11. Dood in de bijbel is scheiding en niet ophouden van bestaan

 

De bijbel spreekt over de tweede dood (Openbaring 20:14). Er is dus ook een eerste dood.

 

De eerste dood is de lichamelijke dood. Bij de lichamelijke dood wordt onze innerlijke mens (onze ziel en geest, ons eigenlijke ik) gescheiden van het lichaam. Het lichaam (het stoffelijk overblijfsel) vergaat en het onstoffelijke deel van de mens gaat de onzichtbare wereld in. Het lichaam wordt vergeleken met een tent[1]  waarin ons eigenlijk "ik" woont.

Dood is dus niet ophouden van bestaan maar scheiding. De schei­ding van de innerlijke mens, die blijft bestaan, en het lichaam, dat vergaat.

 

De tweede dood is het geworpen worden in de poel die brand van vuur en zwavel (Openbaring 20:14,15; 21:8). Deze poel wordt in de bijbel ook wel de hel genoemd (Marcus 9:47,48). De hel is een soort strafkolonie. De bijbel spreekt over de eeuwige straf (Matth. 25:46). De hel is een verbanningsoord, ver van het aange­zicht van God (2 Thess. 1:9). De hel brengt de definitieve schei­ding tussen de mens en God mee. Dus ook hier, bij de tweede dood, gaat het om scheiding, en niet om ophouden met bestaan.

 

Uitgaande van de bijbelse gedachte dat "dood" scheiding betekent kun je stellen dat de onbekeerde mensen in feite geestelijk dood zijn. Ze hebben immers geen contact met God, ze zijn gescheiden van God. Ze bestaan wel, maar ze leven geestelijk niet.

 



[1] 2 Kor. 5:1-8


Naar de startpagina van de onderwijssite
Link naar de serie bijbelstudies over de zonde