W.J.Ouweneel heeft met name in de jaren negentig van de vorige eeuw allerlei uitgangspunten van het evangelisch denken ondermijnd of verworpen.

 

(1) Hij verwerpt onder meer de klassieke opvatting van het dogma als een bijbelse waarheid.

 

De opvatting van het dogma als een samenvatting van de leer van de bijbel op een bepaald punt.

 

Hij vindt de idee dat in het dogma de Schrift wordt nagesproken "door en door naďef" (1). Hij heeft door zijn studie van de Wijsbegeerte der Wetsidee en door zijn aanvaarding van allerlei postmoderne theorieën "ont­dekt" dat het allemaal niet zo simpel ligt.

 

Achter de idee dat het dogma een bijbelse waarheid weergeeft zit een bepaalde visie op (religieuze) taal, op waarheid, op de werkelijkheid en op de mogelijkheden van het menselijk verstand. Onder meer de overtui­ging dat je met menselijke taal ware (dat wil zeggen met de werkelijkheid overeenkomende) uitspraken over de zichtbare en de onzichtbare werkelijkheid kan doen. En de overtuiging dat we, in afhankelijk­heid van de Heilige Geest, met ons verstand de bijbel juist kunnen interpreteren en dat we zo de door God bedoelde beteke­nis van de bijbelteksten en ook de gezonde bijbelse leer met zekerheid kunnen ontdek­ken.

 

Ouweneel en andere moderne evangelicals twijfelen aan de hierbo­ven weergegeven vooronderstellingen. Als je dat soort dingen gelooft dan ben je in hun ogen besmet door het rationalistische/positivistische verlichtingsdenken (2). Achter hun kritiek zit een andere visie op waarheid, op het verband tussen taal en werkelijkheid, en op de betrouwbaarheid van het menselijke redeneervermogen.

(2) Hij is bewust bezig geweest met het omturnen

 

Ouweneel is bewust bezig geweest om de evangelische, reformatorische wereld om te turnen.

 

Ik citeer Ouweneel: "De tragiek van het inerrantisme is dat het niet inziet dat het  behept is met hetzelfde sciëntisme, en met een scholastiek dualisme, dus -ismen die niet van bijbelse maar van seculiere oorsprong zijn. Een belangrijke taak voor de schriftgetrouwe theologie en filoso­fie van vandaag lijkt me, dit soort valse  wijsgerige wortels  ook binnen de orthodoxie nu eens te ontmaskeren (3)"

 

Het 'licht' is bij Ouweneel opgegaan. Hij ziet nu in dat de traditionele schriftvisie en de traditionele visie op dogma voor een belangrijk deel op het verlichtingsdenken zijn gebaseerd. En hij ziet het als zijn taak (hij rekent zich immers tot de in het citaat genoemde schriftgetrouwe theologen) om dat soort wijsgeri­ge wortels "nu eens te gaan ontmaskeren". Hij is al vele jaren bezig om zijn nieuwe visie op theologie en dogma met de daarachter liggende visie op taal, waarheid, werke­lijkheid en rationa­liteit uit te dragen. Hij roept op tot een zuivering van de traditionele schriftvisie van rationa­lisme (4). In dat verband heeft hij het zelfs over een nieuwe schriftvisie. Hij roept op tot een herbezinning op theolo­gie (5). In zijn lezingen in "het gezag van de bijbel" en in zijn andere geschriften en in zijn onderwijs doet hij een voortdurende en massieve aanval op de klassieke visie op het dogma. (Voor een uitgebreide bespreking van dit punt, klik hier)

 

(3) Hij heeft ook allerlei andere standpunten die de gemeente beschermen tegen postmodernisme en mystiek uitgehold of verworpen.

 

Zie met name hoofdstuk 3 van de studie “De gevaarlijkste aanval op het bijbelse christendom, de mystieke visie op religie”.

 

 

NOTEN

 

(1) De boodschap en de kloof, p. 57, A. G. Knevel, 1997,   uitgave EO

(2) Zie voor een verder bespreking van dit punt appendix A. van de studie “Wat is er aan de hand in de evangelische wereld”, In andere studies ben ik dieper op deze zaak in gegaan. Zie:"De invloed van postmodernisme, barthianisme en de wijsbegeerte der wetsidee op de theologische standpunten van W.J. Ouweneel." "W.J. Ouweneel over inerrantisme en de onfeilbaarheid van de bijbel".

(3) Het gezag van de bijbel, p. 87.

(4) Boodschap en de kloof, p. 64.

(5) Boodschap en de kloof, p. 57.

 

HOME

W.J. Ouweneel dossier