Overvloeiende bekers (2)

 

Verbrokenheid is echter slechts het begin van de opwek­king.

 

+ Opwekking, vervuld met de Geest, overwinningsleven

Opwekking zelf is het volkomen, tot overvloeiens toe vervuld zijn met de Heilige Geest, en dat is overwin­ningsleven.

Indien ons op dit ogenblik gevraagd werd of we vervuld waren van de Heilige Geest, hoe velen van ons zouden dan “ja” durven zeggen? Opwekking is, wan­neer we ieder ogenblik van de dag “ja” kunnen zeggen.

Het is niet hoogmoedig dit te doen, want tot overstromens toe vervuld zijn is geheel en al Gods werk ‑ het is alles uit genade.

 

+ Alles wat we moeten doen

Alles wat we moeten doen is ons lege, verbroken “ik” aan Hem geven, het door Hem laten vullen en gevuld houden. Andrew Murray zegt: “Zoals water altijd de laagste plaats opzoekt en vult, zal op het ogenblik dat God ons vernederd en leeg aantreft, Zijn heerlijkheid en kracht ons binnenstromen”.

 

+ Het beeld van de beker

Het beeld dat dit voor velen onzer eenvoudig en duidelijk heeft gemaakt is het menselijk hart te vergelijken met een beker, die wij Jezus toereiken met het verlangen dat Hij die zal vullen met het Water des Levens.

Jezus wordt voorgesteld, dragende een watervat dat het Water des Levens bevat. Terwijl Hij voorbijkomt kijkt Hij in onze beker, en als die schoon is vult Hij hem tot overvloeiens toe met het Water des Levens. En daar Jezus voortdurend voorbijkomt kan onze beker altijd over­vloeiende zijn. Dat is iets van wat David bedoelde, toen hij zei, “Mijn beker is overvloeiende”.

Dat is opwekking ‑ u en ik ‑ tot overstromens toe gevuld met zegen voor onszelf en anderen – met een blijvende vrede in ‘t hart.

 

+ Afsterven van het “IK”

De meeste mensen denken, dat ze door het afsterven van het “IK” ongelukkig worden. Maar het tegenovergestelde is waar. De weigering om aan ons eigen ik te sterven maakt ons ongelukkig. Hoe meer we weten wat sterven is met Hem, des te meer zullen we weten wat Zijn leven in ons betekent, en dus ook het kennen van ware vrede en vreug­de.

Dan zal Zijn leven ook door ons overvloeien zowel tot verloren zielen, doordat we alles doen tot hun behoud, als tot onze medechristenen met de ernstige wens dat ze er door gezegend zullen worden.

+ Slechts een ding verhindert

Slechts één ding verhindert Jezus onze bekers te vullen als Hij voorbijkomt, en dat is zonde in één van haar dui­zenden vormen. De Heer Jezus vult geen bekers die niet rein zijn.

Alles, hoe gering ook, dat zijn oorsprong vindt in ons eigen ik, is zonde. Eigen inspanning of zelfvoldaan­heid in het dienen, is zonde. Medelijden met onszelf in lastige of moeilijke omstandigheden, het zoeken van ons­zelf in zaken of christelijke arbeid, toegeven aan eigen verlangens in onze vrije tijd, overgevoeligheid, lichtge­raaktheid, wrok, en het verdedigen van onszelf, wanneer we door anderen beledigd of gekwetst worden, verlegen­heid met ons eigen figuur, terughoudendheid, bezorgdheid en vrees komen alle voort uit het eigen ik, zijn alle zonde, en maken onze bekers onrein1 (1).

Maar ze zijn alle overge­stort in die andere beker, waarvoor de Heer Jezus een ogenblik terugschrok in Gethsémané, maar die Hij tot de bodem toe leegdronk op Golgotha ‑ de beker van onze zonde.

 

+ Reiniging door Jezus bloed

En indien wij Hem willen toestaan ons te tonen wat onze beker bevat en als we die beker dan aan Hem geven, dan zal Hij hem reinigen in het kostbaar bloed, dat nog steeds voor de zonde vloeit. Dat betekent niet slechts reiniging van de schuld der zonde, maar ook van de bevlekking en veront­reiniging die daarvan het gevolg is. En zoals Hij onze bekers reinigt, zo ook vult Hij ze tot overstromens toe met Zijn Heilige Geest. En we kunnen dagelijks dat kostbare bloed aanwenden

 

+ De dagelijkse praktijk

Veronderstel dat u uw beker door de Heer Jezus hebt laten reinigen en dat u vertrouwde dat Hij die tot overstromens toe zou vullen en dat er dan iets tussen komt, iets van af­gunst of drift. Wat gebeurt er dan? Uw beker wordt onrein en vloeit niet meer over. En indien we voortdurend op deze wijze de nederlaag lijden, dan vloeit onze beker nooit over.

Indien we een voortdurende opwekking willen ervaren, moeten we leren hoe we onze bekers rein kunnen houden.

Het is nooit Gods wil, dat een opwekking zou eindigen en in de geschiedenis bekend zou blijven als de opwekking van het een of andere jaar. Wanneer dat gebeurt is het slechts aan één ding te wijten: zonde, juist die kleine zon­den waarmee de duivel druppelsgewijze onze beker vult.

Maar indien we terug willen gaan naar Golgotha, om op­nieuw de kracht te leren kennen van het bloed van Jezus, dat ieder ogenblik, wanneer de zonde op het punt staat binnen te dringen, ons reinigt, dan hebben we het geheim geleerd hoe onze bekers steeds rein en overvloeiende kun­nen zijn.

Op het ogenblik, dat u zich dat gevoel van af­gunst, lust om te kritiseren, prikkelbaarheid of wat het dan ook is, bewust wordt, vraag dan of Jezus het met Zijn kostbaar bloed wil bedekken en reinigen en u zult merken dat deze reactie verdwenen is, dat de blijdschap en de vrede er weer zijn en dat uw beker overvloeit.

En hoe vaker u komt om uw beker op deze wijze te laten reinigen, des te minder zullen deze reacties voorkomen.

 

+ Eerst verbroken op dat punt

Maar reini­ging is slechts mogelijk, indien we eerst voor God verbro­ken zijn op dat bepaalde punt.

Laten we aannemen, dat we door iemands karaktertrekken geprikkeld worden. Dan is het niet voldoende met onze reactie van prikkelbaarheid naar Golgotha te gaan. We moeten eerst verbroken wor­den, dat wil zeggen: we moeten de hele zaak aan God over­geven en die persoon met zijn manier van doen aanvaar­den als zijnde Gods wil voor ons. Dan zijn we in staat met onze verkeerde reactie naar Jezus te gaan, wetende, dat Zijn bloed ons zal reinigen van onze zonde;

En wanneer we gereinigd zijn van de zonde, laat ons dan niet er over blij­ven treuren en op onszelf blijven zien. Maar laat ons op­zien naar onze overwinnende Heer, en Hem prijzen, dat Hij nog steeds Overwinnaar is.

 

+ De vrede van Christus in ons hart is de scheidsrechter

Het Woord van God geeft een eenvoudige, allesomvattende richtlijn voor onze wandel met Jezus, en om ons te doen zien wanneer de zonde binnengekomen is. In Colosse 3:15 staat: “En de vrede van Christus regere in uw harten”. Alles, wat de vrede Gods in ons hart verstoort, is zonde; het doet er niet toe hoe gering het is, of hoe weinig het in ‘t eerst op zonde mag lijken.

Deze vrede moet “regeren” in ons hart, of (volgens meer letterlijke vertaling) “de scheidsrechter zijn” in ons hart.

Wanneer de scheids­rechter bij een voetbalwedstrijd fluit, moet het spel op­houden, dan is er iets verkeerd gegaan.

Wanneer wij onze vrede verliezen, heeft Gods scheidsrechter in ons hart zijn geluid doen horen. Laten we onmiddellijk stilstaan en God vragen ons te laten zien, wat verkeerd is; laten we in ‘t geloof de zonde, die Hij ons toont, aan Hem belijden, dan zal de vrede terugkeren en we zullen met overvloeiende bekers verder gaan.

Indien God ons echter niet Zijn vrede geeft, is dat, omdat we niet werkelijk verbroken zijn. Mis­schien moeten we nog tegen iemand anders zeggen: “Het spijt me” evengoed als tegen God. Of misschien denken we nog steeds, dat het de schuld van de ander is.

Maar indien wij onze vrede verloren hebben, is het duidelijk, wiens schuld het is. Wij verliezen onze vrede met God niet om de zonde van iemand anders, maar alleen door eigen zonde.

God wil ons laten zien hoe wij reageren, en alleen als we daarvan gereinigd willen worden, zullen we Zijn vrede bezitten.

O, welk een eenvoudige en toch diepgaande zaak is het zich te laten leiden door de vrede Gods, door niemand anders dan de Heilige Geest Zelf!

 

+ De Heilige Geest wijst op onze zonden

Onze vroegere zelfzucht, die zich op verschillende wijze uitte, waar we ons nooit om bekommerden, wordt ons nu ge­toond, en we kunnen er niet mee verder gaan, zonder dat de scheidsrechter ons er opmerkzaam op maakt.

Gemop­per, bazigheid, zorgeloosheid, tot de kleinste dingen toe, blijken nu zonde te zijn, wanneer we bereid zijn ons leven te laten beheersen door de vrede van God.

 

+ Vele malen per dag

Vele malen per dag en voor de kleinste dingen zullen we gebruik moeten maken van het reinigend bloed van Jezus en we zullen bemerken, dat we als nooit tevoren de weg der ver­brokenheid bewandelen.

Maar Jezus zal in al Zijn lief­lijkheid en genade openbaar worden in die verbrokenheid.

 

+ Er erger aan toe zijn dan we beseffen

Velen onzer echter hebben zo vaak en gedurende zo lange tijd niet op het fluitje van de scheidsrechter gelet, dat we het niet meer horen. De ene dag volgt op de andere, en we gevoelen weinig behoefte om gereinigd te worden, en geen aanleiding om verbroken te worden. In die toestand zijn we er gewoonlijk erger aan toe dan we ons wel voor­stellen.

 

+ De weg tot herstel, de eerste stap naar opwekking

Er zal een ernstig verlangen naar herstel van ge­meenschap met God in ons hart moeten komen, voor we bereid zullen zijn tot God te roepen of Hij ons wil laten zien, waar het bloed van Jezus toegepast moet worden.

Dan zal Hij ons om te beginnen één ding laten zien, en onze gehoorzaamheid en verbrokenheid op dat ene punt zal voor ons de eerste stap naar de Opwekking zijn.

 

_______

1 Sommigen zouden wellicht geneigd zijn te vragen of het juist is verlegenheid met ons eigen figuur, terughoudendheid en vrees zon­den te noemen. “Noem ze gebreken, onbekwaamheden, zwakheden van de geaardheid, maar geen zonden”, hebben sommigen gezegd. “Dat zou ons in slavernij brengen”. Het omgekeerde is echter waar. Indien deze dingen geen zonden zijn, dan moeten we er ons hele leven genoegen mee nemen, dan is er geen bevrijding. Maar indien deze en soortgelijke dingen inderdaad zonden zijn, dan is er een fontein tegen de zonde, en dan kunnen we reiniging en bevrijding van die dingen ervaren, indien we ze onmiddellijk op het ogenblik, dat we ons er van bewust worden, onder Zijn kostbaar bloed bren­gen. En het zijn inderdaad zonden. Hun bron is ongeloof en een zekere vorm van hoogmoed en zij hebben Hem talloze malen in de weg gestaan en voor ons oog verborgen



Het volgende hoofdstuk
Het vorige hoofdstuk
De pagina over opwekking en verdieping in het geestelijk leven
HOME