat hij brengt. Hij laat zich liever ergens uitgooien dan
ongehoorzaam te zijn door te zwijgen waar Gods Geest en Gods woord zeggen dat
er gesproken moet worden. Hij doet dit niet zomaar. Hij doet dit niet
lichtvaardig. Voor het zover is heeft hij er veel over gebeden. Het is
belangrijk dat we in dit soort dingen ook met God in de
pas blijven. Maar als het duidelijk is dan wijkt hij niet, wat ook de
gevolgen zijn. We moeten niet lichtvaardig spreken. Voor we iets doorgeven moeten we door gebed en het
getuigenis van Gods Geest weten dat we het door moeten geven. Maar als God
ons iets duidelijk heeft gemaakt, en als het om een belangrijke zaak gaat,
dan moeten we spreken. Als we een compromis sluiten met de waarheid, als
we zwijgen waar we zouden moeten spreken, als we diplomatiek draaien dan zal
Gods Geest onze woordbediening niet bekrachtigen. Kom ik om dan kom ik om, maar ik zal de Heer
gehoorzamen "Kom ik om, dan kom ik om" (Esther 4:16) Al word ik niet meer uitgenodigd Al verlies ik support Al word ik er uitgegooid Al verlies ik mijn baan Al gooien ze de link naar mijn site van hun site Al wordt iedereen kwaad op me Al verstoor ik de 'vrede' Al stort alles in "En schrijft aan de engel der gemeente te
Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel Davids heeft,
die opent en niemand zal sluiten, en Hij sluit en niemand opent. Ik weet uw
werken, zie, Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht
gegeven die niemand kan sluiten; want bij hebt kleine kracht, maar gij
hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochent." (Openbaring
3:7) Als we trouw Gods woord bewaren en zijn naam niet
verloochenen zal God ons ook open deuren geven die niemand sluiten kan. Nog enkele teksten "En schrijf aan de engel der gemeente te
Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der
schepping Gods: Ik weet uw werken, dat gij noch koud
zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo
dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud,
zal Ik u uit mijn mond spuwen." (Openbaring 3:20) "Wel gedaan gij
goede en getrouwe slaaf, dienstknecht…" (Mattheus 25:21) "Maar ik tel mijn leven (en mijn carrière en
mijn baan), niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn
loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus
ontvangen heb …."
(Hand. 20:24) "En Hij riep de schare, met zijn discipelen,
tot Zich en zeide tot hen: Indien iemand achter Mij wil komen, die
verloochene zichzelf en nemen zijn kruis op en volge Mij. Want een ieder, die
zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn
leven verliezen zal om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het
behouden." (Markus 8:34) "Indien iemand tot Mij komt, en niet haat
zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs
zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. En wie niet zijn kruis
draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn." (Lucas 14:25) "Wat ik u zeg in het donker, zegt het in het
licht, wat gij in uw oor hoort fluisteren, predikt
het van de daken. En weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden,
maar de ziel niet kunnen doden; weest veeleer bevreesd voor Hem, die beide,
ziel en lichaam kan verderven in de hel. Worden niet twee mussen te koop
aangeboden voor een duit? En niet één daarvan zal ter aarde vallen zonder uw
Vader. En de haren van uw hoofd zijn ook alle geteld. Weest dan niet
bevreesd; gij gaat vele mussen te boven. Een ieder
dan, die Mij belijden zal voor de mensen, hem zal ook Ik belijden voor mijn
Vader, die in de hemelen is. Maar al wie Mij verloochenen zal voor de mensen,
die zal ook Ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is. Meent niet
dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde; Ik ben niet gekomen om vrede
te brengen, maar het zwaard. Want ik ben gekomen om tweedracht te brengen
……" (Matth. 10:27-36)
7.3. Dring er op aan, gelegen of ongelegen,
wederleg, bestraf "Ik betuig u nadrukkelijk voor God en
Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn
verschijning als op zijn koningschap: verkondig het woord, dring er op aan,
gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid
en onderrichting. Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet
meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen
begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen,
dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels
keren. Blijft gij echter nuchter onder alles,
aanvaardt het lijden, doe het werk van een evangelische en verricht uw dienst
tenvolle." (2 Tim. 4:1-5) We moeten het woord verkondigen, met gezag: “zo
zegt de Here, dit zegt de bijbel” en “Dit is de
waarheid, zo staat het in de bijbel, zo moet het.” We moeten bij de woordbediening
niet alleen bemoedigen, maar , zoals 1 Tim 4. het zegt, ook weerleggen en bestraffen. We moeten getrouw het woord verkondigen of de
mensen het nu willen horen of niet. "Verkondig het woord, dring er op
aan, gelegen of ongelegen. We mogen niet zelf kiezen wat we zullen brengen.
We moeten het woord spreken wat in elke situatie nodig is. We moeten
doorgeven wat God op het hart legt. We moeten de volle raad Gods verkondigen
en niet slechts het gedeelte dat de christenen graag willen horen. 8.1. Wat doe je nadat je het woord hebt gesproken? Soms ben je bemoedigd en soms kun je ontmoedigd
raken. Bemoedigd als je zelf de kracht van het woord in
je geest hebt opgemerkt op het moment dat je sprak, omdat je er zelf door
verkwikt bent, omdat je duidelijk de bijstand van de Geest hebt opgemerkt, bemoedigd
omdat er beslag was op de harten, omdat mensen positief reageerden. Ontmoedigd als het voor je gevoel moeizaam ging,
als niet duidelijk is of de boodschap is overgekomen. Dan kun je onzeker
raken. In het werk van God wordt je vaak heen en weer
geslingerd tussen overmoed en ontmoediging. Als God zegent is er de
verzoeking van overmoed en hoogmoed. Als er niet direct een zichtbare zegen
is dan is er de verzoeking van ontmoediging. 8.2. Verootmoedig jezelf voor de Here Zowel bij een merkbare zegen als bij een
schijnbare afwezigheid van zegen is het tijd om je
voor de Heer te verootmoedigen. Ga na het brengen van het woord zo snel mogelijk
in de stilte, zoek het aangezicht van de Heer en
buig je diep neer. Als de Heer zegent geef Hem dan de eer. Dank Hem
voor wat Hij heeft gedaan. Dat Hij het woord heeft willen zegenen. Jij was
het niet, het was de genade van de Heer. De zegen kwam niet van je paar
broodjes. Er is zegen omdat de Heer je paar broodjes heeft willen
vermenigvuldigen. God gebruikt hetgeen niets is. (1
Kor. 1:27) Hoe bestaat het dat de Heer zo'n zwak en
gebrekkig instrument heeft willen gebruiken. Verootmoedig jezelf voor God,
erken dat het niet van jezelf kwam, dat God het heeft gedaan. "Ga uit van mij want ik ben een zondig mens" (Lucas
5:8) "Wee mij want ik ben een man onrein van lippen" (Jesaja
6:5) Als je ontmoedigd ben is het evenzeer tijd
om je te verootmoedigen voor de Heer. “Heer U weet dat ik het voor U heb
gedaan. Ik heb uw wil gezocht. Ik heb op U vertrouwd. Wilt U het bevestigen,
opvangen. Ben ik tekort geschoten? Wilt u het dan laten zien.“ 8.3. We moeten elk eerbetoon van mensen afwijzen. "eer van mensen behoef ik niet" (Joh. 5:41) Als we dat niet doen zullen we de zalving
verliezen. "omdat hij God de eer niet gaf" (Hand.
12:23) "ik zal het niet wagen om …. " (Rom. 15:18) In de evangelische wereld worden er telkens een
nieuwe superstar gelanceerd. Als een bediening succesvol lijkt te zijn. Het
valt de christenen op. De nieuwste succesvolle voorganger, de nieuwste
succesvolle schrijver, enzovoorts. De mensen vergeten dat alles genade is. Als het
werkelijk een geestelijk werk is. Als je het woord van God brengt en God zegent het
dan bestaat het gevaar dat je denkt dat je wat bent. De gelovigen merken dat
God je gebruikt en daarom gaan ze licht te veel van je denken. Ze begrijpen
niet dat God je gebruikt omdat je zo zwak bent, omdat je dat zelf ook weet en
omdat je het daarom het alleen van God verwacht. Als je daar, als christen die actief is voor de
Heer, niet doorheen ziet dan ben je in gevaar. Dan zul je snel de zalving
verliezen. Daarom is het ook niet goed voor pasbekeerden om
al te snel op de voorgrond te komen. Een oudste mocht b.v.
geen pasbeerde gelovige. (1 Tim. 3:6). Een pasbekeerde is
vaak nog niet verbroken, verbroken in het steunen op eigen kracht en inzicht,
nog niet bang voor zichzelf, niet ondekt aan zichzelf, met veel terreinen in
het leven die nog onder controle van Gods Geest gebracht moeten worden. God
zal ons eerst op allerlei manieren testen voordat Hij ons in een bediening
stelt. “Over weinig zijt gij getrouw geweest, over
veel zal ik u stellen” Een van de predikers die ik persoonlijk heb gekend
en gehoord is broeder Bakth Singh. Hij sprak met betoon van geest en kracht.
God had hem geroepen om het woord te prediken maar hij had een licht
spraakgebrek. Dat heeft hij altijd gehouden. Toen iemand
aan hem vroeg waarom God hem daarvan niet had genezen omdat het zijn
woordbediening hinderde antwoordde broeder Bakth Singh: God heeft het niet
weggenomen opdat ik niet zou vergeten dat ik totaal afhankelijk van Hem ben
als ik spreek. Alleen door ootmoed en
verbrokenheid kan de zalving bewaard blijven. 9.
Je moet wel het woord van God
brengen Alleen dan kun je een zalving verwachten. Alleen
dan zal God je woorden bekrachtigen. Gods Geest geeft getuigenis aan de
waarheid. "Uw woord is de waarheid" (Joh. 17:17). Uw woord, niet ons eigen
woord. Gods
Geest geeft getuigenis aan het woord. Dat wordt door de Geest opgepikt en
bekrachtigd. De Geest gebruikt het woord. De bijbel
is het zwaard van de Geest. "En neemt … het zwaard des Geestes, dat is
het woord van God" (Efeze 6:17) Er zit op zich al een geestelijke kracht in het
woord van God. De kracht van de Geest is in het woord. "Want het woord
God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het
dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en
merg, en het schift overleggingen des harten." (Hebr. 4:12) En: "De
woorden, die Ik, Jezus, tot u gesproken heb, zijn geest en leven." (Joh.
6:63) We moeten het woord brengen en geen menselijke
theorieën gedachten, speculaties of praatjes. De opdracht is: “Verkondig het
woord.” "Ik betuig u nadrukkelijk voor God en
Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn
verschijning als op zijn koningschap: verkondig het woord, dring er op aan,
gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid" (2 Tim.
4:1) Lees het woord voor. Citeer het. Leg het uit. Pas
het toe. Verwijs telkens naar het woord. Baseer wat je leert zorgvuldig op de bijbel: "Dit zegt het woord ……". "Zo zegt de Here ….." "Hier staat het in de bijbel" Het is belangrijk dat we het woord zuiver brengen.
In evenwicht. Zonder speculatie. Goed uitgelegd, volgens de regels van de
goede schriftuitleg: Er niet meer inlezen dan er staat. Uitleggen vanuit het
verband. Schrift met Schrift vergelijken. De bijbel
legt zichzelf uit. Als je een onderwerp behandelt dan moet je rekening houden
met alle schriftgedeelten die iets over het
onderwerp zeggen. Je uitleg moet daar mee in overeenstemming zijn. Het is volgens de bijbel
mogelijk om de Schriften te verdraaien. "verdraaien" (2 Petrus 3:16; Gal 1:7) Het is verder belangrijk om een goede vorm te
kiezen om het woord te brengen. Dat helpt om het woord centraal te stellen.
Om te verzekeren dat we Gods boodschap brengen en niet onze eigen gedachten.
Voor een bespreking van die vormen, zij bijlage C. 10.
Spreek met gezag We moeten het woord met gezag brengen. De bijbel zegt:
"verkondig het woord". (2 Tim. 4:2) We verkondigen het woord van God en niet onze
eigen mening. Daarom moeten we met zekerheid spreken.
"Zo is het, zo moet, zo staat het in de bijbel,
dit zegt het woord van God." "The
Bible says ….. God
says ……" "Dit zeg niet ik, dit zegt de bijbel." Zet de mensen voor het woord van God: Hier staat
het. Wat ga je doen met het woord van God.? (Zie het artikel "Hoe de mensen het gezag van
Gods Woord in te scherpen", zie bijlage klik hier) Als God ons leidt om te spreken wil Hij ook een
geestelijke last geven. Zijn bewogenheid voor de mensen en Zijn ijver voor de
waarheid, voor zijn eer, voor zijn getuigenis, voor de gemeente. "Toen hij de scharen zag, werd Hij met
ontferming over hen bewogen, …. " (Mattheus
9:36) "De ijver voor uw huis zal Mij verteren"
(Joh. 2:17) Een geestelijke last is tegelijkertijd ook een
gebedslast. Het drukt op je. Daarom bidt je. Vurig en aanhoudend. (Zie deze bijbelstudie over gebed) Hoe komen we aan een last? Het is het werk van
Gods Geest. Als Gods Geest ons vervuld zal
God Zijn lasten op ons hart leggen. Het heeft te maken met geestelijk inzicht. Je ziet
de nood van de mensen, je ziet wat God wil in die situatie, je ziet de
geestelijke strijd die er gaande is. Het raakt je hart. Het dringt je tot
gebed, aanhoudend bidden en smeken (Efeze 6:18). We kunnen bidden: "Heer geeft me uw
bewogenheid met de mensen. Dat ik de mensen mag zien zoals U ze ziet. Dat de
ijver voor uw huis, voor uw eer en voor uw getuigenis ook mij mag
verteren." (a) Het heeft te maken met
ontferming Ontferming komt door geestelijk inzicht, doordat
je de nood van de mensen ziet. Je ziet de mensen met Gods ogen. Je ziet de
geestelijke nood. Het raakt je hart. "Toen hij de scharen zag, werd Hij met
ontferming over hen bewogen, …..daar zij
voortgejaagd en afgemat waren, als schapen die geen herder hebben."
(Mattheus 9:36) De nood van de onbekeerde mensen. Ze wankelen ten
dode. Ze verkeren in een verloren toestand. Ze staan op de rand van de
eeuwige straf. En de nood van de christenen. Sommigen zijn in de
war door valse leringen en allerlei ervaringen, anderen zijn weer geestelijk
uitgehongerd bij gebrek aan geestelijk voedsel, weer anderen zijn in een
isolement geraakt. Allen hebben bemoediging, onderwijs, zielzorg, correctie,
gemeenschap nodig. Ze worden bedreigd door de aantrekkelijkheid en de
verleidingen van de wereld, door de aanvallen van de boze,
door het eigen zondige hart dat geneigd is tot alle kwaad en door valse leringen en leraren. Stel je moet spreken. Daar is een groep
christenen. Sommige zullen ontmoedigd zijn. Anderen dreigen te verslappen.
Sommigen komen met een geestelijke honger. Anderen hebben de strijd tegen de
zonde opgegeven. Weer anderen dreigen af te dwalen. Sommigen zijn in nood. Anderen zijn in de war geraakt door valse
leringen. Wat heb je hun te geven? Wat kun je voor hen doen.
Alleen God kan hen voeden, corrigeren, bemoedigen en
aansporen. God zal het moeten doen. (b) Een last komt door het
zien van de mogelijkheden Je ziet in geloof wat God met hen kan doen, als ze
zich aan Hem overgeven. Je hebt hen lief en wilt hen verder helpen. (c) Een last komt ook door te
zien wat er op het spel staat De eer van God. Het eeuwig heil van de mensen. 12.
Geestelijke strijd rondom
het brengen van het woord Rondom het brengen van het woord van God is er
altijd geestelijke strijd. Elke samenkomst waar het woord van God met kracht
gebracht wordt, en waar mensen veranderen, wordt aangevallen. Elke prediker,
onderwijzer of zielzorger met een effectieve bediening wordt aangevallen. Daarom moeten we de wapenrusting Gods aandoen.
Efeze 6:10-17. (Voor uitleg, klik hier) En daarbij moeten we doen wat in vers
18 staat: "En bidt daarbij met aanhouden bidden en smeken bij elke
gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking
………." We moeten er op bedacht zijn dat er aanvallen
kunnen komen. Zie de bijbelstudies over geestelijke
strijd, deel III, in de serie over de engelen op de onderwijssite. Verschillende voorbeelden komen in mijn
herinnering. Ik noem er twee: Ik gaf bijbelstudie aan
iemand die opgegroeid was bij de Jehovah's getuigen. Hij was eerlijk.
Langzaam en grondig hebben we alles doorgenomen totdat hij er uit kwam. De bijbelstudie was om de veertien dagen. Na twee keer begon
er telkens iets tussen te komen. Hij was computerdeskundige en verschillende
keren gingen juist op de dag van de bijbelstudie de
computers van het bedrijf waar hij werkte stuk. Dan moest hij overwerken en
ging de bijbelstudie niet door. Dat kan eens een
keer gebeuren, maar als het telkens op die dag gebeurt dan is het verdacht.
Er waren nog meer oorzaken waarom de bijbelstudie
plosteling niet door kon gaan. Na er speciaal voor gebeden te hebben was het
over. Een oudere broeder moest het woord brengen, hij
had een boodschap en last van de Heer, voordat de prediking begon voelde hij
zich zeer zwak en ellendig, toen hij eenmaal begon viel het van hem af. We moeten waakzaam zijn, en als er een aanval komt
moeten we het onderkennen en er in gebed en in geloof weerstand aan bieden. De vijand zal proberen te verhinderen dat de bediening
van het woord doorgaat. En als het toch doorgaat zal hij proberen het te
verstoren. Waar we ook bedacht op moeten zijn is dat je na
het brengen van het woord aangevallen kan worden. Je bent in de aanval
gegaan, met de bijbel, het zwaard van de Geest. Dan
kun je een tegenaanval verwachten. Als je in de woordbediening raak hebt geschoten
moet je er niet vreemd van opkijken als de duivel terugschiet. Je kunt een
tegenaanval verwachten. Het principe van aanval en tegenaanval zien we ook op
geestelijk gebied. Bid om bescherming voor je vrouw en kinderen. De duivel
schiet terug. Je kunt je heel akelig voelen, leeg, bestookt worden met
ontmoedigende gedachten, etc. Dan is het tijd om je
voor God te verootmoedigen en om in geloof te blijven wandelen. En
waarnodig weerstand te bieden. We moeten voor, tijdens en na de
woordbediening de wapenrustig Gods aanhouden. 13.
Wanneer kun je verwachten
dat God je woorden bekrachtigt? Een aanvulling Wanneer kun je verwachten dat je de kracht van
Gods Geest rust op je spreken? Dat er betoon van Geest en kracht zal zijn? Dat God
doorkomt? Dit punt is een aanvulling op de dingen die in
punt 6 al over dit onderwerp zijn gezegd. De belangrijkste informatie over
dit onderwerp staat in punt 6. 13.1. Gebruik geen retoriek, breng de boodschap zo
simpel mogelijk Breng de boodschap die God je gegeven heeft zo
simpel mogelijk. Gebruik geen retoriek. Probeer de mensen niet te overtuigen
door schittering van woorden. "Ook ben ik, toen ik tot u kwam, broeders, niet
met schittering van woorden of wijsheid u het getuigenis van God komen brengen." (1
Kor. 2:1) Niet met schittering van woorden. Hoe simpeler we de boodschap brengen des te meer
zal de kracht van God op ons spreken rusten. Hoe meer
retoriek je gebruikt des te meer trekt de Geest van God zich terug. 13.2. Geef zuiver door wat God op je hart legt Geeft door wat God op je hart heeft gelegd. Voeg
er niets aan toe. In het begin heb ik dat niet altijd gedaan. Dan
kreeg ik een boodschap. God gaf er een innerlijk getuigenis op door zijn
Geest. Maar dan vond ik het te weinig of niet compleet. Daarom voegde ik er
nog wat aan toe. Als ik het dan het gedeelte doorgaf wat God op mijn hart had
gelegd was er aandacht, maar zo gauw ik begon met wat ik zelf had toegevoegd
verslapte de aandacht en begonnen mensen om zich heen te kijken en naar het
plafond te staren. 13.3. Houd voldoende vaart in je boodschap Breng wat je hebt met voldoende vaart. Ga niet te langzaam. Daar bedoel ik niet mee dat je snel of
haastig moet spreken. Je moet niet te veel uitweiden. Zeg wat je hebt te
zeggen, en wel zo kort en krachtig mogelijk. Ga niet in zijpaadjes. Maak je
punt en ga verder. Om vaart in een boodschap te houden is het erg
belangrijk om een goede structuur te hebben. Een inleiding en punten. En er
moet inhoud in je boodschap zitten. Elke opmerking moet zin hebben en iets
toevoegen. 13.4. Breng het woord van God, praat er niet te
veel omheen De opdracht is: "Verkondigt het woord".
(1 Tim. 4:2) Doe dat dan ook. De mensen zitten niet te wachten op onze of iemand
anders gedachten of op onze ervaringen. Alleen het woord van God helpt iemand
verder. Je boodschap moet uit het woord komen. (Zie
bijlage C waar verschillende vormen waarin we het woord kunnen brengen worden
besproken.) Lees de bijbeltekst, geef
commentaar, geef een illustratie. Dan opnieuw het woord, etc. 13.5. Pas op voor routine en professionalisme De idee van "dat doen we wel even". Dit is dodelijk. Er zal in dat geval geen zalving
zijn. Zonder aanhoudend gebed, ootmoed
en steunen op de Heer zal er geen zalving zijn. Hoeveel routine we ook mogen
hebben. (Zie hierboven punt 6, speciaal punt 6.4.) 13.6. Je moet een geestelijk last hebben Een gebedslast, een geestelijke zorg, een geestelijk
verlangen dat de toehoorders geholpen worden. Dat er wat gebeurt. Dat Gods
Geest iets in de toehoorders doet. Zie hierboven punt 12. 13.7. Je hoeft niet origineel te zijn Op geestelijk gebied hoef je niet origineel te
zijn. Ik weet van een rondreizende kinderwerker die zestig jaar met grote
zegen een bepaalde illustratie gebruikte om de kinderen een belangrijke
geestelijke les duidelijk te maken. Het gaat niet om origineel zijn, het gaat er om
dat je zelf door de boodschap gegrepen bent, dat is belangrijk. Dan is het
levend voor jou en ook voor de toehoorders. Het gaat er om dat je de kracht
van de waarheid in je eigen geest ervaart. 13.8. Niet (te veel) over jezelf
spreken Blijf op de achtergrond. Niet te veel over je
eigen ervaringen spreken. Dit bedroeft snel de Heilige Geest en dan verlies
je de zalving. "Want als ik wil roemen, zal ik niet
onverstandig zijn, want ik zal de waarheid zeggen; maar ik onthoud mij ervan,
opdat men mij niet meer toekennen dan wat men van mij ziet en hoort." (2 Kor. 12:9) Paulus onthield zich er van. Hij sprak niet over
zijn bijzondere ervaringen met God opdat de mensen niet te veel van Hem
zouden gaan denken. Het zit in het hart van de mensen, ook de christenen, om
snel te veel van mensen te denken. De mensen denken al gauw dat je wat
bijzonders bent. Dat mag absoluut niet met ons gebeuren. Ik heb geregeld George Verwer, de leider van
Operatie Mobilsatie, gehoord in zijn goede dagen. Als hij over zichzelf sprak
dan sprak hij alleen over zijn fouten, zijn nederlagen, zijn falen.
Dat gebruikte hij als illustratie. Hij sprak nooit over de geweldige dingen
die God door hem en zijn medewerkers had gedaan. 14. Jezelf met het woord vullen dan heb je iets door te geven "Het woord van Christus wone rijkelijk in u,
zodat gij in alle wijsheid elkander leert en
terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode
dank brengt in uw harten" Als het woord van God rijkelijk in je woont dan ga
je vanzelf elkaar leren en terechtwijzen met dat
woord. Waar het hart vol van is spreekt de mone. Hoe kunnen we onszelf
vullen met het woord van God? + Het woord van God lezen in onze stille tijd.
Elke dag een gedeelte, in volgorde. + Bijbelteksten memoriseren, sleutelteksten en teksten
waar jezelf steun aan hebt + Een onderwerpstudie doen. Met behulp van een
concordantie. + Goede boeken lezen, met bijbels
onderwijs, goede biografieën + Een goede bijbelstudie bezoeken,
waar echt het woord opengaat + Naar een goede gemeente waar elke zondag het
woord wordt gebracht Kortom zelf met het woord bezig zijn. Dan zul je
wat door te geven hebben. Vooral als het je het woord eerst zelf toegepast in
je leven. Zie het volgende punt, punt 15. Je moet zelf gegrepen zijn door het woord. En de kracht
ervan ervaren in je persoonlijk leven. De bijbel spreekt over
een geestelijke honger, een geestelijk dorst naar God, naar gemeenschap met
God. We moeten er op toezien dat die honger naar God in ons hart blijft. We
moeten onze eerste liefde niet verliezen. Een honger en dorst naar God gaat samen met een
honger naar het woord van God. Ik heb op beperkte schaal tijden van opwekking
meegemaakt. Ik heb gezien wat er dan gebeurde. Er kwam onder meer een geest
van gebed over de mensen en een groot verlangen naar gemeenschap met andere
christenen die zelf ook een dorst naar God hebben. Ook ontstond er een enorme
honger naar het woord van God. Spontaan. Sommigen hadden zo'n
honger nar het woord van God dat ze dag en nacht met de bijbel bezig waren. Je verlustigen in het woord. Verlangen naar het
woord. Die liefde voor het woord van God behoort in ons hart te zijn. "In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij
als over allerlei rijkdom. Uw bevelen zal ik overdenken en op uw paden zal ik
letten, In uw inzettingen zal ik mij verlustigen, uw woord zal ik niet vergeten." (Psalm
119:14-17) "Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar
uw verordeningen te allen tijde" (Psalm 119:20) "Ja uw getuigenissen zijn mijn verlustiging,
zij zijn mijn raadslieden." (Psalm 119:24) "Ik verlustig mij in uw geboden, die ik lief
heb; daarom heft ik mijn handen op naar uw geboden
die ik liefheb, en overdenk ik uw inzettingen." (Psalm 119:47,48) "Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen, want zij zijn de blijdschap
mijns harten." (Psalm 119:111) "Ik verblijd mij over uw woord als iemand die
rijke buit vindt" (Psalm 119:162) "Zo vaak uw woorden gevonden werden, at ik ze
op, uw woord was mij tot vreugde en blijdschap mijns harten; want uw naam is
over mij uitgeroepen, Here, God der heerscharen"
(Jeremia 15:16) We moeten Gods woord dag en nacht overpeinzen. 'overpeins het dag en
nacht" (Jozua 1:8) "en diens wet overpeinst bij dag en bij
nacht" (Psalm 1:1) We moeten mensen zijn van het boek. We moeten
mensen zijn van één boek. We moeten er naar streven om wel onderlegd te zijn
in de woorden des geloofs en der goede leer. "Als gij
dit de broeders voorhoudt, zult gij een goed dienaar van Christus Jezus zijn,
wel onderlegd in de woorden des geloofs en der goede leer." (1 Tim. 4:6) Wel onderlegd, dat wil zeggen dat je er goed thuis
in bent. Het gaat om twee dingen. Ten eerste de woorden des geloofs, dat is
de inhoud van de bijbel. En ten tweede de gezonde
leer. Dat zijn de hoofdzaken van de leer van de bijbel.
Daar moet jezelf aan werken. Dit te bereiken,
hierin onderlegd te zijn, moet ons aller streven zijn. Om dat te bereiken
moet je alles gebruiken wat binnen je bereik is. Eerst zelf doen wat er staat en het pas daarna aan
anderen onderwijzen. "Want Ezra had er zijn hart op gezet (1) om
de wet des Heren te onderzoeken en (2) haar te volbrengen, en (3) om in
Israël inzetting en verordening te onderwijzen." (Ezra 7:10) Ezra was bezig met bijbelstudie.
Niet zomaar een beetje, op een vrijblijvende manier. Nee, hij had er zijn
hart op gezet. Hij was bezig met het woord voor zijn eigen persoonlijk leven.
Hij onderzocht Gods woord om daar zelf naar te leven. Om het woord toe te
passen op zijn eigen leven. Om de wil van God voor zijn leven te ontdekken en
toe te passen. Zo behoort het ook in ons leven te gaan. Als derde wordt
gezegd dat Ezra de wet des Heren onderzocht om die te onderwijzen. We kunnen een ander meestal geestelijk meestal
niet verder helpen dan dat we zelf zijn. We moeten ook niet
over geestelijk dingen spreken waarover we nog geen of te weinig inzicht
vanuit het woord hebben ontvangen en ook niet over dingen waar we zelf niet
in enige mate iets van ervaren. Prediking komt vanuit de persoonlijke wandel met
God. Ze is daar mee verbonden. We moeten het woord eten. "Zo vaak uw woorden
gevonden werden at ik ze op, uw woord was mij tot
blijdschap mijns harten." (Jeremia 15:16). Als God je openbaring geeft
door een bepaald bijbelgedeelte voor je te openen
dan moet je dat vasthouden. Een heel geschikte manier om dat te doen is de
kerntekst memoriseren. 16. Waarover spreken? Waar wil God dat ik nu over zal spreken? Hoe ontdekken we waarover de Heer wil dat we
zullen spreken. Hoe ontvangen we een boodschap van de Heer? 16.1.Gebed We moeten dringend en met volharding bidden dat
God een boodschap geeft. Speciaal als je weet dat je ergens moet spreken. 16.2Blijf in het woord Blijf in je stille tijd, dagelijks in het woord
lezen. Blijft ook op andere manieren met het woord bezig. (Zie hierboven de
punten 15 en 16) 16.3. God leidt soms via geestelijk inzicht Inzicht in wat nodig is op dat moment. Je kent de
mensen waar je gaat spreken, je kent hun situatie. Wat hebben ze nodig? Heb
je daar geestelijk inzicht in? Bidt daarom. 16.4.Hoe leidt God in het vinden van een boodschap? Door het innerlijke getuigenis van Gods Geest in
onze Geest. Je komt het tegen en je voelt de kracht ervan in je eigen geest. Het
wordt op je weg gebracht. Het komt op in je denken. Je wordt er bij bepaald.
Daarnaast, als aanvulling, is er soms ook het geestelijk inzicht dat die
boodschap op dat moment nodig is. (Zie de bijbelstudie over
de leiding van God, klik hier) De bekende predikant C.H. Spurgeon werd eens
gevraagd of hij bij over een bepaalde tekst wilde preken. Hij liet de tekst
een moment op zich inwerken en zei toen dat hij dat niet kon doen. Zijn verklaring
"it doesn't bite", de tekst 'beet' hem niet. Hij kreeg er op dat
moment geen openbaring over en de Geest gaf hem er geen getuigenis op. 16.5.Je kunt ook doorgeven waardoor jezelf gezegend
bent Als de Geest je daar rust op geeft. Dit is een
veilige methode voor hen die nog niet veel ervaring hebben in het brengen van
het woord. 16.6.Onderscheiden tussen onderwijs en profetie Het gaat om de bediening van Gods woord, om het
onderwijzen en verkondigen van de bijbel. Je kunt
daarin onderscheiden tussen een meer profetische en een meer onderwijzende
woordbediening. Het gaat om een relatief verschil, om een verschil in nadruk.
Je kunt het onderscheiden maar niet scheiden. Meer profetisch in de zin dat je een boodschap uit
het woord brengt die op dat moment, in die situatie, voor die mensen nodig
is. Dat kan een vermaning, terechtwijzing, aansporing, bemoediging zijn of
ook een stukje kennis. Een voorbeeld zijn de boodschappen aan de zeven
gemeenten in Openbaring 2 en 3. Hetzelfde geldt voor veel van de brieven van
het Nieuwe Testament. Die brieven gaan in op de concrete situatie waarin de
chistenen, aan wie de brief was gericht, zich op dat moment bevonden. Onderwijs is meer systematisch Het is niet zo
direct gericht op de concrete nood van dat moment. Bij onderwijs wordt op
ordelijke wijze een onderwerp uiteengezet. Een voorbeeld van onderwijs is de Romeinen brief.
Daar wordt in de hoofdstukken 1 tot en met 8 het evangelie systematisch
uiteengezet. In de hoofdstukken 9 t/m 11 wordt op systematische wijze over
het Israël gesproken. In de volgende hoofdstukken wordt over de praktijk van
het christenleven gesproken. Profetie is dus vooral gericht op de concrete nood
van dit moment. Onderwijs is meer gericht op het leggen van een goed
fundament in het leven van de toehoorders. Onderwijs is vooral gericht op
kennisoverdracht. Profetie meer op toepassing. Paulus had een bepaald onderwijsprogramma. Hij
sprak zelf over 'de gehele raad Gods'. Hij had een aantal dingen
die hij in elke gemeente onderwees. Dit onderwijs had hij ook
doorgegeven aan Timotheus en die moest het op zijn beurt weer doorgeven aan
anderen. "Want ik heb niet nagelaten u al de raad
Gods te verkondigen" (Hand. 20:27) "Hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het
openbaar en binnenshuis …." (Hand. 20:20) Paulus legt hier ook de nadruk op volledigheid. Al
de raad Gods. Niets van hetgeen nuttig was. "zoals ik die overal en in elke gemeente
leer" (1 Kor. 4:17) "En wat gij
gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen,
die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten." ( 2 Tim. 2:2) (Over het onderwijs in evangelische gemeenten,
klik hier. Zie ook in de bijlagen van deze studie, de bijlage
met een voorstel voor een onderwijsprogramma.) Als je ergens geleid wordt om het woord van God te
brengen dan is het nuttig om je af te vragen wat daar nodig is. Je moet onderzoeken
wat de situatie vraagt. Wat is nodig op dit moment. Meer onderwijs of meer
profetie. Hoeveel tijd heb je? Gaat het om meer samenkomsten of heb je maar
één gelegenheid? Wat is belangrijk om door te geven in het
onderwijs? Dat wordt besproken in bijlage D. 16.7.De voorbeelden van C.H. Spurgeon en George Muller Spurgeon en Muller zijn twee bekende geestelijke
leiders uit de negentiende eeuw. Ze hebben allebei geschreven over de
woordbediening. Onder meer over het vinden van de boodschap, over het vinden
van de tekst voor de preek. Zie de twee bijlagen met citaten van Spurgeon en
Muller. (Bijlage A. en Bijlage B.) 17. Enkele belangrijke opmerkingen over de techniek en
didactiek De juiste techniek voor het overbrengen van een
boodschap uit het woord van God is wel belangrijk, maar het is niet van
doorslaggevend belang. Alles hangt af van de zalving. God zegent elke
boodschap uit het woord die we namens hem doorgeven, ongeacht onze
spreekvaardigheid of didactische bekwaamheid. Het gaat bij het doorgeven van het woord meer om
de voorbereiding van ons hart dan om de voorbereiding van ons hoofd.
'Heartpreparation' is belangrijker dan 'headpreparation'. Alhoewel
bieden belangrijk zijn. Toch is de juiste techniek niet onbelangrijk. Je hebt
een boodschap van God ontvangen, een last maar die moet je nog wel
overbrengen. Als je dat helder doet dan komt de boodschap nog krachtiger over. 17.1. De noodzaak van enige structuur Als je een boodschap doorgeeft dan is het
belangrijk dat je daar enige structuur in brengt. Start met een inleiding. In de inleiding zeg je
waar je over gaat spreken en je zegt b.v. iets over
het belang van het onderwerp. Daarna volgt de hoofdboodschap. Verdeel de
hoofdboodschap in punten. In ieder geval voor jezelf, maar
het is erg effectief als je de punten ook noemt tegen de toehoorders. Ik verkeer al heel wat jaren in evangelische
kringen en het verbaast me nog regelmatig dat ik een boodschap hoor zonder
dat aan het begin gezegd wordt waar het over gaat. Ik beluisterde laatst nog
een preek op het internet en na 15 minuten wist ik nog niet waar de spreker
naar toe wilde. Je zou eventueel ook eens na kunnen denken over de
openingszin en over de overgangszinnen waarmee je van het ene punt naar het
andere gaat. Ook over de manier waarop je een bijbeltekst
introduceert. 17.2. Het gebruik van punten Dit is zeer belangrijk uit het oogpunt van
communicatie. Het helpt bij het helder en ordelijk overbrengen van de
boodschap. Het helpt de luisteraars om de grote lijn vast te houden. Er
blijft na afloop ook veel meer hangen. In een preek wordt veel informatie
doorgegeven, de informatie kan veel beter verwerkt worden als ze in
duidelijke onderdelen wordt aangereikt. Het helpt ook om vaart in de boodschap te houden. De punten geven de verschillende aspecten van het
onderwerp en de verschillende opmerkingen en toepassingen weer. Je kunt de punten in de vorm van een vraag
formuleren. Bijvoorbeeld bij een bijbelstudie over de doop. Wat is de doop? Wat is de
betekenis van de doop? Hoe moet gedoopt worden. Wie doopt? Wie moeten gedoopt
worden. Wanneer dopen? Waarom dopen? Of je kunt de punten in stellingen
formuleren. Bijvoorbeeld bij een preek over wie is Jezus. 1.
Hij is de Messias, is de beloofde verlosser, 2. Hij is de zoon van God en 3.
Hij is het vleesgeworden woord. Of de punten nu in de vorm van stellingen of in de
vorm van vragen worden geformuleerd is van weinig belang, als er maar punten
worden gebruikt. 17.3. Het bepalen van het lesdoel Het is nuttig om je vooraf af te vragen: Wat is je geestelijke last? Wat wil je de toehoorders leren? Wat wil je bij hen overbrengen? Formuleer dat voor jezelf. "Ik loop dan ook niet maar in de blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de
lucht slaat." (1 Kor. 9:26) Ook bij de woordbediening moeten we niet
zomaar in het wilde weg in de lucht slaan. 17.4. Gebruik een bord Dit is speciaal van groot belang bij een bijbelstudie, bij het geven van onderwijs. De effectiviteit van les geven wordt zeker verdubbeld
als je een bord gebruikt. Vooraf zet je het thema en het schema van de les op
het bord, puntsgewijs, met steekwoorden. Dit helpt zowel degene die de les
geeft als degenen die les krijgen om, te midden van alle details, de grote
lijn te blijven zien. Als de mensen er aan wennen, kijken ze vooraf, als ze
binnenkomen al op het bord, dan hebben ze vooraf reeds
een idee van wat gaat komen. Als de groep niet te groot is dan geef ik de
voorkeur aan een whiteboard boven een projector. Ik zet het bord op de stoel
naast me. De mensen kijken altijd naar degene die spreekt. Door een woord op
het bord aan te wijzen stuur je de blik naar het bord. 17.5. Het vastzetten van de les Vastzetten in het geheugen. Dat doe je bijvoorbeeld door iets mee te geven. Bijvoorbeeld
de kerntekst of het schema. Het is vooral effectief als je de toehoorders de
kerntekst of kernteksten laat memoriseren). Bij de bijbelstudie of
het beluisteren van een preek is het om deze reden nuttig dat we de gelovigen
leren om zelf notities te maken. Van de sleutelteksten, het schema, wat hen
aanspreekt. Dan blijft het beter haken. Als je iemand wilt bemoedigen of vermanen vanuit
het woord geef dan ook een kaartje met de tekst er
op. Bij kinderwerk wordt het vastzetten van het bijbelverhaal vaak gedaan met een knutselwerkje wat over
hetzelfde thema gaat. Met een lied over hetzelfde thema. Met een spelletje
dat er mee te maken heeft. Het thema wordt door alle onderdelen van de
kindersamenkomst herhaald. 17.6. Kies de vorm van de boodschap die je vanuit het
woord gaat doorgeven Hoe ga je het woord doorgeven? De boodschap die
God je op het hart heeft gelegd, de boodschap waar God je bij bepaald heeft. Doe je dat vanuit een enkele tekst, waarbij je
wellicht ter ondersteuning of aanvulling andere teksten aanhaalt. Doe je dat
door een bijbelgedeelte, enkele verzen of b.v. een
hoofdstuk, of doe je dat door van de ene tekst naar de ander te gaan, teksten
die allemaal wat over het onderwerp zeggen. De voornaamste mogelijkheden samengevat: (a) Een tekst. De boodschap
komt uit een tekst. (b) Een gedeelte. De boodschap
komt uit een bijbelgedeelte. (c) Vele teksten. De boodschap
komt uit vele teksten. (Een onderwerpstudie) Naast de hierboven genoemde vormen is er ook nog
de bijbellezing. In het Engels Bible reading. Het
wordt ook wel commenting genoemd. Dan lees je een bijbelgedeelte
door en maak je tussendoor telkens uitlegkundige opmerkingen en je geeft
geestelijk toepassingen en andere lessen. Zonder dat je naar volledigheid streeft.
En zonder dat je je beperkt tot één bepaald thema. (Voor een nadere bespreking, met enkele
voorbeelden, zie bijlage C.) Zorg dat je boodschap ook echt uit de bijbel komt. Pas op voor de springplank methode. Je start met
een tekst, een bijbelgedeelte, en daarna begin je
over andere zaken. Dingen die niet in de tekst zitten of er mee te maken
hebben. 17.7. Gebruik illustraties, voorbeelden Dit is opnieuw een erg belangrijk punt. Het gebruik van illustraties zal de effectiviteit
van de boodschap zeer versterken. Door illustraties breng je de zaak dichter
bij de mensen. Dan laat je het landen in hun belevingswereld. Dan breng je
het dichtbij. Als je b.v. over 1 Petrus
5:7 spreekt. "Werpt al uw bekommernis op Hem
want Hij zorgt voor u" Geef dan aan waar je als christen zo al bezorgd
over kan zijn. En geeft concrete voorbeelden van Gods zorg. Als je over b.v. liefde spreekt, geef dan concrete voorbeelden van
liefde in de praktijk. Waar haal je de illustraties vandaan? Uit eigen levenservaring,
waarneming, de bijbel, levensbeschrijvingen,
geestelijke voorbeelden. Bidt er om. Vraag het aan
de Heer. Echter, pas op, bij voorkeur niet over jezelf
spreken. (Zie hierboven, punt 13.8) 17.8. Vertaal de termen Omschrijf bijbelse
uitdrukkingen. Vul ze in. Als je spreekt over bekering. Geef dan kort aan
wat bekering is. Of neem b.v. weer 1 Pterus 5:7.
"Werpt al uw bekommernis op Hem, wat Hij zorgt
voor" Als je over deze tekst spreekt. Leg dan uit wat bekommernis is. Bekommernis dat
zijn je zorgen, datgene wat op je
drukt, waar je op dit moment onder gebukt gaat, waar je bevreesd voor bent,
waar je tegen op ziet. 17.9. Pas op voor stopwoorden, storende gebaren,
etc. Als je van nature geen vlotte spreker bent dan
kunnen er snel stopwoorden of andere eigenaardigheden binnensluipen. Op zich is dat allemaal niet erg, maar als het
afleidt moet je er wat aan doen. Als je kinderen hebt, schakel ze dan in, de mijne hebben me telkens weer met veel plezier op zulke
dingen gewezen. Als je geen kinderen hebt, vraag dan een andere broeder of
zuster of ze je indien nodig waarschuwen. 17.10. Gebruik notities Dit is meestal aan te raden. Zet het thema, het
schema, de tekstverwijzingen, de illustraties op een stukje papier en houdt
dat bij je. Tijdens zijn opleiding voor sportleraar in het
leger gaf de docent die onderwijs gaf over 'les geven'
een vriend van me de goede raad om het schema, de punten, op een A-4'tje
te zetten met hele grote letters. Zodat je, terwijl je spreekt, met één
blik op je papier ogenblikkelijk kan zien waar je gebleven bent. Één van mijn vrienden schrijft zijn preken
volledig uit. Hij draagt ze daarna precies zo voor. Bij hem is het niet
storend, dat komt omdat hij altijd spreekt met een last en omdat hij een
boodschap van de Heer doorgeeft. Hij wordt tijdens het voordragen zelf weer
gegrepen door de boodschap. Bij andere kan het voorlezen van een preek snel
mechanisch overkomen. 17.11. Het gebruik van de bijbel Als je een gedeelte uit de bijbel
voorleest als je het woord doorgeeft, lees het dan niet haastig. Het gaat tenslotte om het woord van God. Lees het met nadruk voor.
Soms is het nuttig om het sleutelvers nog eens te herhalen. Geef de toehoorders altijd de tijd om mee te
lezen. Moedig dit aan. 17.12. Kijk hoe anderen het doen en leer van hen. Ik heb het voorrecht gehad een aantal broeders te
hebben gehoord die met grote kracht het woord van God brachten. Het waren
allemaal verschillende persoonlijkheden. We moeten van de broeders die ons
met zegen het woord hebben gebracht niet hun persoonlijke stijl imiteren, we
kunnen wel leren van de methode waarmee zij het woord brengen. 17.13. Ligt de nadruk op een woordbediening met een
onderwijs of profetisch karakter Het is nuttig om daar over na te denken. Wat is
het doel? Is het doel om de toehoorders te funderen in hun geloof (nadruk op
onderwijs), op corrigeren van een bepaald punt. Of is het doel het te
stichten, te bemoedigen en te corrigeren. 17.14. Kinderwerk Het vertellen van een bijbels verhaal. Dat vereist een speciale techniek. Het beste is om het verhaal te verdelen in een
aantal scènes. Precies zoals een filmscenario is opgebouwd. Je moet in scènes
denken. Je gaat dan van de ene scène naar de andere en beschrijft als een
soort ooggetuige wat je ziet en wat er gebeurt. Het is erg effectief als je
elke scène kan ondersteunen met visueel materiaal b.v.
platen. Pas op dat je in het verhaal niet gaat speculeren.
Je moet geen dingen er bij gaan verzinnen waar de bijbel
niet over spreekt. Voor informatie over kinderwerk, klik hier. In zeker zin moet het door geven van het woord van
God geleerd worden Onderwijzen, preken, getuigen, het woord brengen bij
zielzorg, etc. Het moet geleerd worden. Zelfs al heb je er een speciale
geestesgave voor ontvangen. Je leert het (1) door het te doen, (2) door
regelmatig te evalueren (Wat ging er goed, wat ging er fout, hoe kan ik het
beter doen?), (3) door er onderwijs in te krijgen en (4) door goed te kijken
naar het voorbeeld van anderen. Het is erg effectief als je iemand hebt die je
begeleid. Iemand met ervaring en geestelijke inzicht. Met hem of haar kun je
dan geregeld evalueren hoe je het doet. Probeer zo iemand te vinden. Andere
christenen zijn meestal te beleefd om je eerlijk te zeggen hoe je hebt gedaan
en hoe het gaat. Bijlage
A. George
Muller over hoe hij het woord bracht In deze bijlage staan enkele leerzame opmerkingen
van George Muller over zijn methode van preken. George Muller is een van de
grote christelijke leiders uit de negentiende eeuw. Als u iets wilt lezen wat
uw geloof opbouwt lees dan een biografie over George Muller. (Overigens, laat het woord preken, dat hier wordt
gebruikt u niet al te zeer afschrikken. De principes die George Muller
hieronder doorgeeft zijn toepasbaar voor ieder die, in welke situatie dan
ook, het woord moet brengen.) A.1. Over het vinden van het onderwerp waar je
over moet spreken I
now changed my opinion about the best method of preparing for public ministry
of the Word. Rather than presuming to know what is best for the hearers, I
ask the Lord to graciously teach me the subject I should speak about, or the
portion of His word
I should explain. Sometimes I will have a particual subject or
passage on my mind before asking Him. If after prayer, I feel persuaded that
I should speak on that subject, I study it, but still leave myself open to
the Lord to change it if He pleases. Frequently,
however, I have no subject in my mind before I pray. In this case, I wait on
my knees for an answer, trying to listen for the voice of the Spirit to
direct me. Then, if a passage or subject is brought to mind, I ask the Lord
if this is His will. Sometimes I ask repeatedly, especially if the subject or
text is a difficult on. If after prayer, my mind is peacful about it, I take
this to be the text. But I still leave myself open to the Lord for direction,
in case He decides to alter it, or if I have been mistaken. Sometimes
I still do not have a text after praying. At first I was puzzled by this, but
I have learned to simply continue with my regular reading of the Scriptures,
praying while I read for a text. I have had to read five, ten, even twenty
chapters before the Lord has given me a text. Many times I have even had to
go to the meeting place without a subject. But I have always obtained it,
perhaps, only a few minutes before I was going to speak. A.2. Niet
zelf zomaar een onderwerp of bijbelgedeelte nemen The
Lord always helps me when I preach, provided I have earnestly sought Him in
private. A preacher cannot know the hearts of individuals in the congregation
or what they need to hear. But the Lord knows; and if the preacher renounces
his own wisom, he will be assisted by the Lord. But if he is determined to
choose a subject in his own wisdom, he should not be suprised when he sees
little fruit resulting from his labors. A.3. Nadat het onderwerp of de tekst gevonden is When
I have obtained the text in the above way, wheter it is a verse or a whole
chapter or more, I ask the Lord to graciously teach me by His Holy Spirit
while I meditate (terwijl ik nadenk) over the passages. (Ter verduidelijking. Muller gebruikt hier het Engelse
werkwoord meditate. In het Engels betekent het: over iets overdenken, iets
overpeinzen. Als Muller zegt dat hij 'meditates' over een schriftgedeelte
dan dat wil zeggen hij er over nadenkt, dat hij het overpeinst het. Het heeft
niets te maken met wat in het Nederlands meestal onder mediteren wordt
verstaan. Daar probeert men via verschillende technieken het denken te
stoppen en leeg te maken. Men probeert in een passieve toestand te komen.
Meditate, zoals Muller en de bijbel het gebruiken,
is juist actief, je gebruikt actief je verstand om over de Schrift na te
denken ) I
write down notes as the Word is opened to me to see how well I understand the
passage. It is also useful to later refer to what I have written. I
seldom use any other study aids besides the Scriptures and some good
translations in other laguages. My chief help is prayer. Whenever I study a
single part of divine truth, I always gain some light about it after praying
and meditating over it. Extensive
prayer is often difficult because of the weakness of the flesh, physical
infirmities, and a full schedule. But no one should expect tot see much good
resulting from his labors if he does not spend time in prayer and meditation
(overdenking van het woord). A.4. Het uitspreken van de boodschap I
then leave myself entirely in the hands of the Lord, asking Him to bring to
mind what I have learned in my prayer closet. He faithfully does this and
often teaches me more while I am preaching. A.5 Het uitleggen van de Schriften Expounding
the Scriptures is most beneficial, especially when studying a whole gospel or
epistle. This may be done either by entering minutely into the meaning of
every verse or by giving the main points and leading the hearers to see the
overall meaning of the whole book. Expounding
the scriptures encourages the congregation to bring their Bibles to church,
and everything that leads believers to value the Scriptures is important. This
method of preaching is more beneficial to the hearers than if, on a single
verse, some remarks are made so that the portion of Scripture is scarcely
anything but a motto for the subject. Few people have grace to meditate (na
te denken) for hours over the Word. Thus, exposition may open the Scriptures
tot them and create in them a desire to meditate for themselves. When they
read over the portion of the Word which has been expounded, they wil remember
what has been said. Thus, it leaves a more lasting impression on their minds. Expounding
large portions of the Word, such as an entire gospel or epistle, leads the
teacher to consider portions of the Word which he might otherwise overlook.
This keeps him from speaking too much on favorite subjects and leaning too
much to particular parts of truth - a tendency which will surely sooner or
later injure both himself and his hearers. A.6.
Zo simpel mogelijk spreken Simplicity
in expression is of the utmost importance. The teacher should speak so that
even children and people who cannot read may be able to understand him, as
far as the natural mind can comprehend the things of God. The
expounder of the truth of God speaks for God and for eternity. It is unlikely
that he wil benifit the hearers unless he uses plain speech. Neither
eloquence nor depth of thought makes a truly great preacher. Only a life of
prayer and meditation (het overdenken van de bijbel) will render him a vessel
ready for the Masters's use and fit to be employed in the conversion of
sinners and in the edification of the saints. A.7. De zalving van de Heilige Geest The
anointing of the Holy Spirit helps me greatly when I preach. I would never
attempt to teach the truth of God by my own power. One
day before preaching at Taighnmouth, I had more time than usual, so I prayed
and meditated (overdacht) for six hours in preparation for the evening
meeting. After I had spoken a little while, I felt that I was speaking in my
own strength rather than God's power. I told the bretheren that I felt as
though I was not preaching under the anointing and asked them to pray. After
I continued a little longer, I felt the same and therefore ended my sermon
and proposed that we have a meeting for prayer. We did so, and I was
particularly assisted by the Holy Spirit the next time I preached. I
am glad that I learned the importance of ministering in God's power alone. I
can do all things through Christ, but without Him, I can accomplisch nothing.
Bijlage
B. C.H. Spurgeon over het vinden van het bijbelgedeelte
voor de preek Hieronder worden een aantal citaten
van C.H. Spurgeon geven. Ze zijn afkomstig uit een lezing die hij voor de
studenten van zijn Pastorscollege (van zijn bijbelschool) heeft gegeven. De
lezing gaat over de keuze van het bijbelgedeelte
voor de woordbediening. Hoe vind je telkens weer de boodschap waarvan God wil
dat je die op dat moment doorgeeft. DE CITATEN: Met het oog op de preek moeten we allereerst zeer
nauwgezet te werk gaan bij een keuze van een tekst. Is het moeilijk om teksten te vinden? Ik (Spurgeon) beken, dat ik dikwijls uren achtereen biddend zit
te wachten op een tekst en dat dit het voornaamste deel van mijn studie is.
Veel zware arbeid heb ik besteed aan het uitwerken van thema's, het
overdenken van leerstellingen en het maken van geraamten, om dan elk been
ervan weer in het graf der vergetelheid te begraven … Ik geloof, dat ik bijna
elke zaterdag genoeg preekschetsen maak om er een maand mee te doen - als ik
maar de vrijheid gevoelde erover te preken - ik durf ze echter evenmin te
gebruiken als een eerlijke zeeman een lading smokkelwaren zou willen lossen. Welke is de juiste tekst? En hoe kom je dat te
weten? We kennen hem (de tekst waar we over moeten
spreken), evenals men een vriend kent. Wanneer een vers uw geest krachtig
aangrijpt, zodat gij er niet los van kunt komen,
hebt ge geen verder aanwijzing naar de juiste tekst van node. Wanneer de tekst ons te pakken heeft, dan hebben
wij ongetwijfeld ook houvast aan de tekst…hij bekoord en boeit u, of hij
brengt u op de knieën en legt u een last van de Heer op. Weet dan, dat dit de
boodschap is, die de Heer wil, dat ge brengen zult.
Als ge u dit bewust zijd zult ge door het
Schriftwoord zo worden vastgehouden, dat ge niet rustig zijd voordat ge uw
gehele hart aan zijn macht hebt
gewonnen gegeven, en erover hebt gesproken, zoals de Heer het u in de mond
geeft. Wacht op dat uitverkoren woord, al was het tot een
uur voor de dienst. Koele, berekenende mensen, die niet
door een innerlijke aandrift worden bewogen, verstaan dit misschien niet, maar
voor sommigen van ons is dit een wet in het hart, die we niet durven
overtreden. We blijven te Jeruzalem totdat we met kracht worden
aangedaan. "Ik geloof in de Heilige Geest." Dit is
een van de artikelen des geloof, doch door hen, die het belijden, wordt er
maar al te weinig naar gehandeld. Veel dominees schijnen te denken, dat zij
de tekst moeten kiezen; zij moeten de lering ervan ontdekken; zij moeten er
een preek in vinden. Wij denken er niet zo over. Toch begeren godvruchtige harten steeds weer, dat
de keuze van een tekst zal berusten bij de afwijzen Geest van God en niet bij
hun eigen feilbaar verstand. Daarom laten zij zich nederig leiden door zijn
hand, terwijl zij Hem vragen neder te dalen en hun aan te wijzen de
"spijze te rechter tijd", die Hij verordineert
heeft voor zijn volk …… Als God zijn bijstand niet op ons laat neer
druppelen, schrijven we met een pen zonder inkt. Als er iemand is, die meer
dan enig ander, behoefte heeft aan een wandel in afhankelijkheid van God, dan
is dat een dominee. Als iemand me vraagt: "Hoe kom ik aan
geschikte tekst?", dan antwoord ik: "Vraag
God er om." Zoek God in het gebed als ge
een tekst moet kiezen. Ga na, waaarom ge een
bepaalde tekst genomen hebt. Beantwoordt die vraag eerlijk. Soms kan het
antwoord zo uitvallen, dat ge besluit, uw keuze niet
te handhaven. Al zou het gebed alleen u niet tot de begeerde
schat leiden, dan zal het in elk geval een heilzame oefening voor u zijn. De
moeilijkheid om een tekst te vinden is een zeer grote zegen voor u, wanneer
ze u uitdrijft tot veelvuldig gebed … Bidt boven de geopende Bijbel … Het
gebed geeft een tweevoudige zegen: het zegent de biddende prediker en ook de
gemeente, die hij dient. Wanneer ge uw tekst
ontvangt als antwoord op het gebed, zal hij er u te dierbaarder om zijn. Nadat we gebeden hebben, behoren we met grote
ernst passende middelen te gebruiken om onze gedachten te concentreren en ze
in de beste banen te leiden. Let op de toestand van uw hoorders. Denk na over
de geestelijke gesteldheid van allen gezamenlijk en van ieder persoonlijk en
schrijft dan het geneesmiddel voor tegen de heersende kwalen, of bereid het
voedsel dat het hardste nodig is. Ga na, welke zonden, het meest in de gemeente
blijken voor te komen: wereldzin, hebzucht, veronachtzaming van het gebed,
toornigheid, hoogmoed, gebrek aan broederlijke liefde, laster en dergelijke.
Leef ook van harte mee in de beproevingen van uw gemeenteleden en tracht
balsem te vinden voor hun wonden. Het is niet nodig om bij het gebed of de
prediking in bijzonderheden van al die beproevingen van uw gemeente af te
dalen. Nog eens weer: we moeten
acht geven op de geestelijke toestand van onze gemeente. Als we bemerken, dat ze
achteruit gaat; als we vrezen, dat ze dreigt beïnvloed te worden door een schadelijke
dwaling of een verderfelijk waandenkbeeld; kortom, als ons in de geestelijke
gesteldheid van de Kerk iets bijzonders opvalt, moeten we zo spoedig mogelijk
een preek maken, die met Gods hulp de plaag tot stilstand kan brengen. Dit
zijn de aanwijzingen, die de heilige Geest een zorgvuldig en nauwgezet herder voor het vaststellen van zijn gedragslijn
ten aanzien van zijn hoorders geeft. Een zorgzame herder onderzoekt zijn
kudde telkens weer en regelt zijn handelwijze naar de toestand, waar hij haar
bevindt…… We zullen in de goede richting worden geleid, als we maar nauw
verbonden blijven aan 'de grote Herder der schapen" Vervolgens moet een dominee bij het zoeken van een
tekst rekening houden met de onderwerpen, waarover hij tevoren heeft
gepreekt. Het zou niet verstandig zijn, steeds maar stil te staan bij één
leerstuk en de andere te verwaarlozen. Het is goed eens na te gaan, of we de laatste tijd
te dogmatisch, of te praktisch, of te veel bevindelijk hebben gepreekt. Stelt nu, dat ge in uw
binnenkamer hebt gebeden, ernstig en langdurig hebt geworsteld en gesmeekt,
dat ge hebt nagedacht over uw gemeente en haar noden en dat ge dan toch nog
niet de tekst hebt gevonden - tob er niet over en vertwijfel niet. Als ge op het punt stond op eigen gelegenheid ten strijde te
trekken, zou het ellendig zijn, zo ge vlak voor de veldslag gebrek had aan
kruit, maar omdat uw Veldheer ervoor heeft te zorgen, is er geen twijfel aan,
of Hij zal te rechter tijd de ammunitie uitdelen. Als ge op God vertrouwt zal en kan Hij u
niet in de steek laten. Ga voort met bidden en waken, want voor wie
ijverig studeert komt er zeker hulp van de hemel. Als ge
de gehele week in ledigheid had doorgebracht en geen zorg had besteed aan een
behoorlijke voorbereiding, zoudt ge geen hulp van God kunnen verwachten. Maar
als ge uw best hebt gedaan en nu zit te wachten om
te weten, welke boodschap de Here u wil doen brengen, zult ge niet beschaamd
worden. Als een verder hulpmiddel voor een arme, gestrande
prediker, die zijn geest bij gebrek aan
gedachten-golven niet vlot kan krijgen, beveel ik in zulk een geval aan, zich
steeds weer opnieuw tot het Woord van God te wenden, een hoofdstuk te lezen,
de verzen ervan één voor één te overdenken,
of één enkel vers te kiezen en daaraan zijn volle aandacht te schenken.
Misschien zal hij in het gelezen vers of hoofdstuk zijn tekst wel niet
vinden, maar doordat zijn geest zich actief met heilige onderwerpen bezig
houdt, zal het juiste woord komen. De gedachten staan met elkaar in verband;
in overeenstemming daarmee brengt de ene gedachte de andere voort, totdat een
lange rijd de geest is voorbijgegaan, waarvan de een of de andere wel het
bestemde thema zal zijn. Lees ook goede, inspirerende boek, die uw geest
bevruchten. Laat ik hier echter bij wijze van waarschuwing de
opmerking maken, dat we steeds bezig moeten zijn met het zoeken van teksten
en het maken van preken. Onze geest behoort voortdurend heilig actief te
wezen. Wijlen Thomas Spencer schreef: "Ik houd een
boekje bij, waarin ik elke Schriftplaats die me krachtig en liefelijk voor de
geest komt, aanteken, Als ik zou dromen over een bijbeltekst,
dan zou ik die opschrijven. Wanneer ik mijn preek ga maken, zie ik het boekje
door en nog nooit heb ik verlegen gezeten om een tekst." Tot zover de citaten uit de lezing van Spurgeon. De lezing staat in het boek Pastorale Adviezen deel I, Uitgeverij de Banier, Utrecht. Deel I en Deel II zijn geweldige boeken vol
wijsheid, ze zijn niet alleen nuttig voor predikanten maar voor een ieder die
het woord brengt of die actief is in geestelijk werk. Van harte aanbevolen. Bijlage C. Soorten
preken of boodschappen vanuit het Woord In deze bijlage worden de voornaamste preekvormen
kort besproken. Het is de bedoeling om deze bijlage later uit te breiden, met
onder meer voorbeelden. Dit zijn de preekvormen die, mits goed toegepast, de bijbel zelf aan het woord laten. C.1. De uitlegkundige preek (Expository Sermon) Een uitlegkundige preek is een preek over een schriftgedeelte, meestal een gedeelte van een hoofdstuk of
enkele verzen. In het gedeelte moet een hoofdgedachte of thema zitten. In een
vertaling als de NBG'51 zijn de meeste hoofdstukken al door de vertalers in
samenhangende delen verdeeld. Bij uitlegkundige prediking wordt de aandacht
gevestigd op de centrale gedachte van het gedeelte. De centrale gedachte
wordt er uitgelicht en nader uitgelegd vanuit het verband van het
tekstgedeelte. Het thema wordt besproken aan de hand van het schriftgedeelte. Het thema moet de kern van het gehele schriftgedeelte weergeven. Ook de punten moeten allen uit
het schriftgedeelte afgeleid worden. Je kunt hetzelfde doen met een volledig bijbelboek. Dan spreek je over het centrale thema van de
brief of het bijbelboek. C.2. De bijbellezing
(bible reading, commenting) Bij een bijbellezing
neemt men een gedeelte vers voor vers, of gedeelte na gedeelte door. Terwijl
men er commentaar op geeft. Er is geen duidelijk thema. De uitleg of
toepassing hoeven ook niet volledig te zijn. C.3. De preek over een tekst (Textual Sermon) Hier haal je het thema en de punten uit de tekst. C.4. De preek over een onderwerp Hierbij ga je niet uit van één tekst of een
tekstgedeelte. Door inductieve bijbelstudie vind je
uit wat de bijbel over een bepaald onderwerp zegt. De hoofdzaken, de kern van
je gevonden hebt geef je in punten, stellingen door. Elk punt moet je
bewijzen en toelichten vanuit de schrift. De inductieve methode van bijbelstudie: + Stap één. Kies het thema. Bijvoorbeeld de doop
of zachtmoedigheid. + Stap twee. Verzamel alle teksten uit de bijbel die iets over het onderwerp zeggen. De voornaamste
hulp is een goede concordantie. +Stap drie. Kijk wat elke tekst over het onderwerp
zegt. Schrijf dat op +Stap vier. Haal de grote lijnen uit wat je, bij
stap drie, verzameld hebt. Als hulp bij de bestudering van de individuele
teksten en als hulp bij het vinden van de grote lijnen kun je bij elk
onderwerp een aantal vragen stellen. De voornaamste zijn: Wat, waarom, hoe,
wie, waar, wanneer, waartoe. Toegepast op het onderwerp de doop. Wat is dopen? Wat houdt het in? Wat is de betekenis van de handeling, wat beeldt het uit? Wie moet gedoopt worden? Wie moet de doop uitvoeren? Hoe moet het gedaan worden? Waar moet gedoopt worden? Waarom dopen? Wanneer dopen? Wat je vindt door middel van een inductieve bijbelstudie kun je gebruiken als basis voor een preek of
een bijbelstudie over het onderwerp C.5. De preek over een historische gebeurtenis Een gebeurtenis zoals in de bijbel
wordt beschreven. Deze preek is verwant aan de uitlegkundige preek. Leg uit
wat er gebeurt, haal de geestelijk lessen er uit, wat kun je er van leren,
wat is de plaats in de heilsgeschiedenis. C.6. Een biografische preek Dit lijkt op een onderwerp studie. In dit geval
gaat het om studie over een bijbelse persoon.
Bijvoorbeeld Mozes, David, Petrus, Abraham, Paulus of Nehemia. Het leven van
de persoon wordt beschreven en de geestelijke lessen worden er uit gehaald. Bijlage D. Een
voorstel voor de inhoud van een onderwijsprogramma D.1. Een voorstel voor een onderwijsprogramma Wat zijn de dingen die de christenen zeker moeten
weten? Waarin moeten ze onderwezen worden? Wat is nodig voor de gelovigen op
in deze tijd? Als christenen moeten we in de eerste plaats
kennis hebben van inhoud van de bijbel en kennis van
de gezonde leer. In 1 Tim. 4:6 staat dat een dienstknecht
van God moet zijn: "wel onderlegd in de woorden des geloofs en der goede
leer." Wel onderlegd. Dat wil zeggen je moet er goed in thuis zijn. Je kent en beheerst
de stof. Wel onderlegd in de woorden des geloofs. Dat wil zeggen: wel onderlegd in de kennis van de bijbel.
Doorkneed in de Schriften. En wel onderlegd in de goede leer. De leer van de bijbel bestaat uit de hoofdlijnen van wat de bijbel over
een bepaalde zaak leert. Hoe bereiken we dat? Hoe kunnen we de christenen
om ons heen funderen in de bijbel en de gezonde
leer? We moeten in de eerste plaats de christenen stimuleren om zelf telkens
met de bijbel bezig te zijn. Er dagelijks in lezen,
de gehele bijbel ordelijk doorlezen. We bereiken het
ook door het goede onderwijs te geven. Wat moeten we doorgeven? Ik noem hieronder een
aantal onderwerpen. Ze staan in willekeurige volgorde want ze zijn allen even
belangrijk (1) De leer in
het algemeen Voor wat daar mee bedoeld wordt, zie de stof op de
bijbelstudiesite.
Bijvoorbeeld het onderwijs over de Heilige Geest, de zonde, de engelen. De evangelische bijbelleraren hebben de leer van de
bijbel in negen of soms ook tien terreinen
onderverdeeld. De leer over God, Jezus, de Heilige Geest, de bijbel, de verlossing, de zonde, de engelen, de toekomst,
de gemeente en Israël. Het is belangrijk dat al die onderdelen geregeld
aan bod komen en dat de gelovigen in de kern ervan worden onderwezen. (2) De leer in het bijzonder Speciaal de gedeelten die op dit moment door valse
leraren en door de tijdgeest worden aangevallen. Soms zijn er bij christenen
belangrijke hiaten in hun kennis. Als
dat het geval is moet daar wat aan gedaan worden. (3) De grote gebeurtenissen
van de bijbel De bijbel is een
geschiedenisboek. Het vertelt een doorlopend verhaal. Het begint met de
schepping en het eindigt met de herschepping. Opeenvolgend in de tijd wordt
er in de bijbel over een aantal belangrijke
gebeurtenissen gesproken: de schepping, de zondeval, de komst van Christus,
de dood van Christus, de opstanding van Christus, de hemelvaart van Christus,
de uitstorting van de Heilige Geest en de start van de gemeente, de wederkomst
van Christus, de opstanding der doden, het laatste oordeel en de
herschepping. De gelovigen moeten vertrouwd zijn met al deze
gebeurtenissen. Ze moeten daar de geestelijke betekenis van verstaan. Vaak
worden een aantal van deze gebeurtenissen verwaarloosd in prediking en
onderwijs. Wie van u heeft b.v. wel eens een preek
of bijbelstudie over het laatste oordeel gehoord? Ik bedoel niet een preek
waarin het genoemd werd. Nee, ik bedoel een preek die speciaal over dit
onderwerp gaat. (4) De praktijk van het
christenleven Onderwijs over de praktijk van het christenleven.
Het bidden, de omgang met God, stille tijd, leiding van God, hoe te leven uit
de kracht van God, enzovoorts. Voor een voorbeeld met enkele belangrijke bijbelstudies over de praktijk van het christenleven, zie
de tweede serie studies op de site van de bijbelschool. (5) Inleiding in de bijbelboeken Behandel bijbelboeken. De
inleidingsvragen. Wie heeft het geschreven, waarom, wat was de inleiding,
waar gaat het over, wat is de hoofdboodschap, geef een analyse, wat zijn de thema's, wat zijn de kenmerken, voor wie is het
geschreven? Je kunt ook een bijbelboek
doorwandelen. In onderwijs en preek. Dit soort preken en bijbelstudies
helpen om in het bijzonder om goed onderlegd te worden in de gezonde woorden
des geloof, ze maken vertrouwd met de inhoud van de bijbel. (6) Enige kennis van apologetiek en de
kerkgeschiedenis Belangrijk is ook hier weer de leiding van de
Heilige Geest. Wat is prioriteit in de situatie waar ik me op dit moment
bevind. En hoe intensief moet je het behandelen. D.2. Noodzaak van balans Ik heb in verschillende gemeente kunnen waarnemen
hoe het onderwijssysteem werkt. In reformatorische gemeente wordt de catechismus
onderwezen. Daar is dus systematisch onderwijs. Een heel goede opzet. Als het
goed functioneert krijgt ieder op deze wijze een
bepaalde basiskennis van een aantal belangrijke onderwerpen mee. Via de
catechisatie en de zondagse catechismus preek. Het nadeel is dat een aantal
belangrijke onderwerpen in de catechismus ontbreken of te weinig aan de orde
komen. Maar al met al, toch een goed systheem. Helaas is er in de meeste evangelische gemeenten
meestal geen onderwijsplan. In de Verenigde Staten was het, nog niet zo lang
geleden, gewoonte dat ook de volwassenen naar de zondagschool gingen.
Bijvoorbeeld, voordat de samenkomst begon was er eerst een bijbelstudie,
van een half uur of drie kwartier. Zie het artikel over de zwakte van het
onderwijs in evangelische kringen, klik hier. In de (gesloten) vergadering van gelovigen bestaat
of bestond de goede gewoonte om op de wekelijkse gemeentebijbelstudie telkens
een bijbelboek door te nemen. De hele gemeente was
dan een tijd intensief met een volledig bijbelboek
bezig. Dit bevordert het vertrouwd worden met de bijbel
enorm. De zwakte is dat het leerstellig onderwijs soms te weinig aan bod komt. Bijlage E.
De methode van George Winston en Lewis Sperry Chafer Bij hun bijbelonderwijs over de leer gingen zij
uit van de inductieve methode van bijbelstudie. Dit
maakte dat zij altijd een goede en evenwichtige boodschap uit de bijbel hadden. De inductieve bijbelstudie
is de methode die gebruikt moet worden bij een onderwerpstudie. Als je je
afvraagt wat de bijbel over een bepaald onderwerp
zegt dat moet je deze methode gebruiken. De stappen van de inductieve methode: 1.
Verzamel alle bijbelgedeelten die iets over
het onderwerp zeggen 2.
Bekijk elk bijbelgedeelten en stel vast wat
elk gedeelte zegt over het onderwerp 3.
Haal dan de grote lijn uit de informatie die je bij stap 2 heb
verzameld. De grote lijnen over een bijbels
onderwerp, die ze door inductieve bijbelstudie hadden ontdekt, gaven ze vervolgens puntsgewijs weer in
stellingen. Elke stelling werd apart bewezen vanuit de Schrift. Ze werkten volgens deze methode: A. Het overkoepelende thema
werd gegeven B.
De stellingen werden genoemd C.
Elke stelling werd bewezen door achtereenvolgend de voornaamste
bewijsteksten te bespreken. D. Tekst voor tekst werd
opgelezen E. Zonodig werd uitleg over de context gegeven F. Er werd aangegeven hoe de tekst de stelling
ondersteunde. Een belangrijk begrip is het sleutelgedeelte
van de tekst. Dat is het gedeelte van de tekst dat iets over de stelling
zegt. Stel je bent aan het bewijzen dat Jezus God is. Je
leest één voor één de teksten op. Bijvoorbeeld Johannes 1:1 "In den
beginne was het Woord en het Woord was bij God en het woord was God." Over deze tekst valt heel veel te zeggen. Maar we
zijn niet bezig met een volledige exegese van de tekst, we citeren de tekst
om te bewijzen dat Jezus God is. Het sleutelgedeelte met betrekking tot dit
onderwerp is 'en het Woord was God'. Uit de context blijkt dat met het Woord
Jezus wordt bedoeld. Hier staat rechtstreeks dat het Woord, dat Jezus, God
was. De werkwijze van George Winston bij het onderwijs
over de leer. Nu in detail. +De stelling stond op het bord +Daarna werd tekst voor tekst het bewijs doorgenomen. +Hij liet een van de studenten de tekst oplezen. +Hij plaatste de tekst, zo nodig, in zijn context. +Hij vroeg naar het sleutelgedeelte. +Hij wees op het bewijs voor de stelling dat de
tekst gaf. Ging in op bezwaren. +Daarna ging hij naar de volgende tekst. +En het proces begon opnieuw. Bijlage F. Het
vakkenpakket van een evangelische bijbelschool Het vakkenpakket van een goede evangelische
bijbelschool. Helaas zijn de meeste evangelische opleidingen aan het aftakelen.
Ze zijn niet meer traditioneel evangelisch, ze zijn neo-evangelisch
geworden of aan het worden
Hieronder worden de essentiële vakken genoemd. De
rest is franje. (1) De leer van de bijbel, systematische theologie. De evangelische bijbelleraren hebben de leer van
de bijbel in 9 of 10 onderwerpen verdeeld: De leer over God, Jezus, de Heilige Geest, de bijbel, de gemeente, de toekomst, de zonde, de mens, de verlossing
en Israël. Op een goede evangelische bijbelschool wordt grondige inductieve bijbelstudie over deze onderwerpen gegeven. Plus
kennisnemen van andere standpunten en de weerlegging van onbijbelse
standpunten. (2) Inleiding in de bijbel,
inleiding in de bijbelboeken De inleidingsvragen. Wie heeft het bijbelboek geschreven, wanneer is het geschreven, aan wie
is het gericht, wat was de aanleiding, wat was het doel, wat is de inhoud,
wat zijn de thema's, hoe kun je het indelen (een analyse), wat zijn de
kenmerken, wat is de grote lijn, etcetera. Wel oppassen voor speculatie en schriftkritiek. (3) Geestelijk leven De praktijk van het christenleven, hoe met God te
wandelen. Dan gaat het om onderwerpen waarvan er in de serie bijbelstudies over de praktijk van het christenleven een
aantal worden behandeld. (de serie staat op de onderwijssite) Onderwerpen
als geloofszekerheid, contact met God, stille tijd, toewijding, hoe te leven
uit de kracht van God, leiding, gebed, getuigen,
liefhebben, etcetera. (4) Toegang tot de grondtekst Het leren van de grondtalen, of het leren van de
eerste beginselen ervan,
of het leren gebruiken van hulpmiddelen die je kunt gebruiken
als je de grondtalen niet kent. (5) Hermeneutiek, regels voor
de schriftuitleg De regels voor een gezonde schriftuitleg. Zoals
een tekst altijd uitleggen vanuit de context. Schrift met schriftvergelijken.
De bijbel legt zichzelf uit, een tekst uitleggen vanuit
en in overeenstemming met andere teksten die iets over het onderwerp zeggen. (6) Inleiding theologie,
regels voor de opbouw van het dogma Wat is theologie. Wat is de leer. Wat is een
dogma. Wat is een leerstelling. Hoe werkt de theologie. Hoe bouw je een dogma
op. Schriftbewijs. De vooronderstellingen waar de evangelische theologie
vanuit gaat. (7) Apologetiek, verdediging
van het geloof Tegenover atheïsten, agnostici, aanhangers van
andere godsdiensten. New Age. Evolutie. Is de tekst van de bijbel
wel goed overgeleverd? Hoe kan God het lijden toelaten? Hoe weet je dat het
waar is, wat jullie christenen zeggen? Waarom nou Jezus en niet Mohammed of
Buddha? (8) Polemiek, De verdediging van het geloof tegen de vijanden
binnen de christenheid. Tegen valse leraren en valse leer. Dit is het
onderwerp van mijn discernmentsite. Strijd tegen vrijzinnigen, (extreme) charismatici,
de valse oecumenische beweging, het rooms-katholicisme met hun valse
sacramenele evangelie en hun afgoderij , het
contemplatief christendom, het welvaarstevangelie, etcetera. (9) Sekten, Rooms-katholicisme Mormonen, Jehovahs getuigen, Zevendedags
Adventisme en andere sekten. Het Rooms-katholicisme is de grootste sekte. Omdat
ze een ander evangelie brengen en ook alle andere kenmerken van een sekte
hebben. (10)Zielzorg De begeleiding van de christenen in hun
geestelijke groei. Ook crisispastoraat, als er problemen zijn. (11)Homiletiek, preekkunde Hoe het woord van God te brengen in de kracht van
God. Ook nadenken over de techniek. Oefenen. (12) Evangelisatie, zending Instructie in het uitdragen van het evangelie.
Oefenen. (13) Kerkgeschiedenis Inzicht in de grote lijn van de kerkgeschiedenis.
Hoe het verder met de gemeente en de christenheid is gegaan na de tijd die in
het boek Handelingen wordt beschreven. Kennis van het verleden is nodig om
het heden te kunnen begrijpen. Het is nodig om de huidige situatie te kunnen
begrijpen. We moeten leren van de fouten van het verleden, van de strijd uit
het verleden. (14) Leiding geven, geestelijk leiderschap De bijbelse principes.
Let wel de bijbelse principes. (15) Allerlei samenkomsten, de praktijk. Zondagdienst, bidstond, bijbelstudie,
begrafenis, trouwdienst, evangelisatiebijeenkomst, etc. Het is niet is noodzakelijk maar het is wel nuttig
om enige kennis van psychologie, filosofie, wereldbeschouwingen en andere
godsdiensten te hebben. Ook kennis van de algemene geschiedenis en de
geografie van Israël. Ik wil er nogmaals op
wijzen dat de meeste evangelische bijbelscholen niet meer echt evangelisch
zijn. Ze zijn niet meer evangelisch maar neo-evangelisch. Ze belijden en
verdedigen bijvoorbeeld de foutloosheid van de bijbel
niet meer. Ze geven veel minder intensieve inductieve bijbelstudie.
Er wordt geen, of bijna geen, stelling meer genomen tegen de vijanden van het
bijbelse geloof die zich binnen de christenheid
bevinden. Zoals het rooms-katholicisme, vrijzinnigheid, de emerging church,
het contemplatieve christendom, de word-faith-leraren, de extreme uitwassen
van decharismatische beweging. (Zie voor wat op dit moment speelt de
onderwerpen op de discernmentsite) Men heeft het vak
polemiek geschrapt. |