De ‘Emerging’ uitdaging
aan Bijbelse Autoriteit
Jock McGregor
Wat is de Emergent Church? Volgens de
website www.emergentvillage.com, is het een los
netwerk van kerken en Christelijke leiders ‘in dialoog’ over wat het betekent
om aan theologie te doen, aan zending en Kerk in een wereld waar een postmoderne
cultuur ‘emerged’, d.w.z. opgekomen is, uit Modernisme. De beweging, die in de late jaren ’90 gestart
is door de dominees Brian McLaren en Doug Pagitt, is een zeer divers en
creatief netwerk dat nog steeds in ontwikkeling is en een heleboel innovatieve
inzichten weerspiegelt.
Het blijkt
verbazingwekkend invloedrijk.Er zijn nu Emergent netwerken in vele
andere landen,en Time Magazine heeft onlangs
McLaren op de lijst gezet van Amerika’s 25 meest invloedrijke bijbelgetrouwen.
“Een reden waarom
de beweging overal als paddestoelen uit de grond schiet”,schrijft
D.A.Carson in Becoming Conversant with the Emerging Church (Zondervan, 2005), “is dat die de
aandacht richt op een hoop vage percepties die al uitgebreid in de cultuur de
ronde deden.” (13). Om het wat specifieker te
zeggen,de beweging heeft met succes een wijdverspreide tijdgeest aangeboord
onder vervreemde orthodoxe jeugd en diegenen die door het postmoderne model
zijn overtuigd.
Het is echter
ook wat controversieel. Don Carson en
R. Scott Smith (Truth and the New Kind of Christian, Crossway, 2005)
hebben bezorgde antwoorden geschreven. Een van de vroege leden die de beweging
waren gestart, Mark Driscoll, heeft zich al gedistantieerd, omdat hij zich steeds
meer zorgen maakte dat de evangelische theologie, en niet alleen maar de
evangelische kerkvorm, nu werd gereviseerd. Bovendien wordt het woord emerging
nu een wijdverspreid begrip in Christelijke kringen, maar dan vaak gewoon
als synoniem voor postmodern.
De beste
manier om tot de kern van de Emergent beweging door te dringen is door te
kijken naar wat McLaren heeft geschreven, die in brede kring erkend wordt als
de leidende stem. Hoewel zijn A New Kind of Christian (2001) belangrijke
vragen opgeworpen heeft over de postmoderne cultuurverschuiving, is zijn meest heldere
uiteenzetting van ‘Emergent’ denken A Generous Orthodoxy (2004).
GENEROUS ORTHODOXY
McLaren is even provocerend
als innemend. Zoals hij zelf erkent, is wat hij heeft geschreven inderdaad niet
zozeer een theologische uiteenzetting als wel een persoonlijke belijdenis: een
hartstochtelijke oproep aan de Kerk voor een nieuw soort godsdienstigheid in
een nieuwe culturele context. Wat hem drijft is een sterke zorg over
postmoderne gevoeligheden voor Christelijke hypocrisie en machtsmisbruik,
vooral het gebruik van Waarheid als een excuus voor heerschappij. Het is
duidelijk dat en
anderen in de beweging diep bewogen zijn over deze postmoderne generatie, die
zo wantrouwend is over de conservatieve bijbelgetrouwe Kerk in de Verenigde
Staten. A Generous Orthodoxy werd allereerst geschreven voor – zoals hij
het stelt – “Christenen die op het punt staan weg te
gaan ... en zoekenden die aangetrokken worden door Jezus, maar niet het gevoel
hebben dat er plaats voor hen is in wat
gewoonlijk Christendom wordt genoemd, tenzij ze
allerlei bijzaken slikken” (44). Hoewel hij graag deze postmodernen wil
bereiken, is McLaren zelf ook duidelijk gedesillusioneerd door wat hij ziet als
imperialistische trekken in bijbelgetrouwen die door macht worden verblind. ‘Emergents’
proberen dus ook een manier te vinden om te hervormen wat hun een gecompromitteerd
christendom lijkt te zijn, en om de Kerk te helpen ‘opkomen’ vanuit haar
gevangenschap tot modernisme.
Hoe zal deze
nieuwe Kerk eruit zien? In een notendop: ze wordt gekenmerkt door een meer
genereuze orthodoxie. McLaren somt de ‘emergent’ weg
op als ‘de weg van Jezus,die de weg is van liefde en de weg van omarmen” (326).
Dit belangrijke concept van omarmen is drievoudig: McLaren wil dat wij ‘de ander omarmen’ in een missionaal medeleven met mensen
buiten de Kerk; om ‘elkaar te omarmen’ in een meer oecumenische, ‘post-protestante’
geest van samenwerken; en om ‘traditie te omarmen’ door te zoeken naar leiding
en inzicht door de verschillende praktijken van de totale Christelijke
traditie. Om kort te gaan, de emergent Church zal een exclusist
verwerpen, net als absolute
orhtodoxie, en een meer omarmende orthodoxie zoeken, openminded en met een open
hart.
POSTMODERN
In velerlei
opzicht zullen weinig christenen het oneens zijn met McLaren’s grondverlangen
om een houding van eigengerechtigheid te vervangen door een genereuze omarming.
Net zo als niemand het ultra-sectarisch christendom dat hij bekritiseert
zou willen verdedigen en iedereen zal staan achter zijn oproep aan de Bijbelgetrouwe
Kerk, om meer zoals Christus te worden in hun omgaan met anderen.
Maar hij roept
niet simpelweg op tot een verandering van houding. In McLaren’s omstandige
theologische voorstellen roept hij op tot een diepere verandering, en hier
rijst een zeker probleem. Voor de duidelijkheid, het probleem ligt niet in een
van de specifieke vernieuwingen die hij noemt (respect voor traditie, incarnational
leven, verhalende interpretatie, en zo voorts) maar in de onderliggende
filosofische analyse van de cultuur en de daaruit voortvloeiende theologische
herstructurering. Het is hier belangrijk de verschuiving van modernisme naar
postmodernisme te begrijpen. In het modernisme, dat het westerse denken heeft
beheerst sinds de Verlichting, wordt de menselijke macht van de rede gezien als
het pad naar waarheid. Religie en gezaghebbende openbaring verwerpend, poogde het moderne
project de samenleving te herstructureren op een redelijk, wetenschappelijk
fundament. Postmodernisme, populair sinds de jaren 70, bekritiseert deze
absolutistische pretenties. Waarheid wordt gezien als relatief, afhankelijk van
de kenner en hopeloos vertroebeld door iemands culturele context. Het is
onmogelijk absolute waarheid te kennen, en de zoektocht naar ‘waarheid’ is in
werkelijkheid een zoektocht naar macht. De postmoderne verwerping van absolute
waarheden is breed besproken in bijbelgetrouwe kringen.Terwijl bijbelgetrouwen
geen van allen modernisme willen goedkeuren,zijn velen
wantrouwig over postmodernisme. Maar volgens ‘Emergents’, heeft het
‘Evangelicalisme’ een modernistisch absolutisme geërfd, en kan alleen Postmodernisme
de remedie aanreiken.
Hoewel hij
geen totale negativist is, ziet McLaren de postmoderne kritiek van modernistische
opvattingen van waarheid als de weg naar een nederiger, zoekend en omarmend christendom.
McLaren en vele Emergents volgen het postmoderne script. Bij elke afslag worden
zorgen om propositionele waarheid (verkondigende stellingen doen over wat
werkelijk waar is), verdedigende claims over de waarheid en het onderscheiden
van waarheid en dwaling,i n een negatief modernistisch
licht gezet. Ze worden als contrast gezien met goeddoen, anderen omarmen en al
onze overtuigingen op zijn best voor hypothese te houden.
McLaren kan
echter niet helemaal vragen over waarheid vermijden, en hij gaat helemaal voor
een belijdenis-christendom, steunend op bepaalde geloofsuiteenzettingen. Waar
hij niet in slaagt, is te laten zien hoe we over deze leerstellige dingen
beslissen of hoe we ze verdedigen. Een genereuze en open geest is fantastisch
en nodig, maar komt uit zichzelf niet erg ver wanner dit soort moeilijke
afwegingen moeten worden gedaan.
SOLA
SCRIPTURA
Bijbelgetrouwen
hebben zich traditioneel tot de Bijbel gewend als een welkome autoriteit op
zulke moeilijke momenten. McLaren heeft de intentie bijbels
te blijven,maar hij bedoelt iets heel anders dan wat het orthodoxe Christendom daarmee
bedoelde. De passages in A Generous Orthodoxy over de Schrift behoren
tot de meest verontrustende.
McLaren begint met claimen dat bijbelgetrouwen een ‘dicterend’ beeld
van de Bijbel hebben en ziet daarbij de nuances over het hoofd.Daarentegen stelt hij een ‘vertellend’ begrip van de Schrift
voor. Hoewel zo’n suggestie haar verdienste heeft,zijn
er twee problemen:de onjuiste marionet-afschildering van het orthodoxe
Schriftbegrip en de daarmee gepaard gaande vermindering van een propositioneel
begrip van waarheid. Kortom, McLaren wil Sola verwijderen van de
klassieke Reformatie-toewijding aan de Schrift alleen, en net als in
Katholieke en vrijzinnige tradities de autoriteit van Traditie, Rede en
Ervaring op dezelfde hoogte als de Bijbel stellen. En dat is nog niet alles,
McLaren wil dat de Bijbel wordt geïnterpreteerd in dialoog met de missionaire
praktijk en zelfs andere godsdiensten.
McLaren benadert de Schrift niet als een oplossing voor postmoderne
problemen. Veeleer wordt het orthodoxe beeld van de gezaghebbende Schrift
gezien als deel van het probleem.Ter vergelijking: Francis Schaeffer zag de Bijbel
als een fantastische, door God gegeven oplossing voor juist deze
kennistheoretische problemen die het Postmodernisme heeft blootgelegd.
Schaeffer leerde – net als het postmodernisme – dat het humanisme of modernisme
van de Verlichting ons inderdaad geen zekerheid zou kunnen geven of absolute
waarheden. Maar anders dan de postmodernen, verklaarde Schaeffer dat we de hoop
op de waarheid niet hoeven op te geven. Gods Woord kan ons nog steeds zekerheid
geven, juist omdat het Gods Woord is en niet gewoon het woord van mensen.
In de Bijbel
hebben we de bron van Waarheid die ons kan leiden door de moeilijke afwegingen
die we moeten maken. We zijn niet volmaakt en moeten niet
doen alsof we niet te corrigeren zijn, maar de standaard van Gods vinden om te
weten wat we wel en niet moeten goedkeuren, zelfs met toepassing van een
genereuze omarming.
ANTI-FUNDAMENTALISME
Dus waarom
keert McLaren zich niet tot de Bijbel? Hier moeten we de Emergent beweging in
zijn verband zien. Meer dan het lanceren van nieuwe ideeën, wil het de radicale
ideeën van anderen weerspiegelen. Leiders in de Emergent beweging putten
duidelijk en openlijk nogal veel uit bronnen als Stanley Grenz (ooit van Regent
College),John R.Franke (Biblical Theological Seminary),
en Nancey Murphy (Fuller Theological Seminary). Wat brengt deze bronnen samen?
Ze vertegenwoordigen een vleugel van bijbelgetrouwe geleerden die zichzelf ‘post-conservatief’
en ‘anti-fundamentalist’ vinden – daarmee aangevend dat ze grotendeels
postmoderne inzichten hebben aanvaard. Ze claimen dat de bijbelgetrouwen zo
gevangen zaten in modernistisch denken dat hun begrip van de Bijbel daardoor is
vertroebeld. In andere woorden, het evangelische beeld van de Bijbel als een
gezaghebbende, propositionele openbaring is een product van modernisme, niet
van orthodoxe theologie.
Het probleem
hier is een vrij gebruik van de term ‘fundamentalisme’. De meeste filosofen en
theologen, conservatief of liberaal, verwerpen het fundamentalisme van de
Verlichting – dat soms Cartesiaans fundamentalisme wordt genoemd – als
verkeerd. René Descartes trachtte een kennissysteem te bouwen gebaseerd op een
‘fundament’ van onbetwijfelbare waarheid die niemand kon ontkennen.Hij koos de
leuze ‘Ik denk, dus ik ben’ als zo’n uitgangspunt.
Sindsdien hebben velen zijn poging verworpen: filosofen hebben het gezien als ontoereikend,
theologen hebben het gezien als humanistisch. Maar Nancey Murphy beargumenteert
in haar boek Beyond Liberalism and Fundamentalism (1996) dat
conservatieve bijbelgetrouwe mensen zo’n fundamentalisme
voor zoete koek aangenomen hebben omdat ze de Bijbel een fundament willen maken
voor theologie. Hoewel de parallel in mijn optiek ongelooflijk vergezocht is,
is Murphy’s zienswijze heel invloedrijk geweest.Aangezien Fundamentalisme in
brede kring verworpen is, moeten we de orthodoxe kijk op de Schrift maar
herzien. Stanley Grenz heeft zijn hele theologische voorstel rond dit idee
gevormd.We moeten alle ideeën om theologie op zulke fundamenten te bouwen
verwerpen, en in plaats daarvan denken in termen van ‘netwerken van overtuigingen’
die niet noodzakelijkerwijs corresponderen met een externe werkelijkheid maar
wel innerlijk samenhangen. De ‘antifundamentalist’ wijst een ‘corresponderende’
zienswijze op de waarheid af – dat het verwijst naar externe werkelijkheden –
en vervangt het met een ‘coherentische’ of ‘communistische’ zienswijze, waar
iets waar is als het consistent is met andere overtuigingen van een bepaalde
gemeenschap.
DE BIJBEL
In
theologische termen betekent dit het toevoegen van traditie en ervaring aan de
Bijbel om een netwerk van overtuigingen te scheppen die elkaar wederzijds en samenhangend ondersteunen.
Er kan geen sprake zijn van een geïdentificeerd gezaghebbend ‘fundament’ omdat
er geen bevoorrechte positie kan zijn, of een ‘perspectief-vanuit-God’. De Bijbel kan belangrijk zijn als een
brondocument dat onze traditie vormgeeft, en binnen een traditie is hij
misschien gezaghebbend. Maar hij heeft geen noodzakelijk verband met een
externe werkelijkheid en biedt daarom geen hulp bij het scheidsrechten tussen
tradities. In dit standpunt is waarheid gewoon het geheel van overtuigingen die
door de leden van een gegeven gemeenschap worden gedragen. Het is niet langer mogelijk
om de werkelijkheid te beschrijven op een hoger niveau of om absolute,
transcedente waarheid te vinden.
McLaren gaat
niet in detail in op de hele filosofische achtergrond, maar hij wordt kennelijk
gegrepen door deze gedachten. Hij noemt Grenz in A Generous Orthodoxy als
een ‘mentor en vriend’ wiens ‘denken mede de idee en vorm
van dit boek inspireerde’ en John Franke verheldert de connectie in het
voorwoord. Na ‘het tevoorschijn komen van postmoderne theorie met zijn kritiek
op bepaalde objectieve universele waarheid’ te hebben opgemerkt, legt Franke
uit dat de titel van het boek een geleende zin is: “Yale theoloog Hans Frei
zocht een manier om verder te gaan dan de vrijzinnige/conservatieve impasse van
het modernisme en smeedde de term ‘een genereuze orthodoxie’ om een opvatting
van christendom te beschrijven die elementen bevatte van zowel vrijzinnig als
conservatief denken ... Dit resulteerde in het
verwerpen van het filosofisch fundamentalisme dat een kenmerk is in zowel
vrijzinnige en conservatieve theologie ...
Conservatieven zochten naar een Bijbel vrij van fouten als het onweerlegbare
fundament van hun theologie … ‘Post-vrijzinnigen’ en ‘post-conservatieven’
zochten een manier om verder te gaan in de richting die door genereuze
orthodoxie werd gesuggereerd door een non-fundamentalistisch concept van het
Christelijk geloof …Terwijl deze conversatie zich verder ontwikkelt
in de academie ,ligt haar werkelijke betekenis in de implicatie voor de kerk …
Brian D. Mclaren heeft gezorgd voor een model voor
degenen die een manier zoeken om een postmoderne, oecumenische en missionaal
Christelijk geloof te ontwikkelen, voeden en in de praktijk te brengen” (14-16).
Hier is het
duidelijk waarom McLaren zich niet vasthoudt aan sola Scriptura. Vanwege
deze wortels in anti-fundamentalisme, kan de autoriteit van de Bijbel zowel
voor McLaren als voor de hele Emergent church alleen maar zwakker worden.
ORTHODOXIE
Daartegenover
blijft de Bijbel voor de conservatieve bijbelgetrouwen die vasthouden aan een
traditionele orthodoxie de hoeksteen van de waarheid. Uiteraard
moet de Bijbel niet de plaats van God innemen, maar desalniettemin
is het een buitengewoon kostbaar, bovennatuurlijk transcendente ‘lamp voor onze
voet en een licht op ons pad’ (Psalm 199:110).
De Bijbel
levert geen fundament in Cartesiaanse zin.In de beste Bijbelse zin is het
echter de enige zekere bron van waarheid die we hebben.We hebben zelf dan
misschien geen ‘blik-vanuit-God’ maar we hebben Gods standpunt,opgeschreven en geopenbaard.Uitleggers verschillen,maar door uit te gaan van een gemeenschappelijke onfeilbare
bron is het mogelijk dat waarheid – zelfs absolute, onveranderlijke waarheid –
steeds helderder wordt.Het stelt ons in staat om de moeilijke beslissingen te
vellen die noodzakelijk zijn zodat leven en goedheid kunnen opbloeien. Het
stelt ons in staat om de leugens die ons dreigen te misleiden, te ontdekken en
te weerstaan. Exclusiviteit en absoluutheden kunnen dan wel moeilijke en
onpopulaire begrippen zijn, maar ze komen wel voort uit dit geschenk van
waarheid.
Tegelijkertijd,
in tegenstelling tot de claim van McLaren, behelzen exclusiviteit en
absoluutheden geen verminderde oproep om te omarmen. Inderdaad is de Bijbel
onze beste vriend in deze zaak, en deze stelt liefde voor de naaste als precies
zo’n absoluutheid en het vraagt van ons om haat en
vijandschap uit te sluiten uit ons denken en ons handelen. Mclaren
heeft gelijk dat hij Absolutisme
en Exclusivisme veroordeelt, maar hij heeft ongelijk dat hij in
daarmee ook absoluutheden en exclusiviteit weggooit. Het geschenk van Gods
openbaring is, dat wij gewone stervelingen een onveranderlijke en onwankelbare
waarheid – ten dele doch waarachtig – mogen leren kennen.
Een waarheid die, zoals God Zelf ons vertelt, ons kan vrijmaken. Natuurlijk
kunnen we zondig deze waarheid op absolutistische en uitsluitende manieren
hanteren waarbij we degenen die van ons verschillen niet respecteren of in
liefde omarmen. Maar om de gave zelf te verachten uit hoofde
van een misleide en valse nederigheid, is dwaasheid van de hoogste orde.
Als je anderen tegenkomt, rondzwervend in het duister, is de onbehoorlijke
manier om een zaklamp te hanteren, dat je die rechtstreeks in hun ogen laat
schijnen, zodat je hen verblindt. De oplossing is niet om de zaklamp weg te
gooien, waardoor je beide partijen overlevert aan een blinde omarming in de
duisternis.We kunnen veel beter de zaklamp reddend hanteren, door naast de
verdwaalden te komen, hen te omarmen en het licht aan onze voeten te laten
schijnen. Dan zijn we in staat om het pad te zien en samen te wandelen, beiden
in oprechte nederigheid,afhankelijk van het licht. Het
gaat nooit om wie gelijk heeft en wie het licht heeft. De focus is op het feit
dat er een licht is,zelfs midden in de duisternis –
‘het waarachtige licht dat iedere mens verlicht’ is inderdaad in de wereld
gekomen.
De trieste
ironie van A Generous Orthodoxy is dat het eigenlijk
helemaal niet zo genereus is. Traditionele orthodoxie is levengevend, juist
omdat het wijst op de Gever van leven, die Zichzelf heeft geopenbaard in Jezus
en de Schriften. Simon Petrus’ belijdenis blijft cruciaal:“Here, tot wie zouden
wij heengaan? U hebt woorden van eeuwig leven” (Joh. 6:68). Als we deze woorden
van hun helderheid beroven, hun absolute waarheid, dan beroven we ze van hun
kracht. Gods Woord is een kostbaar geschenk dat we kunnen en moeten delen met
anderen. Zwak het af, en wat we dan uiteindelijk overhouden om aan mensen te
geven kan dan misschien lichter acceptabel zijn, maar het zal veel minder waard
zijn. Postmodernen kunnen misschien een genereus klinkende orthodoxie prefereren boven klassieke orthodoxie, maar als het licht
gedempt wordt en zijn kracht om te redden tot zwijgen wordt gebracht,
dan blijkt het uiteindelijk toch niet zo’n
genereus geschenk te zijn geweest.
Voor meer over
de emerging church beweging, klik hier.