Hoe de boze ons aanvalt In deze bijbelstudie willen we nagaan hoe de boze
geesten ons kunnen aanvallen. Zie ook de Bijbelstudies: + “We zijn
veilig in de strijd” + “De
geestelijke wapenrusting” Inhoudsopgave 1.
Wat kan de satan eigenlijk? 2.
Hoe valt de boze ons aan? 2.1.
Verleiden, verzoeken 2.2.
Misleiden 2.3.
Tegenwerken, hinderen 2.4.
Vervolging opwekken 2.5.
Opdringen, kraken, oppression 2.6.
Aanklagen 3.
Ter aanvulling nog enkele opmerkingen 1. Wat kan de satan eigenlijk? Voor we de zes manieren waarop de boze geesten ons aan kunnen vallen gaan
bespreken is het nuttig om ons af te vragen welke machtsmiddelen de boze heeft.
Wat kan hij? De satan en de andere boze geesten hebben een bepaalde, zij het beperkte,
macht. Ze kunnen een aantal dingen. Daar maken ze gebruik van bij hun aanvallen
op de christenen. Voor een bijbelstudie over dit onderwerp, klik hier. Uit de bijbel blijkt dat boze geesten in staat zijn om op verschillende
manieren met mensen te communiceren. Vaak hebben de mensen niet door dat boze
machten hen beïnvloeden. Door dat
vermogen kunnen ze mensen sturen. Ook hebben ze een beperkte invloed op de
natuur, op materiële zaken. Ze kunnen verder mensen fysiek kwaad doen. Maar dat kunnen ze alleen bij mensen
doen die niet onder Gods bescherming staan. Een christen wordt door God
beschermd (2 Thess. 3:3). Ook zijn ze in staat om tot
op zekere hoogte bovennatuurlijke dingen te doen. Dat doen ze vooral via door
hen beheerste tovenaars en afgodspriesters. 2. Hoe valt de boze ons aan? 2.1.
Door ons te verleiden,
te verzoeken 2.1.1. De satan wordt de
verzoeker genoemd De satan wordt in de bijbel “de verzoeker” genoemd. (Matth. 4:3; 1 Thess. 3:5). “om
mij te vergewissen van uw geloof, of de verzoeker u misschien verzocht
had” (
1Thess. 3:5) “En
de verzoeker kwam en zeide tot Hem” (Matth.
4:3) 2.1.2. Voorbeelden uit
de bijbel van de satan die verleidt De eerste keer
dat we de satan in de bijbel tegenkomen is hij bezig om Eva te verzoeken (Gen.
3:1-6). God had Adam en Eva verboden om van de boom der kennis van goed en
kwaad te eten. De satan zette Eva er toe aan om dit gebod te overtreden. Ook in 1 Korintiers 7 schrijft Paulus over de satan die verzoekt, in
dit geval tot ontucht. “De
man kome jegens de vrouw zijn (echtelijke)
verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man. De vrouw heeft niet zelf
over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf
over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw. Onthoudt dat elkander niet,
tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan
het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u
verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.” (
1 Kor. 7:3-5) Nog een voorbeeld
vinden we in 1 Thessalonicenzen 3. Paulus was bezorgd
over de christenen die in Thessalonica tot geloof
waren gekomen. Hij wist dat ze vervolgd werden. Hoe zou het met hen gaan? Zou
de satan hen hebben verzocht om het geloof op te geven? Daarom had hij Timotheus naar hen toegestuurd om te kijken hoe het met hen
ging en om hen te versterken. “Daarom
kon ik het ook niet langer uithouden en zond hem (Timotheus)
om mij te vergewissen van uw geloof, of de verzoeker u misschien verzocht
had en onze inspanning vruchteloos zou geworden zijn.” (1 Thess. 3:5) In Mattheus 4:1-11 wordt beschreven hoe de duivel de Here Jezus verzocht in de woestijn. De duivel deed Hem
verschillende zondige suggesties. De Here Jezus
verwierp die suggesties met een beroep op het woord van God. “”Wat je voorstelt
deugt niet, dat is in strijd met Gods woord want er staat geschreven …” 2.1.3. Wat is verzoeken,
verleiden? Iemand verzoeken is hem aanzetten tot het doen van een zonde. De duivel
probeert ons zover te krijgen dat we doen wat kwaad is in Gods ogen. Hij
probeert ons aan te zetten tot ongehoorzaamheid aan God. En hij probeert te
bereiken dat we weglopen uit de wil van God voor ons leven. De duivel probeert ook te bewegen tot afval van het geloof. Dat was zijn
doel bij de verzoeking van Job, dat Job God vaarwel zou zeggen. In 1 Thess. 3:5 gaat
het ook om verzoeken tot afval van het geloof. 2.1.4. Het gaat bij
verzoeking niet alleen om grove zonde Bij verzoeking gaat het niet alleen om grove zonden, zoals bv. ontucht. Er
zijn ook subtiele verzoekingen, hieronder worden er enkele genoemd: ·
De verzoeking om op te gaan in de dingen van deze wereld.
Op zich kunnen dat volkomen legitieme dingen zijn. Zoals je werk, je gezin, een
hobby. Het gaat fout als door deze dingen het dienen van God op de achtergrond
komt te staan. Als de prioriteiten en de balans verkeerd zijn. ·
De verzoeking om voor de eigen pleziertjes te gaan leven.
“Ik wil nu wel eens rust, ik wil nu wel eens van het leven genieten, even geen
strijd alsjeblieft.” ·
De verzoeking om verbitterd te raken tegenover God. Als
God beproevingen toelaat in ons leven. Als God ons zwaarder lijkt te beproeven
dan de meeste andere christenen in onze
omgeving. ·
De verzoeking tot zelfmedelijden, als God ons beproefd. ·
De verzoeking om het maar op te geven. Het christen zijn
of de strijd tegen de zonde of de inzet voor de zaak van Christus ·
De verzoeking tot het los van God handelen. Bezig zijn
naar eigen inzicht en in eigen kracht, in plaats van geleid door God en in Zijn
kracht. Zowel in ons persoonlijk leven als in ons werken voor God. (Zie de
Bijbelstudies over leiding en verbrokenheid) ·
De verzoeking om je door God gegeven bediening niet uit
te voeren of niet volledig uit te voeren. Daar kan de boze bijvoorbeeld
ontmoediging of angst voor vervolging voor gebruiken. ·
De verzoeking tot hoogmoed in het werk van God, speciaal als
God je zegent. 2.1.5. Hoe verzoekt de
boze? Hoe gaat hij te werk? Hij sluit met zijn
verzoeking aan bij onze eigen begeerten. Daar speelt hij op in, bijvoorbeeld
door een zondige begeerte te stimuleren. Dat kan hij doen
door direct een zondig plan in het hart van mensen leggen. Dat deed hij
bijvoorbeeld bij Ananias en Saffira.
Van hen wordt gezegd dat de satan hun hart had vervuld om een zondig plan uit
te voeren. “Maar Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om de
Heilige Geest te bedriegen en iets achter te houden van de opbrengst van het stuk
land?” (Hand. 5:3) De satan kan ook
indirect verzoeken door middel van door hem beïnvloedde mensen. Dan komt de
zondige suggestie via hen. Een voorbeeld daarvan is Petrus
toen hij zich verzette tegen de weg van kruis. “Van
toen aan begon Jezus Christus zijn discipelen te tonen, dat Hij naar Jeruzalem
moest gaan en veel lijden van de zijde der oudsten en overpriesters
en schriftgeleerden en gedood worden en ten derden dage opgewekt worden. En Petrus nam Hem terzijde en begon Hem te bestraffen,
zeggende: Dat verhoede God, Here, dat zal U geenszins
overkomen! Doch Hij keerde Zich om en
zeide tot Petrus: Ga weg,
achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot, want
gij zijt niet bedacht op de dingen Gods, maar op die
der mensen” (Matth. 16:21-23). De boze kan ook
onze omstandigheden zodanig beïnvloeden dat we er door in verzoeking worden
gebracht. Een typerend voorbeeld daarvan is wat een broeder direct na zijn
bekering beleefde. 2.1.6. Een illustratie De broeder was voor zijn bekering in de fout gegaan op seksueel gebied door
een relatie aan te gaan met een getrouwde vrouw. Na zijn bekering had hij zich
daar van afgekeerd. Niet lang na zijn bekering bood een vrouw zich aan hem aan.
HIJ gaf rijles en een getrouwde knappe
vrouwelijke leerling begon hem te verleiden, elke les werd de rok korter.
Totdat ze hem uiteindelijk uitnodigde om mee te gaan naar haar huis. Toen hij
dat weigerde wilde ze plotseling geen rijles meer van hem. In de jaren voor zijn bekering was autosport zijn grote passie. Hij had
zijn racelicentie gehaald en reed regelmatig op Zandvoort in wedstrijden mee.
Aan autosport doen kost veel geld en dat had hij niet. Precies, vlak na zijn
bekering kreeg hij een droomaanbod. Hij kon gaan racen voor een grote sponsor
die alle kosten voor zijn rekening zou nemen. Maar hij wist dat, als hij op het
aanbod in zou gaan, hij helemaal op zou gaan in de racesport. Dat was ook de
reden dat hij bij zijn bekering de Heer had beloofd dat hij er mee op zou
houden. Ook dit aanbod heeft hij afgewezen. De Here heeft hem in de jaren daarna voor velen
tot eeuwige zegen gesteld. Die verzoekingen waren een poging van de boze om hem
geestelijk onderuit te halen. Door de zonde, door hem in een verhouding met een
getrouwde vrouw te brengen en toen dat niet lukte door hem op te laten gaan in
de dingen van de wereld. De boze bracht juist op dat moment, na zijn bekering, die twee verzoekingen
op zijn weg. Hij werd verzocht, precies op zijn twee zwakke punten. Het tijdstip wijst er op dat het niet om toeval ging. 2.1.7. De bronnen van
verzoeking Waar komt verzoeking
vandaan? De bijbel wijst drie bronnen aan. (a)
Ons eigen zondige hart “Maar
zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking
zijner eigen begeerte.” (Jakobus 1:14). Hier
staat het. Het woord van God is duidelijk. Als je verzocht wordt dan komt dat
voort uit de zuiging en verlokking van je eigen begeerte. “Want uit het hart komen boze overleggingen, moord,
echtbreuk, hoererij, diefstal, leugenachtige getuigenissen, godslasteringen. Dat
zijn de dingen, die een mens onrein maken.” (Matth.
15:19,20). Als christen
hebben wij nog te maken met een zondige natuur. We hebben bij
onze wedergeboorte een nieuwe natuur ontvangen die het goede wil doen maar er
is ook nog het vlees, onze oude zondige natuur die ons de verkeerde kant
optrekt. We hebben als
christenen nog steeds te maken, met wat Paulus in Galaten 5:16 noemt, het
begeren van het vlees. “Dit
bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het
vlees. Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de
Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander - zodat gij niet
doet wat gij maar wenst.” (Gal. 5:16,17) Er
woedt een burgeroorlog in ons. Het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest
en dat van Geest tegen het vlees. Er
is nog steeds iets in ons dat neigt naar het kwade, dat er door wordt
aangetrokken. Als we verzocht worden dan heeft dat daar mee te maken, zoals Jakobus
1:14 duidelijk zegt. (b) Verzoeking
komt door de wereld De
gehele wereld ligt in het boze. “Wij weten, dat wij uit God zijn en de gehele wereld
in het boze ligt.” (1 Joh. 5:19) En “Al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is
niet uit de Vader, maar uit de wereld.” (1 Joh. 2:16) De
wereld is in dit geval de maatschappij in al zijn geledingen voor zover die
geen rekening met God houdt. De innerlijke drijfveren van deze wereld zijn
begeerten en een hovaardig leven. We
worden verzocht door contact met de wereld en door contact met wereldse mensen.
Omgang met deze mensen brengt ons in verzoeking. “Wee
de wereld om de verleidingen tot zonde. Want er moeten verleidingen komen, maar
wee die mens, door wie de verleiding komt.” (Matth. 18:7) “Maar
een ieder, die een dezer kleinen, die in Mij geloven, tot zonde verleidt” (Mattheus 18:6) “Mijn
zoon, indien zondaren u willen verleiden, bewillig niet; Indien zij zeggen: Ga
met ons, laat ons loeren op bloed, laat ons de onschuldige belagen, ook al geeft
hij geen oorzaak” (Spr. 1:10,11) “Misleidt
uzelf niet; slechte omgang bederft goede zeden.” (1 Kor. 15:33) (c) Verzoeking
komt door boze machten Achter
sommige verzoekingen zit de satan. Of hij is er bij betrokken. “opdat
de satan u niet verzoeke vanwege uw gemis aan zelfbeheersing” (1
Kor. 7:5) “Maar
Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om de
Heilige Geest te bedriegen en iets achter te houden van de opbrengst van het stuk
land?” (Hand. 5:3) “Toen werd Jezus door
de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel. (Matth.
4:1) En de verzoeker kwam en zeide tot Hem … (Matth.
4:3) Hierboven,
onder punt 2.1.5, is reeds besproken hoe de boze te werk gaat bij zijn
verzoekingen. Maar omdat het zo belangrijk is volgt hier een gedeeltelijke
herhaling. +De
boze kan een zondige gedachte in ons hart ingeven. Direct of via anderen. Hij
kan op die manier een al in ons zondige hart aanwezige begeerte aanwakkeren of
op gang brengen. +
Hij kan ons ergens bij bepalen, hij kan een zondig iets op onze weg brengen. +
Hij kan een redenering aanreiken die het doen van een zonde goed praat. Pas
op! We
moeten wel beseffen dat de bijbel nergens stelt dat de boze is betrokken bij elke
verzoeking waar wij last van hebben. De bron van onze verzoeking is immers in
de eerste plaats onze eigen begeerte. Dat verklaart de bijbel uitdrukkelijk. “Maar
zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking
zijner eigen begeerte.” (Jakobus 1:14). De
zuiging en verlokking van onze eigen begeerte is altijd bij ons. En die
aanzuigkracht brengt ons in verzoeking, ook als de duivel die begeerte niet
rechtstreeks bespeelt. 2.1.8. Hoe
onderkennen we of de duivel er bij betrokken is? Hoe
kunnen we onderscheiden of een verzoeking alleen uit ons eigen zondige hart
komt of dat er ook nog een satanisch element in zit? Voor
ik daar op in ga wil ik er op wijzen dat het meestal niet nodig is om te weten
uit welke bron een verzoeking komt. Het komt er op aan dat we de verzoeking
onderkennen en weerstaan. We moeten een zondige impuls of een zondig plan
verwerpen. Zoals Jezus dat deed met een “er staat geschreven”, met een “Dit is
zondig, dit wijs ik af, dit gaat in tegen Gods Woord.” De
bijbel roept ons op om ons te onthouden van de vleselijke begeerten die strijd
voeren tegen onze ziel (1 Petrus 2:11). Steunend op
de kracht van de Heilige Geest kunnen we de werkingen van het vlees doden en de
verzoekingen weerstaan. “Dit
bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het
vlees.” (Galaten
5:16) Wat
zijn aanwijzingen dat de boze er rechtstreeks bij betrokken is? (1) Als
de verzoeking sterker is dan normaal, bijna als een dwanggedachte. (2) Als
de verzoeking plotseling op je valt, terwijl er geen aanleiding is, geen
stimulus. (3) Als
het tijdstip verdacht is. Dat is zo als je bezig bent met het werk van de Heer en
als de verzoeking op dat moment komt. Elk
van deze drie punten is op zich al een aanwijzing. Natuurlijk
is er daarnaast ook altijd de innerlijke leiding van Gods Geest in onze geest
waardoor de Heer ons dingen duidelijk kan maken. Als
we onderkennen dat de boze erbij betrokken is dan kunnen we, net zoals de Here Jezus dat deed, de satan direct aanspreken. “Toen
zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers
geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en
Hem alleen dienen.Toen liet de duivel Hem met rust.”
(Matth. 4:10,11) “In
Jezus naam, ga weg satan, laat me met rust, ik ben van Jezus, ik verwerp al je
verzoekingen.” Over
het weerstaan van de boze door te spreken, zie punt … van de bijbelstudie over de geestelijke wapenrusting, het gedeelte over het schild van het geloof.
LINK Zie
ook de bijbelstudie “Hoe de boze te weerstaan?”LINK Ter
illustratie een voorbeeld van een satanische verzoeking uit het leven van de
zendeling James Fraser, het gaat om de tweede aanval,
de aanval met onreine gedachten. Voor het getuigenis, klik hier. LINK Het
is overigens niet altijd nodig om een satanische verzoeking te weerstaan door
met gezag in Jezus de boze te bevelen om te vertrekken. En waarschijnlijk is
het ook niet noodzakelijk. In Mattheus 4:1-11 zien we dat de Here
Jezus twee van de drie verzoekingen weerstond met een beroep op het woord van
God. 2.1.9. Hulp
in de strijd tegen verzoeking (1) God
heeft belooft dat we niet boven vermogen verzocht zullen worden “Gij
hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan.En
God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt,
want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen
bestand zijt.” (1 Kor. 10:13) Hier
is een belofte waarop we kunnen bouwen. Waar we een beroep op kunnen doen. God
zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen zodat we er tegen bestaan
zijn. (2) De
Here Jezus zal te hulp komen als we daar om bidden “Want
doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden,
te hulp komen.” (Hebr. 2:18) Dat
staat niet voor niets in de Bijbel. God meent dit. Dit zal Hij zeker doen.
Jezus weet wat het is om verzocht te worden daarom kan Hij ons te hulp komen. (Hebr.
2:18. ) (3) De
Heer kan ons voor struikelen behoeden “Hem
nu, die u voor struikelen kan behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn
heerlijkheid in grote vreugde, de enige God, onze Heiland, zij door Jezus
Christus, onze Here, heerlijkheid, majesteit, kracht
en macht voor alle eeuwigheid, en nu en in alle eeuwigheden! Amen.” (Judas
:24,25) Hij
kan het. Hij wil het. Hij zal het ook doen. Erken
je zwakheid en verlaat je op de genade van de Heer. (4) Een
gebed naar Gods wil “en
leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze” (Matth. 6:13) Dit
heeft de Here Jezus ons zelf leren bidden. Het is een
gebed naar Gods wil en een gebed naar Gods wil wordt zeker verhoord (1 Joh.
5:14,15). “Waakt
en bidt, dat gij niet in verzoeking komt” (Matth. 26:41) We
moeten ook onze eigen verantwoordelijkheid nemen. We
moeten zelf zo veel mogelijk verzoeking voorkomen door ons voor zover dat in
onze macht ligt te onttrekken aan verkeerde invloeden. Aan invloeden die de
zondige begeerten stimuleren. Let op wat je ziet en hoort. Waar je gaat. Je
gezelschap. “Slecht omgang bederft goede zeden.” (1 Kor. 15:33) We
moeten indien nodig radikaal zijn. Als je bijvoorbeeld het gebruik van een computer of tv niet kan
beheersen dan moet je ze weg doen. Of zoals een broeder die ik ken dit met zijn
vrouw heeft afgesproken, hij gebruikt zijn computer (het internet) alleen als
zijn vrouw naast hem zit. Zonder
computer of televisie ben je in zekere zin gehandicapt in deze maatschappij,
maar beter gehandicapt dan telkens te zondigen. “Indien uw hand of uw voet u
tot zonde verleidt, houw hem af en werp hem weg. Het is beter voor u verminkt
of kreupel ten leven in te gaan, dan met twee handen of twee voeten in het
eeuwige vuur geworpen te worden. En indien uw oog u tot zonde verleidt, ruk het
uit en werp het van u. Het is beter voor u met een oog ten leven in te gaan,
dan met twee ogen in het hellevuur geworpen te worden.” (Matth. 18:8,9) “Schuw
de begeerten der jeugd” (2 Tim. 2:22) We
zijn rechtens vrij van zonde (Rom. 6:7). De Heilige Geest komt onze zwakheid te
hulp (Rom. 8:26). De Here Jezus leeft door zijn Geest
in ons en Hij is onze heiligheid (Gal. 2:20, 1 Kor. 1:30). “Dit bedoel ik:
wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.” (Gal.
5:16) Wandelen door de Geest is er op rekenen dat de Geest in je doet wat je
zelf niet kunt. Wordt vervuld met de Geest, drink. (Efeze.
5:18) LINK. Versterk je geestelijk leven, vermijdt wat geestelijk leeg maakt en
zoek op wat het leven van God in je versterkt. Tot zover de
bespreking van de aanval door verzoeking. Hieronder wordt de volgende manier
beschreven waarop de boze ons aanvalt. 2.2.
Misleiden Op allerlei
manieren probeert de boze ons te misleiden. Hij probeert ons voor de gek te
houden. Hoe doet hij dat? a. Hij misleidt door te liegen Het ligt in zijn aard om te liegen. Hij wordt “de vader der leugen” genoemd. “Wanneer
hij (de duivel) leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een
leugenaar en de vader der leugen.” (Joh. 8:44) Hij loog bijvoorbeeld tegen Eva. Hij beweerde ondermeer dat ze niet zou
sterven als ze van de boom der kennis van goed en kwaad zou eten (Gen. 3:4). De boze kan
gedachten, waaronder zijn leugens, direct in onze gedachten inbrengen. Ik
verwijs nogmaals naar Ananias en Saffira
(Hand. 5:3.) Bij hen had hij ook iets in het hart gelegd. Of hij kan zijn
leugens indirect via andere mensen onder onze aandacht brengen. Allerlei
gedachten komen op ons af of ze komen in ons op. Soms zijn het gedachten die in
strijd zijn met de werkelijkheid of in strijd met het woord van God. We moeten
nuchter zijn en alles toetsen door gebed en met behulp van het woord van God. Een voorbeeld: God
laat bij de christenen geregeld beproevingen toe. Denk aan Job, denk aan
christenen die te maken hebben met ziekte en andere tegenslagen of aan ouders
die door een ziekte of een verkeersongeluk een kind verliezen. Denk aan
christenen die vervolgd worden vanwege hun geloof. De verzoeking kan dan
gemakkelijk in je opkomen dat God je verlaten heeft. Of dat nu uit jezelf komt
of dat de satan dit suggereert is niet van veel belang. Die leugen is in strijd
met b.v. Gods belofte uit Hebr. 13:5,6. Daar staat
immers dat God ons geenzins, dat wil zeggen in geen
enkel geval, zal begeven of verlaten. Wat geloven we dan? De leugen die uit ons
hart opkomt, de leugen die wellicht door
de boze in onze gedachten is ingebracht of geloven we het woord van God. De
boze wijst ons op onze omstandigheden en zegt: “Zie je wel, God is niet met je,
Hij hoort je gebeden niet want anders was dat niet gebeurt, anderen verhoort
Hij maar jou niet, jij hebt het verbruid, je hebt je kans gehad, jij bent te
slecht, het wordt nooit wat met je, ben je eigenlijk wel een kind van God, is
God er wel, etc.”. Zo komen onze gevoelens en ervaringen vaak tegenover het
woord van God te staan. Nog een
voorbeeld. Een andere leugen is dat de boze je wijs probeert te maken dat je
kunt zondigen zonder dat dit negatieve gevolgen heeft. Dat hij je wijs probeert
te maken dat een zondige weg de weg naar geluk is. Zie opnieuw wat hij met Eva
deed (Gen. 3:1-6). We moeten de
leugen verwerpen en op de waarheid blijven staan. Op het “er staat
geschreven”. b. Hij misleidt door het woord van God te verdraaien In Mattheus 4:1-11 lezen we dat de duivel de Here Jezus probeerde te verzoeken. Bij één van zijn
verzoekingen gebruikte hij een Bijbeltekst. “Toen
nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van
het dak des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij
Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan naar beneden; er staat
immers geschreven: Aan zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande u, en op
de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot.
Jezus zeide tot hem: Er staat ook geschreven: Gij zult
de Here, uw God, niet verzoeken.” (Matth. 4:5-7) De
duivel probeerde Jezus te bewegen tot een absurde zaak. Hij stelde Jezus voor
om van het dak van de tempel te springen. Hij wees Jezus er op dat in het Oude
Testament staat dat God zijn engelen opdracht geeft om hem, en een ieder die
bij God schuilt, op handen te dragen. Dus, zo paste de duivel het
Bijbelgedeelte toe, kun je zonder gevaar van het tempeldak springen. De engelen zullen je opvangen, de mensen
zullen het zien , ze zullen zien dat er een wonder is gebeurt en dan zullen wij en de mensen werkelijk
weten dat je de zoon van God bent. Je
bent de Zoon van God? Bewijs het maar eens. In
Psalm 91:11,12 staat “Want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u
behoeden op al uw wegen; Op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet
niet aan een steen stoot.” Dit
Bijbelgedeelte is inderdaad van toepassing op Jezus en op iedere gelovige die
bij God schuilt (Ps. 91:11,12). De uitleg van de boze over het Bijbelgedeelte was
niet fout, zijn toepassing was fout. Deze belofte is niet bedoeld voor het
demonstratief doen van gevaarlijke zaken om te bewijzen dat je de zoon van God
bent of om te bewijzen dat God achter je staat. Het is een belofte van
bescherming in de normale dagelijkse wandel. Zijn toepassing was ook fout omdat
deze in strijd was met een ander bijbelgedeelte, in
strijd met een ander bijbels principe, namelijk dat
wij God niet mogen verzoeken. Van de tempel afspringen, alleen om iets te
bewijzen, komt neer op God verzoeken. God zelf gaf immers op zijn tijd en wijze
reeds voortdurend getuigenis dat Jezus Zijn zoon was, daar hoefde Jezus zelf
niet nog wat aan toe te voegen. De
boze gebruikt deze taktiek ook bij ons. Als hij merkt
dat wij respect hebben voor het woord van God dan komt hijzelf met het woord
van God aan. Dan zegt hij: “er staat ook geschreven” (Matth. 4:7) en dan
citeert hij een Bijbelgedeelte dat hij verkeerd uitlegt of toepast. Het
is daarom belangrijk dat op een rationele manier met het woord van God wordt omgegaan.
We moeten goed lezen wat er staat en daarbij op het verband letten, we moeten
de Schrift goed uitleggen en goed toepassen. En we moeten het herkennen wanneer
dat niet gebeurt. Je
staat hier niet alleen voor. Als we recht staan tegenover de Heer dan zal de
Heilige Geest ons helpen bij het onderscheiden van het verkeerde Bijbelgebruik
van de boze en zijn helpers. Je zult in je geest aanvoelen dat er iets niet
klopt, nog voor je er de vinger op kan leggen. Als je met het woord bezig bent
zal God je door je bijbellezing antwoorden en
bescherming geven. Ook heeft God ons de bescherming van de medechristenen
gegeven. Speciaal van de oudere christenen die de leer en de bijbel goed
kennen. En in het bijzonder van christenen met de geestesgaven van leraar en
onderscheid. Die helpen ons om de leugens en verdraaiingen van het woord van
God te onderkennen. Daarom is het belangrijk dat je, zeker als jonge gelovigen,
in gemeenschap blijft met andere christenen die gezond in leer en leven zijn. Het
is van groot belang dat we de regels voor gezonde schriftuitleg kennen en de
regels voor het vinden van de leer. +
de
regels voor de uitleg van de bijbel
+
hoe
de leer van de bijbel over een onderwerp te vinden c. Hij misleidt door valse leer op ons pad te brengen Hier krijgt elke christen zeker mee te maken. Er komen van allerlei kanten valse
leringen op ons af. Zo was het al in bijbelse tijden,
zo is het nog steeds. De bijbel spreekt
over “allerlei wind van leer”. In Efeze 4:14 staat: “Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder,heen
en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse
spel der mensen,in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt.” Er zijn een aantal oude dwalingen die telkens weer de kop op steken, zij
het vaak in een ander jasje. En er komen regelmatig nieuwe bij. Twee voorbeelden uit de bijbel: Voorbeeld 1 Dat staat in Handelingen 15. Paulus en Banabas
waren van hun zendingsreis teruggekeerd, ze hadden de broeders en zusters in Antiochie verteld van de bekering van de heidenen. Toen
gebeurde het volgende. “En
sommigen, uit Judea gekomen, leerden de broeders:
Indien gij u niet besnijden laat naar het gebruik van Mozes, kunt gij niet
behouden worden. En toen er van de zijde van Paulus en Barnabas geen gering
verzet en tegenspraak tegen hen ontstond, droegen zij Paulus en Barnabas en nog
enigen van hen op zich tot de apostelen en oudsten te Jeruzalem te begeven naar
aanleiding van dit geschil.”
(Hand. 15:1,2) Er
kwamen “christenen” uit Judea. Zij drongen de
gemeente van Antiochie binnen en ze verkondigden daar
een valse leer. Ze beweerden dat de christenen uit de heidenen, die als kind
natuurlijk niet besneden waren, zich alsnog moesten laten besnijden. En dat ze
ook de wet van Mozes moesten houden. Anders konden ze, zo beweerden deze valse
leraren, niet behouden worden. Paulus
ging lijnrecht in tegen deze valse leer. Van de zijde van Paulus en Barnabas
ontstond er “geen gering verzet en tegenspraak tegen hen”. Deze valse leer
tastte de kern van het evangelie aan en daarom ging Paulus er fel tegen in. De
brief aan de Galaten is tegen de zelfde valse leraren geschreven. En in Fillipenzen 3 gaat het ook over hen. Lees Galaten 1:6-10 en
2:2-14. Zie ook Filp. 3:2-9. Voorbeeld 2 In de eerste brief aan Timotheus waarschuwde
Paulus hem voor een bepaalde valse leer. Ik citeer: “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere
tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en
leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, die
in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn, het huwelijk verbieden en het genot van
spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt
door de gelovigen, die tot erkentenis der
waarheid gekomen zijn.” (1 Tim. 4:1-3) Hier gaat het om
dwaalleraren die ondermeer het huwelijk verbieden. Huwen zou niet geestelijk
zijn. De Rooms-katholieke Kerk hangt nog steeds een variant van deze lering van
boze geesten aan in hun leer over het celibaat van de priesters en andere
“geestelijken”. Er zijn nog meer bijbelse voorbeelden te geven.
In 25 van de 27 boeken van het nieuwe testament komt het onderwerp aan de orde.
Soms zijn er gehele hoofdstukken aan gewijd, bijvoorbeeld 2 Petrus
2 en 1 Kor. 15. Gehele Bijbelboeken zijn ontstaan vanuit de worsteling met
valse leer en valse leraren. Dat is onder meer het geval met de brieven aan Galaten en de Colossenzen,
de brief van Judas en 1 Johannes. Zie het artikel over 12 valse leringen die op dit moment de evangelische
wereld aan het binnendringen zijn, klik hier. LINK U zult ze met grote zekerheid allemaal vroeg of laat tegenkomen of misschien bent u ze al tegengekomen zijn. Leringen van demonen De bijbel spreekt over leringen van demonen. “Maar de Geest zegt
nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof,
doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen …” (1 Tim. 4:1) Het gaat om leringen die afkomstig zijn van demonen. Ze zijn door demonen
bedacht en naar bepaalde door hen uitgekozen mensen toe gecommuniceerd. Die mensen ontvingen op dat moment ook een
soort inspiratie, alleen in dit geval inspiratie van boze geesten. Er zijn blijkbaar boze geesten die hierin gespecialiseerd zijn. De bijbel
spreekt in dat verband over “dwaalgeesten” (1 Tim. 4:1). Ze brengen de mensen
met hun valse leringen aan het dwalen. We kunnen er
vanuit gaan dat sommige valse leringen afkomstig zijn van boze geesten. Als
mensen valse leringen van demonen verkondigen dan kan het voorkomen dat de boze
geesten een soort van zalving op de boodschap geven en ze kunnen ook proberen
om de boodschap door bovennatuurlijke verschijnselen te bevestigen. De basis van
valse leer Valse leer is
vaak gebaseerd op slecht uitgelegde teksten, op onjuiste exegeses. En op menselijk
geredeneer. Vaak wordt ook een deel van
de teksten die ook over het onderwerp gaan buiten beschouwing gelaten. Daarnaast
is valse leer ook vaak gebaseerd op buitenbijbelse
zaken zoals veronderstelde directe openbaringen die zouden zijn ontvangen van
de Here Jezus of op een buitenbijbelse
traditie zoals dat bijvoorbeeld in de Rooms-katholieke Kerk het geval is. Valse leraren
brengen niet vaak iets dat volledig nieuw is, meestal nemen ze een bijbelse waarheid en geven daar een andere draai aan. Ze
verdraaien de boodschap “Er
zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus
willen verdraaien.” (Gal. 1:7) Vaak gebruiken de
valse leraren dezelfde woorden maar hebben ze de inhoud van de woorden
veranderd. Ze spreken bijvoorbeeld over Jezus maar ze brengen een andere Jezus,
ze spreken over het evangelie maar ze brengen een ander evangelie. Een ander Jezus,
een ander evangelie “Want
indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben
gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of
een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer
wel.” ( 2 Kor. 11:4) Wat is een valse
leer en een valse leraar? Er is verschil tussen
een gevaarlijke valse leer en een milde dwaling. Als een leer de kern van het
evangelie en het christelijk geloof aantast dan is het een verderfelijke valse
leer. Als iemand zo’n leer aanvaard dan gaat hij er door verloren. Het is ook
een gevaarlijke valse leer als een leer grote schade aanricht aan het
geestelijk leven en het gemeenteleven. + Bijbelstudie
over de leer Over bijzaken
kunnen we als christenen anders denken maar niet over de kern. + Zie de
Bijbelstudies over eenheid: Het hoofdstuk “een nieuwe basis voor eenheid” in de
studie “Wat is er
aan de hand in de evangelische wereld?”. En de studies 19 en 20 en 21 uit de serie
over de gemeente. Vermengd met
gezonde leer Valse leer wordt
vaak vermengd met gezonde leer. Een valse leraar zegt dan over heel veel zaken
goede en bijbelse dingen maar over één of meerdere
belangrijke punten brengt hij een onbijbelse en
daarom valse leer. De christenen
worden dan gezegend door de goede dingen die hij zegt en daarom komen ze open
te staan voor zijn valse leringen. Dat ze ook veel goede
zaken brengen beschermt hen ook tegen mensen die hem als valse leraar willen
ontmaskeren. De andere gelovigen die horen dat hij ook veel goede dingen zegt
en die daar door gezegend zijn willen dan niet aannemen dat hij of zij op dat
ene belangrijke punt fout zit. Niet alle valse
leer is even gevaarlijk. Er zijn verderfelijke leringen waardoor mensen
verloren gaan. Door andere leringen wordt alleen het geestelijk leven ernstig geschaad.
Die schade varieert. In een strik van
de boze geraakt Als iemand een
valse lering aanvaard dan is hij of zij daarmee in een strik van de boze
geraakt. We moeten proberen om zulke mensen daar weer uit te halen. Dit doen we door
geduldig te onderwijzen en hen te corrigeren met het woord van God. “
En een dienstknecht des Heren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens
allen, bekwaam om te onderwijzen, geduldig, met zachtmoedigheid de
dwarsdrijvers bestraffende. Het kon zijn, dat God hun gaf zich tot erkentenis
der waarheid te keren en, ontnuchterd, zich te wenden tot de wil van Hem,
(losgekomen) uit de strik des duivels, die hen gevangen hield” (2 Tim. 2:24-26) Mensen
die een dwaalleraar aanvaarden zijn op dat punt de waarheid kwijtgeraakt, ze
geloven een valse leer, een leugen. Het beeld dat Paulus hier gebruikt is dat
van een strik. Een beest dat in een strik is vastgeraakt. Dat is het geval als
je een valse leer aanvaard. Dan ben je in een strik van de duivel geraakt. Dan
ben je op dat punt tot een gevangene van de duivel geworden. Wij
moeten deze mensen helpen om weer los te komen uit de strikken van de duivel,
ze moeten los komen van de valse leer. Dat moeten we doen door hen geduldig te
onderwijzen en hen met zachtmoedigheid te bestraffen. Ze komen los op het
moment dat ze de leugen verwerpen en weer tot erkentenis der waarheid komen. Daar staat tegenover
dat we tegen valse leraren hard moeten optreden. In dat geval gaat het over
“christenen” die niet alleen een gevaarlijke valse leer geloven maar die deze
leer ook actief uitdragen. Die mogen we niet hun gang laten gaan. (Zie
bijvoorbeeld: 1 Tim. 1:3; Hand. 15:1,2) Hoe moeten we ons
beschermen tegen de aanval met valse leer In de eerste
plaats door alles wat op ons afkomt telkens weer te toetsen aan het woord van
God (Hand. 17:11). We moeten alles afwijzen wat tegen de bijbel ingaat en wat
boven de bijbel uitgaat. Daarnaast mogen we rekenen op de hulp van de Heilige
Geest. De Geest in ons zal ons waarschuwen als iets een valse leer is. Omdat valse leer
vaak gebaseerd is op een verkeerde uitleg van de bijbel is het ook nuttig om de
regels voor de gezonde schriftuitleg en de regels voor het vinden van de leer
te kennen. + regels
voor de uitleg van de bijbel + hoe de
leer van de bijbel te vinden Goed systematisch
onderwijs over de leer geeft ook bescherming. We moeten weten wat de bijbel
over allerlei zaken zegt. Dan zullen we ook direct afwijkingen onderkennen. “En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten
als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot
opbouw van het lichaam van Christus,totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben
……Dan (als we zo toegerust zijn door onder meer de leraren) zijn wij niet meer
onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind
van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling
verleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk
opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.” (Efeze
4:11-15) Als je gegrond bent
in de gezonde leer dan word je niet meer door elke valse lering die voorbijkomt
in de war gebracht of meegetrokken. Dan waai je niet meer mee met elke wind van
leer. Dit is één van de
redenen waarom de internetbijbelschool (www.internetbijbelschool.nl) is gemaakt. Alle onderdelen van de leer worden
daar grondig en sytematisch besproken. We moeten niet
alleen weten hoe het is, we moeten ook weten hoe het niet is. De bijbel is ook
gegeven om te weerleggen. Zie b.v. 2 Tim. 3:16. “Al
de Schrift is van God ingegeven en is ook nuttig om ….te weerleggen” Een goede leraar
legt niet alleen uit hoe het zit, hij schermt ook af tegen dwaalleringen. Het is verder
belangrijk dat je voor je veiligheid bij een gezonde gemeente blijft. De oudere
christenen zullen je beschermen tegen valse leer. Beschermen tegen valse leer
is speciaal de verantwoordelijkheid van de oudsten van elke plaatselijke
gemeente. (Zie b.v. Hand. 20:28-31. Dit wordt gezegd
tegen de oudsten van de gemeente van Efeze. Zij
moeten waken tegen valse leer en er tegen optreden.) Christenen hebben
verschillende gaven, als je zelf niet de gave van leraar en/of onderscheid des
geesten hebt dan moet je gebruik maken van de christenen die deze gaven wel
hebben. Daarnaast moeten
we ons afscheiden van valse leer. Valse leer werkt als zuurdesem. Als je er
voortdurend mee in contact bent dan zal het op den duur ook je denken er door
gaan verzuren, beïnvloeden. “Houd u buiten
het bereik van” (1 Tim. 6:20) + De bijbelse opdracht tot afscheiding En voor de
leidinggevende onder ons: + Hoe valse
leer buiten de gemeente te houden (Tenslotte, zie
ook de uitgebreide Bijbelstudie over discernment,
klik hier.) d. Hij misleid door allerlei geestelijke dingen te vervalsen Het voornaamste dat de boze vervalst is de leer. Hij gaat zover dat hij
zelfs de kern van het evangelie probeert te veranderen zodat er een andere
Jezus en een ander evangelie wordt gebracht. Dat is hierboven, onder punt c,
besproken, maar Hij vervalst nog veel meer geestelijke zaken. Die vervalsingen
brengt hij vervolgens op onze weg. Dat alles in de hoop dat wij zijn namaak als
echt zullen aanvaarden. Dus naast valse leer zijn er ook nog: (1)
Valse geestelijke bedieningen: De bijbel spreekt b.v. over valse leraren, valse
profeten, valse apostelen en valse christussen. Het zijn pseudo,
dat is namaak, leraren, profeten en apostelen. Ze doen zich voor als echt maar
ze zijn het niet. + Valse leraren “Toch
zijn er ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse
leraars zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen
binnensluipen” (2 Petrus 2:1) Iemand is een valse leraar als hij op één van de fundamentele punten van
het geloof dwaalt. Of als hij een leer brengt die (zeer) schadelijk is voor het
geestelijk leven. + Valse profeten “Geliefden,
vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn;
want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan.” (1 Joh. 4:1) Een valse profeet is iemand die beweert dat hij boodschappen van God
doorgeeft terwijl dat niet het geval is. Ze kunnen uit zijn eigen hart
voortkomen of geïnspireerd worden door boze geesten. “Maar
Ik heb tegen u, dat gij de vrouw Izebel laat begaan,
die zegt, dat zij een profetes is, en zij leert en verleidt mijn knechten om te
hoereren en afgodenoffers te eten.” (Openb. 2:20) Dit
zegt de Here Jezus tegen de gemeente van Tyatira. Er was daar een vrouw actief die beweerde dat zij
een profetes was, ze beweerde dat ze boodschappen namens God doorgaf. Ze leerde
de christenen om te hoereren en afgodenoffers te eten. “Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij
roofgierige wolven.” (Matth. 7:15) Ze komen in schapevacht,
ze doen zich voor als christen, maar intussen zijn het van binnen roofgierige
wolven. + Valse apostelen “Want
zulke lieden zijn schijn-apostelen,
bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen
wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn
dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid. (2 Kor. 11:13-15) Hier
is sprake van mensen die de gemeente van Korinthe waren
binnengekomen en die zich voordeden als apostelen van Christus. Ze deden zich
voor als dienaren der gerechtigheid, maar ze brachten intussen wel een ander
evangelie en een andere Jezus (2 Kor. 11:4). Ook
in onze tijd heb je nog van zulke schijnapostelen. De voornaamste is natuurlijk
de paus, het hoofd van de Die doet zich vroom als christen voor, terwijl hij
intussen een ander evangelie brengt. ( Zie de site over de roomskatholieke
kerk.) +
Bedrieglijke arbeiders “Want
zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke
arbeiders” ( 2 Kor. 11:13.) In de gemeente
waren er bedrieglijke arbeiders binnengedrongen. In dit geval deden ze zich
voor als apostelen. + Valse
christussen “Want
er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote
tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen
zouden verleiden. “ (Matth. 24:24) (2)
Er is een valse geest en er zijn vervalste geestelijke ervaringen “of
gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen” ( 2 Kor. 11:4) Hier is sprake
van het ontvangen van een andere geest. Deze andere geest is een geest die zich
voordoet als de Heilige Geest. Het is een pseudo
Heilige Geest, een vervalsing van de Heilige Geest. De boodschap van
valse leraren en profeten wordt soms bekrachtigd door boze geesten. Er zit dan een
soort demonische zalving op boodschap. Als je hun leringen aanneemt en als je
jezelf openstelt voor de ervaringen die ze preken dan kun je een andere geest
ontvangen. Zeker als er ook nog handoplegging door hen wordt toegepast. In de
zielzorg zijn we bijvoorbeeld verschillende mensen tegengekomen die door
handoplegging van charismatische genezers occult belast waren geraakt. In de (extreem) charismatische
beweging is er vaak sprake van gemengde bedieningen. Voor
zover het evangelie en de bijbel er wordt gebracht werkt de Geest van God daar,
maar als onbijbelse charismatische leringen worden
gebracht dan krijgen de boze geesten de kans om er te werken. Ik ken
persoonlijk een zuster die in een pinkstergemeente het ware evangelie hoorde en
daardoor tot geloof kwam. Later heeft ze daar door handoplegging een boze geest
ontvangen die zich voordeed als de Heilige Geest, een boze geest die in haar in
tongen sprak. Jaren later bleek dat het een boze geest was. Het is een feit dat
ook boze geesten mooie ervaringen kunnen geven. Als boze geesten zich voordoen
als de Heilige Geest kunnen ze goede ervaringen geven. Mensen hebben me verteld
dat ze, toen ze in de Geest vielen, een ervaring van vrede hebben gehad die wel
een week bleef nawerken. In het Hindoeisme heeft men
zelfs een naam voor de gelukservaringen die hun goeroes mensen kunnen geven
door ze bijvoorbeeld. even aan te raken aan het voorhoofd: shakti
path. Er is op dit
moment in India een vrouwelijke goeroe, met de naam mother
Amma, die mensen een gelukservaring geeft door ze te
omarmen. Hierboven is al
genoemd dat mensen door contacten met de charismatische beweging, vooral door
handoplegging in die kring en door het toepassen van onbijbelse technieken voor het opgang brengen van spreken
in tongen, een andere geest kunnen ontvangen. Maar het gevaarlijkste op dit
gebied is het
contemplatieve christendom. De technieken die men daar toepast zijn een directe weg
tot contact met boze geesten, een
directe weg tot contact met de dwaalgeesten waar 1 Tim. 4:1 over spreekt. De contemplatieve
technieken werken, je krijgt er zeker ervaringen door, maar die ervaringen
komen uit verkeerde bron. Voor nadere
informatie, zie: + De
contemplatieve beweging in het licht van de bijbel (3)
Er zijn vervalsingen van geestesgaven Hierboven is aangeven dat je een andere geest kunt ontvangen. “een andere geest” (2 Kor. 11:4) Die andere boze geest kan zich gaan manifesteren, bijvoorbeeld door valse
profetie of door spreken in tongen, door mensen in de Geest te laten vallen,
etc. Een typerend voorbeeld heb ik mijn naaste omgeving mee gemaakt. Een broeder
profeteerde in de samenkomsten over toekomstige gebeurtenissen, achteraf is het allemaal niet uitgekomen wat hij
aankondigde. Maar toch wist hij van te voren dat een bepaald kind zou sterven
en dat is ook gebeurd. Hij kwam de vader van een pasgeboren kind tegen, die
vertelde hem over de geboorte van zijn kind,
terwijl de vader sprak hoorde de broeder een grimmige stem in zijn innerlijk die zei: “Dat kind zal
sterven”. Kort daarna stierf het kind plotseling aan wiegendood. (Let op: het
ging hier niet om een kind van wedergeboren christenen!). Enige tijd hierna bleek dat deze “profeet” een boze geest had, die is toen
bij hem uitgedreven, daarna stopte ook de “gave” van profetie. Maar toen hij
zijn profetieen uitsprak werd hij door velen in
christelijke kring geaccepteerd als een ware profeet. Geestesgaven kunnen uit drie
verschillende bronnen komen: (a) Uit onszelf,
dan is het namaak, dan is b.v. spreken in tongen niet
meer dan gebrabbel. (b) Uit de
Heilige Geest (c) Uit
demonische bron. Daarom moeten we
alle geestesgaven toetsen. + Over het toetsen
van spreken in tongen, klik hier. + Over toetsen
van profetie , zie punt 12.10 van de bijbelstudie
over profetie. + Over ziekte en
genezing, en de hedendaagse genezers + De
geringe resultaten van de hedendaagse genezingsbedieningen I + De
geringe resultaten van de hedendaagse genezingsbedieningen II (4)
Er is valse leiding Valse leiding kan
op verschillende manier komen. De meest voorkomende misleiding op dit gebied is
het door de boze imiteren van de innerlijke leiding van de Heilige Geest. Dit
probeert de boze bij iedere geestelijke christen. Er is ook een
rechtstreekse weg tot het ontvangen van valse leiding. Als je contemplatieve
technieken gaat toepassen, zoals bijvoorbeeld het contemplatieve gebed, dan is
de kans zeer groot dat je direct in je ziel boodschappen van de boze gaat
ontvangen. Daarnaast geeft
de boze ook valse leiding via de boodschappen van door hem beheerste valse
profeten. Er zijn vele van zulke profeten in charismatische kringen. (a)
Vervalste innerlijke leiding De normale manier
waarop God ons leiding geeft is door een combinatie van drie dingen. Ten eerste
door de bijbel. In de bijbel staat wat God in allerlei situaties van ons
vraagt. Ten tweede is er Gods besturing van de omstandigheden. Hij kan deuren
openen en sluiten, Hij kan dingen op onze weg brengen, etc. En ten derde is er
ook nog de innerlijke leiding van Gods Geest. Een aandrang of juist een
weerhouding van Gods Geest in jouw geest om iets al of niet te doen. Een
innerlijke overtuiging die groeit in je hart, als je er voor bidt. Meestal
leidt God via een combinatie van deze drie dingen. (Zie de Bijbelstudie “hoe
kunnen we Gods leiding ervaren”) Speciaal mensen
die door toewijding, reiniging en belijdenis van zonden en een wandel in
vertrouwen op de Heer vervuld zijn met de Heilige Geest zijn kwetsbaar voor het
vervalsen van de innerlijke leiding van Gods Geest. Als je vervuld
bent met Gods Geest dan ervaar je meer van de innerlijke leiding van Gods
Geest, een innerlijk drang of een weerhouding om iets te doen, een gebedslast,
een toepasselijke bijbeltekst die naar boven komt,
etc. Bij die gelovigen
probeert de boze innerlijke leiding na te maken. Hij laat bepaalde gedachten in
het hart naar boven komen. Hij kan zelfs een tekst met kracht naar voren
brengen. Hij kan een druk geven om iets al of niet te doen. Het verschil
tussen de innerlijke leiding van de Heilige Geest en de innerlijke sturing van
de boze is dat de Heilige Geest ons leidt, de boze jaagt ons op. Als de Heilige
Geest iets van ons vraagt dan bemoedigt Hij, dan maakt Hij eerst het hart vrij,
dan geeft hij er moed en geloof voor. Als de boze ons opjaagt dan is het vaak
uit schuldgevoel, met veroordeling. Als de Heer
leiding geeft door een tekst in ons naar boven te laten komen dan wordt het
leven van de Heer er door versterkt, dan wordt ons geloof er door aangemoedigd.
Zelfs als we er tegen opzien dan nog is er tegelijkertijd de bemoediging van de
Heer. Als de boze een tekst in ons laat opkomen of ons er mee confronteert dan
is het hard en veroordelend. En de toepassing van de tekst is niet juist. Het is belangrijk
dat we alle innerlijke leiding toetsen (1) door gebed en (2) aan het woord van
God! En bij twijfel ook (3) aan het inzicht van oudere ervaren christenen. Vooral plotselinge
invallen zijn verdacht. Speciaal als ze ook nog absurd, dwaas zijn. Zie het
voorbeeld dat hieronder volgt. Een voorbeeld uit
de praktijk Het gaat om een
gelovige die zich voor het eerst echt volledig aan de Heer toegewijd had. Voor
hem betekende dat ondermeer het doen van een daad van gehoorzaamheid op een
punt waar de Heer hem al jaren op had aangesproken. Het gevolg was een soort
van opwekking in zijn leven. Direct na zijn overgave kwam er een grote honger
naar het woord van God, en kreeg hij een grote drang om te bidden, legde God gebedslasten
op hem, er ontstond ook een groot verlangen naar gemeenschap met andere
gelovigen. Ook een gevolg was het breken met zondige en twijfelachtige
gewoonten. Na deze nieuwe vervulling met Gods Geest begon hij in sterkere mate
de innerlijke leiding van de Heilige Geest te ervaren. Op dat moment begon
de boze hem lastig te vallen met valse innerlijke leiding. Hij reed
bijvoorbeeld door een bepaalde straat en toen kreeg hij plotseling de inval dat
hij bij een bepaald huis moest aanbellen om daar het evangelie te verkondigen. Hij
kreeg dan een sterke aandrang. Dat was absurd, ten eerste was evangelisatie
niet zijn geestesgave of bediening, ten tweede kende hij daar niemand en ten
derde had hij nog geen vrijmoedigheid om mensen aan te spreken. Zo werkt God
niet. Maar hij dacht
dat die innerlijke impuls, dat die gedachte van God kwam. Deze “leiding”
bracht hem in grote innerlijke tweestrijd. Hij deed het uiteindelijk niet,
waarna hij innerlijke beschuldigd werd van ongehoorzaamheid en hij zich zeer
akelig voelde. Zulke dingen gebeurden herhaaldelijk totdat hij leerde
onderscheiden tussen ware en valse leiding van Gods Geest. Als we valse
leiding als echte leiding aanvaarden dan krijgt de boze greep op ons. Het resultaat
bij deze misleidde gelovige was verwarring, spanning, veroordeling, twijfel aan
zijn eigen geestelijk leven. Valse leiding
moet herkend en weerstaan worden, we moeten het verwerpen Enkele samenvattende
opmerkingen over innerlijke leiding: -
Gods Geest leidt ons zachtkens.
De Geest kan bestraffen, maar Hij bemoedigt tegelijk en moedigt aan, lokt. Als
Hij iets moeilijks van ons vraagt zal Hij eerst het hart vrij maken. -
De duivel, jaagt op. Hij forceert, beschuldigt, etc. -
Hoe reageert het leven in je er op? -
Plotselinge invallen zijn zeer verdacht -
Leiding die dwaas is, die onnuchter is of onrealistisch
is verdacht -
We moeten alle innerlijke leiding toetsen aan het woord
van God -
We moeten innerlijke leiding toetsen door gebed -
Het is soms verstandig om het te toetsen aan het inzicht
van oudere, geestelijke christenen. Zeker bij twijfel. -
Bij innerlijke leiding gaat het meer om een innerlijke
overtuiging dan om emotie. -
Als iets werkelijk
uit God is blijft de overtuiging en neemt de overtuiging toe als je er voor
bidt. -
Innerlijke leiding is vaak iets wat langzaam in je
groeit. Zoals hierboven
al genoemd is leidt God ons van moment tot moment door de voor iedere christen
geldige richtlijnen uit zijn woord. Die richtlijnen moeten we lezen en
toepassen op ons leven. En Hij leidt door zijn besturing van onze
omstandigheden en door de innerlijke leiding in onze geest. Dat is wat je de normale
dagelijkse leiding kunt noemen. God kan ook bijzondere
leiding geven. Bijvoorbeeld door een tekst die in je naar boven komt, een droom
die van Hem afkomstig is. Bijzondere leiding moet altijd getoetst worden aan
het woord van God, door gebed en eventueel door advies van andere gelovigen. We
moeten er voor open staan, maar het ook niet zoeken. We moeten ons richten
op de normale leiding. Onder invloed van
de charismatische beweging komen tegenwoordig veel christenen in een kramp
terecht omdat ze de normale leiding van God hebben vervangen door Gods
bijzondere leiding. Ze hebben het bijzondere tot het normale gemaakt. Ze zijn gericht
op bijzondere leiding. Ze verwachten dat God hen steeds via bijzondere leiding
zal leiden. Deze fout veroorzaakt niet alleen kramp, het maakt hen ook
kwetsbaar voor misleiding door de boze. Niet alleen
charismatische christenen hebben de neiging om zich veel te veel te richten op
bijzondere leiding, ook een valse lerares als Leanne Payne leert dat God een voortdurende
stroom aan bijzondere leiding wil geven. Om dat te bereiken, zo leert ze,
moeten de christenen zich openstellen voor hun intuitieve
vrouwelijke kant waardoor ze veel gevoeliger voor de leiding van God worden. Als
je dat doet dan komt er, volgens Payne, een stroom
van beelden, innerlijke woorden, etc, op gang. Zo
richt ze hen op het bijzondere. Zo verbindt ze hen met valse innerlijke leiding
van de boze. Tot zover de bespreking van vervalste innerlijke leiding. Nu een volgende
weg waarlangs valse leiding, waarlangs valse boodschappen tot ons kunnen komen. (b)
Boodschappen ontvangen via contemplatieve technieken Als je contemplatieve
technieken gaat toepassen dan ga je ook boodschappen ontvangen. Bijvoorbeeld door de techniek van geleide verbeelding. Je moet dan in je
fantasie Jezus voorstellen en dan gaat deze gefantaseerde Jezus boodschappen
aan je door geven. Zie ook de vijf meditatieoefeningen uit het boek “Jezus
navolgen” van Richard Foster. De meesten leiden ook
tot het ontvangen van boodschappen. Een bekende contemplatieve techniek is het
contemplatieve gebed, het “Jezus gebed” is er een vorm van. Het bestaat uit
het langzaam en aandachtig herhalen van een woord of van een kort zinnetje (een
soort gebedsmantra). Dat doe je bijvoorbeeld twintig minuten achter elkaar,
liefst op het ritme van je ademhaling. Daarom wordt het ook wel repetitief
gebed of ademgebed genoemd. Henri Nouwen vertelt dat hij
door het toepassen van contemplatief gebed boodschappen kreeg, hij ontving beelden
op de muren van zijn hart. Ondermeer van Jezus, maar ook van Maria, van
(occulte) rooms-katholieke mystici, maar ook van Hindoeleiders en van de leider
van het door en door occulte Lama boeddhisme uit Tibet. Hij dacht dat al deze
beelden van God waren. (c)
Boodschappen ontvangen via “profeten” of via andere “geestesgaven” Valse leiding kan
ook komen via valse profeten uit charismatische kring. In mijn directe omgeving
heb ik herhaaldelijk meegemaakt hoe mensen daar volledig door in de knoop
raakten. Als je valse
leiding aanvaard dan wordt je gestuurd door mensen of door boze geesten in
plaats van door God. Tot zover de
bespreking over het vervalsen van leiding. Nu komen we bij de volgende
demonische vervalsing. (5)
Er zijn bedrieglijke wonderen en tekenen De boze geesten kunnen tot op zekere hoogte bovennatuurlijke dingen doen.
Zo konden de tovenaars van Egypte, tot op een bepaald niveau, de wonderen die
Mozes deed ook doen. (Exodus 7:11,22; 8:7, 18,19) Ook Simon de tovenaar,
waar in Handelingen 8 over gesproken wordt, verbijsterde het volk door zijn
toverkunsten. “En
een man, met name Simon, was reeds voor deze
tijd in de stad bezig met toverij, waardoor hij het volk van Samaria verbijsterde” (Hand. 8:9). Zie
welk een effect zijn toverkunsten op de bevolking van Samaria
hadden: “en allen, van klein tot groot,
hielden zich aan hem en zeiden: Deze is wat genoemd wordt de grote kracht Gods.” (Hand. 8:10) Simon beweerde
van zichzelf dat hij “iets groots was” (Hand. 8:9) en vanwege zijn toverkunsten
geloofde de inwoners van Samaria in hem. Heidense tovenaars en afgodspriesters staan in contact met boze geesten en
met hulp van de boze geesten kunnen ze tot op zekere hoogte bovennatuurlijke
dingen doen. Maar ook binnen de christelijke wereld zijn er valse
profeten en leraren actief die met dezelfde occulte krachten werken. Ze kunnen bijvoorbeeld
mensen laten vallen in de “geest” of andere ervaringen geven, ze weten met
behulp van boze geesten dingen die ze op natuurlijke wijze niet kunnen weten en
af en toe genezen er mensen, al zijn dat vaak mensen met vage klachten. Ze doen zichzelf voor als ware profeten en genezers maar ze genezen, voor
zover er al iemand werkelijk genezen wordt, en ze profeteren door boze geesten.
De bevolking van Samaria dacht ook dat Simon de
tovenaar de grote kracht Gods was, zo denken vele gelovigen dat de
huidige valse profeten ook iets groots zijn voor God. (Hand. 8:9,10) Speciaal in de eindtijd zullen er valse profeten komen die grote tekenen en
wonderen doen. God laat dat waarschijnlijk toe als een test om te zien wat in
het hart van de mensen is (Deut 13:1-3). “Want
er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote
tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen
zouden verleiden.” (Mattheus 24:24) “Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei
krachten tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende
ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de
waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden.” (2 Thess. 2:9,10) Het doen van wonderen is een zeer effectieve manier om mensen te verleiden,
dat geldt ook voor het verleiden van de gelovigen. Zo worden op dit moment door
bedrieglijke wonderen op dit moment vele evangelische en orthodox protestantse
gelovigen de gevaarlijke charismatische
beweging binnen getrokken. Echte en veel “wonderen” zijn overigens niet eens nodig om een massale
toeloop van zieke mensen te krijgen. Bedenk dat niet alleen iemand als Jan Zijlstra
maar ook New-Age medium Jomanda jarenlang volle zalen
trok. Er gebeurde bij Jomanda bijna geen enkele ware genezing, er gebeurden wel
een hoop andere zaken zoals ook een soort vallen in de “geest”, de mensen lagen
overweldigd door de geest ook bij haar op de grond. En toch liep telkens de
door haar gehuurde sporthal in Tiel vol met wel 5000 zieke mensen die bij haar
genezing zochten. Op dezelfde manier trekken de charismatische genezers zonder
enig probleem altijd weer volle zalen, terwijl er ook bij hen zo goed als
niemand geneest. + Over het
geringe succes van de hedendaagse genezingsbedieningen I + Over het
geringe succes van de hedendaagse genezingsbedieningen II + Zijn de
geestesgaven nog voor nu? Onze verdediging tegen misleiding +We moeten er
bedacht op zijn dat we misleiding tegen zullen komen. Dat gaat gegarandeerd
gebeuren, met ieder van ons. +En we moeten
alles wat we tegenkomen toetsen aan het woord van God, door gebed en aan het
oordeel van volwassen christenen (Hand. 17:11; 1 Thess.
5:21; 1 Joh. 4:1). Dat geldt voor leringen, gedachten, ervaringen, personen,
bedieningen, kerken, bewegingen, innerlijke leiding, etc. + We moeten
dichtbij de Heer blijven, in contact met Hem blijven door bijbellezen
en gebed. We moeten ons telkens weer uitstrekken naar de volheid van Gods Geest
LINK. Dan zal de Geest in ons waarschuwen als we iets verkeerds tegenkomen (1
Joh. 2:20,27). Je voelt dan aan, in je geest, dat er iets niet klopt, zelfs al
kun er niet direct de vinger op leggen + We moeten bij
de kudde blijven, bij de gemeente. Om dwaling en
misleiding te kunnen onderscheiden is onder meer kennis van de bijbel en de
gezonde leer nodig. God heeft aan de gemeente leraren en mensen met de gave van
onderscheid gegeven. Als je in de buurt van volwassen christenen blijft die de
bijbel en de leer goed kennen en als je in de buurt blijft van betrouwbare
leraren en mensen met de gave van onderscheid dan zul je door hen beschermd
worden. De oudsten van
elke plaatselijke gemeente hebben de taak om de gelovigen tegen misleiding te
beschermen. (Hand. 20:28-31) + We moeten ons afscheiden van alle gevaarlijke
valse leer Je moet je buiten
het bereik van valse leer houden (1 Tim. 6:20). Voor een studie
over de bijbelse opdracht tot afscheiding, klik hier. Een belangrijke strategie van de boze is “vermengen” De bijbel vergelijkt
valse leer met zuurdesem (Gal. 5:1-9; Matth 16:12).
Als zuurdesem in contact komt met meel dan verzuurt na enige tijd het gehele
meel. Als christenen in regelmatig contact komen met valse leer dan zullen
velen langzamerhand die leringen over gaan nemen. De boze weet dat. Daarom
probeert hij hen in contact te brengen met valse leer en valse leraren. Hij
probeert hen te verbinden met het kwaad. Is eenmaal het
contact gemaakt, er wordt bijvoorbeeld in een gemeente niet gewaarschuwd tegen
een bepaalde leer, de boeken die deze leer uitdragen worden niet van de
boekentafel geweerd, leden en zelfs vooraanstaande broeders bezoeken, zonder
dat er wordt ingegrepen, conferenties waar die leer wordt uitgedragen. Als dat allemaal
gebeurt dan zal deze valse leer het leven van individuele christenen en het
gemeenteleven binnendringen. Het gevolg is vermenging tussen waarheid en
leugen. Als het proces van beïnvloeding en verzuring verder gaat dat zal het
uiteindelijk zover komen dat het goede volledig wordt verdrongen door het
valse. Dan is het laatste stadium van het proces bereikt, de verkeerde leer en
de andere geest hebben de gezonde leer en de Heilige Geest vervangen. Dit is de
volgorde: (1) verbinden (2) vermengen (3) vervangen. De beslissende
strijd speelt zich af rondom het verbinden. Als het de boze lukt om ons met
iets verkeerds te verbinden dan heeft hij de slag in feite al bijna gewonnen. + Zie de bijbelstudie over de opdracht tot
afscheiding Zie ook de
studies: + Twaalf dwalingen
die op dit moment de evangelische wereld binnendringen 2.3.
Tegenwerken We hebben gezien dat de boze ons aanvalt door verzoeking en misleiding. Een
andere manier waarop de boze ons aanvalt is door ons tegen te werken. Door ons
te hinderen in ons werk voor God. Een aanval in deze vorm ga je meestal pas ervaren als je actief bent in het
werk van God. Het komt als je je in gaat zetten voor
de zaak van Christus en als de Heer door je heen begint te werken. (a)
Een voorbeeld uit de bijbel Een bijbels voorbeeld van de satan die een
gelovige tegenwerkt vinden we in de eerste Thessalonicenzen
brief. Paulus had het evangelie in Thessalonica
gebracht, God had zijn boodschap gezegend, mensen waren tot bekering gekomen,
er was een gemeente ontstaan. Daarna was hij weer verder getrokken. Na enige
tijd wilde hij terug gaan naar Thessalonica om de jonge
gelovigen daar te versterken en verder te onderwijzen. Hij had enkele pogingen
gedaan om naar Thessalonica te reizen maar het was
niet gelukt om er naar toe te reizen. Achter die mislukte pogingen of plannen zag
hij de hand van de boze. “Wij,
of liever: ik, Paulus, heb namelijk een en andermaal tot u willen komen, doch
de satan heeft het ons belet.” (1 Thess. 2:18) Let op het “de satan heeft het ons belet”. De satan had hem in die pogingen
tegengewerkt en gehinderd. Hoe de satan dat had gedaan wordt niet gezegd. Mogelijk is dat gebeurt door
beïnvloeding van natuurlijke omstandigheden of de politiek situatie. Misschien
doordat de satan elders moeilijkheden veroorzaakte waardoor Paulus daar eerst
naar toe moest. Het kan van alles zijn geweest. Maar in ieder geval zag Paulus
achter de natuurlijke oorzaken de hand van de tegenstander. Iets verderop in de Thessalonicezen brief staat
hoe Paulus en zijn metgezellen hierop reageerden. “Nacht
en dag bidden wij vurig, dat wij uw aangezicht mogen zien en voltooien wat nog
aan uw geloof ontbreekt. Hij, onze God en Vader, en onze Here
Jezus, bane ons de weg tot u ….” (1 Thess. 3:10,11) Hij
legde zich er niet bij neer, hij ging er tegenin met vurig en aanhoudend gebed.
Gebed dat God hem alsnog de weg zou banen. (b)
Enkele voorbeelden uit de praktijk Hieronder volgen enkele concrete voorbeelden uit de praktijk. illustratie 1 Het betreft een bijbelstudie groep voor pasbekeerde mensen. Op deze
Bijbelstudies werd ordelijk instructie gegeven in de gezonde leer en in de
praktijk van het christenleven. Elke bijbelstudiegroep
waar werkelijk wat gebeurt in het leven van de deelnemers zal aangevallen
worden, dat was ook hier het geval. Een typerend voorbeeld is wat er gebeurde
toen het onderwerp “de satan en de gevallen engelen” aan de beurt was. Op de
avond dat het onderwerp zou worden besproken belden, in het laatste uur voor de
start van de Bijbelstudie, alle acht studenten af. Ze waren plotseling om
allerlei redenen verhinderd om te komen. De Bijbelstudie is toen uiteraard niet
doorgegaan. Alle acht leden waren plotseling, vlak voor de aanvang, verhinderd, allen belden op in het uur voordat
de Bijbelstudie begon. Terwijl alle deelnemers, normaal gesproken, aanwezig
waren. Dit was teveel toeval. De leiding onderkende hierin een tegenaanval van de boze. Er is daarom de
week daarna extra voor de bijbelstudie gebeden, het
onderwerp is de week daarop alsnog besproken, iedereen was aanwezig. illustratie 2 Een ander voorbeeld betreft een persoonlijke bijbelstudie
met iemand die los aan het komen was uit de sekte van de Jehovah
getuigen. Nadat er één keer een bijbelstudie was
geweest kwam er telkens wat tussen voor de volgende afspraak. Niet één keer, maar
drie keer achter elkaar. Telkens op het laatste moment, plotseling moest hij
precies op dat moment dringend overwerken, of raakten de computers plotseling ontregeld
waardoor hij over moest werken, etc. Toen drong door dat dit niet natuurlijk
meer was, dit was te veel toeval. Er is vervolgens ernstig voor gebeden en toen
gingen de volgende studies wel door. illustratie 3 Een voorbeeld uit het leven van Ron Dunn. Hij
werd gevraagd om te spreken op een jeugdconferentie. Na gebed had hij de indruk
dat hij moest gaan. Hij ontving ook een boodschap van de Heer voor die
gelegenheid. Er was afgesproken dat hij, op de dag dat de conferentie zou beginnen, zou
worden opgehaald met een privé vliegtuigje. Toen hij op het vliegveld aankwam
kreeg zijn piloot het bericht dat het vliegveld waar ze naar toe moesten gesloten
was wegens dikke mist. De weersverwachting was dat de mist zou blijven hangen.
Het was onmogelijk voor Dunn om nog op een andere
wijze op tijd op de plaats van de conferentie te komen. Hij bad er voor, anderen baden ervoor, de Heer had hem innerlijke leiding
gegeven om te gaan, hij had ook een boodschap ontvangen. In geloof is hij toen
toch opgestegen met het vliegtuig. Toen ze bij het vliegveld aankwamen was er
precies op dat moment op de plek van het vliegveld een gat in de mist zodat ze
konden landen, vlak nadat hij was uitgestapt bedekte de mist opnieuw het
vliegveld. illustratie 4 Nog een voorbeeld uit de bediening van Ron Dun. Het ging weer om een
jeugdconferentie. De samenkomst was in een primitieve schuur. Toen hij moest
spreken stormde het, de wind had zo’n kracht dat hij niet boven het geluid uit
kon komen. Ron onderkende hierin de tegenwerking van de boze. Hij had immers
leiding en een boodschap ontvangen. Terwijl er werd gezongen, bad hij er voor
en bestrafte hij de wind, de wind ging daarna liggen en hij kon toch zijn
boodschap doorgeven. illustratie 5 Een voorbeeld uit de bediening van broeder Bakth
Singh. Op een bepaald moment wilde hij met een team medewerkers het evangelie
gaan verkondingen in een stad in India. De stad was een bolwerk van afgoderij. Toen ze de stad binnentrokken met het plan om op straat te gaan prediken
merkten, ze dat ze allemaal schor werden. Met als gevolg dat ze niet meer
konden prediken. Daarop trokken ze zich terug. Toen ze de stad weer hadden verlaten verdween
de schorheid. Het was duidelijk dat dit geen natuurlijke oorzaak had, iedereen
tegelijk schor en toen ze de stad verlieten was het bij ieder verdwenen. Ze
hebben er speciaal voor gebeden, daarna zijn ze opnieuw de stad in getrokken
zonder dat ze schor werden. illustratie 6 Een voorbeeld uit het leven van Corrie ten Boom. Ze was voor de eerste keer
achter het ijzeren gordijn, in Polen. Het was de bedoeling dat Corrie in Polen
mensen zou bemoedigen en het evangelie brengen. Toen ze daar arriveerden hadden
Corrie en haar vriendin veel last van een abnormale zware vermoeidheid. Door de
genade van de Heer ontmoette ze daar “toevallig” een andere christen die
geregeld voor het werk van de Heer in het Oostblok kwam. Ze vertelde hem van de
vermoeidheid. De broeder zei: “Weet je niet dat ieder die voor Gods werk in een
communistisch land komt dit ervaart?”. Hij bad ervoor en daarna was het over. illustratie 7 Het betreft een broeder die gevraagd werd om het woord te brengen op een
lesdag voor een bijbelschool. Hij kreeg bevestiging
van de Heer dat hij moest gaan en ontving ook een boodschap van de Heer. Maar zeven
dagen voordat hij moest spreken kreeg hij ernstige gezondheidsklachten die het
spreken onmogelijk zouden maken. Er is die week door de studenten voor gebeden en één dag voor de datum van
de lesdag waren de klachten verdwenen. Illustratie 8 Een voorbeeld uit het leven van Ruth Paxson. Paxson was een zendelinge die in China werkte. Haar werd
gevraagd om te spreken op de vrouwenbijeenkomsten van de jaarlijkse Keswick Convention. Na gebed
kreeg zij en haar medewerkers de overtuiging van de Heer dat ze de uitnodiging
moest aannemen. Vlak daarop kreeg ze ernstig last van astma, de astma was zo
ernstig dat ze er niet door zou kunnen reizen en spreken. De astma bleef
hardnekkig. Toch is ze in geloof op reis gegaan en op het moment dat ze moest
spreken verdween de astma. (Voor het Engelstalige verhaal, klik hier voor haar eigen
verslag.) Illustratie 9 Precies als een broeder met iets belangrijks voor de Heer bezig was
ontstonden er telkens problemen rondom zijn kinderen, zodat hij zich daar mee
bezig moest houden en hij niet toekwam aan het project. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Ik zou er nog velen kunnen geven. Dit hoort bij de realiteit van het dienen van God. (c)
Onderscheid is nodig. De satan kan ons tegenwerken door ons te hinderen door zijn manipulatie van
de omstandigheden, maar de Heer leidt ons ook vaak door zijn besturing van de
omstandigheden. Is iets tegenwerking van de satan of het sein van de Heer om er
mee te stoppen? We moeten niet alleen naar de omstandigheden kijken, we moeten naar alle
drie de bakens tegelijk kijken. Wat zegt het woord van God hierover, wat zegt
het leven van de Heer in ons hierover, waar wijzen de omstandigheden op? Heeft
de Heer nog op andere wijzen over die kwestie gesproken? Welke zaken zijn er
die er op wijzen dat de boze er achter zit? Hoe kunnen we onderkennen of een
hindernis alleen door natuurlijke oorzaken wordt veroorzaakt of dat er achter
de natuurlijke oorzaken ook boze machten zitten? We moeten dus niet achter elke hindernis automatisch de hand van de boze
zien. Er is onderscheid nodig. Er moeten voldoende aanwijzingen zijn die wijzen
in de richting van de boze. Op welke zaken moeten we letten? Hieronder worden enkele aanwijzingen voor satanische tegenwerking
besproken. Houdt daarbij de voorbeelden die hierboven gegeven zijn in het
achterhoofd. -
Is de combinatie van tijdstip en omstandigheden verdacht?
Precies als je iets voor de Heer wilt doen, gebeurt het. Telkens als je iets voor de Heer wil doen gaat het mis. -
Is het te veel toeval? Iedereen werd tegelijk schor. Telkens als je Bijbelstudie
wilt geven wordt de ander plotseling verhinderd. -
Verhindert het je om iets te doen waar je duidelijk leiding
in hebt ontvangen? Iets waar je duidelijk bevestiging op hebt ontvangen.
Niet alleen jij, maar ook andere christenen. -
Word je tegelijk ook op andere wijze bovennatuurlijk
aangevallen? Bijvoorbeeld door een demonische druk, door abnormale
nachtmerries, etc. Zie hieronder de aanval die ik “opdringen” of “kraken”
heb genoemd. (Punt 2.5.) Dit is een bevestiging dat er een geestelijke strijd
gaande is en een aanwijzing dat achter de natuurlijke verhindering
waarschijnlijk boze machten zitten. Naast deze aanwijzingen is er ook nog de innerlijke leiding van Gods Geest.
Welke innerlijke leiding geeft de Heer als je er over bidt? Welk inzicht groeit
er in je hart, welke overtuiging, waar
Gods Geest getuigenis op geeft in je eigen geest, is er in je hart. Als we tot het inzicht komen dat de hindernis van de boze is moeten we
weerstand bieden. In de eerste plaats door gebed. Zie wat Paulus deed(1
Thess. 3:10,11). Zie ook de voorbeelden die hierboven zijn gegeven. James Fraser bad bij twijfel als volgt: “Heer als
deze hindernis van u is dan aanvaard ik hem maar als hij van de vijand is dan
verwerp ik hem in Jezus naam.” (d)
Preventief bidden, als je iets gaat doen Het is belangrijk om voor we iets ondernemen voor de Heer dit vooraf in
gebed voor te bereiden en het tijdens de uitvoering voortdurend met gebed te
begeleiden. We moeten voor onszelf bidden en we moeten ook niet vergeten voor onze
families, voor ons thuisfront, te bidden, om bescherming. 2.4.
Door vervolging
op te wekken De boze valt ons ook aan door vervolging tegen ons op te wekken. Dit is een zeer heftige aanval! Het schokt een mens tot in het diepste van
zijn bestaan als zijn bestaan, als zijn leven wordt bedreigd. Alleen een waar
geloof en de genade van de Heer kan je door zoiets heen dragen. Hier in het
westen is er wel vervolging, als je radikaal de Heer
volgt, maar die vervolging is meestal niet zo heftig als op vele andere
plaatsen in de wereld het geval is. De Heer volgen kan je alles kosten. (a)
Achter vervolging zitten vaak boze machten In de bijbel zijn er aanwijzingen dat er
boze machten zitten achter vijandigheid van ongelovigen en van vleselijke
christenen. In de vijandigheid zit vaak een
bovennatuurlijk, een bovenmenselijk element. “niet tegen vlees en bloed, maar tegen de boze geesten” (Efeze 6:12) “Wees
niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen
uwer in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een
verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven
de kroon des levens.” (Openbaring 2:10) De Here Jezus waarschuwde de gelovigen uit Smyrna
voor een verdrukking die er aan kwam. Sommigen zouden in de gevangenis geworpen
worden. De Heer wist dit van te voren en vertelde er ook bij hoe lang die
verdrukking zou duren. Het in de
gevangenis werpen en de verdrukking werd uitgevoerd door mensen. Maar toch zegt
de Here Jezus “zie de duivel zal sommigen uwer in de
gevangenis werpen”. Achter de vervolging door de mensen zat de duivel. Het is
daarom ten diepste de duivel die in de
gevangenis gooit en niet de mensen die het in de praktijk voor hem uitvoeren. De
Here Jezus zegt in Johannes acht dat de duivel de
inspiratie bron achter de plannen en achter de pogingen om Hem te vermoorden
was. “Nu
tracht gij Mij te doden, een mens, die u de waarheid gezegd heeft, welke Ik van
God gehoord heb.” (Joh. 8:40) En “Gij hebt de duivel tot vader en wilt de
begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder
van den beginne” (Joh. 8:44) De strijd is niet tegen vlees en bloed, niet tegen mensen, maar tegen de
boze geesten in de hemelse gewesten. (Efeze 6:12) Als je de vaak blinde haat van de ongelovigen opmerkt dan voel je wel aan
dat hier meer achterzit, die haat is vaak niet meer menselijk te verklaren. De duivel speelt in op allerlei emoties. Zo zet hij de mensen aan om
christenen te vervolgen. (b)
Vervolging kan allerlei vormen aannemen In openbaring 2:10 gaat het over in de gevangenis werpen. In het boek
Handelingen komen we onder meer dreigementen, gevangennemen, geselen en stenigen tegen. Er zijn allerlei uitingen van vijandigheid. “Zalig
zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en
liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil.” (Mattheus 5:11) “Zalig
zijt gij, wanneer u de mensen haten en wanneer zij u
uitstoten, en smaden en uw naam als slecht verwerpen ter wille van de Zoon des
mensen.” (Lucas 6:22) Smaden, liegende allerlei kwaad van u spreken, haten, uitstoten, smaden, uw
naam als slecht verwerpen. Bespotten, discrimineren, bedreigen, mishandelen, opsluiten, doden. Niet elke vervolging is even zwaar. In Handelingen 8 is sprake van een zware vervolging (Hand. 8:1) (c)
Vervolging uit onverwachte bron We worden niet alleen vervolgd door heidenen maar ook door naam-christenen en door vleselijke christenen. De felste tegenstanders van Jezus en van de eerste christenen waren religieuze
mensen. Farizeen, sadduceen. “Men
zal u uit de synagoge bannen; ja, de ure komt, dat een ieder, die u doodt, zal
menen Gode een heilige dienst te bewijzen.” (Joh.
16:2) In
ons geval kan het voorkomen dat we uit onze kerk of uit onze gemeente worden
gebannen. En zij zullen menen God daarmede een heilige dienst te bewijzen. Eigenmachtige godsdienst valt altijd
weer de godsdienst aan die gebaseerd is op Gods openbaring, op de Schrift. (Natural religion always attacks
revealed religion) Kain
viel Abel aan. Bedenk dat Kain op zijn manier ook godsdienstig was, hij bracht God
ook een offer. Hij probeerde God op zijn eigen wijze te dienen. Zie Genesis
4:2-8 en Hebr. 11:4. De bijbel spreekt over eigendunkelijke godsdienst (Kol. 2:23). De reden waarom gevestigde religieuze machthebbers de ware gelovigen
aanvallen is omdat zij zich bedreigd voelen, ze zijn bang om hun positie te
verliezen, ze zijn jaloers. (Johannes 11:48 en Marcus 15:10.) Wettische christenen vallen altijd weer geestelijke christenen aan. De zoon van de wet valt de zoon van de vrije aan. Zie Galaten 4:21-31, speciaal vers 4:29. Mensen die door Gods Geest geleid
worden zullen altijd weer aangevallen worden door gelovigen die los van Gods
Geest naar eigen inzicht en in eigen kracht bezig zijn. (d)
Het doel van de vervolging We zullen eerst stilstaan bij wat de vijand er mee wil bereiken en dan bij
de vraag of God er ook een bepaald doel mee heeft? + Wat de vijand er mee wil bereiken? Het konkrete doel is de vernietiging van de
gemeente. De vijand probeert de gemeente
uiteen te slaan en het functioneren onmogelijke maken. En als dat niet lukt dan
tenminste de groei tot staan te brengen. Het doel is ook de fysieke vernietiging van de individuele christen. Of hem
tenminste zo te intimideren dat hij niet meer van Christus getuigt en stopt met
geestelijk werk. De vervolging van de communisten richtte zich vooral op de leiders en de
actieve christenen. Maar in Noord Korea en in sommige islamitische landen is
het doel de uitschakeling van iedere christen. Ook de eeuwenlange zware
vervolging van de ware christenen door de rooms-katholieke Kerk richtte zich op
iedere gelovige. Ieder die afweek van de rooms-katholieke leer werd aangepakt,
en vaak vermoord. Zo hebben ze letterlijk in veel streken de protestanten
uitgeroeid. Het was vermoord worden of vluchten. De Rooms-katholieke Kerk heeft
eeuwenlang een soort politiek van religieuze “cleansing”
toegepast. Deze “kerk” had er zelfs een
eigen orgaan voor, de inquisitie, dat was een soort geheime politie die andersdenken opspoorde, arresteerde, martelde en
executeerde. Zie wat een rooms-katholieke priester zegt over de vervolging door
de rooms-katholieke kerk, klik hier. (Over de rooms-katholieke kerk, klik hier.) Een bijbels voorbeeld “En Saulus stemde in met
zijn terechtstelling (met de terechtstelling
van Stefanus). En er ontstond te
dien dage een zware vervolging tegen de gemeente te Jeruzalem; en allen werden
verstrooid over de streken van Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen. ………. En Saulus verwoestte
de gemeente, en hij ging het ene huis na het andere binnen en sleurde mannen en
vrouwen mede, en hij leverde hen over in de gevangenis. Zij dan, die verstrooid
werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende.” (Hand. 8:1-4) Hier wordt beschreven hoe Saulus
de gemeente van Jeruzalem verwoestte. De gehele gemeente werd uit elkaar
geslagen. Een aantal gemeenteleden werd in de gevangenis gegooid, anderen
vluchtten. De gemeente raakte verstrooid. De duivel dacht waarschijnlijk dat hij daarmee het
getuigenis voor Jezus had uitgeschakeld maar hij viel er door in zijn eigen
zwaard want door het verstrooien van de gemeente werd juist het evangelie op
vele andere plaatsen verkondigd. “Zij dan, die verstrooid werden, trokken het
land door, het evangelie verkondigende” (Hand. 8:4). God staat boven het woeden
van de vijand. Nog een bijbels voorbeeld “maar
om te voorkomen, dat het (evangelie) nog meer onder het volk verbreid wordt,
laat ons hun dreigend gebieden tot niemand meer te spreken op gezag van deze
naam. En toen zij hen binnengeroepen hadden, bevalen zij hun in het geheel niet
meer te spreken over of te leren op gezag van de naam van Jezus” (Hand.
4:20-21) Johannes en Petrus waren
gevangen genomen en werden voorgeleid voor de joodse leiders. Hun werd dreigend
geboden om tot niemand meer over Jezus te spreken. + Het zal de duivel niet lukken Het zal de duivel niet lukken om de gemeente te vernietigen. God laat vervolging toe maar houdt het ook onder controle. “En
Ik zeg u, dat gij Petrus zijt,
en op deze Petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk
zullen haar niet overweldigen.” (Matth. 16:18) God vangt de duivel ook bij vervolging weer met zijn eigen listen. De
duivel dacht het werk van God te hebben vernietigd toen hij de gemeente van
Jeruzalem uit elkaar sloeg. Het enige wat hij bereikte is dat er daarna op
allerlei andere plaatsen gemeenten ontstonden. En na de zware vervolging
herstelde de gemeente van Jeruzalem zich weer. (Hand. 8:3,4 en 11:22) + Wat God er mee wil bereiken Waarom laat God vervolging toe? Wat wil God er mee bereiken? We kunnen er vanuit
de bijbel wel wat over zeggen, maar ook hier geldt, zoals zo vaak het geval
is, dat we ten diepste Gods wegen niet
volledig kunnen begrijpen. Wat voor antwoorden vinden we in de Schrift? God gebruikt de vervolgingen om de echtheid van het geloof te beproeven. Dit zei Petrus tegen
christenen die vervolgd werden. “Verheugt u daarin, ook al wordt gij thans,
indien het moet zijn, voor korte tijd door allerlei verzoekingen bedroefd,
opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door
vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke
te zijn bij de openbaring van Jezus Christus.” (1 Petrus
1:6,7) God wordt verheerlijkt door de christenen die Hem tegen alles in trouw
blijven. Net zoals hij verheerlijk werd door de trouw van Job. Uit de kerkgeschiedenis weten we dat de apostel Petrus
uiteindelijk als martelaar is gestorven. De Heer had hem vooraf gezegd dat dit
zou gaan gebeuren. Dat lezen we in het Johannes evangelie: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Toen gij jonger waart,
omgorddet gij uzelf en gij gingt,
waar gij wildet, maar wanneer gij eenmaal oud wordt,
zult gij uw handen uitstrekken en een ander zal u omgorden en u brengen, waar
gij niet wilt. En dit zeide Hij om te kennen te
geven, met welke dood hij God verheerlijken zou.” (Johannes 21:18,19) Let op de woorden “dit zeide Hij (Jezus) om te kennen te geven, met welke dood hij
(Petrus) God zou verheerlijken”. God verheerlijken in
en door zijn dood omwille van Christus. Er is meer over te
zeggen, onder meer het volgende. Vervolgd worden is een vorm van zwakheid. God
gebruikt het zwakke om het sterke te beschamen. Dat is de werkwijze die God
vaak gebruikt (1 Kor. 1:17-29). Ik wijs
opnieuw op de vervolging van de gemeente te Jeruzalem. Toen de boze machten de
gemeente van Jeruzalem hadden verwoest (Hand. 8:1-3) dachten ze dat ze
getriomfeerd hadden, maar zoals zo vaak had de Here
God de boze zijn eigen graf laten graven want doordat de verstrooide christenen
het evangelie verkondigden ontstonden overal waar ze kwamen nieuwe gemeenten,
terwijl uiteindelijk de gemeente van Jeruzalem zich weer herstelde. Vervolging gebeurt
onder Gods toelating, het past in Gods plan. De bijbel spreekt in dat verband
over “lijden naar Gods wil” (1 Petrus. 3:17.) God heeft zijn eigen doelen met vervolging. Hij laat het
medewerken ten goede. “Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht maar God heeft dat
ten goede gedacht ten einde …” (Gen. 50:20) (e)
De reactie op vervolging + Gezamenlijk gebed De eerste christenen reageerden op vervolging met gebed, met gezamenlijk
gebed. Een voorbeeld Twee van hun leiders waren gevangen genomen, verhoord, bedreigd, verboden
om het evangelie nog langer uit te dragen, mishandeld en weer vrijgelaten. Lees
hoe ze daar op reageerden: “En
toen zij vrijgelaten waren, gingen zij naar de hunnen en deelden hun mede al
wat de overpriesters en oudsten tot hen gezegd
hadden. En toen dezen het hoorden, verhieven zij eenparig hun stem tot God.”
(Handelingen 4:23,24) Ze gingen onmiddellijk naar de andere christenen en deden verslag. Daarop
werd er gebeden. “en
zeiden: Gij, Here, zijt
het, die geschapen hebt de hemel, de aarde, de zee en al wat daarin is; die door de Heilige Geest bij monde van onze
vader David, uw knecht, gezegd hebt: Waarom hebben de heidenen gewoed en de
volken ijdele raad bedacht? De koningen der aarde hebben zich opgesteld en de
oversten zijn tezamen vergaderd tegen de Here en
tegen zijn Gezalfde. Want inderdaad zijn in deze stad vergaderd tegen uw
heilige knecht Jezus, die Gij gezalfd hebt, Herodes
zowel als Pontius Pilatus
met de heidenen en de volken van Israel, om te doen al wat uw hand en uw raad
tevoren bepaald had, dat geschieden zou. En nu, Here,
let op hun dreigingen en geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid uw
woord te spreken, doordat Gij uw hand uitstrekt tot genezing, en dat
tekenen en wonderen geschieden door de naam van uw heilige knecht Jezus.”
(Hand. 4:24-30) Het
antwoord van de Heer: “En
terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij
werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met
vrijmoedigheid. (Hand. 4:31) Nog
een voorbeeld Zie
de reactie van de gelovigen toen de apostel Petrus
gevangen werd genomen door koning Herodes. Hij had de
apostel Jakobus al onthoofd en hij was van plan om met Petrus
hetzelfde te doen. “Petrus dan werd in de gevangenis in bewaring gehouden, maar
door de gemeente werd voortdurend tot God voor hem gebeden.” (Hand. 12:5) Let
op het “voortdurend”. Er werd met aanhoudend bidden en smeken gebeden, zoals b.v. Efeze 6:18 ons daartoe
aanspoort. “En
na een ogenblik van overleg, ging hij (Petrus) naar
het huis van Maria, de moeder van Johannes, bijgenaamd Marcus, waar velen
vergaderd waren in gebed” (Hand. 12:12) + We moeten nuchter zijn, vervolging hoort er bij. Vervolging is onvermijdelijk. “Trouwens,
allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden.”
(2 Tim. 3:12) Hier staat het. Als je godvruchtig wil leven dan zul je vervolgd
worden. Dat is een zekerheid, dat zal gebeuren. Let ook op het woordje “allen”,
er zijn geen uitzonderingen. Vervolgd
worden hoort bij het christen zijn. De
Here Jezus heeft aangekondigd dat we vervolgd zullen
worden: “Gedenkt
het woord, dat Ik tot u gesproken heb: Een slaaf staat niet boven zijn heer.
Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen;” (Joh. 15:20) “Gelijk
geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend
als slachtschapen.” (Rom. 8:36) Dit
citeerde Paulus uit het Oude Testament, hij past het toe op de christenen. Dat
is onze positie in deze bedeling, slachtschapen, schapen die bestemd zijn voor
de slacht. Christenen worden
telkens weer (af)geslacht. Zo is het vaak letterlijk gegaan in de voorbije 2000
jaar. Alleen al het aantal slachtoffers dat de rooms-katholieke terreur heeft gemaakt, in de zes eeuwen dat de inquisitie heeft
gefunctioneerd, wordt geschat tussen de 20 en 50 miljoen. God laat dit toe
in deze bedeling. Het is een vuurgloed die tot beproeving dient. “Geliefden,
laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets
vreemds overkwame.” (1 Petrus
4:12) “Verheugt
u daarin ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door
allerlei verzoekingen bedroefd, opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder
dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en
eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus
Christus.” (1 Petrus 1:6,7) “En
toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen,
die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden. En
zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o heilige en waarachtige
Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? En
aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een
korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun
mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij.” (Openb. 6:9-11) Je
zoekt als christen het kruis niet op, het komt vanzelf naar je toe.
Gehoorzaamheid bracht Jezus aan het kruis (Filp. 2:8),
bij ons zal dat ook gebeuren. Het kruis zal gaan door veel van onze natuurlijke
relaties. Er komt tweedracht, vijandschap. “Meent
niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen
om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om tweedracht te
brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en
tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen
zijn vijanden zijn. Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet
waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en
wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig. Wie zijn
leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal
het vinden.” (Matth.
10:34-39) Jezus
neemt de vrede weg, hij brengt tweedracht, vijandschap. Tweedracht binnen een
gezin, onder familie, buren, collega’s, vrienden. Waarom
die haat? De haat van de onbekeerde zondige mens jegens God keert zich ook tegen
allen die een band met God hebben. Als je iets met God en Jezus te maken hebt
dan keert de haat zich ook tegen jou. “maar,
gelijk geschreven staat: De smaadwoorden van hen, die U smaden, kwamen op Mij
neder.” (Romeinen. 15:3) “Kain - was uit de boze en vermoordde zijn broeder. En
waarom vermoordde hij hem? Omdat zijn werken boos waren en die van zijn broeder
rechtvaardig. Verwondert u niet, broeders, wanneer de wereld u haat.” (1 Joh.
3: 12,13) Jezus
was voor de ongelovige mens een rots der ergernis (1 Petrus
2:7,8). Hoe meer we leven en spreken als christen des te meer zal dat ook voor
ons gelden. Een christen is een prikkel voor het schuldige geweten van de
ongelovigen (1 Joh. 3:12,13). Ze willen God vergeten maar door jouw
aanwezigheid worden ze er steeds weer aan herinnerd, ze willen zich overgeven
aan een zondig leven maar door jouw heilige levenswandel worden ze telkens
geconfronteerd met de slechtheid van hun eigen wandel. Vervolging in de één of andere vorm zal zeker komen, ook voor ons. We
moeten ons wapenen met deze gedachte. “Dit
heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet ten val komt. Men zal u uit de synagoge
bannen; ja, de ure komt, dat een ieder, die u doodt, zal menen Gode een heilige dienst te bewijzen. En dit zullen zij
doen, omdat zij noch de Vader, noch Mij kennen. Maar deze dingen heb Ik tot u
gesproken, opdat, wanneer hun uur komt, gij u moogt
herinneren,dat Ik ze u gezegd heb.” (Joh.16:1-4) Als
we vervolgd worden overkomt ons niets vreemds. Het is juist vreemd als we niet
vervolgd worden. “Geliefden,
laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets
vreemds overkwame.” (1 Petrus
4:12) +
Aanvaard het lijden “Blijf
gij echter nuchter onder alles, aanvaard het lijden, doe het werk van een
evangelist, verricht uw dienst ten volle.” (2 Tim. 4:5) Het
hoort erbij. + Reken op Gods genade Reken op de bijstand van Gods Geest om vervolging te kunnen doorstaan. “Want
God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van
liefde en van bezonnenheid. Schaam u dus niet voor het getuigenis van onze Here of voor mij, zijn gevangene, maar wees mede bereid
voor het evangelie te lijden in de kracht van God” (2
Tim. 1:7,8) Paulus roept Timotheus op om zich niet te schamen
voor het evangelie en om vrijmoedig te blijven getuigen. Als je dat doet dan
komt er vervolging op je pad. Maar hij voegt er tegelijk aan toe dat Timotheus die vervolging niet in eigen kracht hoefde te
doorstaan. “wees mede bereid voor het evangelie te lijden in de kracht van
God” Paulus spreekt over lijden in de kracht van God. Dus niet lijden in eigen
kracht maar in Gods kracht. Gods genade is genoeg in alle omstandigheden van ons leven. “Mijn genade is
u genoeg” (2 Kor. 12:9) Het principe dat hier, in 2 Kor. 12:9, wordt gegeven
geldt ook voor situaties waarin we vervolgd worden. “Maar
Hij geeft dan ook des te grotere genade” (Jak. 4:6). Genade om
heilig te leven, genade om de wil van God te doen en ook genade om lijden te
doorstaan. Met de opdracht geeft God ook de genade om de opdracht uit te
voeren. Vandaar dat Paulus tegen Timotheus spreekt
over lijden in de kracht Gods. De Heer geeft ons ook geen last te dragen die ons vermogen te boven gaat.
Dat geldt voor verzoekingen maar ook voor beproevingen (1 Kor. 10:13). God zal
met de vervolging ook de genade schenken om de vervolging te doorstaan. De Here zal ons niet begeven en verlaten. (Hebr.
13:5,6) Geenzins, in geen enkel geval. We krijgen genade op het moment dat we het nodig hebben. Genade om op het
juiste moment het goede te zeggen maar ook genade om lijden te doorstaan. “het zal u in de ure gegeven worden.” (Matth. 10:19) “En Hem verscheen een engel uit de hemel om hem kracht te geven” (Lucas
22:43) De Heer kan en zal sterken in de innerlijke mens. De bijbel spreekt over de
bijstand van de Heilige Geest (Filp. 1:19). Dat is
een werkelijkheid, een realiteit. De Geest kan onder meer versterken. “met
kracht gesterkt in de innerlijke mens” (Efeze 3:16) “bewaard in de kracht Gods” (1 Petrus 1:5) + Wees niet bevreesd voor het lijden “Wees
niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen uwer in
de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een verdrukking
hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des
levens.” (Openb.2:10) + Je leven niet liefhebben Dit betekent dat je bereid moet zijn om voor de Here
Jezus te sterven. En in iets mildere vorm betekent het dat je bereid moet zijn
om allerlei dingen voor de Heer op te geven. “En
zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun
getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood.” (Openb. 12:11) “En
zie, nu reis ik, gebonden door de Geest, naar Jeruzalem, niet wetende wat mij
daar overkomen zal, behalve dat de Heilige Geest mij van stad tot stad betuigt
en zegt, dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan. Maar ik tel mijn
leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn
loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus ontvangen heb om het evangelie der genade Gods
te betuigen. (Hand. 20:22-24) Paulus
was bereid om God te verheerlijken door zijn dood. “naar mijn vurig verlangen
en hopen, dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal staan, maar dat met alle
vrijmoedigheid, zoals steeds, ook nu Christus zal worden grootgemaakt in mijn
lichaam, hetzij door mijn leven, hetzij door mijn dood. (Filp. 1:20,21). “Weest getrouw tot de dood en ik zal u de kroon
des levens geven” (Openbaring 2: 10) + We moeten onszelf niet door vervolging laten overwinnen We moeten ons niet door vijandigheid en haat en vervolging laten
overwinnen. “Maar,
indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef
hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen. Laat u niet
overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.” (Rom.
12:20,21) “Maar tot u, die Mij hoort, zeg ik: Hebt uw vijanden lief, doet wel
degenen, die u haten; zegent wie u vervloeken; bidt voor wie u smadelijk behandelen.” (Lucas 6: 27,28) “En
op de knieen vallende, riep hij met luider stem: Here, reken hun deze zonde niet toe! En met deze woorden
ontsliep hij.” (Hand. 7:60) + je niet laten intimideren Je vrijmoedigheid niet verliezen “een
van ziel medestrijdende voor het geloof aan het evangelie zonder dat gij u in
enig opzicht door de tegenstanders laat beangstigen. Hierin is voor hen een aanwijzing
van hun verderf, doch van uw behoud, en dat van Godswege. Want aan u is de
genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor
Hem te lijden, in dezelfde strijd, die gij eens van mij hebt gezien en nu van
mij hoort.” (Filp 1 :27 -30) + Soms vluchten We moeten in elke situatie de leiding van God zoeken. Na zijn bevrijding vluchtte Petrus weg (Hand. 12:17).
Maar bij een ander keer, toen God de apostelen uit de gevangenis had bevrijd, gaf
Hij hun, direct na hun bevrijding, de opdracht om onmiddellijk weer in de
tempel te gaan prediken, waarna ze opnieuw gevangen genomen werden. (Hand.
5:17-27). Na de dood van Stefanus brak er een zware
vervolging uit tegen de gemeente te Jeruzalem (Hand. 8:1-3). Tijdens die vervolging
zijn de christenen, voor zover ze niet waren gevangengenomen, allen, op de
apostelen na, weggevlucht. + Het is een eer om voor Jezus te lijden, een vreugde, een genade “Zij dan gingen uit de
Raad weg, verblijd, dat zij verwaardigd waren ter wille van de naam smadelijk
behandeld te zijn; en zonder ophouden, iedere dag, leerden zij in de tempel en
aan huis, en verkondigden het evangelie, dat de Christus Jezus is.” (Handelingen
5:41,42). Waardig gekeurd om te lijden voor het evangelie. “Geliefden,
laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets
vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u
naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus opdat gij u ook met
vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid. Indien gij
door de naam van Christus smaad lijdt, zijt gij
zalig, daar de Geest der heerlijkheid en de Geest Gods op u rust.” (1
Petrus. 4:12-14) “Want
aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar
ook voor Hem te lijden, in dezelfde strijd, die gij eens van mij hebt gezien en nu van mij hoort.” (Filp. 1:29,30) Het is
een genade, een voorrecht. Je bent zalig als je voor Jezus lijdt. “Zalig
zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en
liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. Verblijdt u en verheugt u,
want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij de profeten voor u
vervolgd.” (Matth. 5:11,12) (f) Gedenkt de gevangenen “Denkt
aan de gevangenen, alsof gij met hen gevangen waart; aan hen, die mishandeld
worden, als (mensen), die ook zelf een lichaam hebt.” (Hebr.
13:3) “Herinnert
u de dagen van weleer, toen gij, na verlicht te zijn, zo menigmaal lijden
doorworsteld hebt, hetzij zelf een schouwspel van smaad en verdrukking, hetzij
deelnemende aan het lot van hen, die in zulk een toestand verkeerden. Want
gij hebt met de gevangenen mede geleden en de roof van uw bezit blijmoedig
aanvaard, want gij wist, dat gijzelf een beter en
blijvend bezit hebt.” (Hebr. 10:32-34) Voorbede, meeleven, te hulp komen. Als één lid lijdt lijden alle leden mee. 2.5.
Opdringen, kraken (a)
Een belangrijke opmerking Voor deze aanval wordt besproken eerst een belangrijke opmerking De andere aanvallen die in deze studie worden besproken zijn duidelijk in
de bijbel terug te vinden. Met het opdringen en kraken wat in dit punt wordt
besproken is dat niet het geval. Dat is de reden waarom ik over dit punt niet
stellig en dogmatisch kan spreken. Wat volgt is gebaseerd op wat ik de laatste 35 jaar heb waargenomen en
meegemaakt en op de getuigenissen van vele dienstknechten van God. Het gaat om
de getuigenissen en ervaringen van vele nuchtere traditioneel evangelische
gelovigen. (Even tussenhaakjes, ik maak nooit, en dus ook hier niet,
gebruik van de getuigenissen van charismatische gelovigen. Dat komt omdat ik in
de loop der jaren zoveel leugen en bedrog in deze kringen ben tegengekomen dat
het voor mij onmogelijk is om bij hen nog te onderscheiden tussen leugen en
waarheid.) (b)
Wat wordt bedoeld met opdringen De boze kan de gelovigen aanvallen door hen allerlei dingen op te dringen.
Dat kunnen gedachten zijn die telkens
weer met kracht tot ons komen. Of bepaalde impulsen, nachtmerries , innerlijke vloeken, beelden
(visioenen), vermoeidheid , etc. In het Engels spreek men wel van oppression. De
duivel heeft dan geen invalspoort in je leven maar hij valt je wel van buitenaf
aan. (c)
In welke vorm komt het voor? Hierboven zijn enkele belangrijke vormen al genoemd: -
Een satanische druk, angst, beklemming -
Nachtmerries -
Innerlijke vloeken -
Zware vermoeidheid -
Beelden, etc Het kan ook ander vormen aannemen. Een voorbeeld uit de praktijk. Een zuster verloor haar man, door kanker, ze had kleine kinderen die de
plaatselijke basisschool bezochten. Haar man was een jaar ziek geweest voordat
hij overleed. Haar hele omgeving, waaronder de moeders van de basisschool waar
haar kinderen naar school gingen, leefden met haar en haar gezin mee. Uiteindelijk
overleed haar man. Door de genade van de Heer bleef zij overeind. Telkens weer
kwamen er moeders naar haar toe die zeiden: “We begrijpen het niet hoe je zo
rustig en opgewekt kan blijven als je zo iets verschrikkelijks meemaakt.”
Waarna de zuster gelegenheid had om te getuigen van haar geloof in de Here Jezus. Telkens nadat zoiets gebeurde viel de vijand
haar aan. Als ze dan s’avonds op bed lag had ze de
indruk dat ze naar boven naar het plafond werd opgetild, ze wist niet of het echt
gebeurde of dat het alleen maar zo leek. Ze werd er bang voor om nog te
getuigen. Ze vertelde dit aan oudere gelovigen, die onderkenden onmiddellijk de
hand van de boze. Er werd voor haar gebeden en het was direct over. Nog een voorbeeld uit de praktijk. Recent vertelde een zendeling die in Thailand werkte het volgende. Ze
woonden ergens in Thailand, en het begon op te vallen dat de kinderen wel erg
vaak op hun achterhoofd vielen als ze hun woning binnen kwamen. Gelukkig
mankeerden ze nooit iets ernstigs. Toen er voor gebeden werd was het direct
afgelopen. Nog een voorbeeld Hierboven, onder punt 1.3., zijn een aantal voorbeelden gegeven van
tegenwerking door de boze. Een van de voorbeelden komt uit het leven van Corrie
ten Boom. Toen ze voor de eerste keer voor de Heer naar een land achter het
ijzeren gordijn ging viel er een zware vermoeidheid op haar en haar reisgezel.
De vermoeidheid werd haar ook opgedrongen. Dat was ook “oppression”.
Echter in dit geval ging het meer om hinderen dan om intimideren. (d)
Onderkennen, onderscheid Sommige zaken die hierboven, onder punt (c) zijn genoemd, kunnen ook een
natuurlijke oorzaak hebben. Bijvoorbeeld de nachtmerries. Dan is er onderscheid
nodig. +Is het tijdstip verdacht, zie het verhaal over de zuster die zich naar
boven voelde zweven. (Zie hierboven, punt c.). Het gebeurde bij haar telkens
nadat ze getuigd had. Gebeurt het op het moment dat je iets belangrijks voor de
Heer doet of als je op het punt staat om dat te gaan doen. +Is het abnormaal, niet natuurlijk?
Dan is het duidelijk. Het naar boven zweven bijvoorbeeld is daar een voorbeeld van. Ook bij
innerlijke vloeken is het makkelijker te onderkennen dat het abnormaal is. Het
gebeurt helemaal buiten je wil om, en uit het niets, zonder enige aanleiding hoor
je dan een innerlijke vloek. Dan weet je direct dat het van de boze is. +Is het teveel toeval. Het telkens vallen van de kinderen als ze het huis binnengaan, zie het
verhaal hierboven. +Is het heftiger dan normaal, b.v. bij nachtmerries.
Heb je anders nooit nachtmerries en nu plotseling wel of veel heftiger en
vaker. + Komt het voor in combinatie met verschijnselen die wel direct te
herkennen zijn als bovennatuurlijk, zoals innerlijke vloeken of demonische druk +Reageert het direct op gebed, als er voor beden wordt. Is het bijvoorbeeld
direct afgelopen als je in gebed weerstand biedt en om bescherming bidt. Dan is
dat een aanwijzing achteraf dat het inderdaad van de boze was. +Hoe ervaar je het in je geest, wat is de innerlijke leiding? Angst die opgedrongen wordt door demonen is ook gemakkelijk te onderkennen.
Te onderscheiden van normale angst. Ieder die betrokken geweest is bij zielzorg
aan occulte belaste mensen of met andere directe confrontaties met boze geesten
herkent dit. Corrie ten Boom placht te zeggen: “Angst voor demonen is afkomstig
van demonen”. (e)
Wanneer kun je dit soort aanvallen verwachten? Je kunt het verwachten als je met iets bezig bent wat geestelijk gezien
belangrijk is. Met iets wat geestelijk krachtig is. Als precies op zulke
momenten verschijnselen voorkomen, zoals er hierboven enkele zijn genoemd, dan
is dat verdacht. Ik verwijs weer naar de de Illustratie over de
vrouw met haar krachtig getuigenis tijdens en na het overlijden van haar man.
Of van Corrie ten Boom die door de Heer naar Polen was geleid om daar het
evangelie te prediken. Voor nog een voorbeeld verwijs ik naar de ervaring van James Fraser, een zendeling van de China Inland
Mission, toen hij voor het eerst het gebied van de Lisu stam in China binnendrong om daar het evangelie te
verkondigen. Voor het getuigenis, klik hier. Ik weet niet hoe het nu is, maar een oudere broeder die voorganger was
geweest in Belgie vertelde dat hij toen ze hun huis
daar betrokken een intimidatie poging van de boze hadden ondervonden. Ze hadden
het weerstaan en de boze geesten hadden zich teruggetrokken. Hij vertelde mij
dat oudere zendelingen/evangelisten/voorgangers hem vertelden dat dit
gebruikelijk was. Iedere nieuwe werker die arriveerde kreeg iets dergelijks te
verwerken. (f)
Is het niet te voorkomen? De vraag is natuurlijk of dit soort aanvallen niet geheel of volledig te
voorkomen zijn. Het antwoord is niet geheel duidelijk, maar het zou goed kunnen
dat het veel minder zou voorkomen als er meer om bescherming zou worden
gebeden. Door onszelf of door anderen. Ook vooraf. Dat is zeker nodig voor
christenen die in de geestelijke frontlinies staan, zoals geestelijke leiders, voorgangers,
bijbelleraren, evangelisten, zendelingen, mensen die
hulp aan occulte belaste mensen geven, kinderwerkers, jeugwerkers,
etc. Een broeder die een bediening van de Heer heeft op het gebied van ondermeer
hulp aan gebonden mensen en het ontmaskeren van valse leer (discernment),
vertelde me dat hij in de begintijd te maken had met veel “opdringen”, met veel
“oppression” van de vijand. Dat veranderde toen hij
een voorbede groep opbouwde van broeders en zusters die regelmatig voor hem
baden. Hij hield hen regelmatig op de hoogte van zijn aktiviteiten
en belevenissen en zij baden voor hem. Hij vertelde me ook dat hij een keer aan
zijn gebedsvrienden had meegedeeld dat hij in een bepaald maand van dat jaar
vakantie zou nemen. Tijdens deze maand nam de geestelijke druk weer toe,
blijkbaar hadden de broeders en zusters van zijn gebedsgroep gedacht dat hij
tijdens de vakantie minder gebed nodig had. Het is in ieder geval nodig dat we geregeld voor ons zelf en in het bijzonder
voor onze gezinsleden om bescherming bidden. En ook voor hen die in de
geestelijke frontlinie staan. (g)
Er kan ook een andere oorzaak zijn Er kunnen ook andere oorzaken van de het “opdringen” (oppression)
zijn. Zo kan er nog een occulte belasting van voor de bekering zijn. Als mensen
zich voor hun bekering met occulte zaken hebben beziggehouden, of hun ouders of
andere naaste familieleden, dan moet daar aandacht aan besteed worden. De eigen
zonden moeten worden beleden en gebeden om bevrijding van occulte invloeden.
Als dat niet is gedaan kan dat ook na de bekering leiden tot intimidaties van
de boze. Zelfs na hun bekering kunnen christenen een occulte belasting oplopen. Dat
is me zelf gebeurd toen ik vele jaren geleden in een charismatische gemeente
was voor een doopdienst. Tijdens de dienst zei de voorganger ineens “Laten we
nu elkaar gaan zegenen”. Voor ik besefte wat er gebeurde had mijn buurman zijn
hand op mijn schouder gelegd en was hij mij aan het zegenen. Na afloop van de
samenkomst had ik het gevoel alsof er een gordijn tussen mij en de Heer hing.
Ik heb in gebed weerstand geboden en om bevrijding gebeden en toen herstelde
het normale contact met de Heer in mijn geest. Nog een voorbeeld uit de zielzorg. Het gaat om een zuster die zich in een
charismatische Woman Aglow
bijeenkomst de handen op had laten leggen door de spreekster. De spreekster was
aangekondigd als een gebedsvrouw. Toen de gebedsvrouw voor de zuster bad legde
ze haar de handen op, ook ging halverwege haar gebed over in het spreken in tongen. Die
nacht kreeg de zuster allerlei geestverschijningen en andere intimidaties van
de boze. Na belijdenis, omdat ze zich ondoordacht de handen op had laten leggen, en
gebed om bevrijding door enkele broeders verdwenen de intimidaties. Er loopt een occulte onderstroom door de charismatische
beweging. Occulte belasting die in deze kring is onstaan is meestal het gevolg van handoplegging. Maar ook de
contemplatieve beweging is zeer gevaarlijk. Door het gebruik
van contemplatieve technieken kun je ook gemakkelijk occult belast raken, b.v. door het gebruik van geleide verbeelding of door
repetitief gebed. Een andere reden kan zijn dat er occulte voorwerpen in het huis zijn.
Bijvoorbeeld van voor de bekering. Of in het huis zelf is vroeger occultisme
bedreven en er is niet gebeden om reiniging van het huis. De bewoners van het
huis kunnen dan lastig gevallen worden met vormen van oppression.
Alle occulte voorwerpen moeten verwijderd worden. (h)
Oppression door tegen ons
gerichte tovenarij? De vraag is of
occultisten ons christenen kunnen lastig vallen met occulte aanvallen (oppression). Sommigen denken dat dit kan maar de bijbel
zegt dat er geen bezwering is tegen Israel. “Want er bestaat geen
bezwering tegen Jakob, noch waarzeggerij tegen
Israel.” (Numeri 23:23) De
boze kon Job niets doen, de duivel erkende zelf dat Job door God naar alle
kanten beschermd werd. (Zie de Bijbelstudie “we
zijn veilig in de strijd”) (i)
Het doel van het opdringen Het doel van opdringen (oppression) is intimideren,
ontmoedigen, zodat je stopt met een effectief werk voor de Heer. (j)
kraken Naast opdringen en het Engelse woord oppression
heb ik dit punt ook “kraken” genoemd. De term kraken heb ik ontleend aan de kraakbeweging. Kraken is een huis in
gebruik nemen terwijl je daar geen toestemming voor hebt van de eigenaar. Je
hebt er volgens de wet geen recht op om het huis te bewonen en toch heb je er
je intrek in genomen. De krakers zullen in het huis blijven zitten tenzij de eigenaar stappen
onderneemt om hen tot vertrek te dwingen. Hij kan een beroep op de rechter
doen, die zal de politie inschakelen om het huis te laten ontruimen, desnoods
met geweld. Zo probeert de boze ons allerlei zaken, waarover hierboven is gesproken, op
te dringen. Als we ons daar niet tegen verzetten zal de boze ons er mee lastig
blijven vallen. We moeten weerstand bieden. “Bied weerstand aan de duivel en Hij zal van u vlieden” (Jak. 4:7) (k)
Weerstand bieden Ik citeer nogmaals Jakobus 4:7. “Bied weerstand aan de duivel en hij zal
van u vlieden.” Als we te maken krijgen met opdringen (oppression)
dan moeten we weerstand bieden in geloof, in gebed. We moeten de uiting in
gebed verwerpen en om bescherming van de Heer bidden. + Zie ook de Bijbelstudie “Hoe
weerstand te bieden aan de boze” Als wij in geloof weerstand bieden dan zal de boze verdwijnen. Dat is wat
Gods woord ons toezegt. “en Hij zal van u vlieden” (Jak. 4:7) Dat zal gebeuren, daar kun je op rekenen. Je kunt in geloof pleiten op Gods
beloften van bescherming. (b.v. 2 Thess.
3:3) Drie sleutelwoorden die aangeven hoe we weerstand moeten bieden aan oppression. Die woorden zijn: Discern,
reject, ignore.
(Onderscheid, verwerp en negeer) (1)
Discern, onderscheid Onderken wat er aan de hand is. Onderken dat achter het opdringen, dat
achter de intimidatie, boze geesten zitten. Ik kan me nog goed herinneren toen een gelovig meisje, dat geplaagd werd
door intimidaties, doorkreeg dat ze afkomstig waren van boze geesten. Ze riep
spontaan, en verontwaardigd uit, “O, zijn jullie het!”. Zelf ben ik een half jaar lastiggevallen met nachtmerries voordat tot me
doordrong dat het een aanval van de boze was. Ik heb er toen onmiddellijk voor
gebeden en het was direct afgelopen. (2)
Reject it, verwerp het We moeten stelling nemen tegen de intimidatie, we moeten het verwerpen, we
moeten weigeren om het te aanvaarden. We moeten weerstand bieden door gebed, door gelovig gebed. “Heer ik verwerp
deze dingen, maakt u er een einde aan. Wilt u mij beschermen.” (3)
Ignore Als het niet direct weggaat dan moeten we in geloof blijven staan op op Gods beloften. Ga intussen door met je normale
bezigheden. Als je het verworpen hebt, negeer het dan. De belofte uit Jakobus 4:7 is duidelijk. Als wij weerstand bieden dan zal
de boze wegvluchten. Maar er staat niet dat de boze dit altijd onmiddellijk zal
doen. Dan moeten we in geloof weerstand blijven bieden. Innerlijk blijven
staan. We hebben er voor gebeden, we vertrouwen er op dat de Heer ons zal
beschermen. Als de boze geesten merken dat ze niets bereiken dan zullen ze verdwijnen. Het kan zijn, zeker als je betrokken bent in geestelijk werk, dat ze het
later nog eens proberen. Maar als je dan direct weer in gebed en in geloof
weerstand biedt dan zullen ze verdwijnen. Het lijkt dan wel of ze iemands
weerstand testen, aftasten. Ter illustratie wat te doen bij intimidatie met angst (afkomstig van
demonen). Dan moeten we op onze strepen blijven staan. We verwerpen het. In
gebed. “Heer ik verwerp die angst, het zijn leugens, ik ben veilig in de Heer.
Ik verwerp die leugens en ik sta op uw woord, ik geloof uw woord, uw woord is
de waarheid. Dank u dat u mij beschermt.” Zie de Bijbelstudie “hoe
weerstand te bieden” (l)
Een bijzonder geval De apostel Paulus had zelf te maken met een bijzonder geval van
verdrukking, met een speciaal geval van oppression.
Hij omschrijft het als een engel des satans die hem met vuisten sloeg. Hij
noemt het ook een doorn in het vlees, het veroorzaakte pijn in het lichaam. “Want
als ik wil roemen, zal ik niet onverstandig zijn, want ik zal de waarheid
zeggen; maar ik onthoud mij ervan, opdat men mij niet meer toekenne
dan wat men van mij ziet en hoort, en ook om het buitengewone van de
openbaringen. Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een
doorn in het vlees gegeven, een engel des satans, om mij met vuisten te
slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen. Driemaal heb ik de Here hierover gebeden, dat hij van mij zou aflaten. En Hij
heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich
eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer
roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome.”
(2 Kor. 12:6-9) Hij had om bevrijding gebeden, maar God had besloten om het niet weg te
nemen. God liet het toe met een bepaald doel, ter bescherming van Paulus: “opdat
ik mij niet te zeer zou verheffen” (:7). Het beschermde Paulus tegen hoogmoed.
Paulus had grote en diepe ervaringen met de Heer gehad, zie 2 Kor. 12:1-4, het
gaat in dit gedeelte over Paulus zelf. Daardoor bestond het gevaar dat hij van
zich zelf ging denken dat hij iets bijzonders was. Door de doorn in het vlees
bleef hij zich bewust dat hij in zichzelf niets was. De duivel wilde waarschijnlijk Paulus, door hem met vuisten te slaan, tegenhouden
in zijn bediening, maar dat lukte niet want Paulus kon zijn geestelijke werk
voortzetten. Ook hier zien we opnieuw hoe de Here God
boven de boze daden van zondige schepselen staat en dat God die laat medewerken
ten goede. Hij laat verdrukking toe binnen zekere grenzen, Hij vangt het op en
past het in in zijn plannen. De boze dacht dat Hij Paulus
te pakken had maar in feite werkte hij juist mee aan de geestelijke bescherming
van Paulus. Het gaat hier om een bijzonder geval. Normaal gesproken kunnen we er van
uitgaan dat alle oppression weerstaan moet worden.
Daar ging Paulus ook van uit, hij ging er immers door gebed tegen in, hij bad om bevrijding, maar God maakte hem
duidelijk dat het in dit geval anders lag. 2.6.
Aanklagen 2.6.1. De aanklager Een van de manieren waarop de boze ons probeert uit te schakelen is door
ons aan te klagen in ons eigen geweten. Zodat we ons schuldig voelen waardoor
we onze vrijmoedigheid in gebed en in ons werk voor God verliezen. Als hij dit
voor elkaar kan krijgen dan heeft hij ons voor een groot deel uitgeschakeld in
het werk van de Heer. De duivel wordt “de aanklager” genoemd (Openb.
12:10,11). Hij klaagt ons in de eerste plaats aan bij God. Dat deed hij b.v. met Job. De Here Jezus is onze advocaat (onze voorspraak) bij de
hemelse rechtbank. De duivel bereikt niets met zijn aanklachten. In 1 Joh. 2:1-2 staat: “Mijn
kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde
komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader
Jezus Christus,de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en
niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld.” We zijn schuldig,
we hebben gezondigd maar onze zonden zijn al uitgeboet en verzoend door het offer
van de Here Jezus. De duivel klaagt ons niet alleen aan bij God maar ook in ons eigen
geweten. Van deze aanval merken we wel direct wat. 2.6.2. Er zijn drie
bronnen van schuldgevoel Schuldgevoelens kunnen uit drie bronnen komen: (1) Het eigen geweten, het eigen aangeboren besef van goed en kwaad (2) De Heilige Geest, die overtuigt van zonde (3) De boze die ons beschuldigt in ons geweten 2.6.3. Een zuiver
geweten, een besmet geweten en een toegeschroeid
geweten God heeft de mens geschapen met een geweten, met een aangeboren besef van
goed en kwaad (Rom. 2:14,15). Het geweten is aangeboren maar het wordt in het
leven ook ontwikkeld door de normen die de omgeving meegeeft. Als we één van
die normen overtreden voelen we ons schuldig. Het geweten werkt vaak niet meer zuiver, de normen die we aangeleerd hebben
zijn niet altijd bijbelse. Het geweten kan besmet
zijn (Titus 1:15; 1 Kor. 8:7). Het is ook mogelijk om ons geweten dicht te
schroeien. De eerste keer dat we iets willen doen wat niet juist is zal ons
geweten protesteren, door dat weg te drukken en weg te redeneren, gaat het
geweten minder funktioneren, dan wordt het toegeschroeid. Als we tot geloof komen dat moet het geweten gezuiverd worden door het
woord van God en door de Geest van God. We moeten indien nodig de juiste normen
aanleren en verkeerde normen bijstellen. (Rom. 12:2) 2.6.4. Een geweten dat
gezuiverd is van besef van kwaad Als we op enige punt tegen Gods geboden ingaan dan waarschuwt ons geweten. Als je een kind van God bent dan zal
de Geest van God die in je woont deze waarschuwing bekrachtigen. Een kind van God heeft een geweten dat gereinigd is van besef van kwaad
(Hebr. 10:22 en 9:14). Hij weet immers dat al zijn zonden vergeven zijn. De
schuld is weg. God heeft hem gerechtvaardigd, heeft hem vrijgesproken. Als hij
toch nog zondigt dan moet hij die zonde belijden en dan vergeeft God hem. (1
Joh. 1:9) 2.6.5. Wat kan er fout
gaan? Hoe kan de duivel zich hier in mengen. + Beleden maar toch nog een schuldgevoel Als je op enige punt struikelt en zondigt dan wordt de gemeenschap met God
verstoord. Je geweten en de Geest van God waarschuwen. Als we de zonde onder
ogen zien, toegeven dat we gezondigd hebben en die zonde tegenover God belijden
dan vergeeft God ons. Onmiddellijk en volledig. Dat is wat de bijbel zegt. “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de
zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Joh. 1:9) Als wij belijden dan vergeeft God. Dat staat zwart op wit in de bijbel.
Daar moeten we in geloof op gaan staan. We moeten na belijdenis, in het geloof,
op grond van Gods woord, de Heer danken voor de vergeving. Als we dat niet doen dan zijn we kwetsbaar voor ons eigen onbetrouwbare
gevoel en voor de leugens van de satan die beiden zeggen dat God ons niet
vergeven heeft. Je bent vooral kwetsbaar als je worstelt met een bepaalde zonde
en als je regelmatig in die zonde valt. “Zal God me deze keer weer vergeven?” We moeten niet op ons gevoel leven. We moeten in geloof op het woord van
God gaan staan. “Dank u Here Jezus dat u ook voor
deze zonde betaalt hebt met Uw eigen bloed. Dank dat U mij de zonde vergeeft en
dat U er niet meer aan denkt.” Als we een zonde beleden hebben moeten we alle schuldgevoel verwerpen als
een leugen. Als we een zonde hebben beleden dan moeten we diezelfde zonde niet nog een
keer belijden, dan moeten we in geloof in de vergeving gaan staan. + Onbestemde schuldgevoelens Het gevoel en de idee dat je tekort schiet, dat er iets mis met je is. Zulke onbestemde schuldgevoelens zijn niet uit God. Het kan een druk van de
boze zijn. Of het kan uit ons eigen hart afkomstig zijn. Als God ons overtuigt
dan is Hij duidelijk. Het is immers Zijn bedoeling dat we ons bekeren van wat
niet deugd. Onbestemde schuldgevoelens zijn niet uit God. We kunnen het gebed uit Psalm 139:23,24 nabidden: “Doorgrond
mij, o God, en ken mijn hart, toets mij en ken mijn gedachten; Zie, of bij mij
een heilloze weg is, en leid mij op de eeuwige weg.” Dit is een goed gebed, een bijbels gebed, een
gebed naar Gods wil. Dat gebed zal God zeker verhoren (1 Joh. 5:14,15). Als je
dit gebed bidt en de Heer maakt je niets duidelijk dan is er niets aan de hand!
Dan zijn die onbestemde schuldgevoelens leugens van het eigen hart of van de boze. + Onterechte schuldgevoelens Het kan zijn dat we ons schuldig voelen over iets wat geen zonde is. Dat
gebeurt als we onszelf onbijbelse normen opleggen.
Dan voelen we ons schuldig over zaken die volgens de bijbel helemaal niet
zondig zijn. In één van de punten hierboven is over valse leiding gesproken (punt (4)
van punt (d) van 2.2.). Ik herhaal ter illustratie van onterechte
schuldgevoelens het voorbeeld dat daar is gegeven. Het gaat om een
gelovige die zich voor het eerst echt volledig aan de Heer toegewijd had. Voor
hem betekende dat ondermeer het doen van een daad van gehoorzaamheid op een
punt waar de Heer hem al jaren op had aangesproken. Het gevolg was een soort
van opwekking in zijn leven. Direct na zijn overgave kwam er een grote honger naar
het woord van God, en kreeg hij een grote drang om te bidden, legde God
gebedslasten op hem, er ontstond ook een groot verlangen naar gemeenschap met
andere gelovigen. Ook een gevolg was het breken met zondige en twijfelachtige
gewoonten. Na deze nieuwe vervulling met Gods Geest begon hij in sterkere mate
de innerlijke leiding van de Heilige Geest te ervaren. Op dat moment
begon de boze hem lastig te vallen met valse innerlijke leiding. Hij reed
bijvoorbeeld door een bepaalde straat en toen kreeg hij plotseling de inval dat
hij bij een bepaald huis moest aanbellen om daar het evangelie te verkondigen.
Hij kreeg dan een sterke aandrang. Dat was absurd, ten eerste was evangelisatie
niet zijn geestesgave of bediening, ten tweede kende hij daar niemand en ten
derde had hij nog geen vrijmoedigheid om mensen aan te spreken. Zo werkt God
niet. Maar hij dacht
dat die innerlijke impuls, dat die gedachte van God kwam. Deze “leiding”
bracht hem in grote innerlijke tweestrijd. Hij deed het uiteindelijk niet,
waarna hij innerlijk beschuldigd werd van ongehoorzaamheid en hij zich zeer
akelig voelde. Zulke dingen gebeurden herhaaldelijk totdat hij leerde
onderscheiden tussen ware en valse leiding van Gods Geest. + Absurd belijden, restitutie Als wij, als christenen, struikelen en zondigen moeten we dat als zonde
erkennen en die zonde belijden. Allereerst tegenover God. Maar indien nodig ook
tegenover mensen. Dat laatste is nodig als we door een zonde mensen schade
hebben berokkend of gekwetst hebben. Sommige mensen hebben een overgevoelig geweten. Het zijn concientieuze mensen. Die kunnen het belijden tot het
absurde doordrijven. Ik heb in mijn omgeving meegemaakt dat iemand een potlood dat ze tien jaar
daarvoor, toen ze ergens werkte, mee had genomen ging terugbrengen en belijden
dat ze het meegenomen had. De mensen keken alsof ze gek was geworden. Belijden en herstellen van de schade tegenover mensen moeten we doen als: (1) We mensen echt wezenlijke schade hebben berokkend (2) Als we mensen gekwetst hebben en als dat nog steeds tussen hen en ons
in staat. Als het de relatie verstoort. (3) Als we mensen gekwetst hebben
die daar nog steeds onder lijden. Ook hier moeten we de nuchterheid bewaren. Als de duivel ons niet kan
weerhouden om onze zonden te belijden zal hij proberen om ons er te ver in te
laten gaan. Met als gevolg verwarring. Dan zal hij proberen om ons op te jagen
tot in het absurde. We moeten ook geen zonden tegenover andere mensen gaan belijden waar ze
niets van weten, waar ze dus ook niet onder geleden hebben. Ook dat heb ik zien
gebeuren. + Komt het uit ons eigen hart of van de boze? Waar komen onterechte schuldgevoelens vandaan? Ze kunnen uit ons eigen verwarde
en ongelovige hart komen, van andere mensen of direct van de boze die beschuldigingen ingeeft in ons denken of
gevoel. Het kan ook een combinatie zijn. Een schuldgevoel dat in je hart leeft
en dat wordt versterkt door mensen en door de boze. Het is, als het om beschuldigingen gaat, niet van groot belang om te weten
waar het direct vandaan komt. We moeten met onterechte beschuldigingen afrekenen
door te gaan staan op het woord van God, uit welke bron ze ook komen. Er zijn enkele aanwijzingen die er op wijzen dat de boze bij een onterechte
beschuldiging betrokken is. Als de beschuldiging zeer krachtig is, en
aanhoudend (als een soort dwanggedachte), als het je tot wanhoop brengt. + De zonde tegen de Heilige Geest Een favoriet van de boze is om gelovigen ervan te beschuldigen dat ze de
zonde tegen de Heilige Geest hebben begaan. In de loop der jaren ben ik dit in
de zielzorg regelmatig tegengekomen. Zolang je jezelf daar zorgen over maakt,
is dat al voldoende bewijs dat je die zonde niet hebt gedaan. Voor een uitleg
over de zonde tegen de Heilige Geest, klik hier. LINK + Schrik van de boosheid van het eigen hart Als je serieus God zoekt en met God wandelt dan zal de boosheid van het
eigen hart steeds meer aan het licht komen. Je zult ervaren dat er inderdaad
werkelijk niets goed in de mens is. Het menselijke hart is werkelijk geneigd
tot alle kwaad, elke zonde vindt zijn aanknopingspunt in het arglistige en boze
menselijke hart. Als God door de Heilige Geest de sluier over de boosheid van je eigen hart
weghaalt dan kan een mens daar wanhopig van worden. Wanhoop is niet nodig. Want we weten dat God die boze oude mens in ons, met
al zijn slechtheid en boosheid, al geoordeeld heeft in het kruis van Christus
(Rom. 8:3). Het oordeel van God is er al over heen gegaan. We zijn met Christus
gekruisigd en opgewekt (Rom. 6). Dat is juridisch zo, in Gods ogen. Op grond
daarvan werkt de Heilige Geest in ons, zijn werking houdt de oude mens er onder
en openbaart de nieuwe mens in ons. We zijn al verlost van de schuld van de
zonden. We worden op dit moment verlost van de macht van de zonde, van het trekken
van de eigen zondige natuur. En straks, als Jezus terugkomt, of als we bij onze
dood naar de hemel toegaan, zullen we verlost worden van de aanwezigheid van de
zondige natuur. Zie ook de volgende Bijbelstudies: + Schuld en
schuldgevoelens in het leven van de christen + Wat gebeurt er
als een christen zondigt? + Bijbelstudie over de geestelijke wapenrusting, speciaal de punten over het
borstpantser der gerechtigheid en het schild van het geloof, klik hier. 3.
Ter aanvulling
nog enkele opmerkingen 3.1.
Meerdere methoden tegelijk De boze gebruikt bij zijn aanvallen op de gelovigen vaak een combinatie van
meerdere van de hierboven genoemde methoden. 3.2.
Nuchterheid is nodig We moeten nuchter zijn. We moeten niet achter bijvoorbeeld elke verzoeking
of hindernis direct de hand van boze geesten zien. Er moeten aanwijzingen voor
zijn, voor we daar van uit kunnen gaan. Er is onderscheid nodig. Bij de
verschillende aanvallen, die hierboven onder punt 2 zijn doorgenomen, is per
aanval gesproken over hoe te onderscheiden. De aanwijzingen zijn niet altijd zo duidelijk maar het ook niet altijd
nodig om te onderscheiden of achter bijvoorbeeld een verzoeking of een
misleiding de hand van de boze zit. Uit welke bron dan ook, de verzoeking moet
worden onderkend en verworpen. Het zelfde geldt voor leugens, wat ook de bron
is, we moeten elke leugen verwerpen en in geloof blijven staan op het woord van
God. Of neem de aanval via geestelijke namaak, bijvoorbeeld via valse leer. Uit
welke bron die valse leer ook afkomstig is, het moet onderkend worden als vals
en we moeten het verwerpen. 3.3.
Een aanvulling - meer
tactieken tegen ons toegepast Nog enkele opmerkingen ter aanvulling van de bespreking van de zes manieren
waarop de boze ons aan kan vallen. (a)
De aanval op onze achterhoede, op ons gezin Deuteronomium 25:17,18. Exodus 17:6-16. De boze valt bij voorkeur de zwakken aan, de achterhoede. Hier moeten we
bedacht op zijn. Als we met geestelijke werk bezig zijn moeten we om
bescherming bidden voor ons zelf en in het bijzonder voor onze echtgenote en
kinderen. Het is speciaal nodig om dit te doen
als we betrokken zijn bij zielzorg aan occult belaste mensen. Als we dat doen
dan zal de boze zich ook tegen ons keren. Net als wat David beleefde toen hij
een schaap uit de muil van een leeuw probeerde te redden. Toen hij dat
probeerde keerde de leeuw zich tot hem. “David
echter zeide tot Saul: Uw
knecht was gewoon voor zijn vader de schapen te hoeden. Kwam er een leeuw of
een beer, die een schaap uit de kudde wegroofde, dan
liep ik hem na, sloeg hem en redde het uit zijn muil. Als hij zich dan tegen
mij keerde, greep ik hem bij zijn baard en sloeg hem dood.” ( 1 Samuel
17:34,35) Zielzorg aan occult belaste mensen moet daarom bij voorkeur worden
overgelaten aan volwassen en geestelijke christenen, die weten van geestelijk
strijd en die weten hoe weerstand te bieden. Dat is tevens een van de redenen waarom dit soort zielzorg het beste in
teamverband kan worden gedaan. (b)
Isoleren De boze zal proberen om ons te isoleren van andere christenen. Een schaap
dat niet bij de kudde blijft verkeert in gevaar. Voor onze veiligheid moeten
wij, zoveel als mogelijk is, in gemeenschap blijven met andere Bijbelgetrouwe
christenen. “Gij
hebt hun die U vrezen, een banier gegeven, om zich bijeen te scharen vanwege de
boogschutters, Opdat uw geliefden ten strijde toegerust zijn.” (Psalm 60:6.7) In
geestelijke strijd moeten de soldaten bij elkaar blijven, gegroepeerd. In oude
tijden had ieder legeronderdeel zijn eigen banier. Zo wisten de individuele
soldaten waar hun legeronderdeel was en waar ze moesten zijn. Hier,
in psalm 60, wordt een reden gegeven waarom de God vrezende mensen zich moesten
verzamelen. Het is “vanwege de boogschutters”. Op het slagveld worden de
soldaten met pijlen beschoten door de vijand. Als ze met meerderen rondom de
banier stonden konden ze schouder aan schouder een circel
vormen met hun schilden zodat de vijand hen niet meer in hun onbeschermde rug
kon schieten. Zo is het op het geestelijk slagveld ook. Schouder aan schouder
staan we sterker. Wij worden immers beschoten met vurige pijlen van de boze. En
“neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand,
waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven” (Efeze 6:16) (c)
Een andere taktiek van de boze
is ons op te jagen en uit te putten We moeten oppassen dat we niet in eigen kracht bezig zijn, los van de Heer.
Als we in eigen kracht bezig zijn zullen we onnodig uitgeput raken. We moeten
met God in de pas blijven, niet op God vooruitlopen en niet achter blijven. We
moeten, indien mogelijk op tijd rust nemen en ontspanning zoeken. De boze wil er graag een uitputtingsslag van maken. Daar moeten we niet in
meegaan. 3.4.
Aanval op het collectief De boze valt niet alleen individuele christenen aan maar ook het
collectief, bijvoorbeeld een plaatselijk gemeente of een christelijk werk waar
in teamverband wordt gewerkt. + de aanval op de
gemeente in het boek Handelingen In het boek Handelingen lezen we hoe de gemeente wordt aangevallen. Eerst
is er de aanval op de leiders. Die worden gevangen genomen, bedreigd en
mishandeld. Jakobus wordt gedood, Petrus ontsnapt, Stefanus wordt gestenigd. Na de dood van Stefanus bereikt de vervolging alle gemeenteleden, de
gemeente van Jeruzalem wordt uiteengeslagen. In Handelingen 6 lezen we over
onenigheid en in Handelingen 4 over huichelarij. Over een andere aanval lezen
we in Handelingen 15, het gaat daar over valse leraren die de gemeente van Antiochie waren binnengedrongen. Uit de Galatenbrief
blijkt dat een gehele groep gemeenten aan het ontsporen was door
binnengedrongen valse leraren. + Verstoren van de eenheid Een speciale taktiek van de boze in zijn
aanvallen op het collectief is het verstoren van de onderlinge eenheid en
gemeenschap. De Heilige Geest werkt in bijzondere mate door de eenheid van de gelovigen.
Die eenheid probeert hij te verstoren door mensen tegen elkaar op te stoken.
Bijvoorbeeld door twist over een onbelangrijk punt van de leer of door
jaloezie. We moeten niet bang zijn voor twist als het om een fundamentele zaak gaat.
Dat was b.v. het geval in de gemeente van Antiochie, daar werd een leer gebracht die het fundament
van het evangelie aantastte. In dat geval ging Paulus er openlijk en
rechtstreeks tegen in met als gevolg dat er grote onrust en opschudding
ontstond (Hand. 15:1,2). Maar als het niet om ernstige zaken gaat moeten we ons beijveren om de
eenheid te bewaren. Jaloezie verstoort de eenheid. Speciaal jaloezie onder dienstknechten van God. Bijvoorbeels als God de één meer gebruikt als de ander.
Denk aan het slechte voorbeeld van Koning Saul, zijn
jaloezie ten opzichte van David. 3.5.
De boze dag Er zijn bepaald momenten dat de boze een aanval doet. De bijbel spreekt
over “de boze dag”. “Neemt
daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag
en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.” (Efeze
6:13) Er zijn tijdstippen, momenten waarop de boze in het bijzonder aanvalt. Dat
was bijvoorbeeld zo in het leven van Jezus. Zo’n boze dag was bijvoorbeeld het
moment dat de duivel Jezus verzocht in de woestijn. Nadat Jezus die aanval
afgeslagen had vertrok de boze voor een bepaalde tijd. Tot de volgende aanval, tot de volgende boze
dag. “Toen
liet de duivel Hem met rust en zie, engelen kwamen en dienden Hem.” (Matth.
4:11) “En toen de duivel alle verzoeking ten einde had gebracht, week hij van
Hem tot een bestemde tijd.” (Lucas 4:13) Zie
het getuigenis van James Fraser, klik hier. Daarin vertelt hij over een boze dag die hij beleefde en hij vertelt ook
hoe de Here hem daarin beschermde. Hieronder
volgt een kort gedeelte uit een biografie van Lilias Trotter, een pionier zendelinge onder de moslims in Noordafrika. Zij was de oprichtster en eerste leidster van
de Algiers Missonary Band. In het gedeelte hieronder
geeft ze antwoord op een vraag. Ze is dan al lange tijd in Algerije en kan
terugkijken op haar leven en bediening. Ze was 30 jaar geleden, samen met een
medewerkster, in de maand maart aangekomen in Algiers. Diezelfde maand begonnen
ze met het zendingswerk. Zij
verteldt uit haar ervaring over de boze dag, over de
boze dagen die ze hadden beleefd. “Vieren
jullie ook de verjaardag van je komst hier?” vraagt miss Blanche.
Lilias lacht. “Het is bijna altijd voor ons herdacht.
Maart (Dat is de maand waarin ze in Algiers waren
aangekomen) komt
doorgaans als een leeuw met één of andere bijzondere aanval van de vijand.
En toch, om ons te laten zien dat het initiatief bij God is, is er over ’t
algemeen een nieuw uitzicht op de toekomst of zijn er enige nieuwe
ontwikkelingen voordat de maand om is.” “Herinner
je nog de geschiedenis van 1903,” zegt ze, “Ik geloof dat de vijand dacht dat
hij ons het land zou uitzetten! Het was werkelijk het donkerste jaar uit onze
historie. Ik zal nooit de ontstellende ontdekking vergeten dat twee van onze
geliefde vrouwen in vreselijke zonde leefden. Het was moeilijk te geloven dat
dergelijk zonde en dergelijk bedrog konden bestaan. Het leek er op dat ze het
geloof tot een bespotting zouden maken. Tezelfdertijd kochten de Moslem autoriteiten het huis tegenover ons. Op nog geen
honderd meter afstand van ons huis openden zij dit als een soort vrouwenclub,
met muziek en dansen met prijzen en brachten zodoende de strijd voor onze
poorten. De gehele dag werd ons komen en gaan, ons doen en laten en wat we
zeiden in het oog gehouden en onze vrouwenklassen liepen leeg. Dan was er de
oppositie van de Joden tegen de klassen van hun jongens en meisjes. De opkomst daalde van vijftig naar
vijf en in de klas voor de grotere meisjes was er helemaal niemand meer, om
reden dat ze een Rabbi lieten posten die van bovenaan de trap onze deur in het
oog hield. De
Jezuiten begonnen een nieuwe campagne tegen ons, en
door de Franse autoriteiten werden we nagegaan alsof we spionnen waren. Onze
brieven werden geopend, en als we in de trein stapten werd er reeds naar de
plaats van bestemming getelegrafeerd. En oh, de golven van verdrukking en
benauwdheid die over ons heen spoelden. Het was als een hete woestijn wind die
alles rondom verdort en verstikt. We konden dat alleen door de kracht van het bloed
van uur tot uur afweren. Ik geloof dat heel de oorzaak van die geweldige
weerstand was omdat de vijand wist dat zijn macht in dit land gebroken zou
worden. Ik
herinner me dat iemand eens zei – ‘het maakt niet uit aan welke kant momenteel
de overwinning is of de nederlaag. Wat wel van belang is, aan welke kant de
onuitputtelijke hulpbronnen liggen. En die zijn bij ons’ – Halleluja!” “Wat
een verschrikkelijke tijd moet dat geweest zijn. Wanneer kwam de ommekeer? Voor
het einde van dat jaar. Het begon met het aftreden van de Gouverneur, een
strenge Jezuit; en daarna bij het bezoek van Edward de Zevende aan
Frankrijk, kwam er een totale ommekeer in de houding van de autoriteiten en we
kregen het gevoel dat we weer vrij konden ademhalen. Ik kwam dit gisteren tegen
in een oud dagboek. Een order voor onze verbanning uit het land. De order
hebben we ontvangen, maar daarna hoorden we er niets meer van. “ 3.6.
Tenslotte nog een waarschuwing tegen passiviteit Het gaat om de passiviteit van de ziel. De funkties
van onze ziel zijn denken, willen en voelen. Met passiviteit van de ziel bedoel ik het zelf denken, het zelf willen. De bijbel roept nooit op tot passiviteit van b.v.
het denken. We moeten niet stoppen met denken, de bijbel roept ons juist op om
ons verstand te gebruiken. We moeten de Here God
liefhebben met heel ons verstand. We moeten geen kinderen zijn in het verstand.
Ons denken moet wel vernieuwd worden door ons denken te vullen met de Schrift
en door ons denken aan de Schrift te onderwerpen. Elke techniek of houding die het denken en de eigen wil verzwakt of
uitschakelt is onbijbels en gevaarlijk. We moeten niet passief zijn. We moeten ons niet passief openstellen voor
elke invloed die op ons af komt. Stoppen
met denken en willen is gevaarlijk.want door
passiviteit komen we open te staan voor allerlei ervaringen, gedachten,
beelden, etc, van de vijand. Passiviteit opent ons voor contact met boze geesten. Veel technieken uit de
mystiek bewerken passiviteit van verstand en wil. Dat geldt voor technieken uit
de hindoe en boeddhistische mystiek. Maar het geldt evenzeer voor de “chriselijke” mystiek. Je geeft je willoos over en laat je
meevoeren met wat voorbijkomt. Ook de technieken van shamanen (het eindeloze
drummen en dansen) bewerken ook passiviteit van de ziel, ze zijn gericht op het
stoppen van eigen denken en willen. Ze bewerken een verminderde toestand van
bewustzijn, een soort trance. Het denken wordt gestopt, en daarmee het kritisch onderscheidingsvermogen.
De wil verslapt. Je kunt onze ziel vergelijken met een orgel. Op het krukje achter het orgel
zit ons eigen bewuste ik. Dat controleer de functies van het orgel, zoals het denken,
het willen. Als wij bewust of onbewust afstand doen van de bewuste controle
over ons eigen denken en wil dan ontstaat er een vacuum
waarin boze geesten de controle over kunnen nemen en op het orgel kunnen gaan
spelen. Bij valse mystiek en geestelijkheid wordt het eigen denken en de eigen wil
gedood, uitgeschakeld. Men spreekt wel over de “soulkillers”. Bij de ware bijbelse geestelijkheid wordt het denken juist alerter en
meer gestimuleerd terwijl het tegelijkertijd hervormd wordt door het woord van
God. Zie het gedeelte over passiviteit in de studie over “verbrokenheid ” LINK |