We zijn veilig in de strijd tegen de machten

 

1.    We zijn gewikkeld in een geestelijke strijd

 

Als christen hebben we vier vijanden, klik hier. We hebben ondermeer te strijden tegen boze geesten. (Efeze 6:12; 1 Petrus 5:8)

 

In twee andere bijbelstudies wordt nader ingegaan op de strijd tegen boze geesten:

+ “Hoe de boze ons kan aanvallen  

+ “Hoe we weerstand moeten bieden”.

Voor u zich in die bijbelstudies verdiept is het belangrijk om eerst, vanuit de bijbel, goed te weten dat we veilig zijn in deze geestelijke strijd.

 

2.    Strijd is onvermijdelijk

 

God heeft ons niet beloofd dat er geen strijd zou komen. God heeft wel beloofd dat Hij geen strijd boven vermogen zal geven. Hij weet wat ieder van ons aankan. En Hij belooft dat Hij ons in de strijd zal bijstaan en bewaren.

 

3.    We zijn veilig want …

 

3.1. God belooft ons te beschermen

 

"Maar wel getrouw is de Here, die u sterken zal en bewaren voor de boze" (2 Thes. 3:3) 

 

De Here zal u bewaren voor de boze.

Hier staat zwart op wit in de bijbel dat de Heer ons zal bewaren.

 

"maar wel getrouw is de Here die u … zal .. bewaren voor de boze"

 

Er staat niet bewaren voor 'het' boze maar bewaren voor 'de' boze. Het gaat hier om de satan en de boze geesten. De boze is één van de namen van de satan.

 

"Zie, de bewaarder van Israel sluimert noch slaapt." (Psalm 121:4)

 

God bewaakt zijn volk. Dat deed hij met Israel. Voor een voorbeeld, zie, de geschiedenis over Balak en Bileam (Num. 22 t/m 24). Dat doet Hij ook met ons. Hij bewaakt ook ons.

God sluimert noch slaapt. Een menselijke wachter kan zijn concentratie verliezen of in slaap vallen en daarom door de vijand verrast worden. Dat is onmogelijk bij God. God sluimert noch slaapt.

 

God heeft beloofd ons te beschermen. En als God iets belooft dan doet Hij dat ook. God is getrouw. "Maar wel getrouw is de Here die u … zal … bewaren".

 

"Zijn trouw is schild en pantser." (Ps. 91:4)

Mensen schuilen achter een schild en pantser om veilig te zijn. Wij schuilen in de trouw van God.

 

3.2. Jezus vangt elke aanval op

 

"Simon, Simon, zie, de satan heeft verlangd ulieden te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet zou ophouden"  (Lucas 22:31,32)

 

Jezus wordt nooit verrast. Hij weet wat de vijand uitvoert en van plan is. Hij wist bijvoorbeeld van het verlangen van de vijand om Petrus en de andere apostelen "te ziften als de tarwe". Maar Hij ving de aanval op. Hij bad voor Petrus dat zijn geloof niet zou bezwijken. En het geloof van Petrus is inderdaad niet bezweken, zelfs niet toen hij zo faalde en hij gedreven door angst Jezus verloochende.

 

God is op de hoogte van de plannen van de boze en Hij vangt het op.

 

Nog een voorbeeld hiervan vinden we in Numeri. Hierboven, onder punt 3.1, is de geschiedenis van het volk Israel en Balak en Bileam al genoemd (Numeri 22 t/m 24). Koning Balak van Moab huurde de tovenaar Bileam om het volk Israel te vervloeken. God wist dat en Hij verhinderde dat dit gebeurde. Let op, dit alles speelde zich af zonder dat het volk zich er bewust van was. Ze werden beschermd tegen dingen waar ze zelf geen idee van hadden.

 

"want er bestaat geen bezwering tegen Jakob, noch waarzeggerij tegen Israel"

(Numeri 23:23)

 

God is alwetend. Hij wordt nooit verrast. Hij weet wat de vijand van plan is.

 

3.3.       Jezus bidt voor ons

 

"Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij (Jezus) altijd leeft om voor hen te pleiten."  (Hebr. 7:25)

 

De Here Jezus is momenteel in de hemel aan de rechterhand van de Vader. Hij is daar bezig met allerlei dingen. Eén van de dingen die Hij doet is voor ons, christenen, bidden.

 

Hierboven, onder punt 3.2, is besproken hoe dat in de praktijk werkt. Zie de voorbede van de Here Jezus voor de apostel Petrus rondom zijn verloochening. 

 

De Here Jezus bidt niet af en toe voor ons, nee, Hij leeft altijd om voor ons te bidden.

 

"daar Hij (Jezus) altijd leeft om voor ons te pleiten, te bidden"

 

3.4.  Niets kan ons scheiden van de liefde Gods

 

"Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, nog enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here" (Romeinen 8:38,39)

 

Hier staat dat niets ons kan scheiden van de liefde van God. Ook een schepsel, zoals de satan, kan dat niet.

 

3.5. We zijn onaantastbaar

 

"De naam des Heren is een sterke toren. De rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar."  (Spreuken 18:10)

 

Als je een rechtvaardige bent. Als je op grond van je geloof in Jezus door God rechtvaardig bent verklaard en je dient God, zij het wellicht met vallen en opstaan, dan geldt deze belofte voor jou. Dan kun je naar de Heer toe vluchten, in gebed. Als je dat doet dan ben je 'onaantastbaar'.

 

"Zie, ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen" (Lucas 10:19)

 

Niets zal u enig kwaad doen.

 

Dit zei de Here Jezus tegen discipelen die in zijn opdracht hadden gepredikt, zieken genezen en mensen bevrijd van boze geesten. Die opdracht had Hij deze specifieke groep gegeven en die opdracht hadden ze uitgevoerd. De Heer zal ons op dezelfde manier beschermen, als we bezig zijn met de taak die Hij ons heeft opdragen: "Niets zal u enig kwaad doen."

 

3.6. Hij die in ons is is meerder dan die in de wereld is

 

"Gij zijt uit God, kinderkens, en gij hebt de wereld overwonnen; want Hij die in ons, is meerder dan die in de wereld is." (1 Joh. 4:4)

 

Er is iemand in ons. Dat zegt deze tekst. Die iemand is de Heilige Geest, die woont in iedere christen (1 Kor. 3:16)

 

De Heilige Geest woont in elke christen (1 Kor. 6:19). Hij is één van de drie personen van de almachtige God. God zelf woont in ons. Waarom zullen we dan bevreesd zijn voor valse profeten, voor satan of voor boze geesten? God is voor ons, wie zal tegen ons zijn? (Rom. 8:31) God woont in ons, wie zal ons wat doen?  

 

De satan, de boze geesten en de valse profeten hebben bovennatuurlijke macht, maar die macht betekent niets in vergelijking met de macht van de Almachtige God die in ons woont.

 

We zijn met de Heilige Geest verzegeld (Efeze 1:13). God heeft zijn zegel op ons gezet. En niemand kan of durft dat zegel te verbreken.

 

Daarom moeten we ons geen angst laten aanjagen.

 

3.7.  Gods engelenwacht is om ons heen

 

Gods engelenwacht is om ons heen. Altijd en overal.

 

"De engel des Heren legert zich rondom wie Hem vrezen, en redt hen." (psalm 34:8)

 

Amen. Zo is het. Dit doet God bij hen die Hem vrezen, die in de vreze des Heren wandelen.

 

"Want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen; op handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot. Op leeuw en adder zult gij treden, jonge leeuw en slang zult gij vertrappen" (Psalm 91:11-13)

 

Dit geldt voor allen die bij God schuilen (91:1,2). Hij zal zijn engelen gebieden dat zij ons behoeden, dat zij ons beschermen op al onze wegen.  Niet af en toe maar op al onze wegen. De engelen zijn immers dienende geesten die uitgezonden worden ten behoeve van hen die het heil verwerven (Hebr. 1:14)

 

Gods engelen waren rondom Elisa. Zie 2 Kon. 6:8-23. De koning van Aram zond een leger om Elisa gevangen te nemen. Elisa maakte zich daar geen zorgen over. Hij wist dat Hij beschermd werd door een sterkere macht. Hij wist dat Gods legermachten hem beschermden. Omdat zijn knecht zich zorgen maakte bad Elisa dat God zijn ogen zou openen.

 

"Toen de dienaar van de man Gods des morgens vroeg opstond en naar buiten trad, zie, een leger omringde de stad, zowel paarden als wagens. En zijn  knecht zeide tot hem: Ach, mijn heer! Wat moeten wij doen? Maar hij (Elisa) zeide: Vrees niet, want zij, die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn. Toen bad Elisa: Here, open toch zijn ogen, opdat hij zie. En de Here opende de ogen van de knecht en hij zag en zie, de berg was vol vurige paarden en wagens rondom Elisa." (2 Kon. 6:15-17)

 

In de zichtbare wereld stonden Elisa en zijn knecht tegenover een leger van de koning van Aram. Dat leger was uitgerust met paarden en wagens. Het had hem omsingeld. Er was geen ontsnappen meer mogelijk aan deze overmacht. Maar in de onzichtbare wereld was het anders. Daar was Gods legermacht aanwezig die de vijand in bedwang hield.

 

Elisa zei: "Zij die bij ons zijn, zijn talrijker, dan die bij hen zijn." Zo is het altijd. Gods Geest woont in ons en zijn engelen zijn om ons heen. We zijn altijd in de meerderheid.

 

3.8. We zijn overgebracht uit de macht der duisternis in het koninkrijk van Jezus

 

"Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde" (Kol. 1:13)

 

Dat is een feit. Dit is “a God declared fact.” We zijn overgebracht uit het ene machtsgebied naar het andere.

 

De boze heeft geen recht meer op ons.

 

De boze heeft ook geen vat meer op ons. (1 Joh. 5:18)

 

We kunnen zeggen: "Ga weg satan, ik heb niets meer met je te maken, ik ben van Jezus."

 

3.9.  De satan is ontwapend

 

"Hij (Jezus) heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd." (Kol. 2:15)

 

Dat heeft de Here Jezus aan het kruis gedaan, toen hij stierf voor onze zonden.

 

De boze machten kunnen ons niets doen, tenzij onder Gods toelating. Ze zijn ontwapend en moeten wijken voor het gezag van de Naam van Jezus.

 

3.10. De satan moet wijken voor het gezag van de naam van Jezus

 

We kunnen hem in Jezus naam een halt toeroepen, afstoppen.

Zie de bijbelstudie over het gebruik van het gezag van de naam van Jezus, klik hier. LINK

 

3.11.  Er is geen bezwering of vloek tegen Israel

 

"want er bestaat geen bezwering tegen Jakob, noch waarzeggerij tegen Israel"

(Numeri 23:23)

 

Deze tekst is hierboven al genoemd. Het is nuttig om daar nog een keer bij stil te staan. Deze bijbeltekst is de conclusie, nadat is beschreven hoe God Israel beschermde tegen de vloek van Bileam.

 

En zo is het. Occultisten en tovenaars kunnen tegen ons proberen wat ze willen, het zal niets uitrichten want er is geen bezwering tegen Jakob.

 

3.12. De satan is wel machtig, maar niet almachtig

 

Als God het tijd vindt dan stuurt Hij een sterke engel die de satan grijpt en opsluit. Die gebeurtenis wordt al in de bijbel beschreven. Je leest niets over een worsteling. De satan wordt eenvoudigweg gegrepen en opgesloten. Zo simpel is het voor de almachtige God om af te rekenen met zijn vijanden.

 

"En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan en hij bond hem duizend jaar." (Openbaring 20:1,2)

 

4.    Hoe kan het dan dat de boze ons toch aanvalt?

 

We hebben hierboven vanuit de bijbel gezien dat God ons beschermt. En toch lezen we ook in de bijbel dat hij de christenen aanvalt. Hij probeert ze ondermeer te verleiden tot het doen van zonde, hij probeert ze te misleiden, hij bewerkt vervolging, hij beschuldigt, hij dringt dingen op, hij werkt tegen. In de studie  "Hoe de boze de christenen aan kan vallen" wordt dit vanuit de bijbel verder uitgewerkt.

 

Als God ons beschermt hoe kan het dan dat de boze ons toch aanvalt?

 

Het gebeurt onder Gods toelating. God heeft besloten om de satan en de boze geesten voor een bepaalde tijd nog een tijd een stuk vrijheid te laten.

 

Zie, de studie "Waarom maakt God er niet direct een eind aan?"

 

We kunnen God verheerlijken door in zijn naam te overwinnen en stand te houden in deze strijd.

 

We zijn veilig in deze strijd. Dat is hierboven, onder punt 3, reeds uitgebreid besproken. Als aanvulling nog twee opmerkingen:

 

(1)  God weet wat ieder van ons aan kan

 

Hij kent ons en weet wat maaksel wij zijn.

 

"Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt zich de Here over wie Hem vrezen. Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn." (Psalm 103:13,14).

 

God weet waar we staan en wat we aan kunnen. Toen God het volk Israel verloste uit Egypte leidde hij het niet langs de kortste weg naar het land Kanaan. Op de kortste weg zouden ze een sterke vijand tegenkomen. En God wist dat ze daar op dat moment nog niet aan toe waren. Vandaar dat Hij een andere weg koos.

 

"Toen Farao het volk had laten gaan, leidde God hen niet op de weg naar het land der Filistijnen, hoewel deze de naaste was; want God zeide: Het volk mocht eens berouw krijgen, wanneer zij in strijd gewikkeld werden, en naar Egypte terugkeren. Daarom liet God het volk zwenken, de woestijnweg op naar de Schelfzee. Ten strijde toegerust trokken toegerust trokken de Israëlieten op uit het land Egypte." (Ex 13:17,18)

 

God staat niet toe dat wij boven vermogen verzocht of beproefd worden (1 Kor. 10:13). Hij geeft ook geen strijd boven vermogen.

 

Dit heb ik in de praktijk ook gezien. Ik heb me weleens verbaasd waarom de ene christen zoveel meer beproefd wordt, of schijnbaar een veel grotere strijd heeft te voeren dan een ander. Het is me opgevallen dat juist de sterkere gelovigen meer strijd kregen en meer beproeving.

 

Neem bijvoorbeeld Job. Job was niet zomaar iemand. Het was een sterke gelovige met vrucht in zijn leven. Let er op dat God zelf de aandacht van de satan op Job richtte. God zei tegen Satan: "Hebt gij ook acht geslagen op mijn knecht Job? Want niemand op aarde is als hij, zo vroom en oprecht, godvrezend en wijkende van het kwaad." (Job 1:8).

 

God wist wat er daarna zou gebeuren. En Hij wist ook van te voren dat Job het door Zijn genade aan zou kunnen. God wilde het alleen nog demonstreren voor alle hemelse machten, voor de heilige en gevallen engelen, die toekeken. Zo heeft God Zichzelf in Job verheerlijkt.

 

(2)  Jezus bidt voor je

 

Dat is hierboven, in punt 3.3, reeds vanuit de bijbel, besproken.

 

Daarom kan het niet misgaan.

De Geest van God komt je te hulp. Dat geldt bij het bidden (Rom. 8:26), maar het geldt ook bij alle andere dingen. Gods genade is genoeg.

 

(3)  God stelt de grens

 

God beschutte Job naar alle kanten. De satan erkende dat hij Job en zijn gezin niets kon doen.

 

"En de satan antwoordde de Here:  .. Hebt Gij zelf niet hem en zijn huis en al wat hij bezit aan alle kanten beschut?" (Job. 1:9,10)

 

De satan beweerde dat het geloof van Job niet echt was en dat de trouw van Job aan God niet echt was. Daarom liet God toe dat Job beproefd werd. Hij liet toe dat eerst de kinderen en de bezittingen van Job werden weggenomen. En vervolgens liet hij toe dat Job ziek werd. Job bleef ondanks alles in God geloven en op God vertrouwen. Zo demonstreerde God dat het geloof van Job echt was. Zo beschaamde hij de satan.

 

In de tijd daarvoor had God Job naar alle kanten beschut. De satan kon hem niets maken. Na de uitdaging van Satan schoof God de grens telkens iets op. Hij gaf de satan telkens iets meer ruimte om Job te verdrukken. De satan kon slechts zover gaan als God het toestond.

 

"En de Here zeide tot de satan: Zie, al wat hij bezit, zij in uw macht; alleen tegen hemzelf zult bij uw hand niet uitstrekken." (Job 1:12)

 

"En de Here zeide tot de satan: Zie, hij zij in uw macht; alleen, spaar zijn leven."

(Job. 2:6)

 

Zo is het ook met ieder van ons. De satan kan alleen zover gaan als God het in Zijn wijsheid toelaat.

 

5. Wapen jezelf met deze waarheden

 

"moet ook gij u wapenen met dezelfde gedachte" (1 Petrus 4:1)

 

Het gaat in deze tekst, in 1 Petrus 4:1, niet over de waarheden die hierboven zijn genoemd. Maar het principe is hetzelfde. We moeten ons wapenen met bepaalde gedachten, we moeten ons wapenen met de waarheden uit de bijbel.

 

Een praktische manier om dat te doen is het uit je hoofd leren van bijbelteksten.

Leer de voornaamste teksten die hierboven zijn besproken uit je hoofd. Memoriseer ze. Schrijf ze op kaartjes. Maak een stapel kaartjes met de bijbelteksten. Leer ze uit je hoofd, en als dat niet gaat, lees ze dan geregeld hardop achter elkaar op. Doe dat langzaam en duidelijk. Dan zal de waarheid diep in je hart doordingen. Zo raak je gewapend.

 

Als je aangevallen word, neem dan de kaartjes, lees ze hardop op, en dank de Heer voor de waarheden die er in staan.

 

Schrijf teksten op een stuk papier en prik het aan de wand. Zodat je de bijbeltekst telkens ziet. Zodat je er naar kan kijken als het nodig is.

 

Zo versterk je je geloof. Zo gebruik je het schild van het geloof (Efeze 6:16). Wat je ook voelt of ervaart, houdt vast aan het woord van God: Zoals God het zegt zo is het.  "Heer, uw Woord is de waarheid, ik geloof wat uw woord zegt." We moeten desnoods tegen alles in vast houden aan het woord van God, in geloof. Verwerp alles wat in strijd is met het woord van God.

 

Zie verder de volgende studies: 

 

+ Hoe de boze ons aan kan vallen

+ Hoe weerstand te bieden

+ De geestelijke wapenrusting, Efeze 6

+ Het gezag van de naam van Jezus.

 

Over het memoriseren van Bijbelgedeelten, klik hier.

 

 

HOME