24. Instellingen van de Heer, doop en avondmaal

 

24.1. De instellingen van de Heer

 

De doop en het avondmaal zijn door de Heer zelf ingesteld, vandaar dat ze "de instellingen des Heren" worden genoemd.

 

(1) De instelling van de doop

 

De opdracht tot dopen (b.v. Matth. 28:19).

De uitvoering, b.v. Hand. 2:41; 8:12; 10:47.48; 16:33; enzovoorts.

 

Voor uitleg over de doop, zie de bijbelstudie over de verlossing.

 

(2) De instelling van het avondmaal

 

1 Kor. 11:23-26

Mattheus 26:26-29

 

Het avondmaal wordt hierboven, in hoofdstuk 23, uitgebreid besproken.

24.2. Sacrament?

 

Sommige christenen[1] spreken over "de sacramenten", als ze spre­ken over de doop en het avondmaal.

 

Het woord sacrament komt in de bijbel niet voor. De term is afkomstig uit de heidense mysteriegodsdiensten en is later door de Rooms-katholieke Kerk overgenomen en toegepast op onder meer het avondmaal en de doop. De grote protestantse kerken hebben het woord behouden. Daar spreekt men nog steeds over sacramenten.

 

24.3. Wat is de werking van de instellingen van de Heer, van de sacramenten?

 

Wat is de uitwerking op degenen, die zich laten dopen en deelnemen aan het avondmaal?  Wat gebeurt er als er iemand wordt gedoopt of als het avond­maal wordt gehouden?

 

24.3.1. De bijbelse opvatting

 

Omdat het slechts symbolische handelingen zijn gaat er geen speciale werking van het deelnemen aan doop en avondmaal uit. Het bewerkt slechts datgene wat symbolische handelingen kunnen bewerken. Een andere werking hebben ze niet.

 

De doop is een uiterlijk getuigenis van wat er inwendig met je is gebeurd[2]. Je bent door het geloof in de Here Jezus wedergeboren en tot een nieuwe schepping geworden. Je hebt het oude leven afge­legd en het nieuwe leven aangedaan. Door je te laten dopen leg je daar getuigenis van af. Er gebeurt dus niets in je op het moment van de doop. Er is iets in je gebeurt en daarom laat je je dopen.

 

Het avondmaal wordt gehouden tot gedachtenis van de Here Jezus (1 Kor. 11:24,25). De bedoeling van het avondmaal is dat het onze gedachten telkens opnieuw richt op de Here Jezus, op zijn liefde voor ons, op zijn verzoenend sterven. Het avondmaal richt ons op de Heer zelf. Als je zo stilstaat bij de Here Jezus en alles wat Hij voor ons heeft gedaan, dan word je daardoor gezegend. In deze zin ontvang je door het avondmaal een zegen. Het avondmaal is ook een verkon­diging van de dood van de Here Jezus.

 

Het zijn dus symbolische handelingen, die geen kracht in zichzelf hebben. Ze beelden iets uit. Ze beelden een bepaalde realiteit uit. De doop beeldt het sterven en opstaan met Christus en de reiniging van de zonden uit. Het avondmaal beeldt het verzoe­nend sterven van de Here Jezus uit. Het eten en drinken van het avondmaal beeldt uit dat we door het geloof in de Here Jezus en in zijn verzoenend sterven, de vergeving van zonden en het eeuwige leven hebben ontvangen. Ze bewerken die realiteit niet in ons, ze getuigen slechts van een realiteit, die er reeds is. Ze herinneren de deelnemers aan die realiteit.

 

24.3.2. De magische visie

 

Doop en avondmaal worden gezien als rituelen, waar een bepaalde (genade)werking van uitgaat. Door de sacramenten wordt er een bepaalde bovennatuurlijke genade in je uitgegoten. Dit is geen bijbelse maar een magische visie. Als je bij magie/toverij de juiste woorden uitspreekt (de goede toverspreuk) en de juiste handelingen uitvoert, dan gebeurt er wat. Op dezelfde wijze kijkt men in deze visie aan tegen de doop en het avondmaal.

 

De Rooms-katholieke Kerk leert b.v. dat de waterdoop de weder­geboorte bewerkt[3]. Dus op het moment dat iemand het ritueel van de doop ondergaat bewerkt, in de visie van de Rooms-katholieke Kerk, de Geest van God in de dopeling, meestal een zuigeling, de wedergeboorte. De andere sacramenten bewerken, volgens de Rooms-katholieke Kerk, ook iets in degene die daar aan deelneemt.

Via de sacramenten ontvang je allerlei soorten ingegoten genaden.

 

24.4. Het belang van de sacramenten

 

De bijbel stelt ze niet centraal als het gaat om het behoud. Paulus zei zelfs: "ik ben niet gezonden om te dopen" (1 Kor. 1:17). De Rooms-katholieke Kerk stelt ze wel centraal. Het zijn in hun visie de kanalen, waarlangs de genade tot je komt.

 

24.5. Het rooms-katholieke sacramentele systeem

 

In de Rooms-katholieke Kerk staan de sacramenten centraal. Naast de doop en het avondmaal (de rooms-katholieken spreken over eucha­ristie) kennen de rooms-katholieken nog 5 sacramenten, waaronder de biecht. In de biecht belijd je je zonden aan een rooms-katholieke priester, waarna hij de absolutie (de vergeving der zonden) over je uitspreekt.

 

Voor het begrijpen van het rooms-katholieke sacramentele systeem is het van belang om te beseffen dat de Rooms-katholieke Kerk onderscheid maakt tussen doodzonden en dagelijkse zonden. Alleen doodzonden maken dat je verloren gaat. Wat precies een doodzonde is geeft de Rooms-katholieke Kerk aan.

 

Door de doop, zo beweert de Rooms-katholieke Kerk, ontvangen we de genade van de wedergeboorte en komen we, in wat genoemd wordt, de staat van genade[4]. We ontvangen op dat moment "heiligende genade." Via de waterdoop komen we dus op de weg naar de hemel. Door het begaan van doodzonden, die we na onze doop doen, vallen we uit die staat van genade. Maar door de biecht (door de absolutie van de priester) komen we weer terug in de staat van genade. Het komt er dus op aan dat je, als christen, geen doodzonden doet en dat je de doodzonden die je wel doet, met het juiste voorgeschreven berouw, belijdt aan een officiële priester, zodat je de absolutie ontvangt. Als je dat niet doet, haal je de hemel niet.

 

De Rooms-katholieke Kerk leert dan ook dat de sacramenten noodza­kelijk zijn voor het behoud. In "De Katechismus van de Katholieke Kerk" (pagina 258) staat: "De Kerk verklaart dat de sacramenten ... heilsnoodzakelijk zijn." Zonder gebruik van de sacramenten haal je, zo stelt men hier, de hemel niet.

 

Voor de genade ben je volledig afhankelijk van de priester. Want die alleen, zo leert de Rooms-katholieke Kerk, kan de sacramenten “bedienen”, die absoluut noodzakelijk zijn om behouden te kunnen worden. Er is dan ook geen directe vergeving van doodzonden. Je doodzon­den rechtstreeks aan Christus belijden, brengt volgens de Rooms-katholieke Kerk geen vergeving. Vergeving van doodzonden is alleen te verkrijgen via de priester en het "sacrament" van de biecht.

 

Buiten de Rooms-katholieke Kerk is er in principe geen behoudenis. Want alleen zij heeft priesters die, zo stelt men, op geldige wijze de sacramen­ten kunnen bedienen. De sacramenten zijn dus verbonden met het priesterschap. Door de inwijding tot het priesterschap te onder­gaan (die inwijding zelf is ook één van de rooms-katholieke sacramenten) wordt iemand priester. De ene priester wijdt zo de andere tot priester.

 

Het gevolg van deze valse leer over de sacramenten is dat een serieuze katholiek zijn hele leven bezig is om doodzonden te vermijden en als hij ze toch doet moet hij ze zo zou snel  moge­lijk belijden, biechten aan een priester. Zo is hij zijn hele leven aan het werken om behouden te worden. Of het hem allemaal gelukt is weet een katholiek overi­gens nooit. Een katholiek kan geen geloofszeker­heid hebben, hij kan niet zeker weten dat hij bij zijn sterven naar de hemel gaat.  

 

24.6. Het compromis van sommige reformatorische christenen

 

De reformatoren (de kerkhervormers uit de zestiende eeuw) hebben in de protestantse reformatie[5] heel wat van de onbijbelse gedach­ten over de sacramenten geschrapt. Toch zijn ze blijven hangen tussen het volledig onbijbelse systeem van de Rooms-katholieke Kerk en de eenvoudige bijbelse beteke­nis van de doop en het avond­maal.

 

Voor veel lutherse en calvinistische protestanten zijn de doop en het avondmaal nog steeds een soort genademiddel. Alleen nu niet meer heilsnoodzakelijk. En ze werken alleen, zo stellen ze, als ze met geloof worden gebruikt. Maar toch doet het nog wat in je. Er gaat, in hun visie, nog steeds een geheim­zinnige geloofs­versterkende werking van uit.

 

 

 

 

 

 

 



    [1]De “christelijke” Rooms-katholieke Kerk spreek zelfs over zeven sacramen­ten. Naast de doop en het avondmaal kent men nog 5 andere sacra­menten.

 [2]Voor een bespreking van de doop, zie de bijbelstudie over de verlossing.

 

    [3]De Bijbel stelt dat we wedergeboren worden door het woord van God (1 Petrus 1:21), door in geloof de Here Jezus aan te nemen (Johannes 1:12,13).

 [4]De bijbel stelt dat we wedergeboren worden door het geloof (Johannes 1:12,13), door het woord van God (1 Petrus 1:23). Voor een bespreking van de wedergeboorte, zie de bijbelstudie over de verlossing.

[5] Zie 15.2.1. voor uitleg over de protestantse Reformatie.