Buitenbijbelse openbaringen? Hier deugt iets niet!
Over
Choo Thomas,
Mary
K. Baxter en
Samuel Doctorian
door J.W. Embregts
Over het algemeen beschouwen we het als
een vast gegeven, dat de Bijbel het Woord van God is, en speciaal in evangelische
kringen gelooft men in de Bijbel 'van kaft‑tot‑kaft'. Dat is voor
de meesten een uitgemaakte zaak en de Bijbel wordt dan ook beschouwd als ons
enige toetsingsmiddel om daaraan standpunten van buiten de Bijbel te toetsen.
Buiten de Bijbel zijn er echter door alle
eeuwen heen talloze andere geschriften de wereld ingestuurd, die een
soortgelijke boodschap leken te brengen maar die nooit in de Bijbel terecht
zijn gekomen omdat ze door de kerken als niet‑echt werden beschouwd. Ze
werden voortaan gerangschikt onder de 'apocriefe geschriften'. De basis werd
voor het Oude Testament het boek dat in de Joodse wereld al in de eerste eeuw
van onze jaartelling was afgesloten en voor het Nieuwe Testament datgene wat
geschreven was door de mensen die Jezus nog persoonlijk hadden meegemaakt en
door Hem zijn onderwezen.
Wat moeten we nu aan met de boeken en
geschriften, die ons in deze tijd worden gepresenteerd en waarin met de nodige
overtuigingskracht wordt gesteld dat het openbaringen van God of van Jezus Zelf
zijn? Wat we moeten doen is: ze toetsen aan het enige toetsingsmiddel dat we
hebben: de Bijbel. Waar dingen anders worden gesteld dan in de Bijbel, of waar
dingen worden toegevoegd aan de Bijbel als ware het Woord van God, zullen we
moeten afwijzen of er minimaal heel voorzichtig mee zijn.
Zo kregen velen in ons land onlangs het
boek De hemel is zo echt van de Amerikaanse Choo Thomas (Uitgave
stichting De Heilbode, Vlissingen, 2005) toegestuurd. Ze beweert zonder blikken
of blozen: "De Here Jezus heeft me bij zeventien verschillende
gelegenheden, in mijn getransformeerde, geestelijke lichaam meegenomen naar de
hemel." Deze tochten naar de hemel beschrijft ze uitvoerig en voert
daarbij Jezus sprekende in.
Nu dunkt mij, dat iemand met enige
onderscheiding direct al roept: hier deugt iets niet. Ze heeft het over haar
getransformeerde lichaam en doelt hierbij op het lichaam dat gelovigen in Jezus
Christus bij de opname zullen krijgen. Het oude lichaam is er dan niet meer.
Zij heeft ze echter allebei tegelijk via 'uittredingen' uit haar aardse
lichaam. Dat we hierbij in een bedenkelijk esoterische hoek terechtkomen moge
duidelijk zijn.
Ook de ervaringen rondom deze
uittredingen roepen vragen op: 'toen de ontmoetingen met Jezus voor het eerst
begonnen, zag ik overal gezichten van demonen in mijn kamer (pag. 168)... bij
tijd en wijle was ik gedesoriënteerd (pag. 89)... ik was soms zo teleurgesteld
dat ik wel dood wilde gaan. Soms raakte ik zo leeg en uitgeput, dat ik alles
wel wilde opgeven van wat de Heer mij had beloofd (pag. 186)...' Een
merkwaardig verschijnsel is ook dat ze met een andere stem ging praten tijdens
de openbaringen: 'Een ongebruikelijke, onaardse stem rees op vanuit de diepte
van mijn geest. Dit verschijnsel ging meestal samen met de visioenen die de Heer
mij gaf' (pag. 99‑100). Op verscheidene plaatsen heeft ze het over die
stem.
Het esoterische karakter van de
openbaringen komt ook tot uiting in het feit dat ze bepaalde dingen verborgen
moet houden: 'God gaat je dingen laten zien, die je nooit aan iemand mag
vertellen (pag. 17) ...er zijn veel dingen in de hemel die ik gezien en gehoord
heb, waarvoor ik geen toestemming heb gekregen om die met anderen te delen'
(pag. 109).
Ook de 'tunnel‑ervaringen' zijn
opvallend. Ze spreekt verschillende malen van tunnels waar ze door gaat en zegt
daar zelf van: 'dat dit de tunnel moest zijn waar mensen die een bijna‑dood‑ervaring
hebben over spreken en haar beschrijven als de doorgang van dit leven naar het
volgende' (pag. 43). Ze vindt het zelf een beetje vreemd: 'Het bevreemdde mij
dat de hemel zulke donkere tunnels had' (pag. 63). Nu moeten we uiterst
voorzichtig zijn met 'tunnel‑ervaringen'. Ze zijn vooral bekend geworden
van het boek van Kübler‑Ross, waarin je al lezende de indruk krijgt dat
iedereen via die tunnel‑ervaringen in de hemel komt en dat bekering en
verlossing van je zonden door Jezus Christus niet nodig is. Maar het is ook
bekend dat Kübler‑Ross een occulte achtergrond heeft.
Choo ontleent haar volmacht aan een
profetie van Larry Randolph. Henk Bakker heeft het in zijn boek Ze hebben
lief, maar worden vervolgd ook over deze persoon (pag. 183 ev) en noemt
twee belangrijke misvattingen van Randolph: hij pretendeert God van aangezicht
tot aangezicht te hebben gezien en hij beweert dat hij twee afzonderlijke
Goden, twee afzonderlijke wezens, de Zoon en de Vader zag en veegt meteen de
vloer aan met de gelovigen in 'één‑Godheid'. Bovendien zegt hij dat de
kleur van God blauw is. Jezus schaart zich echter in het boek van Choo achter
Randolph: 'Wees er zeker van dat je de profetie van Pastor Randolph in dit boek
gebruikt'. Heeft Jezus de pretenties van Randolph over het hoofd gezien?
Choo weet ook heel veel over Jezus: 'ik
kan je zeggen dat Hij fors gebouwd is... zijn golvende haar heeft een scheiding
in het midden, een jonge man... zijn lengte is ongeveer 1.80 m. (pag. 13)...
Hij had zijde‑achtig wit haar' (pag. 20). Maar elders zegt ze: 'Zijn huid
was getint en zijn haar was donker en krullend' (pag. 173). Ze weet nog meer:
'Michaël is een heel knappe engel. Hij is ruim twee meter lang, weegt 150 kilo,
heeft blauwe ogen en blond haar' (pag. 181).
Ze beschrijft hoe zij de ontmoetingen met
Jezus (altijd 's nachts) telkens kreeg nadat zij 20 minuten tot een half uur
hevig had liggen schudden in haar bed. Je krijgt de indruk dat ze zich in een
soort trancetoestand werkte waarna ze uit haar lichaam trad en Jezus met haar
(geestelijke) lichaam op stap ging naar de hemel.
Van de hemel geeft ze heel concrete
beschrijvingen: ze ziet daar herenhuizen en kastelen ('voor mijn speciale
kinderen' - van wie zij zelf in feite de eerste plaats inneemt) met glas‑in‑lood
ramen, marmeren vloeren, kleedkamers met inloopkasten, kleurige tapijten,
deurknoppen van goud, roodpurperen stoelen, rode draperieën, badkamers met
zilveren badkuipen, zilveren slaapkamermeubels, maar we hebben ook nog
'vakantiehuizen in de hemel' (pag. 115). De lezer mag zelf beoordelen in
hoeverre dit klopt met de Bijbelse gegevens.
Maar er is meer in de hemel: dieren van
allerlei soorten, want mensen hebben 'hun knuffeldieren in de hemel... waar
zowel mensen als dieren nooit meer pijn, moeite, lijden of dood zullen ervaren
tot in eeuwigheid' (pag. 71). Ze noemt dan ook: koeien, duiven, allerlei
soorten vis. Welke implicaties dit heeft is wel iets om over na te denken:
dieren die eeuwig leven; zijn die dan ook bekeerd en verlost door het bloed van
Jezus?
Er zijn ook bootjes om mee te varen,
kennelijk met motoren, want ze komen in beweging door op een knop te drukken
(pag. 120) en Jezus bakt een visje voor haar in een zilveren oven door een knop
aan de zijkant in te drukken (pag. 111). Magnetrons in de hemel?
Al lezende krijg je de indruk dat de
schrijfster (maar eigenlijk Jezus!) de zegeningen van het duizendjarig rijk
verwart met de zegeningen van de hemel. De 'echte' hemel die zij beschrijft
komt over als de beschrijving van een groot toeristendorp en haalt niet bij de
stralende beschrijving van het Nieuwe Jeruzalem, dat Johannes ziet neerdalen
uit de hemel.
Bovendien schept Choo nog een soort
tussenklasse van gelovigen, die te goed zijn voor de hel maar te slecht voor de
hemel. Die zijn veroordeeld 'te moeten ronddolen in de valleien van de hemel...
die valleien zijn gemaakt voor hen die niet heilig genoeg zijn om in Zijn
Koninkrijk binnen te gaan (pag. 253) ...Hij wil dat we wandelen in
overeenstemming met Zijn Woord. Zij die dit niet doen, zo heeft de Heer mij
herhaaldelijk getoond, zullen aan de rand van de hemel verkeren, maar nooit
werkelijk binnengaan in de vreugde van de Heer' (pag. 146).
De vraag dringt zich steeds sterker op:
welke Jezus is hier eigenlijk aan het woord? De echte Jezus zal immers nooit
iets zeggen dat in strijd is met Zijn eigen Woord! Choo heeft daar wel een
antwoord op: 'Ze zullen zeggen: "Het staat niet in de Bijbel". De
waarheid is echter, dat de meeste dingen die God mij getoond heeft, wél in de
bijbel staan... Ik geloof ook dat de Heer wil dat zijn volk weet dat er veel
wonderbare dingen in de hemel zijn, die niet in Zijn Woord zijn opgetekend'
(pag. 151).
Het hele boek komt over als een ego‑trip
van de schrijfster. Ze laat zich (want ze schrijft het allemaal zelf) door
Jezus ophemelen als een eindtijd‑profetes, die met kop en schouder boven
andere gelovigen uitsteekt en zo zeer de eerste plaats inneemt dat ze kan
zeggen: 'Hij nam mij mee naar zijn troon en zei me op een stoel naast Hem te
gaan zitten (pag. 78)... Hierna toonde Hij mij de hele oceaan en de wereld en
Hij zei: De wereld is van jou' (pag. 179). Vandaar dat ze kon zeggen: 'Ik heb
het gevoel dat de Heer zich bij mij erg op zijn gemak voelde' (pag. 112). Ze
had dan ook zo veel pret met Jezus 'dat ik af en toe dubbel sloeg van het
lachen' (pag. 120). Over dat lachen heeft ze het meer en noemt dat dan de 'gave
van het lachen' (pag. 35). De Bijbel kent echter geen 'gave van het lachen'. De
Bijbelteksten die ze erbij aanhaalt slaan op gewoon lachen.
Geen wonder dat Choo vindt dat ze een
unieke geestelijke persoonlijkheid is. Ze laat dan ook in het boek merken zich
niets aan te trekken van voorgangers, die haar vermanen en verstoort
herhaaldelijk kerkdiensten om haar 'openbaringen' kwijt te kunnen, die zich
voornamelijk uiten door het 'dansen in de geest'.
Bepaald griezelig wordt het in het
hoofdstuk 'speciale zalvingen', waarin zij zelf op alle plaatsen van haar
lichaam gezalfd wordt door Jezus: ik 'heb gezien dat Hij in totaal 85 flesjes
zalfolie over mij heeft uitgegoten' (pag. 170)... werd mijn fysieke lichaam
donker en koud... Bij andere gelegenheden werd mijn hele lichaam onzichtbaar...
Hij ademde Zijn adem in mijn mond en neus... zijn ogen schoten vlammen in mijn
ogen... tijdens sommige sessies tilde de Heer mijn lichaam op en liet het dan
weer zakken...' (pag. 171). En wat moeten we denken van het volgende: 'Hij
maakte dat mijn lichaam knielde en weer opstond, met intervallen van zeven
keer, opnieuw en opnieuw... werd mij gevraagd twee uur lang te staan...
Drieëndertig keer ontsloot Hij de verschillende delen van mijn lichaam...
Sommige van mijn 'lichaams‑sloten' moesten zeven keer 'ontsloten' worden
tijdens elke sessie' (pag. 174). Het hele hoofdstuk komt verward‑mystiek
over.
In haar boek beveelt zij een ander boek
met buitenbijbelse openbaringen aan: dat van Mary K. Baxter: Een goddelijke
openbaring over de hel (Gazon Uitgeverij, Den Haag), een boek dat ook in Nederland
circuleert en dat ik zelf al een paar keer heb moeten weghalen bij mensen die
er de zenuwen van kregen en 's nachts niet meer konden slapen.
Choo zegt over dat boek: 'k geloof haar
boek voor de volle honderd procent, want het is zo bijbels. Hij (de Heer) zei:
Het is belangrijk voor iedereen om Mary's boek te lezen'.
Mary Baxter specialiseert zich op de hel
en voelt zich door Jezus Zelf geautoriseerd: 'Je ziel zal uit je lichaam
genomen worden door Mij, de Here Jezus Christus, en overgebracht worden naar de
hel' (pag. 9). Het boek staat vol met de meest gruwelijke beschrijvingen van
martelingen door demonen die daarin een duivels genoegen hebben en die de
ongelovig gestorvenen voor eeuwig in de hel aan het folteren zijn. Net als bij
Choo vinden de meeste ervaringen van Baxter 's nachts plaats.
Ook hier moeten we toetsen aan het Woord.
Jezus zei volgens haar: 'De hel heeft een lichaam (zoals een menselijke vorm).
Het lichaam ligt op zijn rug in het centrum van de aarde. De hel is dus gevormd
als een menselijk lichaam - buitengewoon groot en uitgestrekt, met vele
folterkamers... Op de grote oordeelsdag zullen de dood en de hel in de poel van
vuur geworpen worden; dat zal de tweede dood zijn' (pag. 30). Vervolgens
beschrijft ze zeer gedetailleerd het linkerbeen, het rechterbeen, de buik (20
km hoog en 4 km in de rondte - 'Jezus gaf mij de juiste maten' - met
cellenblokken van 27.350 meter hoog), het hart, de rechterarm, de linkerarm,
het centrum, de kaken van de hel. Ook beschrijft ze schijfvormige voorwerpen
die sprekend lijken op UFO's (pag. 102, 108‑109). Er staan nog veel meer
wonderlijke details in het boek.
Van dit alles is er niets in de Bijbel te
vinden en we moeten hier toch serieuze vragen over stellen. Zijn het
verzinsels, fantasie? Uit welke koker komen dit soort openbaringen?
Bovendien is het boek niet overal
duidelijk. Je krijgt de indruk dat de schrijfster (maar in feite Jezus!) de
Hades en de hel met elkaar verwart, daarbij wellicht gehinderd door het feit
dat in de Bijbelvertalingen vaak 'Hades' door 'hel' is vertaald. Maar dat zou
Jezus toch ook moeten weten! Bovendien staat het er niet letterlijk, maar je
krijgt hier en daar ook de indruk dat er ergens een einde komt aan de
hellestraf, doordat alles tenslotte vernietigd wordt.
Het is een akelig boek om te lezen, door
de schrijfster bedoeld om ongelovigen de angst in te jagen om zo tot geloof in
Christus te komen. Maar het valt te betwijfelen of het op deze manier werkt.
Bij zowel Choo als Baxter valt het op dat
beiden zeggen de openbaringen eerst gekregen te hebben, en dat ze pas daarna
begonnen zijn de Schriftverwijzingen erbij te zoeken. Choo zegt zelfs
letterlijk: 'Op dat moment kende ik de Bijbel niet goed genoeg' (pag. 185.) Dat
lijkt me een uiterst zwakke basis om dan namens God openbaringen de wereld in
te sturen.
Tenslotte wil ik de aandacht vestigen op
de openbaringen van Samuel Doctorian, zoals die in april 2005 nog uitgebreid in
het blad Uitdaging werden afgedrukt. Opnieuw zijn het openbaringen die
's nachts ontvangen werden en dat is toch wel opvallend. Waarom verkiest de
Heer steeds de duisternis om dingen te openbaren?
Doctorian ziet de 'vijf engelen van de
continenten', een gegeven dat we in de Bijbel niet tegenkomen. Doctorian is,
opvallende genoeg, op Patmos, maar krijgt daar, naar het lijkt, veel meer over
de continenten te zien dan Johannes vóór hem gezien heeft. Dit zijn dus
nadrukkelijk buitenbijbelse openbaringen.
Hij ontving ze op 20 juni 1998, nu 7,5
jaar geleden, dus de vraag is wat er al van vervuld is. Hij heeft het onder
anderen over: duizenden mensen zullen gelijktijdig engelen zien... Australië
zal gedeeld worden, grote delen zullen in de oceaan ondergaan.. nucleaire
wapens zullen in Azië worden ingezet... Er zal geen Verenigde Naties meer
zijn... Ik zag in mijn geest de Eifeltoren in Parijs instorten... de grote stad
Londen in de vernietiging... een aardbeving over heel Europa... een groot deel
van Duitsland zal vernietigd worden... de Nijl zal opdrogen... de
wolkenkrabbers van New York storten in, de Atlantische en de Grote Oceaan
zullen zich verenigen... Grote steden in Brazilië worden vernietigd. Dit zal
zeer binnenkort geschieden, maar: 'het begint in Zwitserland'.
Je zou kunnen zeggen: dat lijkt deels
vervuld te zijn in de tsunami's en de aanslag op het World Trade Centre in New
York, maar het merkwaardige is, dat Doctorian daar niet van wil weten. Het zou
wel het startschot geweest kunnen zijn. Maar de start is na die 7,5 jaar toch
nog niet goed te herkennen. De meeste boodschappen gaan over aardbevingen,
overstromingen, hongersnoden met weinig toegevoegde waarde aan wat de Bijbel er
over geeft.
De engelen hebben boodschappen voor de
continenten, maar de vraag is, wat de zin er van is, want de continenten lezen
de boodschappen van Doctorian niet, tenzij misschien enkele mensen die
toevallig een blad lezen waarin ze zijn afgedrukt. Opnieuw lijkt het er op dat
het alleen de bedoeling heeft om indruk te maken en om angst aan te jagen.
Terwijl de boodschap van het Woord van God voor zijn kinderen van er niet één
is van angst, maar van hoop: 'wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt
u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij' (Lukas 21:28).
Terugkomend op apocriefe boeken zoals
genoemd in de aanhef van dit artikel: als de bovengenoemde geschriften zouden
zijn geschreven in de eerste eeuwen van onze jaartelling zouden ze
onherroepelijk geschaard zijn geweest onder de apocriefe boeken. Zou in deze
tijd 'moderne apocriefen' een goede benaming zijn?
(De auteur was gedurende veertig jaar pinkstervoorganger
in Hoogvliet en is auteur van diverse boeken, waaronder Geen uitstel meer,
Daniël, visie op de toekomst en recentelijk Dag noch uur, de
vergeefse zoektocht naar de einddatum.)