5. De zondige natuur (erfzonde, erfsmet)

 

De eerste zonde van Adam en Eva had allerlei gevolgen. Een van de gevolgen was dat er iets knapte in hun menselijke natuur, er ging iets kapot, de natuur van de mens werd zondig. Er kwam een drang in de mens die van binnenuit aanzet tot zondigen. Het hart van de mens werd geneigd tot alle kwaad. Deze zondige natuur hebben Adam en Eva doorgegeven aan hun nageslacht. Wij worden als zondaren, met een zondige natuur, geboren. Wij zijn zondaren omdat we nageslacht van Adam zijn.

 

"Want gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens zeer velen zondaren zijn geworden" (Rom. 5:19)

 

Wij zondigen omdat het in onze natuur ligt om te zondigen.

We zijn dus geen zondaren omdat we gezondigd hebben. Dat heeft ons niet tot een zondaar gemaakt. Wij zondigen omdat wij zondaar zijn. Wij zondigen omdat we als zondaar zijn geboren.

 

"Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen" (Psalm 51:7)

"van nature kinderen des toorns" (Efeze 2:3)

 

"Ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont" (Romeinen 5:18).

 

We hebben een soort modderfabriek in ons die maar modder (zonden) blijft produceren en spuiten. Je hoeft kinderen niet te leren om te zondigen, dat gaat vanzelf, want dat zit in hun natuur. Hen het goede leren gaat niet van­zelf.

 

Het probleem zit in het hart.

"Uit het hart komen ......" (Matth. 15:19)

 

De zondige natuur krijgt in de bijbel verschillende namen:

- "de zonde die in ons woont" (Romeinen 7:17,20)

(Dat is dus wat anders dan de zonde die je gedaan hebt!)

- "de oude mens" (Romeinen 6:6)

- "vlees (1) " (Romeinen 7:18)

 

Wij zijn "vlees verkocht onder de zonde" (Romeinen 7:14).

Vandaar onze onmacht om het goede te doen, om niet te zondigen.

Romeinen 7:14-25, speciaal de verzen 15,18b,19,21-23.

 

"de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte" (Jakobus 1:14).

"het vlees met zijn hartstochten en begeerten" (Galaten 5:24).

 

  ---------------------------------

 

Eindnoten

 

(1) Het woord vlees (Grieks sarx) heeft in de bijbel verschil­lende betekenissen. Het kan betekenen (1) vlees zoals wij dat kennen, spierweefsel (2) het lichaam (3) onze zondige natuur (4) de mens in zijn broosheid en vergankelijkheid. Uit het verband moet je opmaken welke betekenis wordt bedoeld.

 


Naar de startpagina van de onderwijssite
Link naar de serie bijbelstudies over de zonde