De kracht van het bloed van het Lam (9)

 

De boodschap  is eenvoudig maar gaat diep

De boodschap van en de oproep tot opwekking, die zich in onze dagen tot velen onzer richt, is ondanks haar buiten­gewone eenvoud zeer diepgaand.

Slecht één ding hindert en één ding brengt vrijheid

Het betekent eenvoudig, dat slechts één ding ter wereld de christen kan verhinde­ren in gemeenschap met God te wandelen en met de Heilige Geest vervuld te zijn ‑ en dat is zonde in de één of andere vorm. Doch er is ook maar één ding ter wereld, dat hem kan reinigen van zonde, met al de vrijheid en de overwinning, die daarin opgesloten liggen, en dat is de kracht van het bloed van de Heer Jezus.

De kracht van het bloed van Jezus

Het is echter van het hoogste belang, dat wij zullen begrijpen, waaraan het bloed van Christus zijn kracht bij God ten behoeve van de mens ontleent, want eerst dan zullen we verstaan wat de voorwaarden zijn ten einde de volle kracht ervan in ons leven te ervaren.

Hoevele dingen die we mochten verwerven en hoevele zegeningen die de mens geniet kent de Schrift niet toe aan de kracht van het bloed van de Heer Jezus! Door de kracht van Zijn bloed is er tussen God en de mens vrede tot stand gebracht (Col. 1:20). Door de kracht van het bloed is er vergeving van zonde en eeuwig leven voor allen, die in de Heer Jezus hun vertrouwen stellen (Col. 1:14, Joh. 6:54). Door de kracht van Zijn bloed is de Satan overwonnen (Openb. 12: 11). Door de kracht van Zijn bloed worden wij voortdurend van alle zonde gerei­nigd (1 Joh. 1:7). Door de kracht van Zijn bloed kunnen we bevrijd worden van de tirannie van een kwaad geweten om de levende God te dienen (Heb. 9:14). Door de on­eindige kracht ervan bij God hebben de onwaardigsten vrijmoedigheid om het Heilige der heiligen van Gods te­genwoordigheid binnen te treden en er voortdurend te verkeren (Heb. 10:19). We mogen ons wel afvragen, waar­aan het bloed zijn kracht ontleent!

Hoe kunnen wij de kracht ervan in ons leven ervaren

Aan deze vraag moeten we een andere verbinden: hoe kunnen we de volle kracht er van in ons leven ervaren? Maar al te vaak oefent dat kostbaar bloed niet zijn reini­gende, vredegevende, levengevende kracht in ons hart uit en maar al te vaak verkeren we niet de gehele dag in Gods tegenwoordigheid en gemeenschap.

Vanwaar de kracht van het bloed?

Het antwoord op de eerste vraag doet ons denken aan het­geen we lezen in het boek  Openbaring, waar over het bloed van Christus wordt gesproken met de tere uitdruk­king: “het bloed van het Lam” (Openb. 7:14). Niet het bloed van de Strijder, maar het bloed van het Lam! Met andere woorden: het bloed ontleent zijn kracht bij God ten behoeve van de mens aan de gezindheid van Hem, die het vergoot, en waarvan het de verhevenste uitdrukking is.

De benaming “het Lam”, die in de Schrift zo vaak aan de Heer Jezus gegeven wordt, heeft in de allereerste plaats betrek­king op Zijn werk als zijnde het offer voor onze zonde. Wanneer een Israëliet die gezondigd had, weer in de juiste verhouding tot God wilde komen, moest het bloed van een lam (of soms van een geit) vergoten en op het altaar gesprenkeld worden. Jezus is ‑ de Goddelijke vervulling van al die lammeren, die geofferd werden ‑ het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt (Joh. 1:29).

Maar de benaming Lam heeft een diepere betekenis. Het geeft Zijn karakter weer. Hij is het Lam in Zijn zachtmoedigheid en nederigheid van hart (Match. 11:29), in Zijn tederheid en overgave en omdat Hij voortdurend Zijn wil aan die van de Vader onderwierp (Joh. 6:38), ten behoeve van het welzijn en behoud van de mensen.

leder ander zou tegenstand hebben geboden en zich verzet hebben tegen de behandeling, die men Hem aandeed. Maar Hij deed dit uit gehoorzaamheid aan de Vader en uit liefde tot ons (Phil. 2:8).

Men heeft aan Hem gedaan al wat men wilde en terwille van ons liet Hij het altijd toe. Toen Hij gescholden werd, schold Hij niet weder. Toen Hij leed, dreigde Hij niet. Geen opkomen voor Zijn rechten, geen terug­slaan, geen wrok, geen klagen. Hoe geheel anders is dat bij ons!

Toen de wil van de Vader en de boosheid der mensen heenwezen naar het donkere Golgotha, boog Hij als het Lam in zachtmoedigheid het hoofd, bereid om ook dat te aanvaarden. Jesaja zag Hem als het Lam, toen hij profe­teerde: “als een lam werd hij ter slachting geleid en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij zijn mond niet open” (Jes. 53:7).

Hij zou nooit zijn gegeseld, gehoond en bespuwd, Hij zou nooit hebben toegelaten dat men Hem het haar uittrok, Hij zou nooit die laatste afmattende gang naar de heuvel Golgotha hebben gedaan, waar Hij aan het kruis werd genageld, waar Zijn zijde werd doorstoken en waar Zijn bloed vloeide. Niets van dat alles zou ooit hebben plaats gevonden, als Hij niet het Lam was geweest. En dat alles om de prijs van mijn zonde te betalen!

Zo zien we dan, dat Hij niet slechts het Lam is, omdat Hij aan het kruis stierf, maar dat Hij stierf aan het kruis, omdat Hij het Lam is.

Laten we het bloed ook steeds vanuit dit oogpunt beschou­wen. Laat iedere keer als er sprake is van het bloed, dit ons aan de nederigheid en zelfovergave van het Lam her­inneren, want juist dit verleent aan het bloed zijn wonder­bare kracht voor God.

Hebreeën 9:14 brengt het bloed van Christus eens en vooral in verband met de offerande van Zichzelf: “hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft. . . “. Want dit feit verleent aan het bloed zijn Goddelijke kracht ten behoeve van de mens.

Wat God in de eerste plaats van de mens verwacht is, dat hij het beeld van het Lam vertoont door nederig te zijn en zijn wil te onderwerpen aan Gods wil. God schiep de eerste mens opdat dit alles duidelijk tot uiting zou komen. De eerste zonde bestond daarin dat hij weigerde deze weg te gaan (en dat is sindsdien altijd de kern van de zonde geweest). Jezus kwam opdat deze gezindheid op aarde weer zou gezien worden. En omdat de Vader dit in Hem zag, kon Hij zeggen: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wien Ik al Mijn welbehagen gevonden heb”. Omdat Hij door het vergieten van Zijn bloed deze gezindheid op zulk een verheven wijze uitdrukte, is het zo kostbaar in Gods oog en zo algenoegzaam voor de zondige mens.

Hoe kunnen we de volle kracht ervan in ons leven ervaren

We komen nu tot de tweede vraag ‑ hoe kunnen we de volle kracht ervan in ons leven ervaren?

Ons hart geeft ons daar vast en zeker een antwoord op, wanneer wij zien op het Lam, dat voor ons Zijn hoofd boog op Golgotha: slechts door dezelfde gezindheid te willen bezitten, waar­door Hij werd geleid, en door, evenals Hij, ons Hoofd te buigen. Zoals de gezindheid van het Lam aan het bloed zijn kracht verleent, zo zullen wij ook alleen deze kracht in ons leven kennen, wanneer wij deel willen hebben aan de gezindheid van het Lam. En dit is mogelijk voor ons, omdat door Zijn dood ook Zijn gezindheid de onze wordt (Phil. 2:5, 1 Cor. 2:16). De vruchten des Geestes, zoals die worden opgesomd in Galaten 5: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zacht­moedigheid, zelfbeheersing ‑ zijn toch niets anders dan een uitdrukking van de gezindheid van de Heer Jezus als het Lam waarmee de Heilige Geest ons wil vervullen. Laten we nooit vergeten, dat de Heer Jezus nog steeds het Lam is, hoewel Hij thans verheven is (het boek der Openbaring spreekt hiervan) en Hij wenst dat Zijn beeld gezien wordt in ons.

Willen wij?

Maar zijn we hiertoe bereid? Het harde, onbuigzame ik, dat voor zichzelf opkomt en zich verzet tegen anderen, moet verbroken worden, wil de gezindheid van het Lam ook de onze zijn en het kostbare bloed met zijn reinigende kracht ons bereiken.

We kunnen lange tijd bidden om van de een of andere zonde gereinigd te worden en dat de vrede voor ons hart weer ons deel mag worden, maar tenzij we willen verbroken worden ten opzichte van een bepaalde zaak en we zo nederig willen zijn als het Lam, zal er niets gebeu­ren.

Welke zonde wij ook begaan, ze is het gevolg van het harde onverbroken ik, dat een trotse houding aanneemt, en we zullen geen vrede vinden door het bloed, tenzij we bereid zijn de oorsprong van iedere zonde te zien en de verkeerde houding, die de zonde veroorzaakte, radicaal te veranderen door ons juist dáárvan te bekeren.

Dat zal echter altijd vernedering met zich brengen. Dit betekent, dat we niet slechts moeten proberen zelf de nederigheid van Jezus te gevoelen. We moeten alleen maar in het licht wandelen en willen; dat God de zonde in ons leven open­baart. Dan zullen we bemerken, dat de Heer van ons vraagt metterdaad te tonen dat we afstand doen van die dingen, die wij vaak als klein en onbelangrijk beschouwen. Maar hoe belangrijk ze zijn kunnen we afmeten aan wat het onze hoogmoed kost om deze dingen in orde te brengen.

Hij kan ons tonen, dat we tegenover iemand iets moeten belijden of goedmaken (Matth. 5:23, 24). Het kan zijn, dat Hij ons toont, dat wij over iets moeten heenstappen en onze ver­meende rechten opgeven. (Jezus had geen rechten ‑ wij dan wel?) Misschien laat Hij ons zien, dat we naar degene, die ons verkeerd behandeld heeft, toe moeten gaan en aan hem het veel grotere kwaad van wrok belijden. (Jezus voelde zich nooit door iets of iemand beledigd ‑ hebben wij er dan het recht toe?) Wellicht vraagt Hij van ons open­hartig te zijn tegenover onze vrienden, zodat zij ons kennen zoals wij werkelijk zijn en ware gemeenschap met ons kunnen hebben.

Zo te handelen kan voor ons misschien heel vernederend zijn, en precies het omgekeerde van onze gebruikelijke trotse en zelfzuchtige houding vormen, maar door zo te doen zullen we werkelijke verbrokenheid ken­nen en zal de nederigheid van het Lam de onze worden. Indien we in alles wat hieruit voortvloeit, bereid zijn zo te handelen, zal het bloed van het Lam ons kunnen reinigen van alle zonde en zullen we met God wandelen in witte klederen, met Zijn vrede in ons hart.

 

Naar het volgende hoofdstuk

Naar het vorige hoofdstuk

Naar de pagina over opwekkinge en verdieping in het christelijk leven

HOME