11. De leer van de charismatische- en pinksterbeweging

 

In de klassieke pinksterbeweging leert men dat het Gods bedoe­ling is dat iedere christen in tongen spreekt. De redenering gaat als volgt.

(1) Ieder mens moet gedoopt worden in de Heilige Geest. (De doop in de Geest wordt door hen gezien als een tweede erva­ring na de bekering.)

(2) Het bewijs dat je de doop in de Geest hebt ontvan­gen is dat je in tongen spreekt.

(3) De weg om de doop met de Geest te ontvangen: er in geloof om bidden, naar voren gaan in een samenkomst en je de handen op laten leggen. Degene die je de handen oplegt bidt dat je gedoopt mag worden in de Geest.

(4) Omdat je, zo veronderstelt men, bidt naar Gods wil, op grond van Gods belofte, zal je die doop ook zeker ontvangen en zul je zeker in tongen gaan spreken. Daar moet je door geloof in gaan staan.

(5) Over het algemeen stelt men dat "de doop met de Geest" (ik bedoel hier de pinksteropvatting van de doop met de Geest) nodig is voor drie redenen: (a) Het is nodig om een overwinnend krach­tig christen te worden. (b) Het is nodig om de kracht van God op je getuigen en je werk voor Hem te zien. (c) Het is nodig om de teken­gaven (1)[1] te laten functioneren

 

In deze redenering worden een aantal fouten gemaakt.

Ten eerste verwart men de doop met de Geest en de vervulling met de Geest met elkaar. Men spreekt over de doop met de Geest terwijl men in feite, bijbels gezien, de vervulling met de Geest bedoelt. Men onderscheidt niet tussen de doop in de Geest en de vervulling met de Geest.

Ten tweede. Er van uitgaande dat de pinkstermensen, als ze spreken over de doop met de Geest, in feite de vervulling met de Geest bedoelen, maken ze veelal de fout de vervulling (de doop) aan te bieden aan alle gelovigen, zonder te spreken over de voorwaar­den waaraan je moet voldoen wil de Geest van God je kunnen vervullen (2)[2]  Mensen komen naar voren om gebed voor de vervulling met de Geest terwijl ze helemaal niet voorbereid zijn, terwijl ze niet aan de voor­waarden voldoen.

Ten derde. En dit is de ernstigste dwaling. Ze koppelen het spreken in tongen aan het vervuld zijn met de Geest. Het spreken in tongen is, in hun opvatting, het bewijs dat je vervuld bent. 

Als je niet in tongen spreekt dan ben je, in hun visie, nog niet vervuld (gedoo­pt) met de Geest. Dat maakt hun "tongengericht." In feite komt men, in de praktijk, niet om gebed voor de vervulling met Gods Geest, maar om de ervaring van het spreken in tongen.

 

Hierboven heb ik de klassieke pinksterleer over de doop in de Geest beschreven en beoor­deeld. Tegenwoordig heeft men in sommige pinkster en charismatische gemeenten deze leer iets aangepast. In plaats van te stellen dat iedere christen in tongen moet spreken stelt men nu dat iedere christen in tongen kan spreken. Dit klink vriendelijker, men spreekt dan ook over gematigd charismatisch, maar in feite is er niets veranderd. Men stelt nog steeds dat iedere christen die dat wil in tongen kan spreken. Men bidt nog steeds voor het ontvangen van de doop in de Geest met als resul­taat het spreken in tongen.

 

  ----------------------------------------

 

Eindnoten

 

(1) De meer spectaculaire geestesgaven zoals profetie, spreken in tongen, gaven van genezing, krachten

(2) Over de vervulling, en de voorwaarden voor de vervulling, zie hoofdstuk 6.

 



    [1]De meer spectaculaire geestesgaven zoals profetie, spreken in tongen, gaven van genezing, krachten.

    [2]Over de vervulling, en de voorwaarden voor de vervulling, zie hoofdstuk 6.

HOME
De serie over de Heilige Geest