Hieronder volg een bespreking van de vraag of God al of
niet dwingt. Het is een onderdeel van een rapport dat ik indertijd voor de raad
van mijn toenmalige gemeente heb geschreven.
Enkele van de oudsten brengen de valse leer
"dat God niet dwingt"
Ter illustratie
van de doorwerking van deze onbijbelse leer het volgende. Niet lang geleden
legde ik tijdens de basisbijbelstudie uit wat de bijbel zegt over de bekering.
Naar aanleiding van de tekst Lucas 3:8 stelde ik dat uit de werken blijkt of
iemands bekering echt is. Het is net zoals bij geloof. Zonder werken is het
geloof dood (Jakobus 2). Als een bekering niet wordt gevolgd
door een begin van gehoorzaamheid en omkering dan is het maar zeer de vraag of
de bekering echt is. Spontaan zei één
van de aanwezigen "Dat heb ik enkele oudsten wel anders horen vertellen,
die zeggen dat God niet dwingt".
Wat zegt de
bijbel over deze stelling?
Het is waar dat
God geduldig (lankmoedig) is. Hij houdt
rekening met onze zwakheden. Hij jaagt ons niet op. En als Hij iets moeilijks
vraagt wil Hij het hart vrijmaken. Maar Hij accepteert geen ongehoorzaamheid.
(1) Het geval van
Jona. Als dat geen dwingen is, wat is het dan?
God droeg de
profeet Jona op om in Ninevé het oordeel aan te gaan kondigen. Jona wilde niet.
Daarop tuchtigde God hem totdat hij tot inkeer kwam. Waarna hij alsnog God
gehoorzaamde. Was Gods opdracht vrijblijvend? Zeker niet.
(2) Jezus accepteert
geen ongehoorzaamheid
De Here Jezus zei
tegen mensen die Hem Heer noemden (die Hem als Heer beleden) dat ze zijn naam
niet in hun mond moesten nemen als ze niet van plan waren om hem te
gehoorzamen.
"Wat noemt
gij mij Here, Here en doet niet hetgeen Ik zeg" (Lucas 6:46)
Als je Jezus Heer
noemt, dan moet je Hem ook als Heer gehoorzamen
(3) Als we niet
gehoorzamen zal God ons tuchtigen
Als we tegen het
woord van God ingaan zal God ons tuchtigen (Hebr. 12:4-11). Dat kan ver gaan. De christenen te Korinthe zondigden
ernstig. (Verdeeldheid vanwege vleselijke
motieven, ieder had zijn favoriete prediker. Dronken aan het avondmaal. De
armen beschamen) Daarom tuchtigde God hen, met de bedoeling dat ze tot inkeer kwamen. "Daarom zijn er onder u velen zwak en
ziekelijk en er ontslapen niet weinigen" (1 Kor. 11:30) Ontslapen betekent sterven.
(4) De geboden van
Jezus
Jezus sprak over 'mijn geboden' (Johannes 14:15,21). We moeten leren om die te onderhouden (Mattheus 28:19). Een gebod is
per definitie niet vrijblijvend, het is per definitie dwingend. De bijbel zegt
dat we moeten wandelen naar de eis der liefde (Rom. 14:15). We zijn schuldig om elkaar lief te hebben (Rom. 13:8). Hier is niets vrijblijvends aan.
De brieven van
het Nieuwe Testament zijn het gedeelte van de bijbel dat rechtstreeks gericht is tot de christenen.
De brieven staan vol opdrachten. Die opdrachten staan taaltechnisch gezien in
de zogenaamde "gebiedende wijs". De term zegt het al, gebiedend, dat
is niet vrijblijvend. God gehoorzamen is geen optie die we al of niet kunnen
kiezen.
(5) Indien gij doet
wat Ik u zeg
"Gij zijt
mijn vrienden, indien gij doet, wat Ik u zeg" (Johannes 14:15)
Een vriend van
Jezus zijn, hier is de voorwaarde.
(6) Je mag
tegenwoordig in het bijbelonderwijs het woord 'moeten' niet meer gebruiken
Daar houdt men
niet van. Dat vindt men te dwingend. Dat de bijbel zelf regelmatig de woorden
'moet' en 'moeten' gebruikt wordt blijkbaar over het hoofd gezien of niet
belangrijk gevonden.
Zie de volgende
teksten: Handelingen 17:30; Romeinen 13:1; 15:1; 1 Kor. 5;11; 7:2.11.12.13;
11:6,7,10; 14:12,13,26,28,29,34,30,35;
Galaten 5:26; 1 Thess. 4:1; 1 Tim. 2:11,12; 4:13;
5:19,20; 6:1,2,8,17; 2 Tim. 2:14,24; Titus 1:11, 2:2,9; 3:9; Hebr. 2:1, 10:25;
11:6.
De apostelen
gebruiken in hun brieven geregeld de woorden moet en moeten. Is het Nieuwe
Testament dan soms ook te dwingend? Je mag de mensen blijkbaar Gods eis en norm
niet meer voorhouden. Het is waar dat we uit eigen kracht Gods geboden niet
kunnen vervullen, maar we leven in de genade tijd, dat betekent dat God met
elke opdracht ook de genade geeft om de opdracht uit te kunnen voeren. Het is
ook waar dat we nooit via onze eigen goede werken en gehoorzaamheid de hemel
kunnen verdienen. We worden behouden uit genade en door middel van het geloof.
Maar God verwacht wel gehoorzaamheid van ons. Hij accepteert geen
ongehoorzaamheid.
Welke motivatie
geeft de bijbel om God te gehoorzamen?
1. 1.
God
is onze schepper
Hij heeft ons
gemaakt, Hem behoren wij toe. (Psalm 100:3)
God heeft recht
op ons en onze gehoorzaamheid.
God legde de mens
eenzijdig een gebod op. (Genesis 2:17)
2. 2.
Jezus
heeft ons gekocht met zijn eigen bloed.
Jezus heeft recht
op onze gehoorzaamheid. (1 Petrus
1:14-17)
3. 3.
Onze
belijdenis van Jezus als Heer.
Als we hem als
Heer belijden (erkennen) dan verwacht de Heer van ons dat we daar ook naar
handelen. (Lucas 6:46)
4. 4.
Uit
wederliefde (Romeinen 12:1 ,
"met beroep op zijn barmhartigheden")
5. 5.
Uit
vreze des Heren (Galaten 6:7; Hebr.
12:4-11; 1 Kor. 11:30; 1 Kor. 10:21,22, 1 Petrus 1:14-17). Ook dit wordt als motivatie voor
gehoorzaamheid gebruikt.
Waarom doet een
christen niet vanzelf wat God van hem vraagt? Een christen kent de worsteling
tussen vlees en geest, tussen zijn oude natuur en de nieuwe natuur. (Romeinen 7:14-23 en Galaten 5:16,17) Alleen als Hij er
voor kiest zich door de Heilige Geest te laten leiden is er overwinning. De
verzoeking tot zonde en ongehoorzaamheid blijft. Jakobus spreekt over "de
zuiging en verlokking zijner eigen begeert" (Jakobus 1:14).
Broeder J.K.
ontkende laatst dat een christen een zondige oude natuur heeft. Dit is in
strijd met de bijbel en de volledige protestantse traditie. Jeremia spreekt
over de arglistigheid van het menselijk hart (Jeremia 17:9) . Dat slaat volgens J. niet op gelovigen, alleen op ongelovigen.
Gelovigen hebben, zo stelt hij, geen arglistig hart meer. Paulus zei dat hij
vlees was verkocht onder de zonde en dat hij niet deed wat hij maar wenste (Romeinen 7:14-18) J's uitleg is dat Paulus ongelovig was toen hij dat
zei.
Als de gelovigen
inderdaad de zonde die in je woont, het boze hart, zijn kwijtgeraakt dan zijn
het een soort 'engelen' geworden. Dan hoef je hen niets meer te bevelen, dan
doen ze het allemaal vanzelf. Als je een gelovige dan maar laat zien hoe de
Heer van hem houdt en welke positie hij in Christus heeft ontvangen dan zal hij
vanzelf gehoorzamen.
In de redenering
van J. was Paulus dan ook helemaal fout toen hij tegen de christenen te Galatië
zei: "Dwaalt niet. God laat niet met
zich spotten." (Galaten 6:7) Paulus zei met
andere woorden: "Pas op, want als je zondigt zul je God tegenkomen, dan
zul je de gevolgen ondervinden". (Het gaat hier natuurlijk niet om zonden
waar je tegen strijdt. Als je tegen bepaalde zonden strijdt, maar je struikelt
nog geregeld, dan heeft God geduld met je)
De gelovigen zijn dus volgens hem een soort
engelen geworden. Tuchtiging is niet nodig. De schrijver van de Hebreeënbrief
zag het helemaal fout toen hij stelde dat God iedere zoon die hij aanneemt
tuchtigt (Hebr. 12:4-11). Waarom nog tuchtigen? De gelovigen
doen toch vanzelf het goede, je moet ze alleen wat aanmoedigen door hen de
liefde van de Heer te laten zien. Ofwel de schrijver van de Hebreen brief zit
fout ofwel J.K. leert niet de waarheid Gods in deze zaak.
Naast de valse
leer van br. J.K., die hierboven is genoemd, ligt de voornaamste achtergrond
van de dwaling dat God niet dwingt in
het valse systeem van de 'christelijke' gnostiek. Dat is een oude ketterij die
de laatste jaren weer met kracht opkomt, eerst in de vrijzinnige kerken en nu
ook in de evangelische beweging.
In de gnostiek
maakt men onderscheid tussen de god van het Oude Testament en de god van het
Nieuwe Testament. Jahweh de god van het Oude Testament, is volgens de gnostici
slechts een halfgod. De God van het Nieuwe Testament is de hoofdgod.
Jahweh de god van
het Oude Testament, is, in de visie van de gnostiek, de schepper van de wereld.
Hij is de god die de mens de wet oplegt, die vergeldt, die toornt, die wreekt,
die naijverig is, die dwingt. De God van het Nieuwe Testament is, in kontrast
daarmee, de God van de onvoorwaardelijke liefde, die zich in Jezus heeft
geopenbaard. Dat is een God die alleen nodigt, die lokt, die wacht, etc.
De wet, de
geboden, vergelding, Gods toorn, etc, zijn in de visie van de gnostiek zaken
die horen bij de "negatieve" God van het Oude Testament.
Alle
kerkhistorici vermelden dat de jonge kerk juist met de dwaalleer van de
gnostiek een gevecht op leven en dood heeft geleverd.
Op dit moment
dringt de gnostiek massaal de evangelische wereld binnen. Alleen gebeurt dat op
dit moment nog niet op grove wijze. Het gebeurt subtieler. De gnostiek
komt in een verdunde vorm binnen. Er wordt geen tegenstelling gemaakt tussen
Jahweh de wrekende God van het Oude Testament, en de onvoorwaardelijk
liefhebbende God van het Nieuwe Testament. Als dat zou worden gedaan dan zou
immers iedere christen die iets van de bijbel kent dit ogenblikkelijk
doorhebben. Er wordt in plaats daarvan een verwaterde vorm van gnostiek
gebracht. Dat doet men door het beeld van "de gnostieke hoofdgod van de
onvoorwaardelijke liefde" als het ware "in" te lezen in de
gehele bijbel. Bijbelteksten die in strijd zijn met het beeld van de gnostieke
hoofdgod worden genegeerd of zodanig uitgelegd dat ze er niet meer mee in
strijd zijn (noot28).
Uit de bijbel
blijkt echter dat de God van het Oude Testament identiek is met de God van het
Nieuwe Testament. God is zowel liefdevol als rechtvaardig. De bijbel zegt:
"Let dan op de goedertierenheid en
de gestrengheid Gods" (Rom. 11:22). God is zowel het
één als het ander. Als je alleen over de goedertierenheid van God spreekt en
niet over zijn gestrengheid dan breng je een vertekend beeld van God. Andersom
is dat natuurlijk ook het geval.
Onder invloed van
de gnostiek worden allerlei zaken die te maken hebben met "de strengheid
Gods" tegenwoordig genegeerd of weggeredeneerd. Zaken als de heiligheid
van God, de toorn van God, Gods naijver, Gods tuchtiging van de christenen die
bewust tegen zijn woord ingaan, Gods gevecht met leugen en valse leer.
Een God die
dwingt, dat kan niet, zo stelt men ook binnen onze gemeente, dat kunnen we niet
rijmen met de God van onvoorwaardelijke liefde.
Henk Bakker,
voorganger van een baptistengemeente uit Katwijk, sprak in dit verband over
"de gele God van de Opwekkingsbundel, die meer weg heeft van een westerse
psychotherapeut dan van de heilige God van de bijbel".