Het hart van de
neo-evangelische beweging
Door
David Cloud. Vertaling van zijn preek "The heart of
neo-evangelicalism"
Mijn eerste ontmoeting met
neo-evangelicals
Toen
wij in 1979 voor de start van ons zendingswerk in Zuid Azie aankwamen wist
ik bijna niets over de neo-evangelicals.
Ik had er geen idee van dat ik al snel een spoedcursus over het onderwerp zou
krijgen.
Door
mijn onwetendheid en gebrek aan ervaring had ik de indruk dat de
neo-evangelische beweging beperkt was tot de Verenigde Staten. Ik wist wel dat
gelovigen uit andere delen van de wereld samenwerkten met neo-evangelische
organisaties, maar ik dacht dat die gelovigen niet noodzakelijkerwijs zouden
zijn geinfecteerd met de mentaliteit en gedachten van de neo-evangelicals, met
hun geest van compromis en dwaling. Ik bleek het volledig mis te hebben.
Tijdens
ons eerst jaar in Nepal werd ik uitgenodigd door de nationale Campus Crusade
for Christ organisatie om te preken in een illegale evangelisatiebijeenkomst.
Evangelisatie werk was in die tijd verboden in Nepal. Ik predikte het evangelie
daarbij gebruikte ik het boek Romeinen als grote lijn. Ik begon met de zonde
van de mens en met Gods heiligheid en oordeel en ik eindigde met Gods liefde en
genade door Jezus Christus. Ik begon zoals Paulus in de Romeinen begon in zijn
uitleg van het evangelie en ik eindigde waar Paulus eindigde. Na de dienst
namen de leiders met apart en vertelden me dat mijn prediking 'te negatief'
was.
Dit
had ik wellicht kunnen verwachten want de 'Vier Geestelijke Wetten', waar mee
Campus Crusade het evangelie gewoon was uit te leggen, beginnen met een
positieve gedachte: "God heeft u lief en heeft een wonderbaar plan met uw
leven."
Toch
was dit de eerste keer dat ik direct te maken had met christenen die bewust de
negatieve onderdelen van het bijbelse christelijke geloof hadden verworpen en
die er naar streefden om alles 'positief' te presenteren. En ik was geschokt
door hun brutale minachting voor de Schrift.
Ik
besprak met de leiders die me apart hadden genomen een aantal bijbelgedeelten
die laten zien dat de apostelen de mensen op een zeer 'negatieve' wijze
benaderden, want ze spraken eerst over de zonde van de mensen en over Gods
heiligheid voordat ze over Gods liefde en genade spraken. Maar ze bleven
onwankelbaar op hun standpunt staan dat het 'te negatief' is om vandaag op
dezelfde wijze te prediken. Niets van wat ik hen toonde uit de Schrift scheen
ook maar enige invloed op hen te hebben.
Na
enkele maanden werd ik uitgenodigd door de leiders van de 'Nepal Christian
Fellowship' om te spreken op een aantal bijbelstudie bijeenkomsten. (Het hoofd
van de Fellowship was ook het hoofd van Campus Crusade for Christ in Nepal) Ik
nam als onderwerp het bijbelse onderwijs over 'afscheiding'. Het bleek een 'hot
item' te zijn, een actueel onderwerp wat veel reacties gaf.
Ik
wist dat de Jezuieten in die streek een sterk bruggehoofd hadden en dat sommige
niet-katholieke gelovigen nauwe gemeenschap met hen hadden. Ik beschreef
nauwkeurig de afval van de Rooms-katholieke Kerk en legde uit wat de bijbel
zegt over afscheiding van valse leer en valse leraren. De reactie kwam snel en
hevig. Toen ik mijn bijbel sloot stond een vrouwelijk zendeling op. Ze werkte
bij de 'United Mission to Nepal.'' en gaf les op een meisjesschool. Ze riep op
luide toon: "Je gaat met toch niet vertellen dat ik geen gemeenschap kan
hebben met mijn rooms-katholieke vrienden! Ik ga met hen naar de mis en zij
gaan met mij naar mijn kerk en ik zie daar niets verkeerds in!"
Alhoewel
er een serie bijbelstudies was gepland waarin ik zou spreken was de eerste
spreekbeurt gelijk de laatste.
Hierna
werd ik uitgenodigd door dezelfde Fellowship om te spreken voor een groep
Nepalese voorgangers. Mij werd gezegd dat zij weinig Bijbelse onderwijs hadden
gehad en dat ze elke hulp konden gebruiken die ik hun kon geven. Vanuit
verschillende delen van het land kwamen ze naar de hoofdstad voor deze
samenkomsten.
Ik
besloot het boek Titus te gebruiken als schema, omdat het handelt over de
praktische zaken uit het gemeenteleven. Het leek mij de ideale plaats om het
onderwijs te beginnen. Titus kreeg instruktie van de apostel Paulus opdat
"gij, Titus, in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering behoefde, en
dat gij … in alle steden .. oudsten
zoudt aanstellen" (Titus 1:5).
Dit
was precies wat nodig was op dat moment. Er waren een aantal kleine worstelende
huisgemeenten.
Ik
begon waar Paulus start in hoofdstuk één van de brief aan Titus, met Gods
standaard voor gemeenteleiders, gevolgd door uitleg over hoe op te treden tegen
misleiders en ijdele praters, tegen valse leraren (Titus 1:6-16). Mijn
'negatieve' prediking bleek opnieuw een gevoelig onderwerp te zijn.
Eén
van de mannen die de samenkomsten bezochten was afkomstig uit Oost Nepal, hij
werd beschouwd als de voornaamste herder van een aantal huisgemeenten die
verspreid waren over die gehele streek. Na de eerste samenkomst vertelde hij
enthousiast dat mijn onderwijs zo prachtig was. Na elke samenkomst kwam hij naar me toe. Hij schudde opgewekt
mijn hand en vertelde me wat een geweldige hulp de samenkomsten voor hem waren.
Mijn bediening werd gewaardeerd! Mijn gaven werden herkend. Ik bereikte de
harten.
Wat
werd ik bedrogen. Ik ontdekte al spoedig dat juist deze man in ongehoorzaamheid
leefde aan het Woord van God, en wel in precies de dingen die we in de
samenkomsten doornamen. Hij had drie vrouwen. Niet twee, maar drie. "en
dag gij zoudt aantstellen mannen … die één vrouw hebben" (Titus 1:6)
Hij
leefde met de jongste vrouw (wat een toeval, is het niet?) op het terrein van
zijn hoofdgemeente in een stad in de nabijheid van de grens met India. De twee
oudere vrouwen leefden met hun kinderen op twee andere boerderijen die hij
bezat. Hij bezocht hen van tijd tot tijd. Hij had, zo ontdekte ik, ook een zwak
getuigenis op het gebied van geldzaken en bezittingen.
Toen
ik hem confronteerde met deze zaak en ik hem waarschuwde dat hij niet voldeed
aan Gods standaard voor herder (oudste, voorganger), was hij zeer ontmoedigd.
Tijdens de volgende samenkomst stond hij op. Hij richtte zich tot de aanwezige
mannen en vertelde dat hij een visioen van God gehad, althans zo veronderstelde
hij. In het visioen had God hem opdracht gegeven om te 'preken voor mijn
schapen'.
Ik
legde uit dat hij kon preken en de Heer dienen op bepaalde manieren, maar dat
hij niet voldeed aan de vereisten waar een oudste (voorganger) aan moet
voldoen. Ik wees er ook op dat God de richtlijnen uit zijn eigen woord niet zou
tegenspreken door een visioen. Hij weigerde om te luisteren, en de leider van
Campus Crusade for Christ en anderen moedigden de man aan om NIET af te treden
als pastor. Ze bleven het grootste deel van die avond bij hem, ze spraken tot
hem en moedigden hem aan om het duidelijk onderwijs van de Schrift niet te
gehoorzamen.
Daarna
ben ik nooit meer uitgenodigd als spreker voor evangelische samenkomsten in
Nepal. Ik was nog maar een jaar in het land en mijn carriere als populaire
spreker was voorbij. Prijst de Heer voor Zijn genade en goedheid die Hij bewees
aan een jonge onervaren zendeling. Ik had geleerd dat als je strict aan het
woord van God wilt vasthouden je 'te negatief bent' voor de neo-evangelische
kudde.
Sinds
die tijd heb ik de neo-evangelicale beweging intensief bestudeerd. Ik ontdekte
dat het de momenteel de meest dominante vorm van het christendom is, afgezien
van rooms-katholicisme, vrijzinnigheid en de sekten.
< name="Het">Het hart van het
neo-evangelicalisme
Het
hart van het neo-evangelicalisme is dit: Het is de verwerping van de negatieve
aspekten van het bijbelse christendom.
Dit
is wat zo veel mensen in verwarring brengt. Zij horen Chuck Colson of Chuck
Swindol of Billy Graham of Louis Palau of Jack van Impe en ze zeggen:
"Alles wat hij zei was goed, Ik heb niets gehoord dat onschriftuurlijk
is." Dat is vaak inderdaad zo. Het hoofdprobleem met het
neo-evangelicalisme is niet zo zeer dat het fout is wat het leert, het is
veeleer wat het weigert te preken.
De
neo-evangelical zal NIET duidelijk tegen zonde preken. Hij zal zich NIET
afscheiden van valse leer en valse leraren. Hij zal valse leraren niet
aanwijzen en ontmaskeren. Hij heeft dit soort 'negativisme' verworpen, dit doet
hij alhoewel dit wel een onderdeel is van de volledige raad van God. Overweeg
de volgende voorbeelden. We zullen beginnen met enkele uitspraken van Billy
Graham, een van de vaders van de neo-evangelische beweging:
Ik
geef hieronder eerst het letterlijke Engelse citaat en daarna de vertaling
"I am far more tolerant of other kinds of
Christians than I once was. My contact with Catholic, Lutheran and other
leaders-people far removed form my own Southern Baptist tradition- has helped
me, hopefully, to move in the right direction" (Bill Graham, "Ik
Can't Play God An More," McGall's magazin, Jan. 1978).
Ik
ben veel toleranter tegenover andere soorten christenen dan Ik eens was. Mijn
contact met katholieke, lutherse en andere leiders- mensen die ver verwijderd
zijn van mijn eigen Southern Baptist traditie- hebben me hopelijk geholpen om
in de juiste richting te bewegen"
Let
op het woord 'tolerant'. Dit is een sleutel tot het verstaan het
Neo-evangelicalisme.
Vrienden.
Het is absoluut onmogelijk om tolerant te zijn op de manier waar Graham over
spreekt en tegelijkertijd trouw te zijn aan het Woord van God. God is niet
tolerant tegenover zonden en valse leer. Hoe kunnen dan zijn dienstknechten
denken dat ze wel tolerant tegenover deze dingen kunnen zijn en tegelijkertijd
Hem behagen? Zie welk een verwarring blijkt uit het volgende citaat van:
Question
"In your book you speak of 'false
profets.' You say it is the''fulltime effort of many intellectuals to
circumvent God's plan and you make a quotation from Paul Tillich. Do you consider Paul Tillich
a false prophet?"
Answer
"I
have made it a practice not to pass jugdment on other glergyman"
Question
"Do
you think that churches such as the United Church of Canada and the great
liberal churches of the United States that are active in the ecumenicel
movement .. are 'apostate'?"
Answer
"I
could not possibly pass this type of judgment on individual churches and
clergymen within The United Church of Canada .. Our Evangelistic Association is
not concerned to passs jugdment-favorable or adverse-on anay particular
denomination''
(Billy
Graham answers 26 provactive Question,"
United
Church Observer, July 1, 1966)
In
dit interview zien we een ander kenmerk van de neo-evangelicale beweging. De
neo-evangelical zal in zeer algemene zin waarschuwen tegen valse leringen, maar
hij weigert de valse leraren duidelijk aan te wijzen. De toehoorders binnen
evangelicale kring worden daarom niet op een concrete manier tegen valse leer
beschermd. Hen wordt niet verteld wat de dwaling is en wie deze leert. Daar
komt nog bij dat de neo-evangelicals zonder beperking valse leraren citeren en
gemeenschap met hen hebben. Daardoor geven ze het signaal dat de valse leraren
oprechte en ware broeders in Christus zijn.
Hieronder
volgt een citaat van Warren Wiersbie
"Quite
frankly, my Brother, I wish some of the bretheren would take off their boxing
gloves and pick up a towel. Perhaps if people began tot wash on another's feet,
there might me more love and unity (Warren Wiersbie, letter to D.W. Cloud, May
23, 1986).
"Ik
wil het duidelijk zeggen, mijn broeder, ik zou graag willen dat sommige van de
broeders hun bokshandschoenen af zouden doen en een handdoek oppakken. Als
mensen beginnen om elkanders voeten te wassen zou er misschien meer liefde en
eenheid zijn."
Ik
had dr. Wiersbe geschreven en hem gevraagd waarom hij verbonden was met
Christianity Today (Hij was toen mede uitgever van het blad) en andere
neo-evangelische organisaties. En waarom hij weigerde om zich duidelijk uit te
spreken tegen zaken als het rooms-katholicisme en vrijzinnigheid. Hij
antwoordde met het hierboven aangehaalde citaat. Natuurlijk moeten we onze
bokshandschoenen uitdoen als we alleen vechten uit zelfbelang of voor een
lievelingszaak die geen deel is van het woord van God, of als we strijden uit
een vleselijk genoegen in ruzie en discussie en als we allen maar problemen
veroorzaken overal waar we gaan. Maar Wiersbie gaf zijn advies in verband met
belangrijke zaken, waar het de fundamenten van het geloof raakt. Ook dan
weigert hij te strijden voor het geloof (Judas :3,4). Als er ooit een tijd is
geweest waarin het nodig is om de handschoenen aan te doen en ernstig te strijden
voor het geloof dan is het nu wel.
Hieronder
volgt een citat
"That's
the wrong spirit- AVOID the liberal! I love to be with liberals, especially if
they are willing to be thaught, much more than with hardbooiled Fundamentals
who have all the answers …. Evangelicals should seek to build bridges"
(Stephen
Olford, geciteeerd door Dennis Cosetella, "Amsterdam' '86: Using
Evangelism to Promot Ecumenism," Foudantion, July-august 1986).
"Dat
is de verkeerde geest - VERMIJD de vrijzinnige! Ik houd er van om met
vrijzinnigen om te gaan, speciaal als ze bereid zijn om onderwezen te worden.
Ik houd meer van hun gezelschap dan van het gezelschap van hardgekookte
fundamentalisten die denken alle antwoorden te hebben … Evangelicals zouden
moeten proberen om bruggen te bouwen."
Dennis
costella van de Fundamental Evangelistic Association woonde de Billy Graham
Amsterdam '86 conferentie bij als journalist en daar hoorde hij Stephan Olford
spreken. Costella merkte op dat Olford een krachtige boodschap over de
autoriteit van de Schrift uitsprak en in de toespraak had hij gewezen op het
gevaar van modernisme, vrijzinnigheid en hij had de toehoorders in algemene zin
er op gewezen daar voor op te passen.
Costella
had later de mogelijkheid om Olford vragen te stellen. Hij vroeg: "U hebt
in uw toespraak de gevaren van de vrijzinnigheid benadrukt en hoe dit de
evangelisten en hun bediening kan ruineren. Wat wordt op deze conferentie
gedaan om de evangelisten toe te rusten zodat ze vrijzinnigheid en een
vrijzinnige kunnen herkennen zodat hij, als hij straks weer thuis is hen kan
vermijden. Olford antwoordde met het hierboven gegeven citaat.
Opnieuw
zien we de voor de neo-eangelicals kenmerkende weigering om specifieke valse
leringen en leraars aan te wijzen. Ze waarschuwen in algemene zin tegen valse
leer maar ze weigeren om de duidelijke richtlijnen van de bijbel betreffende
onze houding tegenover valse leraren toe te passen.
De
waarheid is dat de neo-evangelical veel bezorgder is over fundamentalisme dan
hij is over vrijzinnigheid of rooms-katholicisme of welke vorm van afval dan
ook.
"Op
Fuller worden we gekenmerkt door balans. We zijn een instituut dat uitgaat van
"zowel het een als het ander" en niet "of dit of dat'. Ons
streven is om zowel Evangelisch als oecumenisch te zijn … (David Allan Hybbard,
President, Fuller Theological Seminary, Christianity Today, Febr. 3, 1989, p.
71)
Wat
een dubbelzinnigheid. Een 'zowel het een als het ander' christendom is
onbijbels als maar mogelijk is, en toch is het dit waar de neo-evangelical naar
streeft en in roemt.