Zespotige minitank duidt op Schepper

16-12-2008 08:02 | Willem H. Smith

De Duitse bioloog Ernst Haeckel (1834-1919) bedroog zelfs Darwin met zijn voorstelling van de embryonale ontwikkeling bij verschillende diersoorten. De eerste rij zijn tekeningen, die nog in veel studieboeken staan afgebeeld. De tweede rij toont foto’s van de werkelijkheid

Felle darwinisten schilderen aanhangers van de scheppingsleer steevast af als religieuze fundamentalisten. Dr. Jobe Martin laat zich echter niet naar een zijspoor rangeren en brengt onder andere de bombardeerkever in stelling.

De grote bombardeerkever, die in Zuid-Limburg sporadisch op schrale hellinggraslanden wordt gespot, mag dan een klein beestje zijn, hij zette de wereld van dr. Martin danig op zijn kop. Brachinus crepitans veranderde hem van een op-en-top evolutionist in een creationist. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Amerikaan het dier als eerste laat opdraven in de driedelige dvd-serie ”Incredible Creatures that defy evolution” (Verbluffende schepselen die de evolutie tarten).

Kijkend naar de complexiteit en de schoonheid van de natuur stelt Martin in deze documentairereeks de vraag of de diversiteit van het fascinerende dierenrijk het gevolg is van toeval en willekeur. De creationist biecht op dat hij tijdens zijn tandartsstudie Darwins theorie voor zoete koek slikte en als hoogleraar zijn eigen colleges eveneens kritiekloos daarop baseerde. „In 1971 behandelde ik aan het Baylor College of Dentistry in Dallas de evolutie van de tand en doceerde ik dat de schubben van een vis geleidelijk in de bek waren terechtgekomen en zich daar hadden ontwikkeld tot tanden. Twee christelijke studenten daagden me uit te bewijzen dat de evolutieleer een juiste, een volledige en een nauwkeurige verklaring was voor de oorsprong van de aarde én voor het ontstaan van de enorme rijkdom aan unieke levensvormen.”

De hoogleraar verdiepte zich grondig in de veronderstellingen van de evolutietheorie. „Niemand had mij tijdens mijn studie ooit over ”aannames” verteld. Ik kwam tot het besef dat die zogenaamde wetenschappelijke aannames niet gefundeerd waren. Deze schokkende constatering resulteerde bij mij in een complete ommekeer. Het duurde vijf jaar om mijn manier van denken te veranderen.”

Lijmfabriekje
Martin stuitte in het dierenrijk op allerlei geraffineerde en complexe ontwerpen die volgens hem niet als het resultaat van een evolutieproces verklaard kunnen worden; ze wijzen uitsluitend op een goddelijke schepping. Met de reeds genoemde bombardeerkever vuurt Martin zijn eerste pijlen af op Darwins populaire hypothese. Het loopkevertje, amper 1,5 centimeter groot, dankt zijn naam aan een zeer goed ontwikkeld verdedigingsmechanisme. Als het insect geïrriteerd raakt, verweert het zich door in het achterlijf hydrochinon en waterstofperoxide te mengen, wat geen enkel ander organisme doet. De combinatie van die twee chemicaliën brengt een explosieve reactie teweeg. Echter, alleen als er een speciaal enzym aanwezig is dat dit proces op gang brengt. Het resultaat is een kokendhete vloeistof die gericht wordt weggespoten. De twee staartbuizen van de kever draaien namelijk als geschutskoepels. Het krachtige salvo klinkt weliswaar als één plof, maar slow-motionfotografie bracht aan het licht dat de explosie eigenlijk uit duizend kleinere explosies bestaat. De zespotige minitank wordt dankzij dit repeteerafvuursysteem niet zelf gelanceerd, maar kan zich nog net voldoende schrap zetten.

Zo’n complex defensiesysteem kan onmogelijk ontstaan zijn door een toevallig proces, waarbij sprake is van verschillende opeenvolgende fases. Een kever die zichzelf opblaast is niet in staat om zijn afvuursysteem verder te ontwikkelen of te verfijnen, en een kever die zijn vijand permanent op vuurafstand moet houden zou niet overleven tijdens de ontwikkeling van beweegbare geschutskanalen. Het dier moet dus alle onderdelen in één keer gekregen hebben. Anders zou hij niet bestaan.”

Martin voert daarnaast giraf, gekko, glimworm en tal van andere dieren op die „onherleidbaar complex” zijn. De groene specht, die met zijn getik op larven aast, zonder last te krijgen van migraine en tijdens elke hamerslag de ogen sluit, om te voorkomen dat die uit de oogholte schieten. Het kan niet anders of de allereerste specht had alle gereedschap bij elkaar: een snavel die gaten kan maken in hout, hard genoeg om een spijker te buigen; sterke nekspieren; een dikke schedel met een stootkussen van kraakbeen tussen bek en schedel; speciale poten om op allerlei manieren te klimmen; een staart die stijf genoeg is om als steunpunt tegen de boomstam te dienen; en een 25 centimeter lange elastische tong, op een unieke manier opgerold in zijn kop. De tong bezit bovendien een „lijmfabriekje” die maakt dat zijn prooien eraan vastplakken, weet Martin. „De specht slikt zijn tong niet in, want een ander fabriekje zorgt voor een stof die de lijm oplost net voor het moment dat de prooi in zijn keelgat verdwijnt.” De idee dat een vogel al deze instrumenten stapsgewijs door evolutie zou ontwikkelen, verwijst de academicus naar het rijk der fabelen.

Filosofie
Het steekt hem dat wetenschappers bewijsmateriaal achterhouden. „Deze pientere mensen bereiken een punt waarop ze moeten beslissen of alles plaatsvond gedurende een langere periode óf dat alles in één moment gebeurde. Als zij deze dingen niet kunnen verklaren met de evolutietheorie, dan worden ze met de andere optie geconfronteerd: een Ontwerper, een Schepper. Maar die weg willen zij niet gaan. Ze verzwijgen de bewijzen. Om veel zaken boven water te krijgen moest ik me enorm inspannen, want dergelijke informatie vind je niet in de studieboeken. Zaken die men niet kan verklaren worden genegeerd.”

Bovendien is er volgens Martin geregeld sprake van bedrog. „Op scholen en universiteiten worden dingen geleerd die niet waar zijn. Haeckels weergave van de embryonale ontwikkeling werd in 1884 al ontmaskerd als bedrog, maar de afbeeldingen staan nog steeds in studieboeken. Er is sprake van een systeem van misleiding, maar het gros heeft dat niet door.”

Ondertussen blijven wetenschappers fanatiek op het aambeeld hameren dat de evolutie een bewezen feit is. „Flauwekul”, werpt Martin tegen. „Macro-evolutie kun je niet bewijzen met wetenschap. Het is geen theorie maar een filosofie. Echte wetenschap is reproduceerbaar, proefondervindelijk en verifieerbaar.”

Onthullend in dat verband is de tentoonstelling ”Darwin”, waarmee het National History Museum in Londen tot 19 april 2009 groots uitpakt. Deze publiekstrekker spreidt de arrogantie en hoogmoed van evolutionisten onverbloemd tentoon. Ze richten hun pijlen op creationisme en Intelligent Design, zonder aanhangers daarvan zelf aan het woord te laten. Een handvol wetenschappers bestookt de bezoeker met het standpunt dat de evolutietheorie stoelt op de resultaten van twee eeuwen onderzoek en duizenden zorgvuldige en kritisch beoordeelde wetenschappelijke publicaties. Het lijken wel evangelisten, brengers van ’goed nieuws’, die onwetenden moeten bekeren. Ze dragen op een fanatieke manier een overtuiging, een geloof uit. Als voor biologen de evolutionistische argumentatie stokt en overtuigende bewijzen niet op tafel komen, wordt een datering van miljoenen jaren uit de hoge hoed getoverd of worden argumenten buiten het eigen vakgebied gezocht.

Dr. Martin wijst echter naar de wereld om ons heen om beweringen van de godloze evolutieleer te ondergraven. De academicus presenteert zijn bewijzen met een verwondering van iemand die in de natuur de buitengewone hand van de Schepper heeft leren zien. „God gaf ons voorbeelden in Zijn schepping, om ons iets te leren. Als we die zorgvuldig bestuderen, zullen we Hem de eer geven.”

Klik hier!

Herhaaldelijk belijdt hij eveneens zijn geloof, wijzend op Jezus Christus, Die „voor ons gestorven is.” Zo’n persoonlijk getuigenis past in de Amerikaanse cultuur, maar kan binnen de context van deze dvd-reeks drammerig overkomen. Storender is de ietwat jolige manier waarop presentator David Hames het betoog van de creationist aan elkaar breit. Jammer dat bovendien het beeldmateriaal niet altijd optimaal is en dat de ondertiteling soms te snel van het scherm verdwijnt.

Niettemin verdient uitgeverij Johannes Media een pluim omdat ze deze serie voor het Nederlandse taalgebied heeft uitgebracht. Niet alle vragen rond de schepping worden beantwoord, maar de informatie reikt voldoende stof aan voor bescheidenheid, ontzag en groeiende verwondering. ”Hoe groot zijn Uw werken, o Heere!”

N.a.v. ”Incredible Creatures that defy evolution”; uitg. Johannes Multimedia, Doorn; Engels gesproken/Nederlands ondertiteld; deel I (ISBN 9789057981937), dvd 47 min., € 12,95; deel II (ISBN 9789057981944), dvd 46 min., € 12,95; deel III (ISBN 9789057981951), dvd 80 min., € 12,95.

www.johannes-multimedia.nl

http://www.refdag.nl/artikel/1380116/Zespotige+minitakn+duidt+op+Schepper.html